Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Heksenvervolging

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 5e klas vwo | 7000 woorden
  • 7 januari 2004
  • 93 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
93 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
In de Middeleeuwen waren niet-Magische mensen (beter bekend als Dreuzels) doodsbang voor toverkunst, maar slecht in het herkennen ervan. De weinige keren dat ze werkelijk een heks of tovenaar wisten te grijpen, had de brandstapel bovendien geen enkel effect. De heks of tovenaar sprak een simpele Blusbezwering uit en deed of hij of zij krijste van de pijn, terwijl ze in werkelijkheid alleen een zacht gekietel voelden. Bertha het Buitenbeentje vond de brandstapel zelfs zo lekker dat ze zich, in diverse vermommingen, maar liefst zevenenveertig keer liet verbranden. Dit stukje staat op bladzijde 5 uit ‘Harry Potter en de Gevangene van Azkaban’. Mijn interesse in de Harry Potterboeken was voor mij de voornaamste reden om te kiezen voor het onderwerp van dit werkstuk: heksenvervolging. Ik heb me nooit echt beziggehouden met magie, tovenarij of dingen in die richting, maar sinds ik een Harry Potterboek heb opengeslagen ben ik er helemaal weg van. Het leek me daarom héél interessant om eens te kijken naar de non-fictie kant van de hekserij. ik hoop in dit werkstuk meer te weten te komen over de heksenvervolging, hoe deze ontstaan is en wat er aan werd gedaan. Mijn hoofdvraag is: Hoe is de heksenvervolging ontstaan en wanneer hield men er mee op? Magie in de vroege geschiedenis Magie gaat terug tot voor onze jaartelling. Toen de magie ontstond, werd er al duidelijk een verschil tussen zwarte en witte magie duidelijk. Met name de zwarte magie had veel bekendheid; deze was bedoeld om schade aan te brengen. Naast zwarte magie bestaat er ook een goede vorm: de witte magie. Deze magie is erop gericht mensen te genezen en positieve dingen teweeg te brengen. Alle primitieve beschavingen hebben geloofd in bovennatuurlijke krachten die tegenslag, ziekte, onvruchtbaarheid en dood veroorzaakte. Deze bovennatuurlijk krachten konden niet van menselijke aard zijn; er moest een God of een geest zijn. Sommigen mensen geloofden zelfs dat er demonen een rol speelden. Toch werd de schuld van een ‘natuurlijke dood’ vaak gestoken op een tovenaar of heks. Er zit een verschil tussen tovenarij en hekserij. Tovenarij is het totaal aan kennis over bovennatuurlijke krachten of machten, inclusief het gebruik van natuurlijke substanties. hekserij is daarentegen het beheersen en toepassen van iemands innerlijke krachten. Om een voorbeeld in de praktijk te geven: een toveraar zou een vijand uitschakelen door demonen op te roepen; een heks zou een simpele banvloek gebruiken waarmee zij de innerlijke krachten tegen de vijand gebruikt. Het oudste verhaal over magie stamt uit ongeveer 3000 voor Christus en komt uit Egypte. Een ambtenaar die hoog in dienst stond bij de farao hoorde dat zijn vrouw hem ontrouw was geweest met een soldaat. De man maakte een beeldje van een krokodil en sprak er een toverspreuk over uit. Toen de soldaat in de Nijl ging zwemmen, gooide een bediende van de ambtenaar het beeldje in het water. Het beeldje veranderde in een krokodil op ware grootte en at de soldaat op. De afbeelding die rechtsboven te zien is, is een Egyptische band die werd gebruikt als bescherming tegen kwade krachten. De oudste God die de duistere magiërs zou onderrichten werd Set genoemd. Hij werd gezien als de moordenaar van de God van de vruchtbaarheid, als verraderlijke krijger van Horus, een oorlogsgod en begunstiger van buitenlandse binnendringers. Uit afbeeldingen op papyrus wordt Set weergegeven als een figuur die de mensen later als de duivel omschreven. in Europa bestaat er sinds de klassieke oudheid tot vandaag verwarring over de begrippen hekserij, tovenarij en ceremoniële magie. Dit laatste begrip houdt in dat er bijeenkomsten worden georganiseerd om geesten te vragen mee te helpen aan een goed of kwaad doel. In het oude Griekenland beheerste een magiër alledrie deze vormen. In de praktijk werden deze met name toegepast om de seksuele verlangens bij iemand uit te bannen of juist te verergeren. In Nieuw-Engeland konden heksen de varkens van de buren doden of de gewassen vervloeken. De rituelen die in deze beschaving werden gebruikt om een duistere Godin op te roepen, zouden zo’n 2000 jaar later een bewijsstuk zijn voor de beschuldiging van het ‘heks-zijn’, zoals in de oude heksenprocessen staat geschreven.
Tussen magie en heksenangst De vormen van magie zijn duizenden jaren meegegaan, en er werd steeds op een andere manier tegenaan gekeken. De grootste verandering kwam toen in 1487 het eerste officiële boek over heksenvervolging: de ‘Heksenhamer’ (originele titel: Malleus Maleficarum) verscheen. In dit boek werd nauwkeurig geschreven hoe je heksen uit moest roeien. Een citaat uit dit boek: “Pas in onze tijd kwam de allerverderfelijkste ketterse sekte van de heksen op. In tegenstelling tot de heksen van vroeger tijd wijden moderne heksen zich vrijwillig met lichaam en ziel aan de duivel. Zij sluiten met hem een verbond, dat gezien moet worden in het licht van het spoedig te verwachten einde der tijden. Met het einde daarop zoekt het Duivelsrijk naarstig uitbreiding. De bruikbaarste wapens in de strijd tegen het Godsrijk zijn de wellustige vrouwen die vanwege hun onkuise begeerten bereid zijn zich totaal aan de duivel te geven en met hem te boeleren.” Naast het paren met de duivel worden er in dit boek nog meer kenmerken van een heks genoemd. Zij dood ongeboren en pasgeboren kinderen, het liefst voordat zij gedoopt zijn. Ook verleidden de heksen mannen die een afkeer hadden tegenover zijn eigen vrouw, en kwam de man door seksueel contact ook in contact met de Duivel. Tevens behoren heksen ervoor te zorgen dat het Duivelsrijk wordt uitgebreid, want hiervoor zullen zij worden beloond. Veel bewijzen voor het bestaan van de ‘sekte’, zoals het in het boek wordt genoemd, kunnen worden teruggevoerd naar de maatschappelijke problemen uit die tijd. Er werd bijvoorbeeld wijsgemaakt dat de heksen een straf van God waren. Dit werd niet direct gelooft; immers, God kon ook plagen op de bevolking afsturen om Zijn mensen te straffen. Vlak voor het verschijnen van de Heksenhamer was er een grote graancrisis geweest (tussen 1481 en 1483) die nog vers in het geheugen stonden. Ook werd er gezegd dat als God de Duivel toestond om mensen ongeluk te brengen zou hij geen heksen gebruiken. In de Bijbel staat het verhaal van Job, een man die alles had, maar alles verloor dankzij Satan. het enige wat Satan hem niet mocht ontnemen was zijn leven. De Christenen maakten hieruit op dat Satan geen heksen nodig had voor het onheil. Het laatste argument tegen de Heksenhamer was, dat ziektes ook een onbekende natuurlijke oorzaak konden hebben. De schrijvers van de Heksenhamer laten het daar niet bij zitten; zij reageerden op dit laatste argument met drie redenen. Als (1) een arts geen diagnose van de ziekte kan opmaken van de uiterlijke kenmerken, (2) de ziekte ongeneeslijk blijkt te zijn of (3) de ziekte breekt plotseling uit, dan zou er sprake zijn van hekserij en Duivelse krachten. Met deze tegenaanval van de schrijver begonnen meer en meer mensen hierin te geloven; aan het einde van de 15e eeuw nam het aantal geslachtsziekten explosief toe en werd syfilis ook de ‘ongeneeslijke ziekte’ genoemd. Terwijl de discussies, ontstaan uit dit boek, doorgaan, breekt er een tijdpark van armoede, ziekte en voedselschaarste aan. Het was niet de eerste keer dat het Christendom zo’n dieptepunt kende; er was al meerdere malen sprake geweest van onwelvarende periodes. Voorgaande keren kregen de Joden daar de schuld van. Maar ditmaal was het de eerste keer dat het gedrag van de vrouw de zondebok werd waar angst en agressie op werd afgereageerd. Men was vooral angstig voor de macht die een heks individueel of in een groep uit kon oefenen. Zo kon een heks ervoor zorgen dat ongeboren kinderen sterven. Dit zorgde er ook voor dat de kinderen van deze vrouw, en dan met name de dochters, verdacht werden van hekserij. Ook is men angstig voor de heks als minnares. Echtgenotes vrezen voor de minnaressen van hun man; zij kunnen immers gemakkelijk invloed uitoefenen op de man. Voortdurend dreigt het gevaar dat de minnares (als heks) de man uiteindelijk zal offeren voor de duivel. De angst voor de heksen wordt, nog steeds door de schrijvers van de Heksenhamer, samengevat met de begrippen ‘verstand, wil, geheugen, begeerte’. Wat verstand betreft is de vrouw inferieur. De algemene benaming voor de vrouw, ‘femina’, is daar ook van afgeleid: het zou betekenen dat de vrouw minder (=minus) gelooft (=fe, van fidus). Wat wil betreft is het opvallend dat vrouwen liefde in haat kan veranderen. De heksen willen zo graag aan de macht komen, dat het geheugen wordt aangetast. Zij krijgt een selectief, dus onbetrouwbaar geheugen. De macht stijgt hen naar het hoofd; getrouwde vrouwen streven ernaar hun echtgenoten tot slaaf te maken. Zijn zij later eenmaal weduwen, dan stijgt de trots naar het hoofd. Maar zij willen niet alleen op persoonlijk vlak heersen; soms brengen zij hele rijken ten onder, denk maar aan Cleopatra. Dan de begeerte; de wellust van de vrouw is onverzadigbaar. Om de wellust te bevredigen laat zij zich zelfs met demonen in. Zo zien we het patroon ‘verstand, wil, geheugen en begeerte’ steeds terugkomen. De vrouwenmacht gaat nog iets verder terug in de geschiedenis. De beeldende kunst uit de 15e en 16e eeuw laat zien dat er al eerder gestreden werd; het ging hier met name om de strijd om de broek. De vrouwen willen ook broeken dragen. Tevens is het rollenpatroon in de loop der jaren aangesterkt: universiteiten zijn er voor mannen, vrouwen zitten in de zorg. Geen wonder dat de vrouw zodanig probeert te emanciperen dat zij ook een toekomst heeft. De kern van de vrouwenmacht ligt in ‘verleiding, voortplanting en opvoeding’. Het geloof beval de burger kuis, ingetogen en gehoorzaam te zijn, en dan in het bijzonder de vrouwen. De heksenleer uit de 15e eeuw kan worden gezien als manier om de toenemende vrouwenmacht in te perken. Het begin van de heksenvervolging Tijdens de overgang van de Middeleeuwen naar de Nieuwe Tijd werd het duivelsbeeld steeds angstaanjagender. Dit is met name te zien in op de schilderijen over Het Laatste Oordeel: de duivel neemt steeds weer nieuwe gedaantes aan. Hier maken de heksen volgens de heksenleer dan ook telkens weer gebruik van. Het rijk van de duivel werd alsmaar gruwelijker voorgesteld; geen wonder dat de bevolking angstig werd voor alles wat met de duivel in verband zou kunnen staan. Net als de duivel was de heks hét voorbeeld van de rebel. Of degenen die van hekserij werden beschuldigd ook daadwerkelijk opstandelingen waren, deed er vaak niet eens toe. Er kwamen meer en meer beschuldigingen; de heks maakte zich schuldig aan majesteitsschennis of hoogverraad jegens God, ze was duivelaanbidster en lid van een reusachtige politieke samenzwering, ze maakte deel uit van een beweging die de wereld op zijn kop wilde zetten waarbij de indeling van God helemaal door de war zou worden geschopt, ze zou de morele normen verwerpen. In de loop der tijd werden de beschuldigingen steeds zwaarder. Een heks zou een persoon zijn die mensen zo veel mogelijk pijn zou willen door, door bijvoorbeeld water en ongebluste kalk in iemand neusgaten te gieten, het omhoog en omlaag rollen van een pen met dolkachtige punten op iemands rug, het uitsteken van iemand ogen, het afsnijden van iemands oren, het fijnknijpen van de mannelijke geslachtsdelen en het verbranden van brandewijn of zwavel op iemands lichaam. Rond 1500 kwam het humanisme in een opmars. Het humanisme legt de nadruk op zelfstandig denken en kritisch zijn. Helaas beperkte deze stroming zich slechts tot de elite, waardoor de heksenvervolgingen niet tegen gehouden konden worden. Integendeel; het aantal nam zelfs toe. De grootste reden van de opkomst van de heksenvervolging is veel eenvoudiger dan het lijkt: het was de angst voor rebellie en oproer. Het is geen toeval dat de vroegste beschrijvingen van het heksensabbat aan het einde van de veertiende eeuw ontstonden, want een golf van sociale opstanden overspoelde Europa. In de 16e eeuw kwam er een scheur in het Christendom; er werd onderscheid gemaakt tussen de Rooms-katholieken en de Protestanten. In dit conflict noemen de katholieke leiders hun tegenstanders ‘dienaars van de duivel’. Dit leidde ertoe dat talloze strijders de naam ‘heks’ naar hun hoofd werden geslingerd; de heksen zouden immers de duivel dienen. Op den duur werd de reformatie doorgevoerd. Er werd al langer gestreefd naar een hervorming van de structuur waardoor de kerk niet kon worden aangetast, en deze leek nu op te komen. De belangrijkste doelen voor de katholieke hervormers waren het uitbannen van de corruptie binnen de kerk, de opleiding van de geestelijkheid, de bezieling en versterking van het geloof van de leken en het terugwinnen van de toewijding van de aan het protestantisme verloren gegane personen en gemeenschappen. Door deze verandering kreeg de kerk meer macht, maar er bleef een strijd tussen de Rooms-katholieken en protestanten bestaan. De Protestanten noemden hun tegenstanders ‘heksen’, en dat gebeurde ook vice versa. Het woord ‘heks’ werd in dit geval gelijk gesteld aan ‘ketter’, en een ketter is een persoon die tegen de regels van de kerk ingaat of protesteert. Nog een punt, dat niet een directe oorzaak is, maar zeker een steuntje in de rug: de armoede. Er braken ziektes uit onder de bevolking, de hygiëne ging achteruit (voor zover deze er al was), men leefde in armoede en de doktoren stonden voor een raadsel. In een paar decennia tijd was de bevolking met één derde teruggelopen. Geen wonder dat de bevolking in paniek raakte. Alle omstandigheden samengenomen was het tijdperk van de heksenvervolging aangebroken. Om alles nog eens kort samen te vatten: Het duivelsbeeld verbreedde: de duivel kon steeds meer gedaantes aannemen en er werden steeds meer dingen op duivelse krachten gestoken. Er was angst voor rebellie en zowel de duivel als een heks werden gezien als het ultieme voorbeeld van het rebel. Het humanisme kwam in een opmars, maar omdat dit slechts tot een kleine elite doordrong had het nog geen effect. Er kwam een scheur in het Christendom: de protestantse en de rooms-katholieke stroming ontstond en deze groepen stonden pal tegenover elkaar. In ruzies beschuldigden zij elkaar van ketterij en hekserij, waardoor executie van zogenaamde ‘heksen’ goed werd gekeurd door de bevolking. De armoede moest ergens aan te wijdden zijn; er moest een zondebok zijn. Ongeneeslijke ziektes werden verklaard door hekserij. Enkele andere oorzaken, die toen de heksenvervolging eenmaal op gang was gekomen een grote rol speelden: De definitie van het begrip ‘heks’ was erg breed. Bijna iedere vrouw kon worden verdacht van hekserij vanwege haar uiterlijk, hobby of kennis. Het aangeven van een heks kon heel makkelijk gebeuren en in bijna alle gevallen leidde het onderzoek tot de brandstapel. Dit zorgde ervoor dat iedereen die een hekel aan een persoon had, deze zo kon opgeven om er vanaf te zijn. Het wereldbeeld veranderde. Er was een grote ontwikkeling op gebied van wetenschap. Verlangen naar kennis groeide, maar daardoor groeide ook de angst voor het onbekende. En alles wat nog niet verklaard kon worden, werd verklaard aan de hand van bijgeloof. In tijden van oorlog en ellende is het gemakkelijk een heks te veroordelen, om dat het gerechtelijk apparaat niet altijd goed werkt. Er kan dus zonder veel moeite iemand ten dood worden veroordeeld. Er was weinig verzet tegen de heksenvervolgingen, aangezien iedereen die protesteerde ook zou worden gezien als voorstander van hekserij en uiteindelijk ook op de brandstapel terecht zou komen. Door de vreselijke martelingen die de heksen moesten worden ondergaan, legden de vrouwen gemakkelijk een verklaring af om zo van de pijn af te zijn. Ook werden ze gedwongen namen te noemen, waardoor er zo nog een heleboel (onschuldige) vrouwen konden worden opgepakt. Herkennen van een heks Er zijn veel vooroordelen over heksen. Ze hebben vettig grijs haar, een kromme neus en een pukkel op hun kin, bijvoorbeeld. Als inleiding van dit onderwerp zou ik graag een stukje willen citeren uit ‘De Heksen’, geschreven door Roald Dahl. De volgende avond nam mijn grootmoeder mij na mijn bad mee naar de woonkamer, voor nog een verhaaltje. 'Vanavond,' zei de oude vrouw, 'zal ik je vertellen waaraan je een heks kunt herkennen als je er een tegenkomt.' 'Kun je het altijd zeker weten?' vroeg ik. 'Nee,' zei ze, 'dat kun je niet. En dat is nou juist het probleem! Maar je kunt het wel vaak raden.' Ze liet de as van haar sigaar op haar schoot vallen en ik hoopte maar dat ze niet in brand zou vliegen voor ze me had verteld waar je een heks aan kunt herkennen. 'In de eerste plaats,' ze zei, 'draagt een echte heks altijd handschoenen wanneer je haar tegenkomt.' 'Toch zeker niet altijd,' zei ik. 'Toch niet zomers wanneer het heet is?' 'Zelfs in de zomer,' zei mijn grootmoeder. 'Ze moet wel. Wil je weten waarom?' 'Waarom dan?' vroeg ik. 'Omdat ze geen nagels aan haar vingers heeft. In plaats van nagels heeft ze dunne gekromde klauwen, net als een kat en ze draagt handschoenen om die te verbergen. Maar ja, heel wat keurige dames dragen handschoenen, zeker 's winters, dus zoveel heb je daar niet aan.' 'Mamma droeg ook altijd handschoenen,' zei ik. 'Niet binnen,' ze mijn grootmoeder. 'Heksen hebben zelfs binnenshuis handschoenen aan. Ze doen ze alleen uit wanneer ze naar bed gaan.' 'Hoe weet jij dat allemaal', grootmoeder?' 'Val me niet in de rede,' zei ze. 'Neem het alleen maar goed in je op. Het tweede dat je moet onthouden, is dat een echte heks altijd kaal is.' 'Kaal?' vroeg ik. 'Zo kaal als een hardgekookt ei,' zei mijn grootmoeder. Dat schokte me diep. Er zat iets onfatsoenlijks in het idee van een kale vrouw. 'Waarom zijn ze kaal grootmoeder?' 'Vraag me niet waarom,' snauwde ze. 'Maar je kunt van mij aannemen, dat er geen enkel haartje groeit op een heksenschedel.' 'Wat afschuwelijk!' 'Walgelijk,' zei mijn grootmoeder. 'Als ze kaal zijn kun je ze gemakkelijk herkennen,' zei ik. 'Helemaal niet,' zei mijn grootmoeder. 'Een echte heks draagt altijd een pruik om te verbergen dat ze kaal is. Ze draagt een eerste klas pruik. En het is bijna onmogelijk een eerste klas pruik van echt haar te onderscheiden, tenzij je er aan trekt om te zien of hij los zit.' 'Dat zal ik dan moeten doen,' zei ik. 'Doe niet zo mal,' zei mijn grootmoeder. 'Je kunt toch niet iedere dame die je tegenkomt aan haar haar gaan trekken. Probeer maar eens, dan zie je wel wat er gebeurt.' 'Dus daar heb je ook niet veel aan,' zei ik. 'Aan die dingen op zich heb je niet zoveel,' zei mijn grootmoeder. 'Maar wanneer je ze bij elkaar optelt, dan komt er wel iets uit. Bedenk wel,' vervolgde ze, 'die pruiken vormen een groot probleem voor heksen.' 'Wat voor probleem, grootmoeder?' 'Je hoofdhuid gaat er ontzettend van jeuken,' zei ze. 'Zie je, wanneer een toneelspeelster een pruik draagt, of wanneer jij of ik een pruik zouden dragen, dan zetten we hem op over ons eigen haar heen, maar een heks draagt hem zomaar op haar blote hoofd. En de onderkant van een pruik is altijd heel ruw en kriebelig. De huid gat er vreselijk van jeuken. Ze krijgt er gemene wondjes van op haar hoofd. Pruik-uitslag noemen heksen dat. En dat kan jeuken!' 'Waar kan ik een heks nog meer aan herkennen?' vroeg ik. 'Kijk naar haar neusgaten,' zei mijn grootmoeder. 'Heksen hebben iets grotere neusgaten dan gewone mensen. De rand van elk neusgat is roze en gewelfd, zoals de rand van sommige schelpen.' 'Waarom hebben ze zulke grote neusgaten?' vroeg ik. 'Om beter te kunnen ruiken,' zei mijn grootmoeder. 'Een echte heks kan verbazend goed ruiken. Zelfs in een stikdonkere nacht kan ze een kind aan de overkant van de straat ruiken.' Natuurlijk zijn dit allemaal vooroordelen; aan het uiterlijk van een verdachte kun je niet zien of ze een heks is of niet. Wel zijn er een heleboel andere beschuldigingen, waarvan de meeste zijn ontstaan in het boek ‘de Heksenhamer’: Heksen werden over het algemeen ervan beschuldigt, dat ze… hagel, stormen en gevaarlijk weer veroorzaken mannen, vrouwen en dieren onvruchtbaar maken zich onzichtbaar maken en dan kinderen doe met hun moeder een wandeling maken in het water gooien paarden kunnen doen steigeren totdat ze hun berijder eraf gooien de geest van rechters zodanig beïnvloeden, dat deze hen niet veroordelen. zichzelf en anderen de kracht kunnen geven te blijven zwijgen gedurende martelingen martelingen niet voelen handen kunnen laten beven, verborgen en verloren zaken kunnen laten zien alsof ze aanwezig zijn de toekomst kunnen voorspellen de geest van iemand zodanig kunnen verstoren en daardoor haat en liefde kunnen opwekken mensen kunnen doden met bliksem en donderdag mensen de moet kunnen ontnemen om zich voort te planten kunnen ervoor zorgen dat mensen een miskraam krijgen zonder daar een tastbaar middel voor hebben gebruikt ongedoopte kinderen aan de duivel offeren zich door de lucht kunnen verplaatsen zonder gezien te worden kunnen mensen vermoorden door ze aan te kijken
Vaak beginnen de beschuldigingen van hekserij bij één persoon. Dat zal vaak een vrouw zijn die geestelijk niet 100% is, een persoon die een opvallend kenmerk aan zijn uiterlijk heeft (bijvoorbeeld bult op de rug e.d.) of iemand die veel verstand had van geneeskrachtige kruiden. Al snel werden de geruchten doorgegeven in het dorp en werd de persoon uitgemaakt voor ‘heks’. Als een vrouw eenmaal is beschuldigd van heks-zijn wordt onderzoek gedaan naar de waarheid. Vaak werd dit niet serieus gedaan; immers, het volk moest veilig zijn voor de duiven en onheil, dus de heks werd 9 van de 10 keer zonder fatsoenlijk onderzoek veroordeeld. Vaak werd de heks veroordeeld op grond van een van bovenstaande redenen. Toch kreeg de heks nog een zogenaamd ‘eerlijk’ proces. Dat staat te lezen in het volgende hoofdstuk. Het proces In eerste instantie was een heks nog niet gelijk ter dood veroordeeld. De kerk had een grote rol gespeeld bij het vormen van het beeld van de heks, maar het was niet haar bedoeling alle heksen uit te roeien, want zij wilde ook een poging wagen om de heksen tot inkeer te brengen. Eerst werd de verdachte op een normale wijze ondervraagd. Vaak leidde dit nergens toe omdat de verdachte in bijna alle gevallen onschuldig was. Daarom werden er vaak martelingen toegepast om de heks te laten bekennen. Vaak zijn dit de gruwelijkste dingen. Eén voorbeeldje: de verdachte werd opgehangen aan een paar touwen boven een vlijmscherpe punt. Als ze niet wilde bekennen of antwoord wilde geven op een vraag, lieten ze haar zakken of slingerden ze haar heem en weer, zodat de punt haar hele lichaam open haalde. Een ander methode is de verdachte dagenlang van zijn slaap onthouden, waardoor deze persoon begint te hallucineren en uiteindelijk bekend. Ook werden er methodes gebruikt als het ophangen van de verdachte aan de armen, het uitrekken van het lichaam op een pijnbank of er werden duimschroeven (zie afbeelding links) gebruikt. Er waren wel regels gesteld aan martelingen: het mocht maar één keer gebeuren. Natuurlijk vond iedere beul wel omslachtige wijzen om zich aan de regel te houden, maar de verdachte wel dagen, soms weken te blijven martelen. Ze gaven als excuus dat ze ’s nachts een tussenpauze maakten en niet stopten met de martelingen. Het gebeurde dus eigenlijk altijd dat de heks bekende, ook al was ze onschuldig, want de pijn tijdens de martelingen was onverdraaglijk. Als de heks niet wilde bekennen werden er andere methodes toegepast. Er werden dan verschillende proeven gedaan met de verdachten om te bewijzen dat zij een echte heks was. Een bekende proef is de waterproef. De vrouw kreeg een steen om haar nek gebonden en werd in het water gegooid. Als zij een heks was, dan kon ze vliegen en zou ze dus blijven drijven. Ook zou ze vol zitten met kwade geesten en ook die wegen niet veel. Als ze geen heks was, dan zou ze zinken. Maar nooit gebeurde het dat een vrouw bleef dreven, want vanwege de zware molensteen verdronk ze toch, onschuldig of schuldig. Een andere proef is het gewicht van de heks. Een verdachte kan worden gewogen op de heksenwaag. Eerst moest de heks helemaal worden uitgekleed. Dan werd gecontroleerd of ze geen zware voorwerpen bij zich had. Vervolgens kreeg ze een linnen jurk aan, waarna ze kon worden gewogen. Wie onder de 50 kilo woog, zou een heks zijn. Woog je meer dan 50 kilo, dan kreeg je een bewijs mee zodat men je niet kon beschuldigen. De bekendste heksenwaag stond, en staat nu nog steeds, in Oudewater. Deze waag is gebouwd in 1482. Hier kwamen mensen uit alle landen om zich te laten wegen. Karel V verleende de waag in 1545 het recht om een certificaat uit te schrijven waardoor de vrouw voor eens en altijd had bewezen dat ze geen heks was. Voor een vergoeding van f6,50 kon je je laten wegen. De heksenwaag stond bekend om zijn eerlijkheid. De waagmeesters waren niet om te kopen en ze wogen eerlijk, waardoor je niet zo snel te licht was. De waagmeesters gaan uit van de volgende redenering: iemand moet evenveel pond wegen als de lengte boven de 100 centimeter. Een persoon van 170 cm mocht dus 70 kilo wegen. Een andere methode was het ‘prikken’: een heks zou, als bewijs van haar verbond met de duivel, een litteken of moedervlek op haar lichaam hebben die ongevoelig was. Als er met een naald in die plek zou worden gestoken dan bloedt de heks niet en voelt zij ook geen pijn. In het eerste geval, met de waterproef, is vrijwel iedereen verdronken; het was immers onmogelijk om boven te blijven met een steen rond de nek. Als met de weegproef werd uitgewezen dat de vrouw een heks was, werd zij ter dood veroordeeld. Manieren van executie De standaardmethode om een heks te executeren was de brandstapel. Het was in feite heel simpel: een vrouw werd vastgebonden aan een paal, er werden stukken hout om en op haar gelegd en dit werd aangestoken. Hiermee was de stad gereinigd van het onheil. Ook werd het gezien als een offer aan de goden. Tevens beweerde men dat ze tijdens de verbranding de duivel uit het lichaam op zagen stijgen. Maar naast deze manier van executeren werden heksen nog zwaarder gestraft en op lugubere wijzen om het leven gebracht. Ik heb vijf methodes gevonden die ik zo globaal mogelijk zal omschrijven. De verdachte moet op zijn of haar rug op de grond gaan liggen. Eerst wordt de persoon vastgebonden, zodat hij niet kan bewegen. Dan wordt er een snee gemaakt onder de navel. Dit moet zodanig gebeuren dat alle organen in tact blijven. Er wordt dan een klein stukje darm uitgehaald en aan een haspel bevestigd. Vervolgens wordt de haspel heel langzaam aangedraaid en rolt de darm zich op om de haspel. Als alles er uit is zal het slachtoffer eindelijk doodgaan, maar het merendeel van het proces is helemaal te voelen. Bij een andere methode wordt het slachtoffer vastgebonden op een schuine plank, met de voeten naar beneden gericht. De persoon wordt gedwongen water te drinken. Er wordt een trechter in de mond geplaatst en de neus wordt dichtgeknepen, dus er moet worden gedronken als het slachtoffer lucht wil krijgen. Het water drinken gaat net zolang door tot de maag helemaal vol zit en er absoluut niets meer bijkan. Vervolgend wordt de plank waarop de persoon ligt omgedraaid waardoor het hoofd zich aan de onderkant bevindt. Het gewicht van de maag zal zwaar op de longen en het hart drukken. Als de persoon nog niet onderdoor gaat aan de pijn wordt er net zolang op de buik geslagen tot het slachtoffer bezwijkt. Een andere gruwelijke manier van executeren lijkt op de brandstapel. Er wordt echter niet met vlammen gewerkt, maar met gloeiende kolen. Net als bij de brandstapel wordt de heks vastgebonden aan een paal. Anders dan bij een normale brandstapel worden er geen takken om de persoon heen gelegd, maar kokende kolen. Deze worden steeds weer vervangen door hete exemplaren. De persoon blijft dus de intense hitte aan zjin voeten voelen. De hete kolen veroorzaken het langzaam gaan koken van het lichaam, in plaats van het in één keer wegbranden van het lichaam. Eerst brandt de huid langzaam weg, vervolgens begint het vlees te verrassen. Op den duur is het enige dat overblijft bot. Het proces begint bij de voeten, dan de benen, dan de romp en vervolgens het hoofd; het slachtoffer is zich dus bewust van de verrassing tot het bij zijn hoofd komt. De volgende populaire methode waarmee veel heksen zijn gestorven is vreselijk luguber. Een houten of stalen pin wordt in de anus aangebracht. Het lichaam wordt dan rechtovereind gezet. Door het gewicht van het lichaam zal de pin héél langzaam steeds verder het lichaam ingaan, totdat het er aan de andere kant weer uitkomt. Vaak gebeurde het dat de persoon voorover ging buigen, waardoor de pin ongeveer halverwege de buik eruit kwam en vervolgens langzaam het hart of de longen geperforeerd doordat de pin weer terug het lichaam ingaat. Af en toe komt de pin mooi recht door de mond naar buiten, maar meestal eindigt de pin door de schouder. Het gebeurt regelmatig dat het spiesproces wordt overleefd, maar erg lang heb je dan niet meer te leven. De laatste executie bij heksen is het wiel. De pijn zal zo gruwelijk zijn dat de persoon wenst te sterven, maar dit kan dagen, som weken duren. De persoon wordt naakt tegen een aantal blokken hout aangeduwd. Vervolgens wordt het hout in een cirkel geslagen. De botten versplinteren door de onnatuurlijke vorm die ze aan moeten nemen. Het wordt heel zorgvuldig gedaan zodat de heks niet per ongeluk sterft voordat ze goed en wel vast in het wiel zit. Vervolgens wordt het slachtoffer buiten weggezet, in de brandende zon of de vriezende kou, totdat de dood haar komt halen.
Waarom heksen vrouwen zijn Een groot deel van de heksen was vrouw. De mannen die al verdacht werden waren dat niet van hekserij, maar vaak van het weerwolf zijn. Waarom werden er dan eigenlijk alleen vrouwen verdacht? Hekserij is een voortvloeisel uit het sjamanisme, een vorm van magie die wordt beoefend door mannen, maar toch worden met name vrouwen als heks gezien. Ongeveer 80% van de veroordeelde heksen waren vrouwen. De eerste reden hiervoor is het vrouwenarbeid. Vaak beoefende vrouwen verzorgende beroepen en hadden zij dus invloed op de gezondheid van de mensen. Als een persoon dan ineens zie wordt wil hij of zij de schuld op iemand steken en kiest dan de verzorgende vrouw als zondebok. Een andere reden is dat de vrouw ondergeschikt is aan de man. Kijk maar naar het verhaal van het Paradijs, Adam kwam eerst, en uit zijn rib werd Eva gemaakt. Hieruit werd vaak ten onrechte geconcludeerd dat de vrouw dommer en zwakker is. Zij zou ook eerder toegeven aan haar lusten (denk maar aan de slang die Eva verleid een appel te laten eten) en zou zich dus eerder laten verleiden tot contact met de duivel of een demon. Ook was de vrouw minder op maatschappelijk gebied, ze had minder invloed en minder belangrijke relaties. Ze waren erg kwetsbaar en zouden dus magie gebruiken om zichzelf te beschermen. Niet alleen vrouwen, maar ook arme en alleenstaande mensen werden gemakkelijker verdacht van hekserij. Er werd gedacht dat deze mensen door middel van magie de rijkdom die ze moesten missen konden compenseren, zodat zij toch de dingen kregen die ze eigenlijk niet konden krijgen. Een andere reden voor het vooroordeel dat heksen vrouwen zijn, is dat de meeste verdachten ouder zijn dan 50 en dat was in die tijd bejaard. Een bejaarde is vaak minder gezond en versleten en ook niet altijd helder van geest. Ze hebben dan ook regelmatig conflicten met de omgeving. Hun zachte gemompel van gefoeter zou evengoed een vervloeking of toverspreuk geweest kunnen zijn. Bekende processen Al speurend naar informatie kwam ik een site tegen over heksenprocessen in Arnhem. Om een duidelijk beeld te geven met oorzaken en namen zal ik er hier enkele neerzetten. 1408: Het eerste heksenproces vond plaats. De vrouwen Mechteld en Stijnken werden verdacht van hekserij en werden gevangen genomen. Mechteld werd even later vrijgelaten, maar Stijnken werd berecht. 1423: Twee vrouwen werden wegens toverij en vergiftiging naar de hertog in Arnhem gebracht. Het is onbekend wat er daarna met ze is gebeurd. 1548: Jacob Judoci de Rosa werd op verdenking van toverij. Hij zou een ring bezitten waar de duivel in verborgen zat. Ook bezat hij boeken met toverformules. Hij bekende alles zonder gemarteld te worden. De ring moest worden stukgeslagen en de boeken werden verbrand. De man zelf werd verbannen uit de stad. 1550: Jochum Bosch beschuldigde enkele vrouwen van het heks-zijn, maar toen bleek dat hij zelf een tovenaar was werd hij verbannen. 1555: Drie heksen werden verbrand in Nijmegen. 1557: Twee heksen werden verbrand. Jocoba Geriits werd ook veroordeeld vanwege hekserij en tot de brandstapel veroordeeld. Bijzonder was dat bij deze executie de beul ook gewond raakte. De wind draaide en het vuur en kwam bij enkele toeschouwers. 1575: In Arnhem zou een duivel geboren zijn. Het verhaal, geschreven in 1576, gaat als volgt: Ondanks dat zijn vrouw zwanger is, bezoekt een rijke Arnhemmer regelmatig het bordeel. Zijn vrouw zoekt hem daar op en maakt daar flink ruzie met hem. Hij wil zijn vrouw te lijf gaan, maar zijn vrienden houden hem tegen en vragen hem rekening te houden met de zwangerschap van zijn echtgenote. De man daarop zegt: “Voor mijn part is ze zwanger van een duivel.” Waarop de vrouw antwoordt:’ Ik wou dat het waar was.” De vrouw gaat terug naar huis en op 23 november 1575 bevalt zij. Onder verschrikkelijke weeën komt een afgrijselijk monster ter wereld: geheel begroeid met lang zwart haar met een spierwitte kale buik. In plaats van benen heeft het poten als van een pauw, de handen zijn lange klauwen en het draagt een lange staart. De mond is een kraaiensnavel, de ogen als vurige fakkels en op het hoofd twee horens. Het monster ontsnapt uit de handen van de vroedvrouw, maar gelukkig weet men het tussen twee bedden ter dood te brengen door het te verstikken. 1582: Weyndell van Dillen werd uit het hof verbannen omdat ze hekserij beoefende. 1594: Merry Rembolt uit Eimeren werd wegens toverij veroordeeld tot wurging en verbranding. Ook werd een schoenmaker, Arnt van Voerthuysen, gegeseld, zijn rechteroor afgesneden en verbannen omdat hij beweerde contact te hebben met de duivel en hij kon zijn of dieren betoverd waren. Ook werd Ael van Essen verdacht van toverij. Toen vijftien vrouwen klaagden over haar werd zij verbannen. 1595: Het bekendste proces vond plaats. Hans Poeck werd door zijn eigen dochter aangeklaagd. De vader zou van plan zijn geweest het huis van zijn dochter in brand te steken en haar kinderen te doden. Hij zou ook de herbergierster Neeltje hebben betoverd. Tevens zou hij weerwolf zijn. De man vroeg om de waterproef, maar dat werd geweigerd. Hij bekende daarna voor de rechtbank alles. Hij zou een doekje bezitten dat blonk als goud maar stonk als modder. Wanneer hij dit doekje op zijn hoofd legde zou hij in een weerwolf veranderen. Het Hof veroordeelde hans Poeck op 7 augustus 1595 tot de doodstraf ”om aen een staeke, na dat hij eerst daer aen geworcht sal sijn, gebrant te worden, sulx dat die doot daerna volghe”. Dat betekent vrij vertaald: eerst aan een paal gewurgd en daarna verbrand. 1601: Anna Sturms zou bekend staan om haar tovenarij. Ondanks martelingen ontkende ze tovenares te zijn. Ze werd uiteindelijk verbannen, maar toen ze de stad verliet werd ze met sneeuwballen en stenen bekogeld. In Arnhem zou in 1575 een duivel geboren zijn. Het verhaal, opgetekend in 1576, gaat als volgt: Ondanks dat zijn vrouw zwanger is, bezoekt een rijke Arnhemmer regelmatig het bordeel. Zijn vrouw zoekt hem daar op en maakt daar flink ruzie met hem. Hij wil zijn vrouw te lijf gaan, maar zijn vrienden houden hem tegen en vragen hem rekening te houden met de zwangerschap van zijn echtgenote. De man daarop zegt: “Voor mijn part is ze zwanger van een duivel.” Waarop de vrouw antwoordt:’ Ik wou dat het waar was.” De vrouw gaat terug naar huis en op 23 november 1575 bevalt zij. Onder verschrikkelijke weeën komt een afgrijselijk monster ter wereld: geheel begroeid met lang zwart haar met een spierwitte kale buik. In plaats van benen heeft het poten als van een pauw, de handen zijn lange klauwen en het draagt een lange staart. De mond is een kraaiensnavel, de ogen als vurige fakkels en op het hoofd twee horens. Het monster ontsnapt uit de handen van de vroedvrouw, maar gelukkig weet men het tussen twee bedden ter dood te brengen door het te verstikken. Einde van de heksenvervolging Aan het einde van de zeventiende en het begin van de achttiende eeuw liep het aantal heksenvervolgingen eindelijk terug en hield het op den duur op. In Nederland was het aantal heksenvervolgingen al in het begin van de 17 eeuw aan het teruglopen. De voornaamste reden hiervan was de nieuwe denkwereld. De tijd van de Verlichting brak aan; het verstand werd verheerlijkt. Alles draaide om het verstand en zelf denken. De Verlichting zette mensen aan te twijfelen over de opvattingen over hekserij. Steeds meer mensen konden lezen en ze kwamen tot de conclusie dat het heelal op een logische manier in elkaar zat. Er was geen reden om aan te nemen dat er zoiets als het ‘bovennatuurlijke’ bestond. De dominee Balthasar Bekker was een grote voorstander van het nieuwe denken. Hij zorgde ervoor dat de manier van denken in Nederland werd veranderd door de uitgave van zijn boek ‘de betoverde weereld’. Hij ontkende het bestaan van de duivel niet, maar volgens hem was de duivel in de hel opgesloten en kon hij het leven op aarde niet beïnvloeden. Het boek wist de heksenvervolgingen niet helemaal te beëindigen, maar de rechtspraak werd wel eerlijker en de heksen hadden recht op een fatsoenlijk proces. Er kwamen nieuwe wetten en martelingen werden afgeschaft. De belangrijkste juridische veranderingen: er werd geëist dat er harde bewijzen moesten komen voor de Heksenhamer en het Duivelspact er kwamen strengere regels over folteren (martelen) er kwam een afkondiging van verordeningen die heksenvervolgingen beperken of verboden. Na enkele decennia werd heksenvervolging in vrijwel heel Europa verdwenen. Het volk hield in het begin nog wel vast aan de traditionele gedachten, maar op den duur verbeterde de financiële situatie, waren er minder misoogsten en andere rampen. Ook de hygiëne in ziekenhuizen werd langzaamaan beter waardoor er minder baby’s dood geboren werden. Het volk had steeds minder redenen om de heksen te beschuldigen. Cijfers In enkele boeken trof ik tabelletjes aan met overzichten van het aantal berechte personen wegens hekserij. Ik heb ze in dit hoofdstuk opgenomen. Terechtstellingen in verschillende regio’s: Regio Periode Berechte personen Terechtstellingen in aantallen Terechtstellingen in procenten
Fribourg 1607-1683 162 53 33
Genève 1537-1662 318 68 21
Neuchâtel 1568-1677 341 214 63
Pays de Vaud 1537-1630 102 90 90
Luxemburg 1509-1687 547 358 69

Graafschap Namen 1509-1646 270 144 54
Guernsey 1563-1634 78 33 46
Noord-Frankrijk 1542-1679 187 90 48
Ostrobothnië 1665-1684 132 20 15
Schotland 1563-1727 402 216 54
Essex 1560-1672 291 74 24
Terechtstellingen in Schotland: Soort rechtbank Berechte personen Terechtstellingen in aantallen Terechtstellingen in procenten
Opperste Gerechtshof 197 108 55
Rondreizende Rechtbanken 105 17 16
Plaatselijke commissies 100 91 91
Sekse van aangeklaagde heksen: Regio Periode Man Vrouw Percentage vrouwen
Zuidwest-Duitsland 1562-1684 238 1050 82
Bisdom Bazel 1571-1670 9 181 95
Franche-Comté 1559-1667 49 153 76
Genève 1537-1662 74 240 76
Pays de Vaud 1539-1670 45 62 58
Graafschap namen 1509-1646 29 337 92
Luxemburg 1519-1685 130 417 76
Toul 1584-1623 14 53 79

Noord-Frankrijk 1542-1679 54 232 81
Castilië 1540-1685 132 324 71
Aragon 1600-1650 69 90 57
Venetië 1552-1722 119 430 78
Ostrobothnië 1665-1684 33 119 78
Rusland 1622-1700 59 40 40
Essex 1560-1675 23 290 92
New England 1630-1700 60 193 79
Schotland 1560-1727 242 1491 86
Leeftijd van de aangeklaagde heksen: Regio Periode Leeftijd bekend Boven de 50 Percentage boven de 50
Genève 1537-1662 95 71 75
Noord-Frankrijk 1542-1679 47 24 51
Essex 1645 15 13 87
Württemberg 1560-1701 29 16 55
Salem 1692-1693 118 49 42
Huwelijkse staat van de aangeklaagde heksen: Regio Periode Gehuwd Weduwe Alleenstaand Percentage gehuwd
Toul 1584-1623 17 29 7 36

Bazel 1571-1670 110 60 11 61
Genève 1537-1662 104 81 50 44
Montbéliard 1555-1661 31 25 11 50
Essex 1665 22 21 8 43
Kent 1560-1700 11 24 19 25
Schotland 1560-1727 245 67 7 70
Salem 1692-1693 61 20 29 55
Zweden 1546-1677 - - - 39 Nawoord Nu ik alle deelonderwerpen heb beantwoord, denk ik wel dat het mogelijk is een fatsoenlijk, kort antwoord te formuleren op mijn hoofdvraag: Hoe is de heksenvervolging ontstaan en wanneer hield men er mee op? De heksenvervolging is met name ontstaan door de geruchten van de mensen en de angst voor rebellie. De kerk was eindelijk aan de macht en wilde aanhang krijgen, waardoor ze beloofde bescherming te bieden voor heksen. Heksen stonden in contact met de duivel en dat was een misdaad. Er zijn duizenden mannen en vrouwen vermoord terwijl zij eigenlijk onschuldig waren, maar dit werd pas ten tijde van de Verlichting ingezien, terwijl er toen al duizenden executies hadden plaatsgevonden. Het heeft me veel tijd gekost om voldoende informatie te vinden voor dit werkstuk. Op internet stonden veel dezelfde dingen en boeken gaan vaak over één onderwerp wat ze op honderd verschillende manieren formuleren. Uiteindelijk ben ik met verschillende bronnen toch nog ergens gekomen; het resultaat ligt nu voor uw neus. Ik ben opgelucht dat ik het afgekregen heb, want het was meer werk dan ik gedacht had. Tijdens het maken van dit werkstuk heb ik me verbaasd over de lugubere martelmethodes die toegepast werden, ik heb zitten huiveren achter het beeldscherm tijdens het typen. De basisprincipes zoals oorzaken en manieren om een heks te herkennen waren niet nieuw voor me, maar de kleine details waren wel verrassend. Ik ben heel tevreden met wat ik heb bereikt, want ik heb er veel van geleerd. Voor mijn gevoel heb ik mijn doel bereikt. Bronnen Boeken

De heksenjacht in Europa, 1450-1750, Brian P. Levack (bibliotheek) Heksen en Demonen, Francis X. King (mediatheek) Memo, geschiedenis voor de tweede fase, Malmberg Den Bosch (schoolboek) Halloween, oorsprong, kenmerken, gebruiken en actualiteit, Bart Lauvrijs (bibliotheek) Tussen heks en Heilige, Patty Bange & Ellen Muller (mediatheek) Volksgeloof – boek van magische kennis, Peter Lorie (mediatheek) Internet
http://www.boudicca.de/heb-nl.htm
http://www.geocities.com/luna_512/wicburntimes.html
http://www.iselinge.nl/scholenplein/pabolessen/01022fhekserij/heksenve.htm
http://www.bookofshadows.nl/hekserij/ http://www.heksenwaag.nl
http://www.despin.net/lessen/heksen/default.htm
http://www.innoxia.com/ http://www.sacred-texts.com/pag/mm/ http://members.lycos.nl/Arneym/311heks.html

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.