Chronologische samenvatting
1750 patriotten en verlichting
• Invloed Franse en Britse denkbeelden (Locke, Rousseau)
• Opvoeding, onderwijs, kennis, deugd
1780 Kenmerken van de Republiek (Nederland)
• Statenbond
• Strijd met Spanje (verbondenheid)
• Stadhouder
• Gereformeerde kerk overheerst
• Gouden Eeuw (liep ten einde)
• Elite macht
• Achterstand republiek in internationale handel
• Van nijverheid werd weer overgegaan op landbouw
1784
• Oprichting van Het Nut
1795-1848 (patriotten) verschillen met oude denkbeelden
• Burgerschap, opvoeding en onderwijs
• Patriotten, gaan over op nationaal niveau, vraagstukken betroffen het hele land
• Niet meer eigen belang, maar algemeen belang
• Deugdzaamheid, verdraagzaamheid, matigheid, redelijkheid en godsvrucht
• 1780 kwam er kritiek op stadhouder Willem V
• ondanks deze verandering dachten de patriotten nog niet aan een nationale wetgeving
Opvoeding en onderwijs (ongeveer 1790)
• Locke en Rouseeau
• In Nederland waren de praktische denkbeelden van Locke meer van invloed
• Locke= kinderen zijn vormbaar, niet slecht van nature, belonen komt ten goede
• 18e eeuwse literatuur= kennis is deugd
• Nederlandse verlichting had een uitgesproken christelijk karakter
• Onderwijs was de taak van de kerk en lokale overheden + standenonderwijs
• Verlichters waren tegen hoofdelijk onderwijs (dus voor klassikaal) en lijfstraffen
1795
• Frankrijk valt Nederland binnen, Willem V vlucht
• Eerst wordt Nederland Bataafse republiek en daarna koninkrijk Holland
• Fluwelen revolutie (zachtaardig en gemakkelijk)
• 1798, ontwikkelingen in de Franse republiek leiden ertoe dat Nederland een eenheidsstaat met nationale grondwet werd
• onder invloed van Frankrijk: formele afschaffing van de standen (in de praktijk was het wat minder te merken), kerk +staat gescheiden
• Democratie werd minder door= 1) teleurstellingen over politieke verdeeldheid 2) steeds meer Frans toezicht
• Natievorming werd gestimuleerd door: -cultuur en taal (Rijksmuseum, koninklijke bieb en ABN) –onderwijs (schoolwet 1806) – armenzorg
• Er kwam: standaard munt, standaard maten en gewichten, uniformering rechtspraak, invoering nationaal belasting stelsel, organisatie van posterijen als nationale dienst
1815
• Het Congres Van Wenen (Noord- + Zuid Nederland samengevoegd)
1830
• Noord en Zuid weer uit elkaar, België werd onafhankelijk
• Cultuur politiek van Willem I gericht op, nationale geschiedenis, taal en geloof (prot. Chr.)
1845-1849
• De zwarte jaren, de jaren van recessie, de economie in Nederland stagneerde
Schoolwet 1806 (verlichting van het volk en natievorming), onderwijs moest
• Moreel verval tegengaan
• Christelijke deugden overdragen
• Verlicht burgerschap + natiebesef
• Onderwijs democratiseren (voor alle klassen/standen onderwijs)
• Onderwijs Moderniseren
• Overheidscontrole
• Het verschil met latere onderwijswet, niet kosteloos en geen leerplicht
• De schoolwet van 1806 betrof vooral de inhoud van het onderwijs, belangrijkste doel was de redelijk en zedelijke vorming van de leerlingen
1799-1801
• Agent (minister) van Nationale Opvoeding, J.H van der Palm, moeste de onderwijshervorming realiseren
• 1801, instelling schoolopzieners
1806
• Adriaan van den Ende= feitelijke opsteller en uitvoerder van de schoolwet van 1806, hij was landelijk hoofdinspecteur van het onderwijs (1805-1833)
Wat deed van den Ende?
• Hij zette een efficiënt netwerk van schoolopzieners op
• Oefende druk uit op lagere overheden om hen tot medewerking aan de wet en een ruimhartiger financiering van scholen te bewegen
• Publiceerde een handboek voor onderwijzers]
• Hij had een energieke aanpak en praktische zin, deze zijn voor introductie van een gecentraliseerde onderwijssysteem van onschatbare waarde geweest
Klassikaal onderwijs, zedelijke vorming, nationaal besef, en Het Nut
• Er ontbrak veel geld bij gemeenten voor de financiering van uitbreiding van het aantal goedgekeurde klaslokalen daardoor werden lokalen overvol en ontstond gebrekkig onderwijs (vooral op armenscholen)
• Voor het klassikaal onderwijs werd modern, gestandaardiseerd lesmateriaal geïntroduceerd. (lezen, schrijven en soms rekenen)
• De overheid schreef met een landelijke boekenlijst alle leermiddelen voor
• Veel schoolboekjes werden uitgegeven door het Nut, deze boekjes waren sterk moraliserend en vaderlandslievend, + prot. Christelijke geest
• Leerstellig onderwijs was verboden dus de bijbel ontbrak op de lijst
• Het ging dus vooral om maatschappelijke en christelijk deugden en het algemeen beschaafd Nederlands (ABN)
• ABN was voor communicatie tussen hoge en lage standen en communicatie tussen regio’s, maar omdar de onderwijzers zelf ook vaak dialect spraken was dit geen eenvoudige opgave
• Het Nut richte zich op modelscholen, het publiceren van nuttige handleidingen en het ontwikkeling van verantwoordelijk lesmateriaal
• Het Nut ging samenwerken met de overheid, het nut was voor verbetering van salariëring van de leraren waardoor ze een meer onafhankelijke positie kregen, hierdoor konden de hervormingen (door verbetering van leraren) beter worden doorgevoerd
Landelijke controle, wat deden schoolopzieners?
• Regionale schoolopzieners deden er alles aan om de onderwijshervormingen te laten slagen
• Ze controleerden bij schoolbezoeken de invoering van het klassikale stelsel
• Ze bemoeiden zich met de kwaliteit van schoolgebouwen en dit leidde overal tot verbouw en nieuwbouw
• Ze waren vaak publicist op onderwijsgebied, zijn schoolden ook in de praktijk zowel ervaren als aanstaande onderwijzers door het organiseren van regionale onderwijzersgezelschappen, in deze onderwijzers gezelschappen werd de theorie van nieuw didactiek gezamenlijk bestudeerd alles werd besproken en zo bereidde de jonge onderwijzers zich voor op het examen
• Er kwam een rangenstelsel voor onderwijzers, leraren konden doormiddel van examens in een steeds hogere categorie komen en hierdoor een hoger salaris krijgen, dit leidde ertoe dat zijn zich steeds meer bekwaamden en het onderwijspeil stijg
• Veel mensen waren toch nog te conservatief en vonden bijv, lijfstraffen wel nuttig, schoolopzieners gingen met zowel ouders als onderwijzers met dit denkbeeld in discussie
Na 1806
• Toch bleven de standen bestaan
• Er was volksonderwijs en er was voor de rijkere particulier onderwijs
• Veel kinderen uit volksklasse verzuimden toch onderwijs, ivm kinderarbeid (vooral in afgelegen plattelands gebieden en verpauperde stadsbevolking was veel verzuim)
1848-1920
• De grondwet van 1848 wijzigingen (door thorbecke):
- macht van de koning werd beperkt
- door ministeriële verantwoordelijk werd macht parlement versterkt
- 2e kamer belangrijkste politieke orgaan
- de 2e kamer werd rechtstreeks door de bevolking gekozen dmv censuskiesrecht
- vrijheid van onderwijs en vrijheid van vereniging
1850
• liberalen waren in de 2e kamer sterk vertegenwoordigd
• volgens liberalen had de overheid een voorwaardenscheppende taak
• vrijheden en zelfstandigheid burgers moest bevorderd worden
• politieke was een zaak van deftige heren, en dus gegoede burgers
• 5 a 6 % van de mannen bezat na 1848 het kiesrecht
• ook de niet-kiesgerechtigde burgers hadden volgens liberalen een belangrijke rol, zij moesten zorgen voor het welzijn van de staat en natie door werkzaamheid, en orde van het gezin
• Op termijn zouden gewone burgers ook in aanmerkingen kunnen komen voor het kiesrecht, onderwijs zou daarin een belangrijke bijdrage kunnen leveren
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
R.
R.
Erg goed!
Bedankt!
Veel aan gehad, thnx
nu haal ik mischien nog wel een voldoende:P
groetjes
19 jaar geleden
AntwoordenD.
D.
Je bent mijn redder in nood (A)
dankjeeee!
19 jaar geleden
Antwoorden