Oh jee, het zijn er twee!
Zwanger en blij, maar dan blijkt dat er niet één, maar wel twee baby’s in je buik wonen…Dat is voor velen die dit overkomt wel even slikken. Maar deze schrik slaat al snel om in dubbele vreugde, die gepaard gaat met erg veel vragen. Om voor jullie een passend antwoord te vinden hebben we in deze uitgave het een en andere op een rijtje gezet, zodat niet iedere ouder die dit overkomt opnieuw alles uit hoeft te zoeken over het ouderschap van een tweeling en alle praktische problemen waar.
De tweeling door de jaren heen
Vroeger werden tweelingen gezien als een groot mysterie.
De Oude Grieken dachten dat de ene helft van een tweeling sterfelijk was en de andere onsterfelijk. En in de bijbel staat dat de ene helft van een tweeling goed is en de ander kwaad…Maar zo dramatisch is het allemaal niet. Tweelingen zijn gewoon twee even oude kinderen van één moeder. Ze zitten tegelijk in de buik en worden tegelijk geboren. Niet precíes tegelijk natuurlijk; eerst komt de baby die in de buik vooraan ligt. En daarna, een kwartier of half uur later, komt de tweede. n sommige landen worden meer tweelingen geboren dan in andere. In Noorwegen, Zweden, Finland, Denemarken èn Nigeria bevalt 1 op de 22 vrouwen van een tweeling. En in Japan komen juist weinig tweelingen voor (1 op de 150). Blijkbaar spelen ras en genetische aanleg een rol. Sommige volken krijgen gewoon meer tweelingen dan andere en in sommige families zie je dat ook. Daarnaast worden er in bepaalde landen meer tweelingen geboren door de nieuwe technieken die er zijn om zwanger te worden.
Een-eiig of twee-eiig
Sommige tweelingen zijn één-eiig en andere twee-eiig Een kind ontstaat uit de eicel van een vrouw en een zaadcel van de man. Elke maand is er één eicel in de buik van de vrouw die bevrucht kan worden door een zaadcel. Als dat gebeurt, groeien ze samen uit tot een kind. Soms springen er niet 1 maar 2 eitjes uit de eierstokken van de vrouw. Dan kan het voorkomen dat bij de ene eicel een zaadcel komt, en bij de andere ook! Dan worden ze alle twee bevrucht, tegelijk. Beide bevruchte eicellen groeien uit tot een kind. Twee kinderen die even oud zijn, een tweeling dus.
Deze kinderen hoeven helemaal niet op elkaar te lijken. Ze komen uit twee eicellen die toevallig allebei bevrucht zijn. Daarom noem je zo'n tweeling ook twee-eiig: Een tweeling uit twee eicellen. Twee-eiige tweelingen ontstaan uit een eigen eicel en een eigen zaadcel. Daarom hebben ze ook elk hun eigen genen. En die genen zijn niet gelijk. Ze hoeven dus ook niet op elkaar te lijken. Net zoals je niet per se op je broer of zus hoeft te lijken. Het ontstaan van eeneiige tweelingen is wat raadselachtiger dan dat van twee-eiige. Het begint namelijk gewoon met één eicel en één zaadcel, net als bij een ‘ normale’ bevruchting.
Soms splitst het klompje cellen zich opeens in twee klompjes cellen. Eén embryo wordt twee embryo’s, en allebei groeien ze uit tot een kind. Dat zijn dus twee kinderen uit één bevruchte eicel, oftewel: een ééneiige-tweeling.
Bevallen van een tweeling
Een tweeling bevalling hoeft in principe niet langer te duren dan een eenling bevalling. Het grote verschil is dat wanneer de baby geboren is, het werk er voor de tweeling moeder nog niet opzit. Hoe uitgeput je je ook voelt, je tweede baby moet nog geboren worden.
Hoe kondigt een bevalling zich aan?
Of je nu zwanger bent van 1 of meer kindjes, de manier waarop de bevalling begint verschilt niet. Namelijk met:
ofwel het verliezen van de slijmprop , ook wel tekenen genoemd,
ofwel het breken van de vliezen
ofwel weeën die steeds heviger worden en elkaar steeds vlugger gaan opvolgen.
Ook een tweeling bevalling bestaat uit 3 (4) fases. De eerste fase wordt de ontsluitingsfase genoemd. Hoe je bevalling ook verloopt, de ontsluitingsweeën zullen steeds heviger worden, langer duren en vlugger na elkaar komen.
De tweede fase of overgangsfase bereik je als je ongeveer 9 cm ontsluiting hebt. Dan wordt het al moeilijk om de weeën weg te puffen, en heb je bijna geen tijd meer om even op adem te komen. Gelukkig staat 1 ding vast: het gaat nu niet lang meer duren totdat je mee mag persen.
Je bent dan aan de derde fase toegekomen, die beter bekend staat als de uitdrijvingsfase. Op dit moment heb je namelijk 10 cm ontsluiting, en wordt je overvallen door een hevige drang om te persen. Nu is het enkel nog een kwestie van zo hard je kunt meepersen. Bij elke perswee komt het hoofdje een stukje verder het geboortekanaal in en schuift dan weer een beetje terug. Dit gaat zo door tot het hoofdje niet meer terugschuift, en zoals men dat in vaktermen noemt ‘blijft staan’. Nog een paar keer persen en je kindje wordt geboren. Meteen na de geboorte van het eerste kindje wordt je baarmoeder kleiner. Hierdoor vermindert de doorbloeding van de placenta. Daarom is het van belang dat je tweede baby niet te lang na de eerste geboren wordt. Je tweede komt meestal vlot naar buiten (zelfs al heb je geen weeën meer), omdat de eerste "de baan" reeds heeft vrijgemaakt.
De placenta, of de twéé placenta’s, volgt/volgen meestal enkele minuten tot een uur na de geboorte van je tweede baby. Heel uitzonderlijk komt het voor dat de placenta na meer dan een uur nog niet wil loslaten. Je wordt dan verdoofd waarna ze door de gynaecoloog met de hand verwijderd wordt.
De placenta wordt altijd onderzocht om na te gaan of ze wel volledig is.
Veel net bevallen vrouwen hebben last van naweeën. Deze naweeën zorgen ervoor dat je baarmoeder zich samentrekt en haar oorspronkelijke grootte terugkrijgt. Door het samentrekken van de baarmoeder trekken ook de open bloedvaten, die het vloeien veroorzaken, zich samen. Hierdoor zal ook het vloeien snel minder worden en verdwijnen.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden