Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 8, De opkomst van de Verenigde Staten

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 3453 woorden
  • 15 juni 2005
  • 96 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
96 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
H8 De opkomst van de Verenigde Staten 1. De Indianen als eerste bewoners Van oorsprong waren de Indianen afkomstig uit Azië. Ongeveer 25000 jaar geleden waren hun voorouders vanuit Azië, Amerika binnen getrokken. Dat kon omdat een groot deel van Noord-Amerika met ijs was bedekt. Later is dat ijs gesmolten en daardoor steeg het wateroppervlak. De verbinding tussen Azië en Amerika verdween onder water. De mensen die Amerika waren binnen getrokken verspreidden zich over Noord- en Zuid-Amerika. Deze verspreiding duurde vele eeuwen. Deze mensen werden Indianen genoemd (in navolging van Columbus). In er waren nu veel Indiaanse volken. Ieder volk ging zijn eigen weg. Zo kwamen de Indiaanse volken in Noord-Amerika vaak in verschillende omstandigheden terecht: • Sommige volken leefden van landbouw (hadden een vaste verblijfplaats). Sommige volken leefden van de jacht (hadden geen vaste verblijfplaats en leefden in wigwams of in tipi’s. • De meeste volken werden bestuurd door een raad van de oudere en dapperste mannen. Sommige volken werden aangevoerd door één leider. Sommige volken werden meer democratisch bestuurd. (Bij sommige volken hadden mannen en vrouwen even veel te zeggen) Naast verschillen waren er ook overeenkomsten tussen de Indiaanse volken in Noord-Amerika: • Indianen geloofden dat alles in de natuur door goden en geesten werd geregeld. . • Indianen geloofden dat dieren grote macht bezaten. Dieren konden dingen die zij zelf niet konden (bijv. vliegen, onder water leven of heel sterk zijn) • Indianen droegen vaak de huid of andere delen van dieren. Zij dachten dat ze daardoor even sterk, even snel, enz. te worden
Indianen kenden geen particulier bezit van het land. De zon, de lucht, het water, de planten en de dieren waren goden of het werk van goden. Alle volken wisten goed gebruik te maken van de natuur. Van dingen uit de natuur werden andere middelen gemaakt: - boomschors -> dakbedekking - klimplanten -> visnetten - jonge bomen -> geraamte van kano - stukken berkenbast werd met pezen van dieren aan elkaar geregen -> huid van kano - gom van gomboom -> werd kano waterdicht mee gemaakt - dierenhuiden -> schoenen en kleding

De Indianen deden alles samen: jagen, vissen zaaien, oogsten. Iedereen kreeg evenveel. In slechte tijden leed iedereen honger. 2. De komst van de Europeanen Het jaar 1492 betekende voor de Indianen veel ellende. Voor de blanken was dit in veel opzichten het begin van een roemrijke geschiedenis. Omstreeks1000 na Chr. hadden de Noormannen vergeefs geprobeerd zich in Amerika te vestigen. De Indianen verdreven de Noormannen. De Indianen werden 5 eeuwen met rust gelaten. Maar toen kwamen er nieuwe Europeanen. Deze keer hadden ze wapens mee waartegen de Indianen niets konden doen (Indianen hadden alleen pijl en boog). In Noord-Amerika vestigden zich vooral Spanjaarden, Engelsen en Fransen. De belangrijkste redenen waarom Europeanen naar Amerika trokken waren: • Het zoeken naar politieke vrijheid
Sommige mensen vluchtten naar Amerika om aan vervolg in eigen land te ontsnappen. Anderen hoopten dat ze meer vrijheid van meningsuiting kregen. • Het zoeken naar vrijheid van godsdienst. In Europa werden er tot die tijd veel godsdienst oorlogen gevoerd. Velen mensen werden vervolgd. Een aantal trok naar Amerika om daar hun vrijheid van godsdienst te kunnen belijden. • Het zoeken naar betere bestaansmogelijkheden
In Europa leefden veel mensen in armoede. Zij hoopten in Amerika meer kans te krijgen. Als ze niet voldoende geld voor overtocht hadden, tekenden ze een contract bij een handelsonderneming. Deze onderneming betaalde de overtocht naar Amerika; in ruil daarvoor moest men 4 tot 7 jaar als contractarbeider werken. De handelsonderneming gaf alleen voedsel en huisvesting. Zo werd het geld van de overtocht terugbetaald. 3. De komst van de Afrikanen Vanaf het begin hebben de Afrikanen een belangrijke bijdrage geleverd aan de economie van de Verenigde Staten. Op den duur hebben ze ook een stempel gedrukt op de cultuur. Een bekend voorbeeld is de muziek. Van contractarbeid tot slavernij
Toen de eerste Afrikanen in Virginia landden (1619), leek het er op dat zij, net als blanke contractarbeiders, na een bepaalde periode werken, de vrijheid en een stuk land zouden krijgen. Dit gebeurde met veel van de eerste Afrikanen, maar al snel veranderde de koloniale bestuurders de regel: contractarbeid werd voor zwarten vervangen door slavernij. Slavernij vooral in zuidelijke koloniën
Aan het einde van de 18e eeuw hadden de presidenten Washington en Jefferson waren tegen de slavernij. Het ging toen in het zuiden niet zo goed met de plantages waarop slaven werkten. In de 19e eeuw steeg de vraag naar katoen snel (door de uitvinding van de cotton-gin, hiermee kon men katoenpluis machinaal ontzaden). Daardoor nam het aantal plantages en daardoor het aantal slaven toe. Omstreeks 1860 waren er ongeveer 4 miljoen in het zuiden. Van hen werkten er een klein deel in steden. De rest op plantages of boerderijen. In het noorden leefde ongeveer een half miljoen slaven. Jefferson wist in 1908 als president nog wel de handel in slaven af te schaffen. Maar toen ontstond er illegale handel in slaven (vanuit Afrika naar het Caribisch gebied). Een klein aantal Afrikanen leeft als vrije mens
Toch leefden er in elke kolonie een klein aantal Afrikanen als vrije mensen. Zij hadden hun vrijheid op verschillende manieren verworven: • Als afstammeling van Afrikanen die als contractarbeiders hadden gewerkt • Als beloning voor trouwe dienst of om te voorkomen dat hij de slaaf op zijn oude dag moest onderhouden • Soms kochten slaven zich vrij met het geld dat de eigenaar hen had later verdienen • Kinderen van blanke moeders en zwarte vaders waren vrije mensen

De meeste vrije Afrikanen waren werkzaam als ambachtslieden. Zij hadden niet dezelfde rechten als de blanken. Zij moesten bijvoorbeeld een persoonsbewijs bezitten, mochten niet stemmen, kregen een speciale belasting opgelegd en mochten niet met andere vrije zwarten vergaderen. 4. Het ontstaan van de Verenigde Staten Er wordt een grondwet gemaakt
De dertien engelse koloniën in Noord-Amerika hadden zich in 1775 onafhankelijk gemaakt (onder leiding van generaal Washington). De vroegere koloniën maakten een grondwet voor hun staten (grondwet kwam tot stand in 1787). Elke kolonie werd een staat, en alle staten samen vormden een Unie, die men de Verenigde Staten (VS) noemden. In het bestuur van de VS werd een scheiding van macht ingevoerd: een uitvoerende, een wetgevende en een rechtsprekende macht. Deze drie machten controleren elkaar (of niet 1 man of groepje de macht grijpt). Ze houden elkaar op de volgende manier in evenwicht: De uitvoerende macht ligt bij de president van de VS. Hij wordt samen met de vice-president gekozen voor 4 jaar. De president heeft taken: - staatshoofd en leider van kabinet (alle ministers) - opperbevelhebber van leger en vloot - hij benoemd de belangrijkste ambtenaren - recht om wetten die door het Congres worden aangenomen te verbieden (vetorecht) Dit vetorecht kan door de meerderheid van tweederde ongedaan gemaakt worden. De wetgevende macht ligt bij het Congres. De leden van het Congres worden rechtstreeks door het volk gekozen. Het Congres bestaat uit: - de Senaat
In de senaat zitten van iedere staat 2 afgevaardigden. - het Huis van Afgevaardigden
In het huis van afgevaardigden is iedere staat vertegenwoordigd naar het aantal inwoners. De vertegenwoordigers in het huis van afgevaardigden worden om de twee jaar gekozen. Taken van het Congres: - wetten goed of af keuren - kan de president beschuldigen of afzetten - benoemingen van president goed of af keuren - kan oorlog aan een land verklaren - moet toestemming geven om geld aan militaire zaken te besteden
De rechtsprekende macht is in handen van de rechters. De hoogste rechtbank is het Hooggerechtshof. Dat bestaat uit negen rechters die door de president (na toestemming van senaat) voor het leven worden benoemd. Deze rechters kunnen een (nieuwe) wet aan de grondwet toetsen. Als ze vinden dat de wet tegenstrijdig is met de grondwet kunnen ze de wet tegenhouden. Op deze manier dan het Hooggerechtshof de president en het Congres controleren. De regering van de Unie, de federale regering, is alleen bevoegd op het gebied van economie en buitenland. De staten regelen zelf: onderwijs, politie, rechtspraak en verkeer. Hoe democratisch was de grondwet? In de grondwet werden de volgende rechten voor iedere Amerikaanse burger vastgelegd: • vrijheid van godsdienst • vrijheid van meningsuiting (in boeken, kranten, gesprekken en redevoeringen) • vrijheid de regering te vragen bepaalde maatregelen te nemen • vrijheid te vergaderen • recht op een rechtszaak als men was gearresteerd • recht om wapens te dragen om zichzelf te beschermen. Maar een democratie was de VS met deze grondwet nog niet. In de grondwet was vastgelegd dat alle burgers het recht hadden te kiezen en gekozen te worden. Dat recht hadden lange tijd alleen blanke mannen. De grondwet werd heilig verklaard: Er mochten geen veranderingen in worden aangebracht. Wel mocht de grondwet worden aangevuld. Deze aanvullingen (amendementen) moesten dan door het Congres en driekwart van de staten worden goedgekeurd. Partijen en presidenten
In de VS ontstond een tweepartijenstelsel. Dat is een stelsel waarbij twee partijen tegenover elkaar staan. Eens in de vier jaar kiezen de Amerikanen boven de 18 een president. Deze verkiezingen worden in twee delen gehouden: • Eerst kiest elke partij een kandidaat. Deze verkiezingen worden voorverkiezingen genoemd. De gene die de voorverkiezingen van eigen partij wint, is de presidentskandidaat. Dit gebeurt op een partijconventie (= partijbijeenkomst). Daarna trekken de presidentskandidaten door het land om kiezers te winnen. • De presidentsverkiezingen worden gehouden op de 1e dinsdag van november. Iedere staat heeft een aantal kiesmannen (aantal is afhankelijk van hoeveel inwoners). Het totaal aantal kiesmannen is even groot als het aantal vertegenwoordigers in het Congres. De presidentskandidaat die in een staat de meeste stemmen krijgt, krijgt alle kiesmannen in een staat, en de verliezer geen enkele. De presidentskandidaat die een meerderheid van het totaal aantal kiesmannen verovert, wordt de nieuwe president. De president mag 4 jaar in het Witte Huis wonen, en van daaruit, samen met zijn ministers, het land besturen. Tegelijk met de president wordt de vice-president gekozen. De vice-president is de plaatsvervanger van de president. 5. De Indianen worden verdreven, vermoord of in reservaten ondergebracht De trek naar het westen

De oorspronkelijke dertien staten ligt tussen de Appalachen en de Mississippi. Het gebied ten westen daarvan werd verdeeld in territoria die onder het bestuur van de bevolking van de Unie bleven. Als de bevolking van een territorium opgelopen was tot 5000 stemgerechtigde mannen, mocht de bevolking zelf een raad kiezen. De Unie (regering) benoemde een gouverneur. Had de bevolking 60.000 vrije inwoners, dan mocht zij een grondwet opstellen. Na goedkeuring door het Congres werd het territorium al nieuwe staat toegelaten. De mensen die naar het westen trokken werden pioniers genoemd. Het gebied waar zij naartoe trokken werd de frontier. Hiermee bedoelde met het grensgebied tussen het oude en het nieuwe land. In de loop van tijd schoof de frontier steeds meer op naar het westen. Verdragen blijken weinig waard
Toen de VS onafhankelijk waren geworden trokken veel Amerikanen naar het westen. Er brak oorlog uit in het noordwesten van de VS (1789-1794). De Indianen behaalden enige overwinningen, maar werden tenslotte verslagen door een list. De regering van Amerika besloot eind 18e eeuw (op voorstel van minister van oorlog Henry Knox) de Indianen van Noord-Amerika te ‘beschaven’. In de eerste helft van de 19e eeuw tekenden de meeste volken onder dreiging van een oorlog verdragen. Daarbij deden ze afstand van hun grondgebied in ruil voor grond in Oklahoma. Daar konden de Indianen alleen van landbouw leven. Al spoedig bleek dat er van de bedoelingen van Knox weinig terecht kwam. De verdragen waren voor de Indianen weinig waard. De definitieve oplossing voor het ‘Indianenvraagstuk’ Het ‘Indianenvraagstuk’ was eigenlijk een vraagstuk voor de blanken. Miljoenen immigranten kwamen in de tweede helft van de 19e eeuw de VS binnen. Mensen gingen steeds verder naar het westen om nieuwe leefgrond te zoeken. Er werden steden gesticht. Grote Indiaanse stammen (zoals de Sioux) werden in hun bestaan bedreigd. De Indianen begonnen een uitzichtloze oorlog. Ze verloren bijna iedere grote slag. Eenmaal wonnen de Indianen: tijdens de ‘Battle of the Little Bighorn’. De Indianen moesten zich laten plaatsen door de blanke regering in reservaten. Hiervoor werden stukken grond beschikbaar gesteld, waar meestal weinig mee te beginnen viel. En als blanken grond van de Indianen wilden hebben, werden de Indianen verdreven. Zo werd bijvoorbeeld Oklahoma voor een groot deel weer aan de Indianen ontnomen (1889). Indianen die zich aan de blanke samenleving wilden aanpassen kregen er meestal geen kans voor. De leuze van veel blanken was: “Er is geen betere Indiaan dan een dode Indiaan”. Het merendeel van de Indianen in de VS, driekwart miljoen, werd in de 19e eeuw gedood. 6. Tegenstellingen leiden tot burgeroorlog Industrie tegenover landbouw
In de noordelijke staten nam de Industrie snel toe. De mensen daar wilden dat de regering van de VS deze industrie zou beschermen, door invoerrechten te heffen op alle industrieproducten die uit andere landen werden ingevoerd. In het zuiden was weinig industrie, en leefden mensen vooral van landbouw. Zij verhandelde dit katoen tegen engelse industrieproducten. Het zuiden had geen behoefte om invoerrechten te heffen op Engelse producten. Meer macht voor de centrale regering of voor de staten? Er waren ook politieke tegenstellingen tussen het noorden en het zuiden. De noordelijke staten waren voor een grote macht van de centrale regering in Washington (president en zijn ministers.) De zuidelijke staten welden dat de afzonderlijke staten veel macht laten behouden. In het begin van de 19e eeuw hadden noord en zuid ongeveer evenveel stemmen in de Senaat. In de loop van de 19e eeuw kwamen er nieuwe staten bij. Het hing dus van hun af waar de meeste macht kwam te liggen. Slavenarbeid tegenover vrije arbeid
In het zuiden werkten er slaven op de plantages. Zij moesten hard en lang werken voor weinig geld. In het noorden was iedereen vrij. In het noorden vond een deel van de bevolking dat slavernij in de VS moest worden afgeschaft. Een groter deel van de bevolking wilde minder ver gaan: De slavernij mocht blijven in de staten waar slavernij bestond, maar uitbreiding van de slavernij moest verboden worden. Het zuiden was het hiermee niet eens. Een groeiend aantal conflicten leidt tot een burgeroorlog
Veel conflicten waren het gevolg van activiteiten van abolitionisten (mensen voor het afschaffen van de slavernij waren). Verschillende conflicten ontstonden door het omzetten van territoria in staten van de VS. Mocht er in zo’n nieuwe staat slavernij komen of niet? In 1857 wekte een nieuwe kwestie in het noorden veel verontwaardiging. Het hooggerechtshof bepaalde: - dat zwarten geen burgers, maar koopwaar waren, en daarom geen klachten konden indienen. - dat zwarten geen rechten hadden
Slavernij werd overal mogelijk (had Congres besloten en stond in grondwet). Bewoners mochten nu zelf kiezen of slavernij in hun staat was toegestaan. In de nieuwe staat Kansas kwamen er gevechten tussen voor- en tegenstanders van slavernij. Kat kwam doordat duizenden mensen uit Missouri die voor de slavernij waren, Kanas waren binnengetrokken en op onwettige wijze meegestemd hadden. Regeringstroepen moesten de orde herstellen. 7. De Amerikaanse Burgeroorlog Nieuwe partij in het noorden: de Republikeinen

Een deel van de verontwaardigden in het noorden ging over tot het oprichten van een nieuwe partij: de Republikeinse partij. De twee bestaande groepen hadden over de slavernij geen duidelijk standpunt. Beide partijen hadden aanhang in het noorden en in het zuiden, en wilden die niet verliezen. De nieuwe partij was duidelijk tegen de uitbreiding van de slavernij in het westen. Haar volgelingen waren alleen mensen uit het noorden. Bij de presidentverkiezingen van 1860 won de kandidaat van deze nieuwe partij, Abraham Lincoln, de verkiezingen. Toen besloten de meeste zuidelijke staten zich af te scheiden van de Unie. De noordelijke staten wilden dit niet. Er ontstond een burgeroorlog. Lincoln en de slavernij
Voor groot belang van de oorlog was de verhouding van de grensstaten tussen het noorden en het zuiden. Een deel van de grensstaten koos voor de kant van het zuiden, maar het anderen deel koos voor de kant van Lincoln, niet afscheiden. Veel mensen kozen Lincoln’s kant, omdat hij de kwestie van de slaven voorlopig liet rusten. Lincoln’s doel was altijd de Unie te redden, en niet de slavernij te bewaren of vernietigen. Pas in de loop van 1862 begon hij van gedachten te veranderen. De oorlog verliep namelijk niet zo gunstig voor het noorden. Lincoln bedacht dat als hij de slaven vrijheid zou beloven, dat de slaven dan bereid zouden zijn, het noorden te helpen bij de oorlog. Het afschaffen van de slavernij was dus voornamelijk een militaire maatregel. In 1865 werd de afschaffing van de slavernij in de grondwet vastgelegd. Het noorden wint, maar Lincoln wordt vermoord
In de Amerikaanse Burgeroorlog vochten er heel veel mensen tegen elkaar. Er sneuvelden veel soldaten. Het zuiden hoefde zich alleen te verdedigen, en had de beste legeraanvoerders. Maar het noorden had veel meer inwoners, een veel groter leger en veel meer natuurlijke hulpbronnen. Ook kon het met de vloot een blokkade van het zuiden uitvoeren. Op 9 april 1865 gaf het zuiden zich over. Vijf dagen later werd Lincoln vermoord. Dit was heel erg voor het noorden, maar misschien nog erger voor het zuiden. Lincoln was namelijk altijd gematigd. Onder leiding van Lincoln had de verzoening tussen het noorden en het zuiden veel meer kans gehad. De opvolger van Lincoln is het niet gelukt het noorden en het zuiden met elkaar te verzoenen. 8. De VS hebben een gemengde samenleving De VS hebben een zeer gemengde bevolking. De meerderheid is blank. Deze blanken komen uit alle landen van Europa. Een klein deel van de mensen in de VS (zoals Indianen) komt uit Azië en Latijns-Amerika. Een heel klein deel wordt gevormd door de nakomelingen van de Afrikaanse slaven. Na burgeroorlog nog geen gelijkheid voor de zwarten in het zuiden
Het Congres besloot het zuiden tot 1877 onder militaire controle te plaatsen. Aan de zwarten werden dezelfde rechten gegeven als aan de blanken. Veel blanken zuidelijken gingen met oneerlijke middelen de zwarten verhinderen te stemmen. Dat deden zij eerst door: - stemmen van zwarten niet te tellen - ervoor te zorgen dat alleen blanke stemmers wisten waar het stemlokaal was
Na enige jaren vond men een ‘wettige’ oplossing. De zuidelijke staten hadden aan de grondwet toegevoegd dat je, om te stemmen, moest kunnen lezen, schrijven en de grondwet begrijpen. Zo konden zwarten niet stemmen. In 1865 werd de ‘Ku Klux Klan’ opgericht. Dit waren blanken die terreurorganisaties uitvoerden om de zwarten schrik aan te jagen. Het lidmaatschap was geheim. De leden kleedde zich in jurken met kappen en gaten. Dit deden ze om: - de zwarten schrik aan te jagen - zichzelf belangrijker te voelen - durven (anoniem) gemakkelijker misdaden te plegen
De zwarten die van hun rechten gebruik wilden maken werden door hen mishandeld. Toen in 1877 de laatste federale troepen uit het zuiden weggetrokken waren, hadden zwarten spoedig daarna nergens meer gelijke politieke rechten. Ook ongelijkheid voor de zwarten op economisch en sociaal gebied
In het zuiden werden zwarten nog steeds ongelijk (en als slaven) behandeld. Een deel van de zwarten trok naar de steden in het noorden. Zij kwamen ik wijken (getto’s) terecht, die erg armoedig waren. (slecht betaalde banen, snel ontslagen als zaken minder goed gingen). Andere zwarten trokken naar het westen. Hier hadden ze kans op verbetering van hun bestaan. Aan het einde van de 19e eeuw gingen zuidelijke staten nieuwe wetten invoeren om de zwarte bevolking van de blanke te scheiden. Dit wordt segregatie genoemd. Gelegenheden (zoals scholen, parken) werden voor de blanken en de zwarten gesplitst. De plaats van de zwarten was volgens de blanken onder de onderste bevolkingslaag van de blanken. De blanken gaan zich organiseren. De bekendste zwarte leider aan het einde van de 19e eeuw werd Booker T. Washington. Vooral op het gebied van onderwijs voor zwarten wist hij veel te bereiken. Niet alle zwarten waardeerde hem, omdat hij vond dat de zwarten eerst economisch onafhankelijk moesten worden. Pas daarna zouden zij om gelijke rechten en afschaffing van de segregatie moeten vragen. Sommige strijdbare zwarten richtte (in 1909) een beweging op: de NAACP (National Association for the Advancement of Colored People). Zij zeiden dat een zwarte pas economisch onafhankelijk kon worden als hij gelijke rechten had. De NAACP wilde haar doel bereiken door demonstraties en via rechtszaken. Het werd een lange weg. Meer rechten voor zwarten, maarlangzaam
President Roosevelt (1933-1945) had te maken met enorme economische problemen. Hij zorgde ervoor dat de zwarte bevolking een aandeel kreeg in de steunprogramma’s voor de werklozen. Ook gaf hij zwarten enkele belangrijke taken bij de overheid. Hij kwam niet met de maatregel om zwarten en blanken aan elkaar gelijk te stellen. Veel blanken in het zuiden vonden het weinige wat Roosevelt voor de zwarten deed al te veel. Als hij de zwarten nog meer zou helpen, zouden de blanken zich verzetten tegen zijn hele politieke programma. Toch stapten veel zwarten die stemrecht over van de Republikeinse naar de Democratische partij van Roosevelt. Tot die tijd kreeg de Republikeinse partij de stemmen van de meeste zwarten, omdat die partij - onder president Lincoln - de slavernij had afgeschaft.

REACTIES

V.

V.

Ik zou de tekst voor een uitreksel of samenvatting wel wat korter maken

17 jaar geleden

A.

A.

Deze samenvatting heeft 8 paragrafen terwijl dit hoofdstuk in het boek 11 paragrafen heeft.

18 jaar geleden

A.

A.

Wat een geweldige samenvatting! Nu kan ik zeker een goed punt halen voor mijn toets.

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.