Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Rembrandt

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas havo | 2118 woorden
  • 17 oktober 2007
  • 91 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
91 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Inhoud Hoofdstuk 1: Wie is Rembrandt? Hoofdstuk 2: Zijn eerste opdracht. Hoofdstuk 3: Periodes, thema’s en stijlen. Hoofdstuk 4: Welke kenmerken vertoont het werk van Rembrandt? Hoofdstuk 5: Kunstwerken
Hoofdstuk 6: Hoogtepunten
Hoofdstuk 7: Navolgers? Hoofdstuk 8: Leerlingen van Rembrandt. Hoofdstuk 9: De nachtwacht
Hoofdstuk 10: Slot Hoofdstuk 1: Wie is Rembrandt? Rembrandt van Rijn werd op 15 juli 1606 in Leiden geboren, als zoon van een molenaar en een bakkersdochter, één van negen kinderen. Hij bracht zijn jeugd en een groot deel van zijn beginjaren als schilder in deze stad door. Rembrandt bezocht de Latijnse school en werd op bijna 14-jarige leeftijd door zijn ouders ingeschreven aan de Universiteit van Leiden. Het bleef bij een inschrijving omdat de jongen aangaf dat hij liever schilder wilde worden. In 1621 deden zijn ouders hem daarom in de leer bij de Leidse historieschilder Jacob van Swanenburgh. Na een korte maar belangrijke leerperiode in Amsterdam bij de beroemde schilder Pieter Lastman (rond 1625) opende Rembrandt een atelier in Leiden, waar hij veel samenwerkte met een vriend en collega Jan Lievens. Zij werden bezocht door de bekende kunstkenner en secretaris van de stadhouder Constantijn Huygens, die met bewondering verhaalt over het werk van de twee aanstormende talenten. In 1627 nam Rembrandt voor het eerst leerlingen aan, onder wie Gerrit Dou. In 1631 was Rembrandt al zo bekend dat hij al verschillende opdrachten voor portretten kreeg uit Amsterdam. Dit was voor hem reden om naar die stad te verhuizen en in te trekken bij de kunsthandelaar Hendrick van Uylenburgh. Wanneer hij geen opdrachten had, maakte hij vooral zelfportretten. In 1634 trouwde Rembrandt met Hendricks achternicht Saskia van Uylenburgh. Hoewel ze uit een goede familie kwam, haar vader was burgemeester van Leeuwarden geweest, was ze een wees en had waarschijnlijk weinig geld of connecties in Amsterdam. In 1639 verhuisden Rembrandt en Saskia naar een voornaam huis in de St. Anthoniesbreestraat, in een joodse wijk. (Het huis is nu museum Het Rembrandthuis, de straat heet tegenwoordig Jodenbreestraat). Hoewel het hen financieel voor de wind ging, kende het paar verschillende tegenslagen in hun privéleven. Driemaal stierf een baby vlak na de geboorte. In 1641 kregen zij een zoon, die ze Titus (1641-1668) noemden. Saskia stierf kort daarna. Rembrandt nam een huishoudster en verzorgster voor Titus in dienst, Geertje Dirckx, met wie hij een verhouding begon. Het stel ging met ruzie uit elkaar. Geertje daagde Rembrandt voor de rechter wegens verbroken huwelijksbeloften en hij hielp om haar een aantal jaren in een spinhuis te laten opsluiten. Rond 1645 werd Hendrickje Stoffels, de opvolgster van Geertje als huishoudster, Rembrandts geliefde. In 1654 kregen zij een dochter die ze Cornelia noemde, naar Rembrandts moeder. Rembrandt leefde in die tijd boven zijn stand. Hij kocht veel kunst, voornamelijk prenten (die hij vaak in zijn schilderijen gebruikte). In 1656 kon hij het allemaal niet meer betalen. Hij moest zijn huis verkopen en in een kleinere huurwoning op de Rozengracht gaan wonen. Hendrickje en Titus begonnen daar een kunsthandel zodat Rembrandt kon blijven schilderen. In deze periode ging hij vooral om met andere kunstenaars. Toch was hij niet minder beroemd en kreeg hij nog steeds opdrachten voor portretten en historiestukken (onder andere de opdracht voor de Claudius Civilis voor het nieuwe stadhuis in 1661). Rembrandt overleefde zowel Hendrickje als Titus. Aan het eind van zijn leven had hij alleen zijn dochter Cornelia nog. Hij stierf op 4 oktober 1669 in Amsterdam en werd begraven in de Westerkerk, in een onbekend graf. Hoofdstuk 2: Zijn eerste opdracht. In 1631 ging Rembrandt uit Leiden weg. Hij ging in Amsterdam wonen. Als je wat wou bereiken als schilder kon je het beste naar Amsterdam gaan. Daar ging hij wonen bij een kunsthandel, Hendrik van Uylenburgh. Als je geld wou verdienen moest je veel opdrachten krijgen. En dit kreeg Rembrandt in Amsterdam ook. Vooral artsen waren zijn klanten. Rembrandt zijn eerste opdracht was voor een vereniging artsen. Rembrandt moest een schilderij maken van dr. Nicolaas Tulp. Een andere opdracht is van stadhouder Frederik Hendrik. Die Rembrandt in 1632 en 1640 maken. Ze waren waarschijnlijk gemaakt voor het paleis Noordeinde in Den Haag. Behalve opdrachten gaf hij ook schilderles. Mensen zeggen dat hij zo'n 2500 gulden per jaar met lesgeven verdiende. Er waren leerlingen bij die later heel bekend zijn geworden. Gerard Dou, Govert Flinch, Ferdinand Bol, Nicolaes Moes, Aert de Gelder.
Hoofdstuk 3: Periodes, thema’s en stijlen. • In Rembrandts Leidse periode (1625-1631) was de invloed van Lastman het meest zichtbaar. Schilderijen waren tamelijk klein, maar rijk in detail (b.v. in kostuums en juwelen). Religieuze en allegorische thema's overheersten. • Gedurende zijn eerste jaren in Amsterdam (1632-1636) maakte Rembrandt vooral grote doeken, gebruikte hij felle kleuren en schilderde hij vooral dramatische taferelen. Hij maakte in deze periode veel portretten. Zijn overige schilderijen toonden vooral bijbelse en mythologische taferelen. • Eind jaren dertig schilderde Rembrandt veel landschappen en maakte hij veel etsen over de natuur. Zijn landschappen waren in die tijd vaak speelbal van die natuur, met dreigende wolkenluchten en bomen die door de storm geknakt waren. • Vanaf ongeveer 1640 werd Rembrandts werk soberder, wat wellicht te verklaren is uit de familietragedies die hem overkomen waren. Uitbundigheid maakte plaats voor diepgevoelde innerlijke emoties. Bijbelse taferelen waren nu vooral gebaseerd op het Nieuwe Testament, en niet meer op het Oude Testament zoals eerder het geval was geweest. Het formaat van de doeken werd weer kleiner. Een uitzondering daarop is De Nachtwacht (zijn grootste schilderij) dat net zo wereldlijk en energiek was als enig schilderij daarvoor. Landschappen werden vaker geëtst dan geschilderd. De duistere krachten van de natuur maakten plaats voor rustige Hollandse plattelandstaferelen. • In de vijftiger jaren veranderde Rembrandts stijl opnieuw. Schilderijen werden weer groter, kleuren feller, penseelstreken krachtiger. Hiermee nam Rembrandt afstand van eerder werk en van de heersende mode, die juist meer en meer neigde tot fijn, gedetailleerd werk. Hij gebruikte nog steeds veel bijbelse thema's, maar de nadruk lag nu niet meer op groepsscènes maar meer op intieme portretachtige figuren. • In zijn laatste jaren schilderde Rembrandt een aantal van zijn mooiste zelfportretten, die duidelijk blijk gaven van het verdriet en de zorgen die hem ten deel waren gevallen. Hoofdstuk 4: Welke kenmerken vertoont het werk van Rembrandt? Grafisch werk
Rembrandt heeft ongeveer driehonderd etsen gemaakt. Etsen zijn op papier afgedrukte prenten. De voorstelling wordt eerst in een metalen plaat geëtst en dan afgedrukt. Rembrandt maakte het liefst gebruik van dunne, rood koperen platen. De etstechniek verloopt in verschillende stappen. Eerst wordt de plaat bedekt met etsgrond. Dat is een zacht mengsel van was, hars en asfalt. In die etsgrond tekent de kunstenaar met een etsnaald de voorstelling. Elke lijn haalt de etsgrond weg en legt het metaal bloot. Als de tekening klaar is, gaat de plaat in een agressief zuurbad. De etsgrond is tegen dit zuur bestand. In de niet met etsgrond bedekte stukken, de lijnen van de tekening dus, bijt het zuur iets van de metalen plaat weg. Hoe langer de plaat in het zuur ligt, hoe dieper de lijnen tot groeven worden weg gebeten. De plaat wordt uit het zuurbad gehaald en de etsgrond wordt verwijderd. Daarna smeert de kunstenaar de plaat in met drukinkt. De drukinkt wordt gedeeltelijk weer verwijderd, totdat er alleen nog inkt in de groeven zit. Nu kan er een afdruk worden gemaakt. De plaat wordt met een vel papier erop door een drukpers gehaald. De inkt uit de groeven wordt op het papier geperst. De voorstelling komt spiegelbeeldig op het papier. Deze afdruk is dan de eerste staat. Wanneer er vervolgens wat veranderd wordt in de etsplaat, bijvoorbeeld als er lijnen worden toegevoegd, dan spreken we bij de volgende afdruk van een tweede staat, enzovoort. Van de meeste van Rembrandts etsen bestaan meerdere staten. Als Rembrandt veranderingen in een plaat aanbracht, deed hij dat vaak niet met het zuur, maar met een zware naald waarmee hij direct in het koper kraste. Deze droge naaldtechniek levert diepzwarte, fluwelige lijnen op, veroorzaakt door de braam. Dit is een ongelijkmatig randje metaal dat opkrult naast de ingekraste lijn. Hoofdstuk 5: Kunstwerken • 1632 Anatomische Les van Dr. Nicolaes Tulp (Mauritshuis, Den Haag) • 1635 Balthasar's Feest (National Gallery, Londen) • 1636 De Verblinding van Samson • 1636 Danaë (De Hermitage, St. Petersburg) • 1653 Het Offer van Isaac (De Hermitage, St. Petersburg) • 1642 De compagnie van Frans Banning Cocq beter bekend als De Nachtwacht (Rijksmuseum, Amsterdam) • 1643 +/- Christus Geneest de Zieken, ook bekend als De Honderd Gulden Prent (Victoria and Albert Museum, Londen), een ets, de bijnaam sloeg op het voor die tijd enorme bedrag dat voor de prent werd betaald • 1654 Bathsheba (Het Louvre, Parijs) (men denkt dat Hendrickje voor dit schilderij model heeft gestaan) • 1661 De Samenzwering van Claudius Civilis (Nationalmuseum, Stockholm) (Claudius Civilis leidde een opstand tegen de Romeinen) (een groot deel van het in stukken gesneden schilderij is verloren gegaan, alleen het middendeel resteert nog) • 1662 De Staalmeesters (Rijksmuseum, Amsterdam) • 1664 Het Joodse Bruidje (Rijksmuseum, Amsterdam) • 1669 Terugkeer van de Verloren Zoon (State Hermitage Museum, St. Petersburg) Hoofdstuk 6: Hoogtepunten Een aantal hoogtepunten uit de Rembrandtagenda: Het Rembrandthuis, Amsterdam
Een museum dat de naam van de hoofdrolspeler van het Rembrandtjaar draagt kan natuurlijk niet voorbij gaan aan dit speciale jaar. In 2006 zijn er daarom in totaal vier tentoonstellingen te zien. Tot 12 maart kunt u nog naar de tentoonstelling Rembrandt en de Engelse etskunst Daarna volgen Rembrandt - Zoektocht van een genie (1 april – 2 juli 2006), Rembrandt, de etser (10 juli – 3 september 2006) en ten slotte Rembrandt en Uylenburgh, handel in meesterwerken (14 september – 10 december 2006). De Lakenhal, Leiden
In Rembrandts geboorteplaats Leiden pakt het museum De Lakenhal in 2006 uit met een aantal tentoonstellingen. De eerste tentoonstelling Rembrandts Moeder, mythe en werkelijkheid (tot 19 maart 2006) toont niet alleen de mythe rond Rembrandts familieleden, maar ook zijn fascinatie voor het weergeven van ouderdom. De tentoonstelling Rembrandt de Verteller (13 april - 3 september 2006) laat zien hoe goed Rembrandt in zijn etsen verhalen verbeeldt. De laatste tentoonstelling in dit Rembrandtjaar is Rembrandts Landschappen (6 oktober 2006 - 7 januari 2007). Museum De Lakenhal toont voor het eerst de geschilderde landschappen van Rembrandt. Dat Rembrandt landschappen tekenende en etste is algemeen bekend, maar dat hij ze ook schilderde is minder bekend. Meer informatie vindt u op
www.lakenhal.nl. Dordrechts Museum, Dordrecht
Het Dordrechts Museum komt in dit Rembrandtjaar met de tentoonstelling Rembrandt en Dordrecht – de meester en zijn leerlingen (24 juni - 24 september 2006). Deze tentoonstelling geeft een unieke presentatie van niet eerder getoonde prenten van en naar de grote meester uit de Rembrandtcollectie. Er is met name aandacht voor de invloed van Rembrandt op kunstenaars in Dordrecht. Rembrandt De Musical, Amsterdam
Vanaf juli (tot oktober) speelt in Carré de voorstelling Rembrandt De Musical. De show werpt een verrassende blik op Rembrandts turbulente leven. Tal van intriges speelden zich af rondom Rembrandt, vertolkt door Henk Poort. Waarom wilden de regenten, de heren van de grachten, de eerst zo populaire en geliefde Rembrandt vernietigen? Waarom moest zijn geliefde Hendrickje Stoffels voor de kerkenraad verschijnen wegens hoererij? Hoe gevaarlijk en bedreigend werd zijn dienstbode Geertje Dircx, die hem er toe wilde dwingen met haar te trouwen? Ontdek hoe Rembrandt zich in deze tijd staande wist te houden. Rembrandtfestival, Leiden. Leiden gaat in van 14 tot en met 16 juli 400 jaar terug in de tijd tijdens het Rembrandtfestival. U waant zich in de Gouden Eeuw en loopt temidden van markante personen uit de 17e eeuw. Er worden kluchten opgevoerd en u kunt genieten van optredens van muziekgezelschappen. Bovendien zal de levende Nachtwacht over de stad waken. Hoofdstuk 7: Navolgers Hoofdstuk 8: Leerlingen van Rembrandt Behalve opdrachten gaf Rembrandt ook schilderles. Mensen zeggen dat hij zo'n 2500 gulden per jaar met lesgeven verdiende. Veel leerlingen van Rembrandt werden later zelf beroemd. Hier noem ik er een paar: • Gerard Dou (1613-1675) • Ferdinand Bol (1616-1680) • Govert Flinck (1615-1660) • Carel Fabritius (1622-1654) • Samuel van Hoogstraten (1627-1678) • Nicolaes Maes (1643-1693) Hoofdstuk 9: De nachtwacht Het schilderij de Nachtwacht staat in het Rijksmuseum in Amsterdam. Dit schilderij is heel beroemd. Mensen vanuit de hele wereld komen naar het schilderij kijken. Zelfs Amerikanen en Chinezen komen naar Amsterdam om het schilderij te bekijken. De naam van het schilderij klopt niet helemaal. Want het schilderij heeft niet met de nacht te maken. Wat je ziet is een optocht. Een optocht van de schuttersvereniging van Amsterdam. Aan het hoofd van de optocht staat Frans Banningh Cocq, de kapitein. Naast hem staat zijn luitenant Willem van Ruytenburgh. Daarachter staan de schutters, klaar om te marcheren zodra de kapitein het bevel geeft. Het is al een erg oud schilderij. Het werd geschilderd in het jaar 1641. In die tijd had bijna elke stad een schuttersvereniging. En ze hielden schietwedstrijden met geweren. Het schilderij werd eigenlijk nachtwacht genoemd, omdat Rembrandt donkere kleuren ervoor heeft gebruikt. Dit is een schilderij van de nachtwacht: Hoofdstuk 10: Slot In 2006 is het 400 jaar geleden dat Rembrandt van Rijn werd geboren. Daarom hebben wij de opdracht gekregen om een werkstuk te maken over het leven van Rembrandt van Rijn. Ik heb met veel plezier dit werkstuk gemaakt. Eerst dacht ik dat het een beetje saai is, maar dat viel reuze mee!

REACTIES

I.

I.

ik snap hier niks van

12 jaar geleden

P.

P.

Best goed! Alleen wel een paar spellings foutjes... Jammer!!

9 jaar geleden

B.

B.

ik wou alleen wat weten over etsen van rembrandt maar ik snap sommige dingetjes niet voor de rest een heel goed werkstuk

8 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.