Thema 6
Basisstof 1
Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale en het perifere zenuwstelsel.
Centrale zenuwstelsel -> Grote- en kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg
Perifere zenuwstelsel -> Zenuwen
De zenuwen verbinden het centrale zenuwstelsel met de rest van het lichaam.
Een prikkel is een invloed uit het milieu op een organisme.
Onder invloed van prikkels ontstaan in zintuigcellen impulsen.
Impulsen zijn een soort elektrische signalen, die door zenuwen kunnen worden voort geleid.
De impulsen die in zintuigcellen ontstaan worden naar de hersenen geleid, Je hersenen verwerken deze impulsen en geven nieuwe impulsen af. Deze impulsen worden door zenuwen naar het desbetreffende organisme geleid.
Het zenuwstelsel zorgt voor het verwerken van impulsen afkomstig van zintuigen en voor het regelen van de werking van spieren en klieren.
Receptoren( recipere = ontvangen) -> zintuigcellen
Conductoren ( conducere = voort geleiden ) -> zenuwcellen
Effectoren ( efficere = uitvoeren ) -> spiercellen en kliercellen.
Het zenuwstelsel bestaat uit zenuwcellen ( neuronen). Elke zenuwcel is opgebouwd uit een cellichaam en uitlopers. (Zie plaatje blz 271)
Cellichaam -> kern, cytoplasma met mitochondriën, ribosomen en endoplastisch reticulum. Vlak bij centrale zenuwstelsel.
Uitlopers -> lieden impulsen voort.
Dendriet -> impulsen naar cellichamen toe.
Axon -> Impulsen van cellichaam af.
Bij bepaalde zenuwcellen zijn de uitlopers omgeven door myelineschede.
Myelineschede -> bestaat uit cellen van schwann.
Tussen 2 op een volgende cellen van schwann is er een insnoering.
3 typen zenuwcellen:
Sensorische zenuwcellen -> geleiden impulsen van receptoren naar centrale zenuwstelsel. Vlak bij centrale zenuwstelsel.
1 lange dendriet en een korter axon.
Motorische zenuwcellen -> geleiden impulsen van het centrale zenuwstelsel naar effectoren.
In het centrale zenuwstelsel.
Meerdere kortere dendrieten en 1 lange axon.
Schakelcellen -> geleiden impulsen binnen het centrale zenuwstelsel.
Ontvangen impulsen van sensorische zenuwcellen en geven deze door aan motorische zenuwcellen. Schakelcellen kunnen ook impulsen van andere schakelcellen ontvangen
In het centrale zenuwstelsel.
Synapsen -> plaatsen waar impulsen van de ene cel naar de andere cel worden doorgegeven
Dendrieten en axonen hebben veel vertakkingen aan het eind zodat ze van veel andere cellen impulsen kunnen ontvangen. Laten impulsen slechts in 1 richting door.
(zie afbeelding blz. 271)
De uitlopers van sensorische en motorische zenuwcellen liggen bij elkaar in zenuwen en worden van elkaar geïsoleerd door myelineschede.
Om een zenuw ligt een laag bindweefsel voor bescherming.
3 typen zenuwen:
Gevoelszenuw -> bevat alleen uitlopers van sensorische zenuwcellen. (oogzenuwen)
Bewegingszenuw -> bevat alleen uitlopers van motorische zenuwcellen.
Gemengde zenuw -> bevat zowel uitlopers van sensorische- als motorische zenuwcellen. ( armen of benen verbinden met ruggenmerg)
Basisstof 2
Als een zenuwcel geen impuls voort geleidt, is de ionenconcentratie van het cytoplasma( K+-ionen en veel negatief geladen ionen) niet gelijk aan die van de vloeistof rondom de cel(Na+-ionen).Hierdoor heeft de binnenkant van een celmembraan een negatieve lading t.o.v. de buitenkant.
(zie afbeelding 7 blz. 273)
Actiefase -> als de binnenkant van het celmembraan even een positieve lading krijgt.
Herstelfase -> na de actiefase kan het celmembraan even geen impulsen voortgeleiden.
Impulssterkte -> de grootte van de verandering die optreedt in de elektrische lading van het celmembraan.
Impulsfrequentie -> is het aantal impulsen dat per tijdseenheid door de zenuwcel wordt voort geleid.
Sprongsgewijze impulsgeleiding -> doordat de myelineschede een isolatielaag vormt om de uitlopers kunnen bij de zenuwceluitlopers alleen ionen bij de insnoeringen de cel in- en uit gaan. Hierdoor verloopt de impulsgeleiding vele malen sneller.
Prikkeldrempel -> de sterkte van de toegediende prikkel tot het celmembraan de elektrische lading niet kan handhaven.
Als het celmembraan de elektrische lading niet kan handhaven ontstaat er een impuls.
De prikkelsterkte heeft geen invloed op de impulssterkte, wel op de impulsfrequentie.
Gewenning -> als een persoon steeds meer van een stof moet nemen om het zelfde effect te krijgen.
Basisstof 3
Het ruggenmerg ligt goed beschermd in het wervelkanaal in de wervels.
Van de halswervel tot aan het staartbeen verlaten 31 paar ruggenmergzenuwen (door openingen links en rechts tussen de wervels) het wervelkanaal.
Schors -> buitenste gedeelte ruggenmerg waarin zich witte stof bevindt.
Witte stof -> hierin liggen veel uitlopers van schakelcellen.
Merg -> vlindervormig gedeelte waarin grijze stof ligt.
Grijze stof -> hierin liggen de cellichamen van de schakelcellen en van motorische zenuwcellen.
Ruggenmergzenuwen zijn gemengde zenuwen. Elke ruggenmergszenuw verbindt een bepaald gedeelte van de romp of ledematen met het ruggenmerg.
De uitlopers van sensorische zenuwcellen liggen bij elkaar in gevoelszenuwen.(rugzijde)
Ruggenmergzenuwknopen/spinale ganglia -> Een opeenhoping van zenuwcellichamen buiten het centrale zenuwstelsel.
De cellichamen van de sensorische zenuwcellen zijn door uitlopers verbonden aan de grijze stof.
Grijze stof rugzijde -> cellichamen van schakelcellen.
Grijze stof buikzijde -> cellichamen van motorische zenuwcellen.
Uitlopers van motorische zenuwcellen verlaten het ruggenmerg aan de buikzijde in de bewegingszenuwen.
Bewegingszenuwen -> komen uit in de ruggenmergzenuwen.
Het ruggenmerg is omgeven door 3 ruggenmergvliezen voor bloedvoorziening en bescherming.
Centrale kanaal -> een holte in het midden van het merg gevuld met vocht en rechtstreeks in verbinding staat met de hersenholten.
Basisstof 4
De hersenen bestaan uit de grote- en kleine hersenen en de hersenstam.
12 paar hersenzenuwen verbinden de hersenen met receptoren en effectoren in hoofd en hals.
Grote- en kleine hersenen bestaan ieder uit rechter en linker hersenhelft.
(zie afb. 18 blz. 279)
De hersenstam ligt in het verlengde van het ruggenmerg.
Hersenstam -> geleid impulsen van het ruggenmerg naar de grote- en kleine hersenen, en omgekeerd.
De impulsbanen van de linker en rechterhersenhelft kruizen elkaar waardoor de rechterhelft van de hersenen de impulsen uit het linker gedeelte van het lichaam ontvangt en andersom.
Grote hersenen -> hierin komen veel impulsen binnen, pas als de impulsen in de grote hersenen zijn verwerkt merk je de prikkel.
Hersencentra -> In de grote hersenen liggen de cellichamen in groepen bij elkaar.
Sensorische centra -> liggen bij elkaar in de hersenschors achter de centrale groeve.
Hierin worden binnenkomende impulsen verwerkt.
De sensorische centra voor reuk, gehoor en gezicht liggen apart in de hersenschors.
Motorische centra -> liggen bij elkaar in de hersenschors voor de centrale groeve.
De motorische centra voor een bepaald lichaamsdeel liggen vlak bij de sensorische centra van dat lichaamdeel. De motorische centra voor schrijven en spreken liggen apart in de hersenschors.
In de motorische centra kunnen impulsen ontstaan die via de hersenstam en motorische zenuwcellen naar spieren in het hoofd en hals worden geleid, of via het ruggenmerg en motorische zenuwcellen naar spieren in de romp of andere ledematen.
Kleine hersenen -> coördineren de bewegingen die je maakt. behouden evenwicht.
De hersenen zijn voorzien van 3 hersenvliezen, voor het voorzien van bloed en bescherming.
In de hersenen bevinden zich holten gevuld met vocht die rechtstreeks in verbinding staan met het ruggenmerg.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
C.
C.
bedankt
14 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
mooie samenvatting gfata boy allus..
heb mn pipa dermee gepoetst!
14 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
@ Pietertje,
Doe normaal man
14 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Super goede samenvatting! Thanks!
14 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
Niice
Mooie samenvatting, kan ik goed gebruiken, dank je :D
14 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
"Deze impulsen worden door zenuwen naar het desbetreffende organisme geleid."
Klopt niet, hoe kan een impuls nou naar een organisme geleidt worden? Ik denk dat je orgaan bedoeld? Wat uberhaubt ook niet helemaal waar is.
11 jaar geleden
Antwoorden