Weten of ik goed ben

Weten of ik goed ben

Door

"Aardrijkskunde staat erop," lees ik in de groepschat van mijn klas. Het was een pittige toets, dus ik ben wel benieuwd wat ik heb. In Magister lees ik een 6,9. Ik stond al een zeven dus ik ben tevreden. Uiteraard worden de cijfers meteen doorgestuurd in de appgroep. Wat blijkt? Behoorlijk wat vrienden hebben een hoger cijfer. Daar gaat mijn tevreden gevoel. Ik heb het dus toch niet zo goed gedaan.

Dit soort situaties komt regelmatig voor. Dan denk ik dat ik iets goed gedaan heb en dan zijn er altijd een paar beter, soms ook meer dan een paar. Als ik eerlijk ben, vind ik dat maar niks. Ik wil domweg beter zijn dan de rest. Een beetje vervelende eigenschap is dat wel, want is het nou nooit een keertje gewoon goed en moet ik me maar altijd bewijzen tegenover anderen?

Beter zijn

Zolang anderen iets beter doen dan ik, zal ik niet snel zeggen dat het goed is. Deze gedachte zie ik niet alleen bij mezelf, maar ook bij anderen. Het idiote is dat ik het bij mezelf heel logisch vind, terwijl ik bij anderen denk: wees nou eens tevreden, je doet het gewoon goed. Als een vriend moeite heeft met wiskunde en zijn cijfer vergelijkt met hét wiskundetalent, is het toch logisch dat het ene cijfer hoger is dan het andere? 

Ik zoek verklaringen voor dit eigenaardige verschijnsel: waarom ben ik toleranter naar mijn vrienden dan naar mezelf? Misschien is het wel heel simpel: als iemand beter is, kan het best confronterend zijn dat te zien. Niet voor niks luidt het cliché: cijfers liegen niet. Als iemand een acht heeft en ik een vijf, dan is diegene gewoon beter. Nu is dat bij anderen niet zo lastig om te accepteren, wat maakt mij het nou uit of iemand ergens (niet) goed in is op school. Maar bij mezelf? Dan is het toch vervelend mijn tekortkomingen te zien. 

Tevredenheid

Eigenlijk is het heel simpel. Er zijn dingen waar ik goed in ben en dingen waar ik niet goed in ben. Om voor het gemak maar even in de schoolsfeer te blijven: ik mag tevreden zijn met een zes voor Engels, ook al hebben de serieverslaafde Engels-nerds een negen. Dikke prima. Als ik eruit heb gehaald wat erin zit, is het goed. Zonder maar. Ik moet het doen met de beperkte talenten die ik heb en dat betekent dat ik niet overal de beste in kan zijn, en dat ook niet moet willen. 

Aan de andere kant moet ik me ook niet vergelijken met iemand die ergens minder talent voor heeft. Bijvoorbeeld: ik ben goed in Duits en mijn vriend niet. Hij heeft met veel moeite een vijf en ik een makkelijke zevenenhalf. Moet ik daar dan mijn voldoening uit halen? Nee. Het is de kunst hierbij naar jezelf te kijken. Wat kan ik en is het resultaat ook datgene wat erin zit? Op die manier word je niet depressief van vergelijken met beteren of arrogant door te kijken naar minderen.

Een beetje vergelijken

Toch vind ik niet dat je nooit naar anderen mag kijken. Het kan ook motiverend werken om jouw prestaties naast die van een ander te leggen, waardoor je beter gaat presteren. Als je bijvoorbeeld met zijn tweeën, naast elkaar, tegen de wind in gaat fietsen. Dan gaat dat harder dan alleen, omdat je iemand hebt om je aan op te trekken. Een voorbeeld van hoe competitie je verder kan brengen.

Daarom zeg ik: vergelijk, maar met mate.

Gepubliceerd op 25 april 2018
ADVERTENTIE
Hoeveel jonge meiden en vrouwen in Nederland krijgen per dag trombose door de anticonceptiepil?

Wil je meer informatie over Trombose? Lees het hier!

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.