Hoofdstuk 1. Algemeen
Zelf vind ik regenwouden het rijkste en fraaiste wat er op de wereld bestaat. Het wemelt er van het leven; dieren en planten.
De ontdekker van de regenwouden is Christopher Columbus, hij is ook de ontdekker van Amerika. Columbus heeft het eerste verslag geschreven over regenwouden.
Ergens in het jaar 1492 zette Columbus de eerste menselijke stap in het regenwoud van Haïti. Hij schreef dat hij het prachtig vond: “Ik heb nog nooit zoiets moois gezien; prachtige groene bomen, anders dan
de onze, met allerlei verschillende soorten bloemen en vruchten, veel prachtig zingende kleine vogeltjes”. De regenwouden hebben hun naam te danken aan een Duitse plantkundige.
Regenwoud in het Amazonegebied
Wat is nu eigenlijk een tropisch regenwoud? En op welke manier verschilt het eigenlijk van andere wouden?
Er bestaan verschillende soorten regenwouden. Sommige deskundigen onderscheiden wel dertig soorten regenwouden! Een paar soorten regenwouden zijn: altijd groenblijvende regenwouden, semi-loofbos regenwouden, bergbossen op grote hoogte en laaglandbossen aan de oevers van rivieren.
Je kunt twee hoofdsoorten regenwoud onderscheiden:
1. Equatoriale regenwouden die dicht tegen de evenaar voorkomen. In deze wouden regent het veel en het is er warm en benauwd. Hier komen altijd groene bomen vooral voor. Er is ook amper verschil in de jaargetijden in dit type regenwouden.
2. Dit type regenwoud ligt ver van de evenaar af. Er zijn dus lagere temperaturen, er valt (veel) minder regen en de seizoenen zijn duidelijk merkbaar. Deze bossen worden “vochtig” en “semi-loofverliezend” genoemd.
Bovenaan vormen de blaadjes van de bomen een soort dak, dat noem je de kroonlaag. Er is weinig ondergroei, omdat de kroonlaag veel van het zonlicht tegenhoudt.
Dit zie je alleen bij de equatoriale regenwouden. De bodem van dit type regenwouden is eigenlijk alleen maar bedekt met dode bladeren en andere resten van planten: de strooisellaag.
Onderaan is het dus schemerig en ook rustig. Er leven wel veel dieren, maar je ziet ze heel weinig.
Soms wordt de stilte verbroken door één of andere vreemde vogel die zijn gekrijs laat horen. En als je gekraak in de bomen hoort is het waarschijnlijk een aap of een reuzeneekhoorn. Gekleurde papegaaien of vlinders vind je op de zonnige plekjes.
Subtropische en moesson regenwouden komen voor in Midden-Amerika, India, Zuidoost-Azië, Japan, Indonesië en Australië.
Tropische regenwouden komen voor in Midden-Amerika, India, Zuidoost-Azië, Maleisië, Zuid-Amerika, Australië, Indonesië, Afrika en Madagaskar.
Hoofdstuk 2. Bedreigd!
De dieren in het regenwoud worden met uitsterven bedreigd. Dit komt vooral doordat grote delen van het regenwoud worden gekapt of verbrand.
Per jaar wordt een oppervlak van het regenwoud verwoest dat net zo groot is als drie keer de oppervlakte van Nederland!
Een paar jaar geleden waren de bosbranden in het regenwoud van Indonesië in het nieuws. Arme boeren brandden daar hun akkers af, de as is dan een soort mest. Maar omdat het heel erg lang niet had geregend braken er enorme bosbranden uit die grote delen van het regenwoud verwoestten. En niet alleen de bomen werden verbrand, heel veel dieren zijn ook omgekomen.
Omdat de bodem van het regenwoud niet erg vruchtbaar is en makkelijk wegspoelt als het regenwoud gekapt is, kan er bijna niets meer groeien. Meestal verandert de omgeving dan in een woestijn; er zal nooit meer iets kunnen groeien!
Doordat er steeds minder regenwoud overblijft moeten de dieren steeds dichter op elkaar leven. Hierdoor blijven er minder dieren over en treden er meer ziektes op. En de dieren worden ook bedreigd door pelsjagers, vlinderverzamelaars en dat soort mensen.
In het Amazonegebied (in Zuid-Amerika) wordt ook naar goud gezocht. Hierbij gebruiken de goudzoekers giftige stoffen die de omgeving vervuilen. De rivieren worden hierdoor ook vervuild waardoor vissen maar ook andere dieren sterven.
We hoeven dus ook niet op te kijken als de dieren en dit natuurgebied na een tijd niet meer bestaat.
Ik heb twee dieren uitgekozen om te vertellen hoe ze met uitsterven worden bedreigd; het leeuwaapje en het pinché-aapje.
Het leeuwaapje
Leefgebied: Tropische wouden aan de Atlantische kust van Zuidoost-Brazilië. Aantal: Minder dan honderd van deze dieren
Bedreiging: Vernietiging van het regenwoud
Maatregelen: Beschermd in het Poco d’ Antie reservaat. Eén van de belangrijkste taken van reservaten en dierentuinen is het redden van met uitsterven bedreigde diersoorten. Dan te bedenken dat er van deze geinige diertjes vroeger veel en veel meer waren. Misschien zal je ze niet lang meer kunnen zien, want door de bedreigingen en de weinige jongen moeten we wel heel veel gaan doen om ze niet te laten uitsterven. Wolaap, komt verspreid voor in de regenwouden in het westelijke deel van het Amazonebekken. Deze apen komen voornamelijk hoog in de bomen voor, hoewel ze af en toe uit de boom naar beneden komen. Ze eten rijpe vruchten, bladeren en planten. Het pinché-aapje
Leefgebied: Tropische wouden in Colombia. Aantal: Men schat een klein aantal. Bedreiging: De wouden worden vernietigd.40.000 pinché-aapjes zijn geëxporteerd voor de dierenhandel en medisch-biologisch onderzoek. Maatregelen: Sinds 1979 is het verboden apen uit Colombia uit te voeren. Er zijn 2 reservaten opgericht. In gevangenschap zijn al honderden pinché-aapjes gefokt. Er zijn nog veel meer apensoorten te vinden in het regenwoud: spinapen, wolaapje, tamarins, zijdeaapjes, gorilla’s, chimpansees, lemuren (een primitieve aap), gibbons en de orang-oetan. Maar er zijn natuurlijk niet alleen apen in het regenwoud. En ze zijn al helemaal niet de enige bedreigde dieren. Want ook spookdiertjes, tapirs, tijgers, tijgerkatten, okapi’s, berggorilla’s, toekans, kolibries (iedereen wil zo’n beroemd vogeltje), jaguars, slangen, soorten kikkers, soorten hagedissen, sommige vlinders, enz. worden bedreigd. Dit zijn natuurlijk nog lang niet alle bedreigde dieren. Gelukkig doen veel organisaties hun best om deze te laten leven, waaronder het WNF (Wereld Natuur Fonds) waarvan ik lid ben. Hoofdstuk 3. Etages Een tropisch regenwoud bestaat uit verschillende etages. De ontdekkingsreiziger Alexander von Humboldt noemde die etages “Een bos boven bos”. Een etage is een geconcentreerde plantenmassa in de vegetatie, op een bepaalde hoogte boven de grond. Voorbeelden van etages zijn een boometage, struiketage, kruidenetage. Elke etage heeft zijn eigen dieren. De bovenste etage noemen we de kroonlaag. De hoogste bomen bereiken een hoogte van tussen de 30 en de 60 meter. Hun stam is heel glad. Alleen bovenin, bij de bovenste takken, zie je wat structuur in de stam. De kronen van de bomen raken elkaar bijna aan. Een massa van takken en bladeren houden het zonlicht tegen. Onder de kroonlaag dringt daarom bijna geen licht door in het regenwoud. Er zijn zelfs bomen die boven de kroonlaag uitsteken. Deze kapokbomen zijn echte reuzen van bomen. De tweede etage noemen we de onderlaag en die bestaat vooral uit struiken, varens en kleine boompjes die in de vochtige duisternis nog goed kunnen leven. Varens hebben lange, dunne bladeren om het weinige licht dat doordringt tot in de onderlaag toch op te kunnen vangen. De bomen die de kroonlaag vormen zijn in het equatoriaal regenwoud altijd groen. Die bomen houden dus voortdurend het licht tegen. Gelukkig zijn er altijd wel kleine gaatjes in de kroonlaag, anders zou onder deze bomen alleen onkruid kunnen groeien. De 3e en laatste etage is de strooisellaag. Deze laag bestaat vooral uit dode bladeren en andere plantenresten. Deze bladeren zijn afkomstig van de bomen waarbij de bladeren het hele jaar vallen, of worden afgebroken door insecten en andere dieren die de bladeren eten. Bladeren verrotten snel in de vochtige atmosfeer. De strooisellaag is een hele goede plaats voor schimmels. De schimmels staan met hun draden in contact met de wortelharen van bomen en planten, zodat de voedingsstoffen direct weer worden opgenomen. Sommige schimmels hebben de vorm van een parasol, anderen lijken op glasdraden en weer anderen zijn zelfs lichtgevend.
Hoofdstuk 4. Van alles en nog wat
Tropisch regenwoud
Is een bos waar het altijd nat is. Er valt per jaar ongeveer 2.000 mm. regen, verspreid over het hele jaar. In Nederland valt per jaar ongeveer 700 – 800 mm. regen, maar het regent niet in alle seizoenen even veel. In het tropisch regenwoud valt de regen regelmatig met bakken uit de lucht. De meeste dieren zoeken dan een zo droog mogelijk plekje op onder het bladerdak. De dieren op de grond hebben natuurlijk wel pech, want die krijgen behoorlijk natte voeten. Verdwijnend regenwoud
De bomen in de meeste regenwouden worden door mensen omgehakt. Ze doen dit : 1. Om het hout te verkopen
2. Om grond te krijgen voor
akkertjes waar ze groente
kunnen verbouwen
3. Om grond te krijgen om hun vee op te laten grazen. Hout
De meeste landen waar de regenwouden liggen zijn erg arm. Daarom kappen ze de bossen en verkopen het hout aan andere landen. Het hout uit de regenwouden is in het algemeen sterk hout, we noemen het ook wel hardhout. Vooral in Japan is hardhout heel erg populair. Maar ook in Nederland wordt heel veel hardhout gebruikt. Kozijnen en tuinmeubelen zijn bijna allemaal van hardhout gemaakt. Het is dus ook onze schuld dat de regenwouden verdwijnen. We kunnen helpen door alleen hout te kopen dat is goedgekeurd door het FSC (Forest Stewardship Council). Deze organisatie zorgt ervoor dat de houthakkers op de goede manier bomen kappen. Dit betekent dat voor elke gekapte boom drie jonge bomen geplant worden. Als dat inderdaad gebeurt geeft de FSC het gekapte hout hun keurmerk. Zo kan je altijd zien of je hout koopt dat op een goede manier gekapt is. Suriname
Bestaat voor 90% uit regenwoud! Vloedbos in Suriname
Mensen
De bewoners van de regenwouden kunnen niet leven zonder hun bos. Alles wat ze nodig hebben halen ze uit het bos: bouwmateriaal, kleding, medicijnen en voedsel. Verspreid over de wereld leven er een groot aantal verschillende stammen in de regenwouden: Pygmeeën, Kuna-indianen, Hicrin en Kayapó-indianen, Yanomami en Pataxo-indianen. De meeste stammen leven als rondtrekkende nomaden, het zijn jager-verzamelaars. De Yanomami leven anders. Zij leven van de akkerbouw (bananen, zoete aardappelen, maïs, suikerriet, papaja en tabak). De jacht (met giftige pijlen) en de visvangst zijn minder belangrijk. De vaste nederzettingen bestaan uit grote familiehuizen die zijn ommuurd door palen. Meer dorpen vormen door middel van intensieve ruilhandel en huwelijken bondgenootschappen. Yanomami vechten nogal eens met elkaar, ze stelen ook elkaars jonge vrouwen om mee te “trouwen”. De Yanomami geloven in geesten, waarbij vooral die van het planten- en dierenrijk belangrijk zijn. Deze moeten door middel van ceremoniën, waarbij de deelnemers (uitsluitend mannen) verdovende middelen gebruiken, te vriend gehouden worden. Die verdovende middelen worden door via een grote blaaspijp in de neus geblazen. Dit zorgt voor een soort trance, want de verdovende middelen zijn ontzettend sterk. Overstromingen
Waar de regenwouden zijn gekapt en verdwenen blijft grond over die eigenlijk maar één keer bruikbaar is voor landbouw. De bodem van het regenwoud is namelijk niet vruchtbaar, het is ontzettend arme grond. Dat komt omdat alleen de dunne bovenste laag allerlei vruchtbare stoffen bevat. Vrijwel direct onder deze dunne laag vind je zand en dat is arm aan voedingsstoffen. En wat er aan stoffen inzit spoelt heel makkelijk weg met een regenbui. Op zo’n bodem groeit dus heel erg weinig. Door de dichte begroeiing van het regenwoud wordt voorkomen dat er overstromingen komen; de planten en bomen houden het water vast. Hierdoor spoelt het water niet te snel weg. Als het regenwoud echter gekapt is zijn er geen planten en bomen meer om het water tegen te houden. Het spoelt sneller weg waardoor er overstromingen komen. En al dat water spoelt ook nog eens een keer dat dunne vruchtbare laagje weg. Wat overblijft is een barre woestijn waar niets meer kan groeien. Planten en dieren
De regenwouden bedekken ongeveer 6% van de aarde. Dat is niet echt veel. Maar in die 6% komt wel meer dan de helft van alle dieren- en plantensoorten van de hele wereld voor. Longen
Net als mensen ademen de bomen en de planten. Zij kunnen de lucht die wij uitblazen heel goed gebruiken en wij gebruiken juiste de lucht die bomen en planten uitblazen. Bomen en planten maken namelijk zuurstof. Zonder zuurstof zouden de dieren op aarde niet kunnen leven. Bomen en planten zijn dus van groot belang voor ons. Daarom noemen we de regenwouden ook wel de “longen van de aarde”. Overigens zijn het niet alleen bomen en planten die zuurstof aanmaken. Ook de algen in de wereldzeeën zijn zuurstof fabriekjes. En omdat de zeeën zo’n 70% van de aarde bedekken wordt er daar ook behoorlijk wat zuurstof gemaakt. Medicijnen
De stammen gebruiken planten als medicijnen. Specialisten in de westerse wereld denken dat in de regenwouden nog ontzettend veel niet-ontdekte medicijnen zijn te vinden die voor allerlei ziektes een oplossing zouden bieden. Er zijn al heel veel medicijnen ontdekt. In de regenwouden leven echte medicijnmannen. Ze worden ook wel sjamanen genoemd. De mensen in de stammen hebben groot respect voor de sjamaan, en ze zijn ook wel een beetje bang voor hem. De sjamaan weet ontzettend veel van de planten uit het regenwoud. Hij zorgt daarmee voor de gezondheid van zijn stam. Sjamanen spelen in veel culturen een belangrijke rol, omdat ze een genezende kracht zouden bezitten en met de wereld der geesten zouden kunnen communiceren. Als priesters, genezers en zieners hebben de Sjamanen binnen hun stam meestal een belangrijke plaats. Indonesië In Indonesië steken de boeren kleine stukjes land in brand om de grond vruchtbaar te maken en vrij te maken van stronken (kaalkap). De kaalkap van grote (hout)bedrijven zorgen voor grote bosbranden. Zo gaan enorme stukken regenwoud in Indonesië voor altijd verloren.
de onze, met allerlei verschillende soorten bloemen en vruchten, veel prachtig zingende kleine vogeltjes”. De regenwouden hebben hun naam te danken aan een Duitse plantkundige.
Leefgebied: Tropische wouden aan de Atlantische kust van Zuidoost-Brazilië. Aantal: Minder dan honderd van deze dieren
Bedreiging: Vernietiging van het regenwoud
Maatregelen: Beschermd in het Poco d’ Antie reservaat. Eén van de belangrijkste taken van reservaten en dierentuinen is het redden van met uitsterven bedreigde diersoorten. Dan te bedenken dat er van deze geinige diertjes vroeger veel en veel meer waren. Misschien zal je ze niet lang meer kunnen zien, want door de bedreigingen en de weinige jongen moeten we wel heel veel gaan doen om ze niet te laten uitsterven. Wolaap, komt verspreid voor in de regenwouden in het westelijke deel van het Amazonebekken. Deze apen komen voornamelijk hoog in de bomen voor, hoewel ze af en toe uit de boom naar beneden komen. Ze eten rijpe vruchten, bladeren en planten. Het pinché-aapje
Leefgebied: Tropische wouden in Colombia. Aantal: Men schat een klein aantal. Bedreiging: De wouden worden vernietigd.40.000 pinché-aapjes zijn geëxporteerd voor de dierenhandel en medisch-biologisch onderzoek. Maatregelen: Sinds 1979 is het verboden apen uit Colombia uit te voeren. Er zijn 2 reservaten opgericht. In gevangenschap zijn al honderden pinché-aapjes gefokt. Er zijn nog veel meer apensoorten te vinden in het regenwoud: spinapen, wolaapje, tamarins, zijdeaapjes, gorilla’s, chimpansees, lemuren (een primitieve aap), gibbons en de orang-oetan. Maar er zijn natuurlijk niet alleen apen in het regenwoud. En ze zijn al helemaal niet de enige bedreigde dieren. Want ook spookdiertjes, tapirs, tijgers, tijgerkatten, okapi’s, berggorilla’s, toekans, kolibries (iedereen wil zo’n beroemd vogeltje), jaguars, slangen, soorten kikkers, soorten hagedissen, sommige vlinders, enz. worden bedreigd. Dit zijn natuurlijk nog lang niet alle bedreigde dieren. Gelukkig doen veel organisaties hun best om deze te laten leven, waaronder het WNF (Wereld Natuur Fonds) waarvan ik lid ben. Hoofdstuk 3. Etages Een tropisch regenwoud bestaat uit verschillende etages. De ontdekkingsreiziger Alexander von Humboldt noemde die etages “Een bos boven bos”. Een etage is een geconcentreerde plantenmassa in de vegetatie, op een bepaalde hoogte boven de grond. Voorbeelden van etages zijn een boometage, struiketage, kruidenetage. Elke etage heeft zijn eigen dieren. De bovenste etage noemen we de kroonlaag. De hoogste bomen bereiken een hoogte van tussen de 30 en de 60 meter. Hun stam is heel glad. Alleen bovenin, bij de bovenste takken, zie je wat structuur in de stam. De kronen van de bomen raken elkaar bijna aan. Een massa van takken en bladeren houden het zonlicht tegen. Onder de kroonlaag dringt daarom bijna geen licht door in het regenwoud. Er zijn zelfs bomen die boven de kroonlaag uitsteken. Deze kapokbomen zijn echte reuzen van bomen. De tweede etage noemen we de onderlaag en die bestaat vooral uit struiken, varens en kleine boompjes die in de vochtige duisternis nog goed kunnen leven. Varens hebben lange, dunne bladeren om het weinige licht dat doordringt tot in de onderlaag toch op te kunnen vangen. De bomen die de kroonlaag vormen zijn in het equatoriaal regenwoud altijd groen. Die bomen houden dus voortdurend het licht tegen. Gelukkig zijn er altijd wel kleine gaatjes in de kroonlaag, anders zou onder deze bomen alleen onkruid kunnen groeien. De 3e en laatste etage is de strooisellaag. Deze laag bestaat vooral uit dode bladeren en andere plantenresten. Deze bladeren zijn afkomstig van de bomen waarbij de bladeren het hele jaar vallen, of worden afgebroken door insecten en andere dieren die de bladeren eten. Bladeren verrotten snel in de vochtige atmosfeer. De strooisellaag is een hele goede plaats voor schimmels. De schimmels staan met hun draden in contact met de wortelharen van bomen en planten, zodat de voedingsstoffen direct weer worden opgenomen. Sommige schimmels hebben de vorm van een parasol, anderen lijken op glasdraden en weer anderen zijn zelfs lichtgevend.
Is een bos waar het altijd nat is. Er valt per jaar ongeveer 2.000 mm. regen, verspreid over het hele jaar. In Nederland valt per jaar ongeveer 700 – 800 mm. regen, maar het regent niet in alle seizoenen even veel. In het tropisch regenwoud valt de regen regelmatig met bakken uit de lucht. De meeste dieren zoeken dan een zo droog mogelijk plekje op onder het bladerdak. De dieren op de grond hebben natuurlijk wel pech, want die krijgen behoorlijk natte voeten. Verdwijnend regenwoud
De bomen in de meeste regenwouden worden door mensen omgehakt. Ze doen dit : 1. Om het hout te verkopen
2. Om grond te krijgen voor
akkertjes waar ze groente
kunnen verbouwen
3. Om grond te krijgen om hun vee op te laten grazen. Hout
De meeste landen waar de regenwouden liggen zijn erg arm. Daarom kappen ze de bossen en verkopen het hout aan andere landen. Het hout uit de regenwouden is in het algemeen sterk hout, we noemen het ook wel hardhout. Vooral in Japan is hardhout heel erg populair. Maar ook in Nederland wordt heel veel hardhout gebruikt. Kozijnen en tuinmeubelen zijn bijna allemaal van hardhout gemaakt. Het is dus ook onze schuld dat de regenwouden verdwijnen. We kunnen helpen door alleen hout te kopen dat is goedgekeurd door het FSC (Forest Stewardship Council). Deze organisatie zorgt ervoor dat de houthakkers op de goede manier bomen kappen. Dit betekent dat voor elke gekapte boom drie jonge bomen geplant worden. Als dat inderdaad gebeurt geeft de FSC het gekapte hout hun keurmerk. Zo kan je altijd zien of je hout koopt dat op een goede manier gekapt is. Suriname
Bestaat voor 90% uit regenwoud! Vloedbos in Suriname
De bewoners van de regenwouden kunnen niet leven zonder hun bos. Alles wat ze nodig hebben halen ze uit het bos: bouwmateriaal, kleding, medicijnen en voedsel. Verspreid over de wereld leven er een groot aantal verschillende stammen in de regenwouden: Pygmeeën, Kuna-indianen, Hicrin en Kayapó-indianen, Yanomami en Pataxo-indianen. De meeste stammen leven als rondtrekkende nomaden, het zijn jager-verzamelaars. De Yanomami leven anders. Zij leven van de akkerbouw (bananen, zoete aardappelen, maïs, suikerriet, papaja en tabak). De jacht (met giftige pijlen) en de visvangst zijn minder belangrijk. De vaste nederzettingen bestaan uit grote familiehuizen die zijn ommuurd door palen. Meer dorpen vormen door middel van intensieve ruilhandel en huwelijken bondgenootschappen. Yanomami vechten nogal eens met elkaar, ze stelen ook elkaars jonge vrouwen om mee te “trouwen”. De Yanomami geloven in geesten, waarbij vooral die van het planten- en dierenrijk belangrijk zijn. Deze moeten door middel van ceremoniën, waarbij de deelnemers (uitsluitend mannen) verdovende middelen gebruiken, te vriend gehouden worden. Die verdovende middelen worden door via een grote blaaspijp in de neus geblazen. Dit zorgt voor een soort trance, want de verdovende middelen zijn ontzettend sterk. Overstromingen
Waar de regenwouden zijn gekapt en verdwenen blijft grond over die eigenlijk maar één keer bruikbaar is voor landbouw. De bodem van het regenwoud is namelijk niet vruchtbaar, het is ontzettend arme grond. Dat komt omdat alleen de dunne bovenste laag allerlei vruchtbare stoffen bevat. Vrijwel direct onder deze dunne laag vind je zand en dat is arm aan voedingsstoffen. En wat er aan stoffen inzit spoelt heel makkelijk weg met een regenbui. Op zo’n bodem groeit dus heel erg weinig. Door de dichte begroeiing van het regenwoud wordt voorkomen dat er overstromingen komen; de planten en bomen houden het water vast. Hierdoor spoelt het water niet te snel weg. Als het regenwoud echter gekapt is zijn er geen planten en bomen meer om het water tegen te houden. Het spoelt sneller weg waardoor er overstromingen komen. En al dat water spoelt ook nog eens een keer dat dunne vruchtbare laagje weg. Wat overblijft is een barre woestijn waar niets meer kan groeien. Planten en dieren
De regenwouden bedekken ongeveer 6% van de aarde. Dat is niet echt veel. Maar in die 6% komt wel meer dan de helft van alle dieren- en plantensoorten van de hele wereld voor. Longen
Net als mensen ademen de bomen en de planten. Zij kunnen de lucht die wij uitblazen heel goed gebruiken en wij gebruiken juiste de lucht die bomen en planten uitblazen. Bomen en planten maken namelijk zuurstof. Zonder zuurstof zouden de dieren op aarde niet kunnen leven. Bomen en planten zijn dus van groot belang voor ons. Daarom noemen we de regenwouden ook wel de “longen van de aarde”. Overigens zijn het niet alleen bomen en planten die zuurstof aanmaken. Ook de algen in de wereldzeeën zijn zuurstof fabriekjes. En omdat de zeeën zo’n 70% van de aarde bedekken wordt er daar ook behoorlijk wat zuurstof gemaakt. Medicijnen
De stammen gebruiken planten als medicijnen. Specialisten in de westerse wereld denken dat in de regenwouden nog ontzettend veel niet-ontdekte medicijnen zijn te vinden die voor allerlei ziektes een oplossing zouden bieden. Er zijn al heel veel medicijnen ontdekt. In de regenwouden leven echte medicijnmannen. Ze worden ook wel sjamanen genoemd. De mensen in de stammen hebben groot respect voor de sjamaan, en ze zijn ook wel een beetje bang voor hem. De sjamaan weet ontzettend veel van de planten uit het regenwoud. Hij zorgt daarmee voor de gezondheid van zijn stam. Sjamanen spelen in veel culturen een belangrijke rol, omdat ze een genezende kracht zouden bezitten en met de wereld der geesten zouden kunnen communiceren. Als priesters, genezers en zieners hebben de Sjamanen binnen hun stam meestal een belangrijke plaats. Indonesië In Indonesië steken de boeren kleine stukjes land in brand om de grond vruchtbaar te maken en vrij te maken van stronken (kaalkap). De kaalkap van grote (hout)bedrijven zorgen voor grote bosbranden. Zo gaan enorme stukken regenwoud in Indonesië voor altijd verloren.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden