Grieks I.0 (38) Herodotos uit Halikarnossos schrijft dit verslag, zodat de dingen die door toedoen van mensen gebeurd zijn niet vergeten worden. Alleenheerschappij
A Herodotos
Deïokes
Een voorbeeld van alleenheerschappij met positieve kanten (de keuze voor Deïokes als heerser is gebaseerd op een duidelijk criterium: zijn rechtvaardigheid) en negatieve kanten (Deïokes’ alleenheerschappij betekent en verlies van vrijheid voor de rest; Deïokes rechtvaardigheid staat in dienst van zijn machtsstreven; zijn regering creëert bewust afstand tussen heerser en burger). Vertaling I.95 (41) Herodotos zegt het verhaal van Kyros te gaan beschrijven. Hij zal gaan beschrijven hoe de Perzen de macht hebben gekregen in Centraal-Azië. Als eerste kwamen de Meden in opstand tegen de Assyriërs. Grieks I.96-97(41,42) Deïokes werd rechter in zijn eigen dorp, terwijl er wetteloosheid was in heel Medië. De mensen in geheel Medië vroegen Deïokes rechter te zijn. Deïokes was veel rechter, maar hij hield ermee op, omdat hij zijn eigen belang verwaarloosde. Nu kwam er weer wetteloosheid en de mensen besloten een koning over zichzelf aan te stellen. Vertaling I.98-100 (42 t/m 44) Deïokes werd aangesteld als koning. Er werd een verblijf voor hem gebouwd en er werd een hoofdstad gesticht (Egbatana) met zeven ringmuren. Het hofceremonieel werd ingesteld, zodat niemand jaloers kon worden. De wetgeving werd ten strengste nageleefd. Amasis
Een voorbeeld van onorthodoxe maar succesvolle alleenheerschappij. Amasis’ ontspannen opvatting van zijn positie leidt tot voorspoed in Egypte (en zijn eigen behoud). Relevantie: heerser dicht bij het volk (denk aan moderne koningshuizen). Vertaling II.161 (49) Apriës is de koning van Egypte. Het zou slecht met hem aflopen (hybris). Het volk kwam in opstand nadat Apriës een nederlaag had geleden tegen de Kyreneeërs. Grieks II.162-163 (49 t/m 51) Apriës zond Amasis naar het volk en het volk kroonde Amasis tot hun koning. Apriës zond nu Patarbemis naar Amasis, maar Amasis wilde niet met hem meegaan. Hij vertelde hem dat hij wilde optrekken tegen Apriës. Patarbemis kwam terug bij Apriës, omdat hij Amasis niet meebracht, werden zijn oren en neus afgesneden. De rest van het volk liep toen ook over naar Amasis. Apriës trok nu op tegen Amasis met een huurleger (en hij verloor de veldslag). Grieks II.172-173 (51 t/m 53) Amasis werd koning. De Egyptenaren verachtten Amasis. Toen maakte Amasis een gouden beeld uit een waskom, die waskom werd vereerd en Amasis sprak tegen de Egyptenaren. Het volk had nu ook ontzag voor Amasis. Amasis deed ’s ochtends de staatszaken, maar ’s middags bedrok hij zichzelf, omdat de boog niet altijd gespannen moet zijn. Vertaling II.177 (53) Egypte is onder leiding van Amasis erg rijk geworden, onder andere door de verplichte belastingbetaling. Polykrates
De manier waarop Dareios koning wordt (een mengeling van list en bedrog) illustreert de willekeur waardoor alleenheersers soms aan hun positie komen. Relevantie: erfelijke monarchie versus gekozen president. Vertaling III.84-87 (63,64) De mannen gaven Otanes, die zich teruggetrokken heeft voor het koningsschap, bepaalde voorrechten. De mannen spraken af dat die man koning zou worden wiens paard na zonsopgang het eerst zou hinniken. Dareios ging naar zijn paardenknecht Oibares. Oibares maakte een plannetje: hij bond de merrie van Dareios vast aan de rand van de stad en hij liet de hengst van Dareios enkele keren om de merrie heen lopen. Daarna liet hij de merrie dekken. Toen de mannen gingen rijden door de voorstad en de hengst van Dareios bij de plek kwam waar de merrie de vorige nacht vastgebonden was, begon hij te hinniken. Tegelijkertijd kwamen er donder en bliksem bij heldere hemel. Een andere versie zegt dat Oibares een paar maal over de geslachtsdelen van de merrie gewreven hebben. Bij die geur begon de hengst van Dareios te hinniken. Kleomenes
Een positief voorbeeld van alleenheerschappij: de Spartaanse koning Kleomenes laat zich niet tot een onverstandig besluit verleiden. Vertaling V.49 (65 t/m 67) Dit is een gesprek tussen Kleomenes en Aristagoras, de tiran ven Milete. Aristagoras bracht een gouden landkaart mee naar Sparta. Hij vraagt Kleomenes of hij de Ioniërs wil bevrijden van de slavernij. Hij zou daarvoor tegen de Perzen moeten vechten, maar die zijn gemakkelijk te verslaan. De Perzen zijn heel rijk, tot aan Sousa toe. Dit was het verhaal van Aristagoras. Grieks V.50-51 (67,68) Twee dagen later vroeg Kleomenes aan Aristagoras hoe lang het reizen was naar Sousa en Aristagoras antwoordde drie maanden en Kleomenes stuurde Aristagoras weg uit Sparta. Aristagoras nam een smekelingenstaf en ging naar het huis van Kleomenes. Daar was ook de dochter van Kleomenes: Gorgo. Aristagoras bood vijftig talenten voor Kleomenes, maar Gorgo zei dat haar vader ten gronde gericht zou worden als hij op het aanbod in zou gaan. Kleomenes was blij en Aristagoras ging voorgoed weg uit Sparta. Kypselos en Periandros
Twee voorbeelden van de afschrikwekkende kanten van de alleenheerschappij. Relevantie: moderne dictators. Grieks V.90-92 (69 t/m 76) De Atheners bereiden zich voor op wraak tegen Aigina. Ondertussen kregen zij last van een zaak: de Spartanen hadden gastvrienden (de Peisistratiden) verdreven door valse orakelspreuken. Er zouden hen vreselijke dingen gebeuren volgens de orakelspreuken van de Pythia door toedoen van de Atheners. Kleomenes kreeg de orakelspreuken van de Peisistratiden in handen op de Akropolis. De Atheners werden groot en de Spartanen zagen dat, dus vonden ze dat er een tiran moest komen in Athene zodat het Attische volk zwak werd gehouden. De Spartanen ontboden Hippias. Er kwamen vele bondgenoten, waaronder Hippias. De Spartanen willen de fout herstellen die ze gemaakt hebben (namelijk dat Athene groot en machtig is geworden). Ze willen Athene teruggeven aan Hippias. De bondgenoten wilden dit niet. Sokleës zei dat alles verkeerd zou gaan als er een tiran zou komen. Als de Spartanen de tirannie goed vinden, zouden ze over zichzelf ook en tiran aan moeten stellen. Bij de Korinthiërs was er een oligarchie, de Bakchiaden bestuurden de stad en ze trouwden onderling. Labda trouwde met Eëtion (een Lapithe), maar hij kreeg geen kinderen van haar. Hij ging naar Delphoi en de Pythia zei dat Labda een rollende steen zou baren die de alleenheersende mannen en Korinthe zou straffen. De Bakchiaden hadden eerder een ander orakel gehad dat zei dat een adelaar op de rotsen zwanger is die zal een leeuw baren die van velen de knieën slap zal maken. De mannen wilden nu het kind dat Labda zou baren, doden. Tien mannen gingen naar haar toe en ze vroegen om het kind, ze hadden afgesproken dat de eerste die het vast zou houden, het zou doden. Door een goddelijk toeval lachte het kind en niemand doodde het. De mannen besproken dat ze opnieuw naar het kind zouden vragen en het dan wél zouden doden, maar Labda hoorde dit en zij verstopte het kind in een kist. De mannen zochten het kind, maar ze vonden het niet. Ze gingen weg. Het kind werd groot en hij kreeg de naam Kypselos. Kypselos ging naar Delphoi voor een orakel en de Pythia zei dat hij en zijn kind koning van Korinthe zouden worden. Kypselos werd tiran en hij was een geducht heerser. Na dertig jaar nam zijn zoon Periandros de alleenheerschappij over. Nadat Periandros contact kreeg met Trasyboulos werd hij nog bloeddorstiger dan Kypselos. Periandros zond een bode naar Trasyboulos. Hij nam de bode mee buiten de stad en hij trok de aren die erboven uitkwamen eruit. Periandros begreep dat hij de bovenlaag van de stedelingen moest doden. Op één dag kleedde hij alle vrouwen van de Korinthiërs uit vanwege Melissa, zijn eigen vrouw. Hij was namelijk een onderpand kwijt en Melissa (ze was dood) wilde hem niet vertellen waar het lag. Hij had gemeenschap met haar gehad nadat ze dood was en daarom had ze het koud. Melissa vertelde nu waar het onderpand lag. Zo is nu de alleenheerschappij. De Korinthiërs verbaasde zich dus waarom de Spartanen Hippias als tiran aan wilden stellen. B Andere auteurs
Sophokles, Antigone
Ontspoorde alleenheerschappij. Verzen 162-210, 638-723 (81 t/m 81) Koning Oidipous is uit Thebe vertrokken. Zijn zoons Eteokles en Polyneikes maken ruzie over de troonopvolging, ze sterven in gevecht met elkaar. Kreon, de broer van Oidipous’ vrouw Iokaste wordt nu koning. Kreon beslist dat Polyneikes niet begraven mag worden, omdat hij het algemeen belang van de stad schaadde en daardoor een slecht bestuurder zou zijn. Eteokles was een voorvechter van de stad en heeft recht op een begrafenis, maar Polyneikes kwam uit ballingschap terug om zijn geboorteland plat te branden. De zus van Polyneikes en Eteokles Antigone acht de geboden van de goden hoger dan het bevel van Kreon en ze begraaft Polyneikes. Kreon wil Antigone doden, maar zijn zoon Haimon (de verloofde van Antigone) komt haar verdedigen. Hij zegt dat datgene wat Antigone gedaan heeft eigenlijk het hoogste lof verdient. Hij zegt dat ook zijn vader fouten mag maken, maar die ook toe moet geven. Hij pleit voor vrijheid van meningsuiting. Aristoteles, Atheniensium Respublica (Staatsinrichting der Atheners) Bloei en verval van een tiran (Peisistratos). Vertaling XV-XX (85 t/m 92) Er heerst in Athene een controverse tussen de partijen van Megakles (de kust) en Lykourgos (de vlakte). Peisistratos maakt een nieuwe partij (het binnenland). Hij grijpt door een list de macht. De andere partijen verdrijven Peisistratos, maar ze kunnen iet lang samenwerken. Megakles (een Alkmeonide) roept de hulp van Peisistratos in en hij brengt hem aan de macht. In ruil daarvoor trouwt Peisistratos met de dochter van Megakles, maar hij vervult zijn huwelijkse plichten niet. Na zeven jaar wordt hij opnieuw verbannen, omdat hij bang was geworden voor beide partijen. Hij verkreeg een leger en hij veroverde de stad opnieuw en werd tiran. Hij ontwapende het gehele volk. Peisistratos was een kalm en goed bestuurder. Hij verspreidde de bevolking over het land als boeren. De Atheense wet was dat degene die een greep naar de macht doet, zijn burgerrechter verliest. 33 jaar nadat hij voor het eerst aan de macht was gekomen, stierf Peisistratos. Na zijn dood hadden zijn zoons de macht in handen, dit waren Hipparchos en Hippias. Hippias was de beste staatsman. Harmodios (die Hipparchos had afgewezen) en Aristogeiton raakten geïrriteerd en de doodden Hipparchos. Zelf werden Harmodios en Aristogeiton ook gedood, maar eerst beschuldigde Aristogeiton de vrienden van de alleenheerser. Hippias nam wraak voor zijn broer en de alleenheerschappij werd veel harder. Hij werd door Kleomenes verdreven: de Pythia drong de Spartanen op Athene te bevrijden en de Spartanen verdreven de Peisistratiden. Er stonden nu twee partijen tegenover elkaar: Isagoras (tiran) en Kleisthenes (een Alkmeonide). Isagoras vroeg om de hulp van Kleomenes en ze verdreven samen 700 Atheense families, maar de Atheners verdreven hen uit de stad. Democratie
Atheense volk
Een negatief voorbeeld van democratische besluitvorming. Relevantie: zijn democratisch genomen beslissingen ook altijd de beste? Grieks V.97 (78) De bondgenoten willen niet dat de Spartanen tirannieën vestigen in de Griekse steden. Hippias gaat naar de Perzische koning Artaphernes en daar maakt hij de Atheners zwart. Artaphernes raadt de Atheners aan Hippias terug te nemen, dit doen ze niet. Op dat moment komt de Milesiër Aristagoras aan in Athene. Aristagoras zei tegen het Atheense volk dezelfde dingen die hij gezegd had tegen de Spartanen over de oorlog in Azië. Hij zei ook dat de Milesiërs kolonisten waren van de Atheners. Aristagoras kon 30.000 Atheners om de tuin leiden en ze stuurden twintig schepen als hulp voor de Ioniërs, waarop ze Melanthios als strateeg hadden aangesteld. Miltiades
Het einde van Miltiades toont de harde of juist goede kanten van de democratie: leider aangesproken op verantwoordelijkheden. Relevantie: verantwoordelijkheden van politici. Grieks VI.132-136 (94 t/m 98) Miltiades is één van de tien strategen en hij weet zijn mening door de drukken dat de Atheners meteen moeten aanvallen in de oorlog met de Perzen (490 v.Chr.). Miltiades had een goede reputatie gekregen bij de Atheners. Hij vroeg geld en een leger aan de Atheners en hij voer naar Paros. Hij had een persoonlijke wrok tegen een Pariër: Lysagoras, maar hij zei dat de Pariërs begonnen waren met optrekken samen met de Perzen. Hij belegerde de Pariërs, maar de Pariërs wilden geen geld geven aan Miltiades. Ze bouwden de muur van de stad waar hij zwak van gedurende de nacht telkens twee keer zo hoog op. Een krijgsgevangen vrouw (Timo) kwam met Miltiades praten, ze was onderpriesteres. Zij raadde hem aan naar het tempelgebouw ban Demeter te gaan en daar wat dan ook te doen. Hij snelde terug en hij haalde zijn dijbeen open. Hij was er slecht aan toe en de schepen voeren terug naar Athene. Het eiland was verwoest, maar er niet bij verworven. De Pariërs wilden Timo straffen, maar Pythia zei dit niet te doen, omdat zij voor Miltiades een rampengids was. Xanthippos klaagde Miltiades aan wegens misleiding van de Atheners. Hij kon zichzelf niet verdedigen, omdat zijn dijbeen aan het rotten was. Zijn vrienden verdedigden hem en hij moest 50 talenten betalen. Hij stierf en zijn zoon Kimon betaalde de talenten 50 volledig. B Andere auteurs
Aristophanes, Ridders
De negatieve kanten van democratie: politici zijn omkoopbaar, demagogie. Verzen 1-497 (100 t/m 125) De Atheense troepen belegeren Pylos op de Peloponnesos (425). De Spartanen kunnen Pylos niet bevrijden, maar de Atheners kunnen Pylos ook niet innemen. Kleon wordt door de Atheners als nieuwe generaal gestuurd. Hij is van lage komaf en zijn vele roem valt niet goed bij de aristocraten (de ridders). In de komedie De Ridders (424) van Aristophanes wordt de strijd om de gunsten van het volk beschreven. Demosthenes en Nikias zijn twee generaals. Schobbejak is Kleon. Baas Volk is het Atheense volk. Demosthenes en Nikias mopperen op Schobbejak, omdat hij hen zwart maakt! Schobbejak heeft namelijk Baas volk in zijn zak. Demosthenes en Nikias willen weglopen. Ze gaan een plan bedenken. Schobbejak had en orakel gehad dat zegt dat hij als topfiguur zal verdwijnen. Een worstverkoper zal daarna het volk leiden. Zij zoeken een worstverkoper, maar hij wil niet. De koorleider (het leger) komt op en wil Schobbejak vernietigen. De worstverkoper en Schobbejak maken ruzie, het koor helpt de worstverkoper. Schobbejak wil de worstverkoper omkopen, maar hij gaat daar niet op in. Schobbejak gaat woedend naar de Raad om de worstverkoper aan te klagen. De worstverkoper gaat hem achterna. Beiden gaan af. Euripides, Smekelingen
De theorie en praktijk van de Atheense democratie (dialoog van de Meliërs). Vertaling I.75 (129) Gezanten uit diverse steden komen bijeen in Sparta om hun klachten tegen Athene te uiten. De Spartanen moeten Korinthe te hulp komen in geval van nood, dus moeten ze snel actie ondernemen tegen Athene. De Atheners zeggen dat een oorlog tegen Athene gevaarlijk is voor de Spartanen, omdat Athene heel sterk is: De bondgenoten kozen Athene om de Perzen te verjagen en ze deden dit uitstekend. De Atheners voerden hun hegemonie op en ze werden gevreesd. Vertaling V.84-116 (130 t/m 137) De Meliërs weigeren zich aan te sluiten bij Athene, tijdens de Atheense oorlog met Sparta. Aanvankelijk bleven de Meliërs neutraal, maar later raakten zij in strijd. De Atheeense gezante spreken tegen de kleine raad van de Meliërs. Atheners: De onderhandelingen geschieden niet met het gehele volk. Onderbreek ons als wij iets zeggen waarmee u het niet eens bent. Meliërs: Een goed voorstel. Voor ons wacht of de oorlog of de slavernij. Atheners: Laten w spreken als het uw bedoeling is te beraadslagen over het behoud van uw stad. Meliërs: Laten wij zo spreken over ons behoud. Atheners: Wij hebben recht op alleenheerschappij, omdat wij de Perzen hebben vernietigd. U moet niet zeggen dat u ons geen onrecht heeft aangedaan, ondanks u een bondgenoot van Sparta bent. Wij moeten beiden bereiken wat in onze macht ligt, maar wij zijn sterker en u moet het zich laten welgevallen. Meliërs: Voor wie ooit in gevaar is geldt rechtvaardigheid, dit is ook in uw eigenbelang voor als u ooit ten val komt. Atheners: Wij maken ons geen zorgen over het eind van onze heerschappij. De onderdanen zijn een schrikbeeld. Wij wensen dat u gespaard blijft en dat wij makkelijk de heerschappij over u verkrijgen. Meliërs: Hoe kunnen wij ervan profiteren slaven te worden? Atheners: U bespaart ons leed en uzelf van vernietiging. Meliërs: U aanvaardt het niet als wij neutraal blijven? Atheners: Nee, want uw vriendschap is een bewijs van onze zwakheid voor onze onderdanen. Meliërs: Zijn voor uw onderdanen onderworpenen anders dan zelfstandigen? Atheners: Wij zouden zelfstandigen dan niet aanvallen, omdat wij vrezen. Door uw onderwerping draagt u bij aan uitbereiding en tot zekerheid in onze heerschappij. Meliërs: U maakt zo alleen maar uw vijanden sterker en maakt de neutralen tot vijanden. Atheners: Onafhankelijke eilandbewoners zullen ons in onbezonnenheid in een gevaar storten. Meliërs: Zou het voor ons niet een zwakheid zijn alles te wagen ons niet te laten overheersen? Atheners: Het is geen wedstrijd in dapperheid, maar u beraadslaagt over uw eigen bestaan. Meliërs: Als wij terstond wijken is er geen hoop meer voor ons, zolang wij handelen is er nog hoop. Atheners: Hoop brengt schade, maar vernietigt niet. U kunt al uw bezit verliezen als u zich niet onderwerpt. Meliërs: Wij vertrouwen op de goden, dat wij geen nederlaag zullen lijden. U bent onrechtvaardig, Sparta zal ons helpen. Atheners: Wij weten dat de mensen heersen waarover zij macht hebben wij weten dat de goden ons zullen helpen. De Spartanen zijn niet trouw aan hun bondgenoten, dus wacht niet op hun hulp. Meliërs: Uit eigenbelang zullen de Spartanen hun bondgenoten niet weggeven. Atheners: De Spartanen wagen niet veel: voor hen is eigenbelang niet verbonden met veiligheid. Meliërs: Wij wonen dicht bij de Peloponnesos en door stamverwantschap zullen de Spartanen ons helpen. Atheners: De Spartanen zullen niet oversteken naar een eiland, omdat wij de zee beheersen. Meliërs: Zij zullen anderen kunnen sturen of u over land aan kunnen vallen. Atheners: Wij hebben nooit een beleg opgebroken uit vrees voor anderen. Uw sterkste argumenten zijn hoopvolle verwachtingen. Acht het geen schande voor de grootste stad te zwichten en behoudt uw stad. De Atheners trekken zich terug uit de bespreking. De Meliërs besluiten zichzelf te verdedigen, hoewel ze ook vrienden willen zijn. Atheners: U zet alles op het spel en u zult alles verliezen. De Atheners bouwden een muur rondom de stad, een deel van het leger belegerde de stad. De Meliërs vielen de Atheense muur aan en ze haalden koren binnen de stad. De volgende winter namen de Meliërs een deel van de muur in. Philokrates kwam uit Athene en de Meliërs gaven zich over. De Atheners vermoorden alle mannen en ze verkochten de vrouwen en kinderen als slaven. Debat over de beste staatsvorm
A Herodotos
Perzisch debat over de beste staatsvorm: democratie, oligarchie of monarchie. Vertaling III.80-83 (138 t/m 140) De mannen die de regering van de Magiërs omver geworpen hadden, bespraken de beste staatsvorm. Otanes vindt dat alleenheerschappij niet goed is, omdat alleenheerser geen verantwoording hoeft af te leggen. Zo zijn er jaloezie (aangeboren) en machtsmisbruik. Als het volk zou regeren, zijn er gelijke rechten voor allen. Megabyzos zag de macht in handen van de oligarchen. Niets is zo grillig als de massa, het volk kan niet zelf nadenken. Er moet een groep van beste mannen samengesteld worden en zij moeten de macht krijgen. Dareios vindt dat de monarchie de voorkeur heeft, omdat hij het volk feilloos zal besturen en geheimen bij hem het best bewaard zijn. Oligarchie leidt tot persoonlijke vijanden, die leiden tot conflicten. Bij democratie dringt criminaliteit door tot het gehele volk. De overige vier mannen kiezen voor de alleenheerschappij zoals Dareios die bracht. Otanes trekt zich terug uit de strijd om de macht, hij wil niet overheersen en niet overheerst worden. Zijn familie heeft tot aan vandaag haar zelfstandigheid behouden in Perzië. B Andere auteurs
Polybus, Historiën
Vertaling VI.3-4 (141,142) Het is niet mogelijk de actuele situatie in de Romeinse staat te beschrijven, noch de toekomst te vorspellen. Er is daarom behoefte aan nauwkeurig onderzoek. Er zijn drie staatsvormen: koningschap, aristocratie en democratie. De beste staatsvorm is de vorm die is samengesteld uit variëteiten. Ook zijn er alleenheerschappijen, tirannieën en oligarchieën. Een monarchie is alleen een koningsschap als deze door de mensen geaccepteerd wordt. Een oligarchie is alleen een aristocratie als deze door de verstandigste en rechtvaardigste mannen geregeerd wordt. Als de mening van de meerderheid van het volk wint, is de staatsvorm van dat volk een democratie. Er zijn dus zes staatsvormen: (koningschap, aristocratie en democratie) monarchie, oligarchie en ochlocratie. Een monarchie ontstaat van nature en daaruit ontstaat een koningschap. Een slechte vorm hieruit is de tirannie, waaruit weer een aristocratie groeit. Als deze is overgegaan in een oligarchie en de massa de leiders heeft aangevallen, ontstaat een democratie. Als deze de wetten overtreedt, ontstaat een ochlocratie. Cicero, De Re Publica
De basis voor het democratische bestuur in Athene is de dèmos: een dorp of Atheense wijk. De burgers van een deme komen in vergadering bijeen voor het regelen van plaatselijke kwesties, bijvoorbeeld religieuze festivals of ordehandhaving. Alle volwassen mannelijke burgers komen circa tien keer per jaar bijeen in de ekklèsia (volksvergadering). De agenda van de volksvergadering wordt vastgesteld door de boulè (raad). De raad bestaat uit vijfhonderd voor één jaar gekozen mannen. De raad komt heel vaak bijeen. Haar voornaamste taak is het opstellen van preadviezen voor de volksvergadering. De uitvoerende macht is in handen van gedeeltelijk gekozen, gedeeltelijk door loting geselecteerde beambten, vooral archontes en strategoi. De politieke macht in Sparta is in handen van de ‘raad van ouden’ (gerousia), die uit achtentwintig leden en twee koningen bestaat. De twee erfelijke koningen fungeren in feite alleen als legeraanvoerder in tijden van oorlog. Daarnaast zijn er vijf magistraten (ephoren) en een volksvergadering, die slechts enkele maanden per jaar bijeenkomt. Hoewel de Griekse stadstaten in Klein-Azië proberen onder het Perzisch bewind uit te komen wegens de zware belastingen die de Perzen hun opleggen, worden ze na de Ionische Opstand (499-494 v. Chr.) opnieuw onder de Perzische macht gebracht. De veroveringsdrang van de Perzen en het feit dat Athene de Griekse steden in Klein-Azië had gesteund in de Ionische Opstand, waarvoor het in de ogen van de Perzen gestraft moet worden, leidt tot aanvallen van de Perzen op Griekenland. De eerste aanval, ten tijde van Dareios, eindigt in een vernietiging van de vloot van bij Kaap Athos in een storm. In een tweede expeditie worden de Perzen in de slag bij Marathon verslagen (490 v. Chr.) In 480 v. Chr. Trekt de opvolger van Dareios, Xerxes, met een groot leger en een vloot opnieuw tegen Griekenland op, maar wordt in de zeeslag bij Salamis verslagen (480 v. Chr.). Het landleger, dat in Griekenland achterblijft, wordt in 479 v. Chr. Verslagen bij Plataeae. Om verdere aanvallen van de Perzen af te slaan wordt op voorstel van Themistokles door Athene en verschillende andere Griekse steden en eilanden de Delisch-Attische Zeebond opgericht, waaraan alle leden schepen en manschappen leveren en waarover Athene de leiding heeft. Gaandeweg ontwikkelt Athenes leidende positie zich tot imperialisme, dat op zijn beurt leidt tot een verwijdering tussen Athene en Sparta. In 446 v. Chr. Komt het tot een vredesregeling met Sparta. Pericles maakt gebruik van de vrede om Athenes positie in de Griekse wereld economisch, maatschappelijk, cultureel en militair te versterken. Het Atheense imperialisme leidt tot een nieuwe machtsstrijd met Sparta, de Peloponnesische Oorlog (431-404 v. Chr.), waarin Athene uiteindelijk het onderspit delft. Het Perzische rijk ontstaat in het midden van de zesde eeuw v. Chr., als Kyros, de eerste Perzische koning, het rijk van de Meden verovert. Hij verslaat onder andere Kroisos, koning van Lydië, en brengt daarmee ook de Griekse steden van Klein-Azië onder Perzisch bewind. Hij sterft tijdens een expeditie tegen de Skythen. Hij wordt opgevolgd door Kambyses. Deze verovert Egypte en stoot door naar Nubië en Libië. Onder zijn opvolger Dareios wordt het Perzische rijk geconsolideerd. Dareios en zijn opvolger Xerxes doen vergeefse pogingen Griekenland in te lijven. De politieke organisatie van het Perzische rijk is vooral toe te schrijven aan Dareios. Hij probeerde van het immense Perzische rijk een eenheid te maken door de invoering van onder andere nieuwe wetgeving en een nieuw schrift. Het Perzische rijk was opgedeeld in provincies, de ruim twintig zogenaamde satrapieën, bestuurd door satrapen. Satrapieën moesten jaarlijks belasting betalen aan de Perzische koning. In de praktijk zijn de satrapen vrij zelfstandige heersers.
REACTIES
1 seconde geleden
K.
K.
hallo!
Ik ben zelf ook bezig met een samenvatting van het examenonderwerp van dit jaar, ik ben tot nu toe alleen hele andere infromatie tegengekomen. Nu wilde ik graag vragen welk boekje jij hebt (hoe heet het, wie zijn de samenstellers en welke uitgeverij. Alvast bedankt voor je reactie
22 jaar geleden
Antwoorden