Feitelijke gegevens
- 12e druk, 2013
- 340 pagina's
- Uitgeverij: De Harmonie
Flaptekst
Montyn is het verhaal van een jongen die wil ontsnappen aan het verstikkende milieu van Oudewater en op zoek gaat naar avontuur en kameraadschap.
Eerste zin
Er viel een stilte.Samenvatting
Deel 1: Jan Montyn is in Vientiane in gesprek gekomen met de Amerikaanse Ted. Beiden hebben oorlog meegemaakt. Jan vertelt hem over zijn leven.
Deel 2: Jan groeit op in een protestants gezin van zeven kinderen in Oudewater. Zijn vader is ouderling en geeft preken in de protestantse kerk. Het leven bestond uit werken en naar de kerk gaan. Op zondag mag geen inspanning verricht worden en komt er vaak visite, waar wordt gezegd dat Jans moeder niet naar de hemel zal gaan. Jan heeft interesse in de verf die in de werkplaats staat. Hij is vaak ziek, tuberculeus. Hij haalt vaak kattenkwaad uit met zijn jeugdvrienden, Pim, Piet en Chiel. Op een dag hoort Jan dat zijn vriend Piet gestorven is. Jan begint te twijfelen aan het geloof en raakt de gang van zaken zat. Jan is geïnteresseerd in de oorlog en houdt van tekenen. Hij mag naar de tekenschool. Hij krijgt een fiets en gaat er regelmatig op uit, zelfs op zondagen. Hij gaat niet meer naar de kerk en is opstandig. Nederland wordt aangevallen door de Duitsers en na het bombardement bezet. Dorpsgenoten schelden Jan uit voor moffenvriend, door een preek van Jans vader waarin hij vraagt om coöperatie. Jan gaat niet naar school en heeft weinig contact met zijn jeugdvrienden. Jan moet werken voor de Arbeidsdienst en gaat weg uit Oudewater. Jan schrijft zich in bij de Jeugdstorm om niet in een fabriek te hoeven werken. Hij ontmoet Hein, een jongen van zijn leeftijd, met wie hij veel gemeen bleek te hebben. De twee worden goede vrienden. Ze gaan met zijn tweeën naar Oostenrijk naar een weersportkamp. Jan maakt voor het eerst kennis met het oorlogsgeweld in de treinreis naar Oostenrijk: bombardementen, puin, gewonden. Bij het weersportkamp mogen Hein en Jan in dezelfde groep. De training is rigoureus. Ze leren vallen, moeten marsen lopen, krijgen lessen geschiedenis en politieke vorming. Een dag worden de jongens gedropt, en moeten ze zelf hun weg terugvinden naar het kamp. Het lukt Jan en Hein ook, hoewel Hein er iets langer over doet. Jan en Hein voltooien de training en gaan weer naar huis. Dan gaan de twee naar een vervolgkamp, tevens in Oostenrijk, van twee maanden, dat nog strenger was dan de eerste. Jan en Hein zijn buitenbeentjes. Als ze vrij hebben gaan ze naar dorpjes in de buurt, waar veel vrouwen zijn. Jan wordt door drie meisjes verkracht. Hein leert Monika kennen, een verfijnde weduwe, die erg tegen de oorlog is. Monika vraagt of de twee jongens willen helpen bij het saboteren van wapentransport op een goederentrein. Jan en Hein laten de trein ontsporen. De dag daarna is Monika vertrokken.
Deel 3: Jan is terug in Oudewater, maar moet nu echt in de Duitse fabrieken werken. Om te ontkomen aan het fabriekswerk schrijft hij zich samen met Hein in voor de Duitse Kriegsmarine om tegen de Russen te vechten. In Duitsland worden ze getraind tot matroos. Jan begint weer te tekenen. Een bombardement slaat in bij de kazerne, waardoor veel mensen sterven. Vanwege een tekort aan soldaten wordt Jan ingezet bij de marinestoottroepen, en niet bij de zeedienst. De jongens krijgen weer een opleiding, voor de ‘Hemelvaartscommando’s’, en moeten mijnen leren ontmantelen. Dan komt er toch een plek vrij bij de zeedienst, en gaan Hein en Jan op zee, om op een mijnenveger te werken. Een van de zusterschepen wordt getorpedeerd. Dan worden Jan, Hein en een andere man overgeplaatst op een torpedoboot, die door bommen wordt geraakt op zee. Jan en Hein overleven het en worden opgehaald door een Duitse mijnenveger. Jan en Hein worden naar Koerland gebracht, het Oostfront. Daar moeten ze vechten in de loopgraven tegen de Russen, aan de frontlinie. Het is een hel op aarde, waar onder de Duitsers veel verliezen zijn, en door de levenden doodsangsten worden doorstaan, en verschrikkelijke omstandigheden overleefd. Hein wil graag overlopen naar de Russen, om de situatie te ontvluchten. Ook wordt veel gehoopt op een ‘schot naar huis’ een verwonding van dusdanige ernst dat de soldaat met verlof mag. Op kerst is er even vrede, maar na kerst gaat het gevecht weer door. Hein wordt beschoten in zijn schouder en denkt dus zo een schot naar huis te krijgen, maar blijkt toch in zijn longen beschoten te zijn. Hij overlijdt. Jan loopt door de sneeuw om provisies te halen, maar werd geraakt door een granaatscherf en ligt uren in de sneeuw. Hij wordt wakker in het ziekenhuis.
Deel 4: Jan zit in het hospitaal en wordt geholpen door de jonge Dokter Schneider. Jan wordt per boot naar Stettin gebracht, maar de boot wordt getorpedeerd. Jan overleeft het weer en wordt ingescheept in een vrachtschip. Het schip komt terecht in een mijnenveld. Jan raakt in shock door de angst en wordt bij aankomst van het schip overgebracht naar een ander marinehospitaal, waar hij razendsnel opknapt. Uitendelijk wordt hij genezen verklaren en krijgt hij twee weken verlof. Jan gaat in die twee weken terug naar Oudewater, waar alles anders lijkt te zijn. Door familieleden wordt hij minder hartelijk ontvangen, doordat hij voor de Duitsers in het leger zit. Jan merkt dat hij weinig meer te zoeken heeft in Oudewater. Hij keert terug van zijn verlof naar Duitsland, waar hij een bombardement in Dresden meemaakt. Jan wordt weer ingezet als militair om bij de Oder te vechten. Hij vlucht met wat anderen en weet zich bij de Amerikaanse linie over te geven. Hij wordt 'Prisoner Of War', krijgsgevangene. Jan leert voor het eerst in de oorlog van de Jodenvervolgingen, van een Amerikaanse sergeant van Hollandse komaf. Jan is geschokt van het nieuws van de vreselijke wandaden die de Duitsers begaan zijn tegen de joden.
Deel 5: In het krijgsgevangenkamp ontmoet Jan Luc, een Belg die hem overhaalt om met hem te ontsnappen en zich aan te sluiten bij het Franse Vreemdelingenlegioen in Straatsburg. De twee ontvluchten het kamp en leggen de honderden kilometers naar Straatsburg af. Ze worden ontvangen door het Vreemdelingenlegioen en Jan wordt Jean Montin en wordt in Algerije getraind. Jan krijgt de witte kepie van het legioen en moet voordat hij in ‘Indo-China’ wordt geinstalleerd een transport naar Marseille escorteren. Daar ontmoet hij na een avond stappen een meisje, Loulou, in een café. Jan laat zich overhalen om in Marseille te blijven en niet op de boot terug naar Algiers te gaan. Drie weken duikt Jan bij Loulou onder. Daarna wil Jan terug naar Straatsburg en regelt Loulou een nepidentiteitsbewijs voor hem. In Straatsburg vertelt Jan dat hij gediend heeft als Duits militair en ontsnapt is uit een krijgsgevangenenkamp en wordt naar Vught gebracht. Daar ontmoet hij Pim weer, een van zijn jeugdvrienden. Jan wordt overgezet naar Duindorp om te wachten tot hij berecht wordt. In Duindorp kan hij in een werkplaats werken aan de restauratie van schilderijen. Jan wordt als laatste berecht en krijgt drie jaar, de lichtste straf. Terwijl hij in een heropvoedingskamp in eerst Katwijk, dan Nunspeet zit, ontmoet hij op een feest in Amsterdam, waar Jan in de weekenden heengaat, een man die hem vertelt dat hij zoveel mogelijk te weten moet komen over de gruwelijkheden van de oorlog, zodat het voorkomen kan worden. Tijdens zijn tijd in het heropvoedingskamp probeert hij alles te leren over de oorlog. Jan komt vrij uit het kamp en gaat terug naar Oudewater om weer voor het bedrijf van zijn vader te werken. Jan gaat naar de winterschool en reist door Europa en komt in Griekenland aan, waar een burgeroorlog woedt. In Nederland meldt hij zich aan als soldaat voor de oorlog in Korea. In Roosendaal wordt Jan getraind en gaat per boot naar Korea. Jan wordt geraakt door een mortierscherf en gaat drie weken naar een veldhospitaal. Jan en de andere soldaten krijgen vijf dagen verlof in Tokio, waar hij Yoshika ontmoet, een zeventienjarig meisje, met wie hij die vijf dagen doorbrengt. Jan komt weer terug in Korea en valt van een ravijn, waarna hij naar een militair hospitaal in Tokio gebracht wordt. Door de val is hij verlamd geraakt. Hij komt weer in contact met Yoshika. Yoshika raakt zwanger en de twee trouwen en trekken in bij Yoshika’s familie. Als het gevoel in Jans ledematen steeds meer terugkeert en Yoshika meer met een andere man begint te krijgen, gaat Jan terug naar Oudewater, waar hij gehuldigd wordt. Als beroepsmilitair helpt hij bij de Watersnoodramp. Daarna volgt hij een opleiding tot onderofficier in Nederland. Jan krijgt last van agressieaanvallen, eerst alleen als hij slaapt maar dan ook overdag. Hij begint weer te tekenen en te schilderen. Na zijn opleiding wordt hij sergeant en museumconservator voor een krijgsmuseum. Hij begint ook zelf te schilderen en zijn werk te verkopen. Hij drinkt te veel en organiseert grote losbandige feesten, orgies eigenlijk. Na een auto-ongeluk wordt Jan gearresteerd, maar hij komt weer vrij. Hij krijgt promotie, maar met zijn geestelijke gesteldheid gaat het steeds maar bergafwaarts. Hij legt ’s nachts zijn hoofd op de spoorweg en trekt het terug net voordat het hoofd overreden zou worden. Jan krijgt caissonziekte en kort na zijn herstel moet hij alles opschrijven waarmee hij de wet heeft overtreden. In de cel probeert hij zelfmoord te plegen. Hij wordt naar een psychiatrische inrichting gebracht en herinnert zich alles weer. Hij schrijft zijn levensverhaal op.
Deel 6: Jan krijgt een dagvaarding voor zijn misdaden, maar wordt vrijgelaten en alleen ontslagen uit militaire dienst. Hij komt te wonen in een groot pand in Amsterdam met andere kunstenaars, het huis aan de Kolk. Daar ontmoet hij Thom, een achttienjarige joodse weesjongen die ontsnapt is uit een opvoedingsgesticht. Thom komt ook in het huis te wonen en Jan weet te regelen dat Thom niet meer terug hoeft naar het opvoedingsgesticht. Jan wordt ziek en gaat met Thom eerst naar Malaga en daarna naar Marokko, waar ze samen een jaar wonen. In Nederland groeien ze uit elkaar en kijgt Jan een relatie met Sonja. Thom pleegt zelfmoord. Samen met Sonja bouwt Jan zijn eigen huis in Zuid-Frankrijk. Jan begint te helpen met kindertransporten van Zuidoost-Aziatische kinderen naar Europa. Hij ziet de oorlog van buitenaf als hij in Zuidoost-Azië is. In 1975 ontmoet hij Ted, met wie hij een gesprek voert. Van Laos gaat hij met een patrouille guerillasoldaten van Laos naar Vietnam over de Mekong. Dan wordt de boot beschoten en moet Jan op eigen houtje verder, waar hij Vietnamese militairen tegenkomt. Deze verdenken hem ervan spion te zijn en Jan wordt bij een kazerne samen met andere gevangenen in een gat gevangengehouden. Een Amerikaanse officier helpt hem en zorgt ervoor dat hij op een vliegtuig naar Saigon mag. Jan regelt een vliegtuig voor gewonde kinderen in Pnom Penh, maar op de vlucht gaan er flink wat kinderen heen. Hij besluit te stoppen met de kindertransporten en keert terug naar Amsterdam. Hij had plannen om zich aan te sluiten bij een boeddhistisch klooster, maar ontmoet in Nederland de Indonesische 27-jarige Hi-en, de galerie-assistente van zijn galerie. Samen met Hi-en trouwt hij en gaat hij weer in Frankrijk wonen. Ze krijgen een dochter: Carolynne.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden