Ontwikkeling baby

DE LICHAMELIJKE ONTWIKKELING:

De ontwikkeling van baby’s kun je onderverdelen in zintuigen en beweging. De ontwikkeling van beweging word ook wel motoriek genoemd.

ZINTUIGEN:
De huid is in het begin heel gevoelig want het kind reageert op elke prikkel. Dit doet de huid d.m.v reflexbeweging. Een belangrijk zintuig is de mond bij een baby. Want hiermee leert hij de verschillen tussen glad, ruw, warm en koud. De pasgeborene kan niet goed zien en hij kan dan alleen maar licht van donker onderscheiden. Dit proces om gericht te zien duurt 2 maanden maar dan kan de baby nog geen kleur zien dat kan pas na 4 maand. De 3e zintuig het gehoor is bij een pasgeborene al wel goed ontwikkeld. Hij weet alleen niet wat de geluiden betekenen op 1 na ,die van de moeder. Ook de geur van de moeder is meteen bekend bij de baby. Als de baby een knuffeltje heeft en die heeft de baby zijn geur dan moet je het niet wassen want dan is de baby zijn vertrouwde geur kwijt.

MOTORIEK:
Als je het woord motoriek tegenkomt heeft dat te maken met de bewegingen die mensen kunnen maken zoals: lopen, armen in de lucht steken en je hoofd draaien.


REFLEXEN:
De bewegingen van baby’s zijn reflexen. Deze bewegingen gebeuren onwillekeurig . maar later verdwijnen de meeste reflexen want de baby leert willekeurige bewegingen te maken.
Ze zorgen er met name voor om in leven te blijven en er dus geen controle over hebben je hebt soorten reflexen zo heb je grijpreflex,zuig- en slikreflex, zwemreflex orientatiereflex.
Het grijpreflex gebeurt als iemand de vinger op de hand van een baby legt en dan sluit het handje. Het zuig- en slikreflex> dan kun je meteen drinken. Het zwemreflex ontstaat bijvoorbeeld als de vrouw in water bevalt. Orientatiereflex> als je de wang aanraakt dan kijkt hij je kant op.

SENSO-MOTORIEK::
Dit is de samenwerking tussen zintuigen en de motoriek
Je hebt ook iets wat de oog-handcoordinatie word genoemd. Dat is dat de baby zijn spieren steeds beter beheerst en zintuigen beter ontwikkeld en dan kan hij zich beter op zijn omgeving richten. Denk maar aan een baby die iets ziet en het vervolgens vastpakt. Na 2 maand kan de baby dingen ongestuurd vastpakken en na 5 maand gericht.

COGNITIEVE ONTWIKKELING:

Cognitie is kennis. Dus de cognitieve ontwikkeling houd dus de ontwikkeling van kennis en denken in. De baby leert door de lichamelijke beweging en de cognitieve ontwikkeling dingen zelf te doen. Dat doet hij door steeds te herhalen en door mensen na te doen van hun bewegingen . stimuleer de baby hierbij door middel van speelgoed te gebruiken en door middel van praatjes zoals: ‘’goed gedaan Michiel’’

TAALONTWIKKELING:
Taalontwikkeling van 0 tot 1 jaar noem je voortalige periode. In deze tijd kan je nog niet spreken.in het begin dus ongeveer na 3 maand begint het met brabbelen van een paar geluidjes. En dat heeft hij zelf door. Je kunt door die geluidjes vernemen of het kind ergens plezier in heeft of niet. Dit proces duurt een half jaar.

Dan gaat het kind bepaalde geluiden imiteren wat echolalie genoemd.
Bij 9 maanden gaat het kind zijn eerste woordjes en krijgt het gebrabbel van de baby langzamerhand vorm. Dit wordt duidelijk wanneer het kind laat zien dat hij met bepaalde voorwerpen een woordje dat erbij past bij doet. Na 1 jaar gaat hij woordjes zeggen en dus zit het kind in de zogenoemde vroege periode. Het zijn welliswaar 1-woord zinnetjes dat verschillende betekenissen kan hebben. Meestal kunnen de mensen die het kind goed kennen het kind snappen want auto kan bijvoorbeeld ook fietsje zijn maar dat ligt er maar net aan.

SPEL:
Het is belangrijk voor een baby om te spelen maar het is ook belangrijk dat je weet welk speelgoed veilig is voor de baby. Het is belangrijk voor de baby want het ontwikkelt allerlei zintuigen zoals de motoriek gehoor hand-oogcoordinatie.

SOCIAAL-EMOTIONELE ONWIKKELING:

In dit gedeelte heb ik het over de omgang met gevoelens van veiligheid en vertrouwen en met het accepteren van anderen. Omdat we sociaal zijn en niet zonder iemand kunnen leert de baby door met mensen om hem heen om te gaan. Doordat de baby lichamelijk ontwikkelt en zijn spieren langzaam leert te beheersen en zijn denkvermogen toeneemt kan hij leren met anderen om te gaan. Afhankelijk van geslacht ontwikkelt het kind zijn soort gedrag. Met lichaamstaal maakt de baby zijn eerste contacten na 6 week reageert de baby met een lachje naar zijn ouders.

TEMPERAMENTVERSCHILLEN:
Dit zijn verschillen tussen baby’s. Veel factoren zorgen voor die verschillen. Ze kunnen erfelijk zijn, een gebeurtenis tijdens de zwangerschap, geboortegewicht en de lichamelijke conditie bij pasgeborenen. Deze verschillen beïnvloeden het kind op de reactie van de omgeving. Je hebt langzame starters baby met makkelijke en moeilijke temperament.
De langzame starters zijn evenwichtig maar kunnen moeilijk de regelmaat doorbreken en ze huilen minder lang als de andere baby’s.
Makkelijk temperament baby’s zijn rustig, reageren ontspannen op omstandigheden en huilen weinig.

Baby’s met moeilijk temperament zijn gauw geprikkeld, reageert heftig op de nieuwe situatie, huilt veel en vragen veel aandacht.

HUILBABY’S:
Wanneer baby veel huilt zonder reden dan word het een huilbaby genoemd. Het kost soms zoveel aandacht en dan raken sommige ouders overspannen. Het zoveel huilen heeft ook impact op de ontwikkeling want zo gaat het kind minder spelen en bovendien bederft het de relatie tussen het kind en de opvoeder. Een positieve relatie is belangrijk voor een goede sociale ontwikkeling van het kind.

IKBESEF:
Het gaat hierbij erover dat de baby niet weet dat het een individu is. Dus het ontbreken van ikbesef. Je krijgt dit pas bij je 2e levensjaar. Het eerste wat hij verneemt wat van hem zelf is zijn zijn handen en voeten. Door zijn cognitieve en lichamelijke ontwikkeling weet hij dat hij iets moet pakken. Hij leert dat hij een zelfstandig persoon is . dus hij merkt dfat hij eenkennig is. Dan gaat ie zich anders gedragen tegen mensen die hij niet kent