Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Examenchat Scheikunde

Examenchat Scheikunde

Door Roos

Examenchat Scheikunde

Dinsdag om 17:00u was het podium gereserveerd voor onze tweede chatter, docent Ade Hoekstra. Hij beantwoordde alle vragen en gaf tips over het vak Scheikunde. Heb je de chat gisteren gemist? Lees dan alle vragen en de antwoorden nog even terug hieronder in de chatlog. Onderin vind je ook de links naar de andere chats!

Chatlog

Docent_Ade: Hoi allemaal; tijd voor wat scheikunde? Brand maar los!
Jon: Welk onderwerp/onderdeel is de grootste valkuil bij de meeste scholieren?
Docent_Ade: Bij Scheikunde is dat het volgende: het examen is anders gesteld dan de meeste pw'en en tentamens. Daar moet je aan wennen; het is soms net Nederlands tekstverklaring. Tip is dan: lees eerst de vraag, dan pas de tekst, dan weet je waar je naar zoekt!
Mark_6013: Ik denk elektrolyse eerlijk gezegd. 

Mark_6013: Stel: Ik heb een platinaelektrode en een zinkeletrode in een oplossing van zinknitraat. Hoe moet ik de polen aansluiten om de platinaelektrode te verzinken en waarom?
Docent_Ade: Bedenk eens: welk deeltje moet worden omgezet tot zink? Zn2+, dus er moeten twee elektronen naar de elektrode toe gebracht worden om de Zn2+ te laten reageren tot Zn. Dus moet je de platina elek aansluiten op de - pool, want daar komen de elektronen uit (dit leg ik bewust iets anders uit dan de meeste boeken).
Docent_Ade: uitleg duidelijk?
Mark_6013: Ja hoor, het was ook een vraag voor als mensen die later teruglezen want ik merkte dat heel veel klasgenoten hier moeite mee hadden. Maar het is wel duidelijk hoor. 

Gelly: hoe pak ik het beste een mol berekening aan?
Docent_Ade: welk niveau?
Docent_Ade: Algemeen: mol berekeningen pak je aan door veel te oefenen, dan ga je zaken herkennen. Oefenen kun je molberekeningen heel goed door te kijken op www.digischool.nl -> scheikunde -> oefenen en daar vind je voor elk niveau sommen met uitleg. Dat is taai werk, maar de enige manier. 

I_m_engeltje: ik vind het vooral moeilijk om een goede reactie vergelijking te maken, en als er word gevraagd om de toestandsaanduiding erbij te zetten weet ik al helemaal niet...
Docent_Ade: toestandsaanduidingen wordt niet op nagekeken, behalve als het expliciet wordt gevraagd. Je mag ze dus weglaten als er niets over wordt gezegd. Reactievergelijkingen algemene aanpak: 1) van de stoffen die reageren (voor de pijl) en die ontstaan) na de pijl de juiste formules zien op te schrijven 2) dan pas kloppend maken EN NIET MEER DE STOFFEN VERANDEREN!
Docent_Ade: ook reactievergelijkingen kun je oefenen op digischool (ik heb geen aandelen....) 

I_m_engeltje: soms staat er een naam en dat zoek op bij triviale namen en dan kan ik er nog niet echt iets mee.. wat moet je dan doen?
Docent_Ade: dan kan tabel 66B helpen, daar staan veel gebruikte stoffen, of 66C en D om je te helpen een systematische naam om te zetten naar een formule, tabel 67A voor de suikers. Veel zouten kunnen je correct vinden in tabel 98 (daar is die tabel niet voor bedoeld, maar dan hoef je niet zo na te denken over lading en verhoudingen van de ionen). 

noAnswer: Beste Ade, mijn vraag is of je bij vragen over DNA, waarbij je in Binas tabel 70E (bovenste gedeelte) moet kijken welke letters van een codon bij een naam van een aminozuur hoort, je de eerste codon (dus de eerste kolom) moet nemen? Of maakt het niet uit welke je kiest?
Docent_Ade: het is iets anders: meerdere codons geven hetzelfde aminozuur. En vrijwel altijd wordt het codon gegeven en moet jij het aminozuur bepalen. Dat kan met deze tabel altijd. Andersom kan niet: als jij bijvoorbeeld weet dat Alanine het aminozuur is kun je zeggen dat het codon: GCU is OF GCC of etc et.

Mark_A_: weet iemand toevallig of verbranding en dissimilatie hetzelfde zijn? Dit kwam voor in 2008-II van scheikunde
Docent_Ade: Nee, verbranding is gewoon met O2 laten reageren, dissimilatie is in de celbiologie en biochemie de afbraak van organische verbindingen en dat kan op vele manieren. Afbraak mbv O2, zonder O2, met andere stoffen. Zulke kreten worden in het
examen dan wel vaak gebruikt, maar in de tekst zal altijd staan wat wordt bedoeld.
Mark_A_: Oké, dank u! Alleen had ik het antwoord nu wel fout gehad...
Docent_Ade: dit bedoelde ik met mijn eerste opmerking, het scheikunde examen is erg talig, veel meer dan bijv natuurkunde. 

roosidoosi: scheikunde toevallig?
Docent_Ade: toevallig wel Roosidoosi :-) 

Mark_6013: Kun je ook berekenen wat de pH van een H3PO4-oplossing is? Want er zijn dus 3 verschillende zuurconstantes en als je met de zuurconstante van H3PO4 de pH uitrekent zal een gedeelte van de H2PO4- weer reageert waardoor er meer H+ komt.
Docent_Ade: je hoeft alleen met de sterkste rekening te houden, dus hier met H3PO4. Er onstaat wel wat H2PO4 -, en natuurlijk is dat weer een zuur, maar daar hoef je niet mee te rekenen. Dus alleen rekenen met het sterkste zuur, de rest is te verwaarlozen. 

roosidoosi: kan er mischien uitgelegd worden hoe ik nou reactievergelijkingen moet doen?Bijvoorbeeld massa zwavelatoom = 32,0 u massa zuurstofatoom = 16, 0 u (hoe groot is het massapercentage zwavel in zwaveldioxide.
Docent_Ade: wat is massapercentage?
Docent_Ade: massa% = massa van het deel dat je wilt weten/ massa van het totaal *100%.
Docent_Ade: massa van het deel wat je wilt weten is de massa van de zwavel in SO2, dus 32, de massa van het geheel is de massa van SO2 = 64,06 (tabel 98). En dan ben je er! Dus begin met uit te schrijven HOE je de berekening gaat doen. Een percentage berekening is immers altijd: deel/geheel *100%.
roosidoosi: SO2 is dus totaal 64,6? en dan gewoon 32,0 / totaal (64) * 100.
Docent_Ade: als je op VMBO TL zit, helemaal eens, zo eenvoudig is het. Op de havo moet je iets nauwkeuriger werken en is de massa 64,06 van het totaal.
roosidoosi: ja ik doe vmbo, alleen ik heb het probleem dat ik alles op elkaar vind lijken en niks uit elkaar kan houden dus ik altijd maar ga gokken.. (helaas altijd verkeerd).
Docent_Ade: tip; begin eerst met de vraag op te schrijven (Massa% = ?)n. Dan schrijf je op hoe je de vraag gaat oplossen (Massa% = deel/geheel *100) en dan pas ga je getallen invullen. Zoals ik net deed met percentage verhaal. 

I_m_engeltje: ik ben bang dat ik tijdens het examen in tijdnood kom, wat kan je daar het beste tegen doen?
Docent_Ade: Tijdnood; iedereen is er bang voor, en toch is bijna iedereen altijd bijna helemaal klaar. Paar tips: deel je tijd in door bij het begin van je examen even het hele werk door te kijken en je voor te nemen hoeveel tijd je per vraag neemt. 2- Stug doorgaan, maar als je vast zit laat je flink wat ruimte op je papier over en ga je door. 3- kijk naar de hoeveelheid punten die je kunt halen; een 5 punter is veel werk (en levert dus veel op) en mag dus wat meer tijd kosten. Een 2 punter behoeft geen lange verhalen of berekeningen. 

noAnswer: Bij de vraag of iets een zuur/base of een redox reactie is, is het verstandig om daarbij áltijd een halfvergelijking te geven? Zodat je kunt zien of er elektronenoverdracht plaats vindt of niet en zo een extra punt te krijgen?
Docent_Ade: nee dat hoeft niet, zeker niet als je de halfreacties niet in binas kunt vinden. Vaak wordt gevraagd: is deeltje A een red of ox? Als een ander deeltje B waarmee het reageert overduidelijk een ox is (uit binas), mag je meteen concluderen dat deeltje A een red is. Ze horen immers bij elkaar.
Docent_Ade: idem voor zuur base: is een deeltje overduidelijk een zuur, dan mag je concluderen dat de ander de base is.
noAnswer: Maar hoe zit het dan met de vraag of een reactie een redox of een zuur/base reactie is?.. Als er dus niet gevraagd wordt of stof A een ox of is, en dat er ook niet gevraagd wordt of stof A een zuur of een base is? Waaraan herken je die reactie?
Docent_Ade: dan ga je in de reactievergelijking kijken of je deeltjes kunt vinden die overduidelijk van lading veranderen (dat is de eerste stap, op zoek naar ox of red). Is er ook maar één atoom of samengesteld ion waarbij dat zo is (en let hierbij op dat de lading bij vaste zouten niet vermeld staat, maar je mag het er wel bij zetten) dan is het redox. Zo niet, dan ga je op zoek naar H+ overdracht. Hou deze volgorde aan; immers in redox komen ook heel wat H+ en voor en je kunt dan gemakkelijk denken dat het zuur base is.

roosidoosi: De formule van kaliumdichromaat is K2Cr2O7. Hoe groot is de lading van het dichromaation?
Docent_Ade: hoe groot is de lading van K ion? 1+. Hoeveel heb je daarvan: 2 dus in totaal al 2+. Hoeveel dichromaat ionen heb je (het dichromaat ion in CR2O7)? 1, dus hoveel - moet dit ion hebben zodat alle lading op 0 uit komt? 2- dus. Duidelijk? 

Mark_6013: Is een primair of secundair alcohol een sterke reductor?
Docent_Ade: sterke reductoren zijn beide niet hoor; verschil is dat je een primair alcohol twee maal kunt oxideren, de eerste keer tot een aldehyde, de tweede keer tot een carbonzuur, maar dat lukt bij een secundair alcohol niet. Die kun je maar één keer oxideren tot een keton. 

Ren?e_17-18: Op het examen heb je toch vaak begrijp vragen (zoals reken vragen), maar wat zijn de meeste dingen die in het examen worden gevraagd dat echt leervragen zijn, (krijg je hier meestal 1 punt voor of weleens ook meer)
Docent_Ade: op VWO zijn geen leervragen; de vragen combineren kennis die je hebt, het geleerde, met nieuwe elementen uit de verhaaltjes. Op havo wordt iets meer leerwerk gevraagd, maar ook daar eigenlijk nooit een vraag als: geef de definitie van......
Docent_Ade: daarom moet je ook oefenen en niet gaan zitten leren. Oefenen kost meer energie dan met een boek in de tuin zitten, maar het levert je veel meer op. 

Nina_5644: wat zijn dipooldipool momenten en wat is het nut ervan? wat kan je ermee?
Docent_Ade: je kunt voorspellen of stoffen oplossen in een andere stof bijvoorbeeld. Of bedoel je dat niet?
Nina_5644: ik heb gewoon geen flauw idee wat het is, ik heb er één vraag ooit mee gehad in het boek maar verder nooit wat over gehoord of uitleg over gehad.
Docent_Ade: het is geen veelgebruikte term op VWO; als het wordt gebruikt zal het uitgelegd worden. Wat je moet weten is dat een polaire stof kan oplossen in een polair oplosmiddel en niet in een apolair oplosmiddel.
Nina_5644: En wat is een Polaire of Apolaire stof dan?
Docent_Ade: Welk niveau doe je? Volgens mij zit het niet in VMBO. polaire stof, zitten polaire bindingen in. Een polaire binding is een atomaire binding waarvan de lading wat verschoven is. Dit is echt een onderwerp dat je even in je boek kunt lezen.
Nina_5644: Vwo 

Mark_6013: Even een anders vraagje (als niemand iets inhoudelijks vraagt). Hoe kan het dat u leraar natuurkunde èn scheikunde bent? Heeft u beide gestudeerd?
Docent_Ade: k heb twee bevoegdheden, dat kon omdat ik chemische technologie heb gedaan en voor mijn bevoegdheid nog heel wat natuurkunde erbij heb gedaan.
Het is 18:00 uur, de Examenchat Scheikunde is afgelopen. We willen docent Ade graag heel erg bedanken voor zijn tijd!

 

Bekijk ook de uitwerkingen van de andere chats:

Nederlands

Biologie

Duits

Economie

Engels

Geschiedenis

Wiskunde

Natuurkunde

Aardrijkskunde

Frans

Gepubliceerd op 12 mei 2011
ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu

REACTIES

H.

H.

Leraren zijn lelijk en delen veel te snel pissig.

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.