Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2009
- 359 pagina's
- Uitgeverij: Querido te Amsterdam
Flaptekst
Hoe is het als je een misdaad hebt begaan maar iedereen gelooft in je onschuld? Gunnar de Wit groeit op in een intellectueel gezin waarin klassieke muziek, kunst en literatuur ijkpunten zijn. Gunnar lijkt het koekoeksjong: de zoon die zijn leven heel anders inricht dan zijn ouders. Hij geniet van zijn vrouw en kinderen en is in zijn vrije tijd een enthousiaste hobbykok. In de meubelzaak waar hij werkt wordt hij door collega’s gewaardeerd om zijn toewijding en optimisme. Een prettig, rimpelloos bestaan. Totdat hij een moord begaat. Alles wijst erop dat hij de dader is maar voor zijn gezin volhardt hij in zijn onschuld. Als hij na jaren gevangenschap vrijkomt overrompelt hem het verlangen openlijk zijn schuld te dragen. Maar zijn dierbaren weigeren zijn biecht serieus te nemen. Zo wordt de moordenaar pas echt gevangene – van zijn eigen leugen.
Eerste zin
Van economie heb ik nooit veel begrepen. Of willen begrijpen: van alle theorievakken vond ik economie veruit het saaist.Samenvatting
De proloog.
In dit deel zegt de ik-figuur Gunnar de Wit (rond de 50 jaar) dat hij een moord op zijn vriend heeft begaan. Zijn vrouw, zijn kinderen en de omgeving vinden hem onschuldig. Hij heeft een echte huis -tuin-en keukenvrouw. Zelf is Gunnar afkomstig uit een gezin waarin ze het allemaal ver geschopt hebben. De enige die dit niet heeft gedaan, is Gunnar. Wanner er op televisie over prijzen voor literaire thrillers worden uitgereikt, zet zijn vrouw altijd de televisie uit. Gunnar is nu vastbesloten om zijn lotgevallen op papier te zetten, zijn moord in een boek te bekennen, maar omwille van zijn kinderen wil hij laten vastleggen dat het boek pas na zijn dood mag worden uitgegeven.
In het eerste hoofdstuk wordt een begin van de biografie van Gunnar de Wit verteld. Zij vader was hoogleraar Zweeds. Gunnar wordt geboren als vijfde kind van het gezin in 1959. Zijn broers en zijn zus zijn allemaal erg slim. Zijn vader heeft het geluk mee gehad dat zijn opa in de oorlog een Zweedse vrouw met een kindje had opgevangen. Zo was hij op Zweden georiënteerd geraakt. Gunnar vertelt ook over de wet van de remmende voorsprong. Al zijn broers en zijn zus zijn goed terecht gekomen. Gunnar is niet echt dom, maar hij wil gewoon nergens moeite voor doen. Hij wil een bakkersopleiding volgen en schaamt zich voor zijn rijke familieleden. Hij blijft de gewoonste van het hele stel en zijn ouders die er moderne denkbeelden op nahouden, vinden het overigens goed. Hij trouwt op zijn twintigste met een vrouw van een simpele afkomst.
In het tweede hoofdstuk is de lezer in 1999 geplaatst. Gunnar (intussen Koen genoemd) is manager van een luxe meubelzaak in Bloemendaal. Hij neemt op een dag de honneurs waar van zijn vervelende baas. Er komen nog wat klanten uit Bloemendaal (o.a. een arrogante vrouw met nare kinderen) voordat Gunnars vriend Evert Oldenheuvel vlak voor sluitingstijd binnenkomt. Hij wil na een aantal omzwervingen (trekt o.a. een flesje wijn open waarbij hij zijn hand verwondt) dat Gunnar onderhands een duur meubelstuk voor hem bestelt, maar Gunnar/Koen is onkreukbaar. Hij weigert het onderlinge handeltje. Hij denkt nu bovendien dat Evert de hele vriendschap tussen hen beiden heeft geveinsd en alles heeft gedaan om financieel voordeel te behalen. Buiten de zaak liggen keien voor het oprapen. In een vlaag van verbijstering pakt Gunnar een kei op en smijt die keihard tegen het achterhoofd van zijn vriend. Die sterft.
Het derde hoofdstuk brengt ons terug naar 1985. Gunnar is zestien jaar oud. Hij loopt stage in Weesp in een koekjesfabriek. Hij ontmoet op zijn werk Gert, een intellectueel. Omdat hij steeds terug moet naar Haarlem, wil Ger wel dat hij bij hem komt inwonen. Dat lijkt leuk, maar Gert is vaak van huis en dan richt Gunnar zijn aandacht op de straatmadeliefjes voor Gerts huis. Op één van hen wordt hij verliefd. Ze vindt hem ook heel leuk, omdat hij zo gewoon doet, terwijl hij toch rijke en voorname ouders heeft. Met Pasen gaat hij met haar voor het eerst Italiaans eten. Ze krijgen verkering.
In het vierde hoofdstuk wordt Gunnar in 1999 verhoord door een politierechercheur. Hij is eigenlijk erg aardig en hij stelt veel vragen van persoonlijke aard aan Gunnar. Hij heet Arend en zo heette de vader van Gunnar ook. Dat schept al een band.
Zo praten ze o.a. over:
- Gunnars afkomst;
- Gunnars opvattingen over geld;
- Zijn opvatting over het leven;
- Zijn handelwijze met zijn medewerkers in de meubelzaakl.
Gunnar wordt verdacht van de moord, maar er is geen bewijs. Niemand heeft het voorval gezien. Een mogelijke andere dader is de Marokkaanse schoonmaker. Gunnar heeft bloed van Evert aan zijn handen, maar dat valt te verklaren uit de situatie waarin de kurkentrekker uitschoot. Daarbij kwam bloed van Evert vrij. Er is verder geen bewijs.
De politieman deelt hem mee dat Evert hem 200.000 gulden in zijn testament heeft nagelaten en dat de weduwe dat geld gewoon zal overmaken. Er is nu wel een motief, maar Gunnar ontkent de moord. Hij wil het geld ook niet hebben. Hij dringt door in de psyche van de agent die hem vertelt dat hij wel eens een verkeerde heeft laten veroordelen. Dat heeft een schuldgevoel bij hem veroorzaakt. Hij vindt dat hij Gunnar best eens had willen ontmoeten onder andere omstandigheden. Ze zouden vrienden kunnen zijn. Omdat het vrijdag is, drinken ze nog wat met elkaar.
Hoofdstuk 5 speelt in juni 1985. Gunnar is getrouwd met Miranda. Hun eerste kind heet Lindsey. Miranda komt uit een zeer pover sociaal gezin, waarin de vader van haar Gunnar niet ziet zitten. Ze zien dat hij toch uit een ander milieu is en hij blijft daar een buitenbeentje. Ze krijgen op een avond bezoek van Hein, de broer van Gert, die komt vertellen dat Gert zelfmoord heeft gepleegd. Hein voelt zich wel op zijn gemak, Hij bekijkt de muizenverzameling van Miranda die ze heeft opgezet als reactie op en verzet tegen haar milieu. Gunnar vertelt aan Hein over zijn eerste bezoek aan Miranda’s ouders (zij praten over homo-zijn en voeren tijdens het bezoek levende muizen aan de slangen). Dat doen ze om Gunnar te choqueren. Gunnar vertelt dat hij ruzie heeft gekregen met Gert, omdat die vond dat hij niet met Miranda moest trouwen. Dat was een ongelijke partner voor hem. Dat betekende overigens wel het einde van de vriendschap.
Op een midzomernachtfeest bij de ouders van Gunnar horen ze dat een van de nichten van Gunnar lesbisch is, net als zijn broer Sven. Zijn ouders vonden dat niet erg, maar de ouders van de nicht vinden het niet leuk en de ook de familie roddelt erover. Tijdens het feest zegt Miranda dat de geest van een zelfmoordenaar geen rust op aarde vindt. De familie die niet in God gelooft, maakt haar idee belachelijk en daarom wordt er naar Gunnars oordeel gevraagd. Hij kiest de zijde van Miranda, hoewel hij vindt dat zijn familie gelijk heeft. Hij voelt zich er later niet goed bij. Eigenlijk is het toch een verraad aan Miranda, hoewel hij haar in het openbaar heeft verdedigd.
Het is het zesde hoofdstuk weer een episode uit de periode na 1999. Gunnar is veroordeeld tot
jaren gevangenisstraf en zijn dochter Lindsey belt hem om te vertellen dat er een schrijver is (Verwoerd) die zich Gunnars lot heeft aangetrokken en een pleidooischrift voor hem heeft geschreven. Ze zullen worden uitgenodigd voor een talkshow waarin ze hun mening mogen geven over het in hun ogen onterecht vonnis. De talkshow lijkt op die van Pauw en Witteman (een zelfde duo wordt beschreven maar die waren er nog niet in 2000) Verwoerd neemt het in die uitzending vurig voor Gunnar op en komt met bewijzen dat de Marokkaanse schoonmaker de dader is. Daardoor verandert de publieke opinie en het grote publiek denkt nu dat Gunnar onschuldig vastzit. De Marokkaanse schoonmaker Mensour krijgt veel haatbrieven en hij moet naar Marokko vertrekken voor zijn veiligheid.
Miranda komt hem bezoeken in zijn cel: ze hebben zelfs mogelijkheid voor seks. Dat wil ze liever niet want ze heeft een soort smetvrees voor vreemde bedden getuige een flashback uit hun leven toen ze een reis naar Antwerpen hadden gemaakt en Miranda geen seks wilde bedrijven in een hotelbed.
Het blijkt nu ook dat ze de broers van Gunnar heeft weggehouden van het bezoek, omdat ze niet onvoorwaardelijk wilden geloven dat Gunnar onschuldig was. Maar ze hadden dan ook een juridische omgeving waarin ze leefden. Gunnar is nu wel zover dat hij het liefst wil bekennen dat hij de moord wel heeft gepleegd, maar hij kan dat zijn vrouw en kinderen niet aandoen. Daardoor komt hij wel in een nieuw soort gevangeniscel terecht, dat van zijn geweten. Miranda vindt dat je altijd loyaal moet zijn aan je familie. De strop rond de nek van Gunnar wordt zo aangetrokken.
Hoofdstuk 7: Gunnar wil als hij vrij komt, bekennen. Hij kan het niet hebben dat zijn vrouw denkt dat hij onschuldig is. Wanneer hij haar de moord bekent en zegt dat Evert snode plannen had, wordt Miranda erg boos. Je mag niets van Evert zeggen, dat was een aardige man. Hij mag zijn dode vriend niet bezoedelen. Dan besluit Gunnar de hele materie van zich af te schrijven (zie hoofdstuk 1).
In het tweede deel van dit hoofdstuk heeft de zieke vader van Gunnar gevraagd of hij nog eens langs wil komen om te praten. Gunnars vader heeft kanker en hij vindt dat hij nog iets moet rechtzetten tegenover die zoon die zo buiten de boot is gevallen. Gunnar weigert daarover met zijn vader te praten. Maar hij moet van zijn vader wel de kleren voor de kist uitzoeken. Als hij dat heeft gedaan, sterft zijn vader. Ze hebben niet meer over het verleden gesproken.
Na de crematie gaat Miranda met de kinderen (Lindsey en haar broertje) eerder naar huis. Het valt Gunnar op dat zijn familie nu zo gewoon doet. Evert die dan nog leeft (het moet dus voor 1999 spelen) relativeert dat gevoel door te zeggen dat dit vaak op crematies en begrafenissen is. Zijn homobroer Sven brengt Gunnar naar huis en hij praat over zijn kinderwens, en zijn onbegrepen eenzaamheid.
Gunnar denkt terug aan het mooie boek “Alleen op de wereld” van Hector Malot. Hij heeft het stuk gelezen en hij heeft zich herkend in de jongen Remi. Maar hij beseft ook dat eenzaamheid zo’n universeel gevoel is dat elk mens zich op de een of andere manier in dat boek zal kunnen herkennen. Ook zijn broers en zijn zus hadden dat boek gelezen en zich eveneens eenzaam gevoeld (Sven vanwege zijn homoseksualiteit, zijn zusje omdat ze het enige meisje in huis was en de tweelingbroers omdat ze altijd met elkaar vergeleken werden).
Aan het einde van dit hoofdstuk komt Gunnar tot het inzicht waarom hij Evert had moeten doden. Evert was een deel van hemzelf geworden. Alle twee begrepen ze het ongebreidelde verlangen naar vrijheid in een leven. Evert was hem te dichtbij gekomen en dat had zijn plotselinge reactie veroorzaakt.
Hoofdstuk 8: Gunnar schrijft na 2001 de gevolgen van 9/11 op. Er is in Nederland een politicus die allochtonen de schuld geeft van de problemen in het land, het is een politicus á la Geert Wilders. Ook de schrijver Verword blijft actief. Ze blijven de opinie beïnvloeden en Gunnar wordt een soort cultheld wanneer hij na een aantal jaren wordt vrij gelaten. Er zijn veel vrouwen die hem opwachten. Als hij thuiskomt, wacht zijn aso-schoonfamilie hem hartelijk op. Als crimineel is hij één van hen. Gunnar heeft het idee opgevat om het boek te gaan schrijven. Wanneer zal hij het kunnen uitbrengen: na zijn dood? Hij onthult er namelijk in dat hij de moord wel gepleegd heeft.
Epiloog
Gunnar heeft contact met een Zweedse uitgeefster. Zijn boek zal in die taal (hij beheerst zelf het Zweeds) onder pseudoniem, verschijnen. Hij heet daar Birgitta Nydberg. Maar Gunnar dwingt wel af dat hij geen media-aandacht wil, geen interviews wil geven. Misschien wordt het boek ooit terugvertaald in het Nederlands. Gunnar “did it” . In dubbel opzicht: hij heeft de moord gepleegd en hij heeft een boek geschreven.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden