Van rijst naar frikandellen

Van rijst naar frikandellen

Rangga (16) woonde tot zijn zevende in Nederland en verhuisde daarna eerst naar Jemen en daarna naar Indonesië. Sinds een klein jaar is hij terug in Nederland. En dat is best wennen. "Hier maakt het uit of je bepaalde kleren draagt."

Ik zit met Rangga in de aula op school. Ook al is het best warm, hij heeft een jas en een dikke sjaal om. In Nederland zijn de temperaturen een stuk lager dan in Azië, en dat is niet het enige verschil, vertelt Rangga. In Jemen en Indonesië leefde hij namelijk in weelde. Rangga: "Ik woonde in een groot huis, met eigen chauffeur, tuinman, koks en een kamermeisje. Fietsen deed ik nooit: ik werd altijd gebracht met de auto. Ik zat op een chique school met veel luxe en status."

Terug naar Nederland

Zo, dat klinkt goed! Dat zou ik ook wel willen, vertel ik Rangga. Maar toch was zijn ervaring in Indonesië niet alleen maar positief. "Er was daar veel armoede en dat merkte ik wel. Het voelt gek om daar als rijke westerling te zijn, terwijl families daar zo weinig hebben." Ook kon Rangga maar niet wennen aan de chaos op de wegen. "Fietsen was daar praktisch onmogelijk."

Rangga woonde in het buitenland vanwege de baan van zijn moeder. Toen zijn moeder voor haar werk weer terug moest naar Nederland, moest de rest van het gezin ook terug. Eenmaal weer in Nederland, moest hij erg wennen. "Het was koud in Nederland toen ik aankwam, en ik had geen chauffeur meer. Ik moest gaan fietsen, terwijl ik dat sinds het vertrek naar Indonesië niet meer gedaan had. Het verkeer was veel rustiger, en ik kreeg ook ander eten: in Indonesië waren er geen frikandellen, hier gelukkig wel."

Naar een 'gewone' school

Niet alleen aan het verkeer en eten moest Rangga wennen, ook kwam hij op een reguliere Nederlandse school terecht, terwijl hij Engelstalig onderwijs volgde in het buitenland. "Ik had vooral moeite met spelling: was het nou paardevlees of paardenvlees? Datzelfde had ik met dt en dubbel t en d. Door de Nederlandse lessen spijkerde ik dat wel bij."

Dat Rangga nog steeds goed Engels spreekt, is te merken aan het feit dat hij vaak Engelse woorden in zijn zinnen gebruikt. Dat kwam ook door zijn goede buitenlandse school, zegt hij. "In Indonesië zat ik op de beste en rijkste school van het land. Er waren meerdere kantines en vier theaters. Iedereen was best arrogant, dat is hier in Nederland heel anders."

Rangga miste de luxe in het begin erg. "Op mijn school in Indonesië kon je in de pauze van alles eten en slushpuppies halen. Dat kan hier op mijn Nederlandse school niet. Verder ging ik daar altijd met het vliegtuig op schoolreisje naar een ander land. Hier gaan we met de bus. Dat is wel even een omschakeling geweest, hoewel ik nu niet meer beter weet.

Nederlandse mentaliteit

Tussen de Indonesische en Nederlandse mentaliteit merkt Rangga ook grote verschillen. Rangga: "In Indonesië moesten we altijd hard werken op school, hier is dat minder. En als je hier als jongen roze kleren draagt, word je gay genoemd, in Indonesië is dat geen probleem. Ik merk ook dat ik hier beter niet kan dansen op straat: je wordt gelijk uitgelachen."

Rangga heeft nog wel een tip voor Nederlanders: "Hoe hard je ook werkt, blijf lachen. In Indonesië werken ze veel harder, en daar lachen ze ook. Blijf positief."

Gepubliceerd op 2 mei 2015

REACTIES

J.

J.

Poh, een chauffeur, wat 'n leven. Ben wel benieuwd waar z'n moeder voor werkte, ambassade? Grote multinational?

8 jaar geleden

Pepijn

Pepijn

Ze werkte voor het ministerie van buitenlandse zaken JL :)

8 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.