Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2020
- 224 pagina's
- Uitgeverij: Lebowski Publishers
Flaptekst
De zestienjarige Salomé Atabong zit vast in een jeugddetentiecentrum, omdat ze op een middag twee schoolgenoten ernstig heeft mishandeld. Ze probeert haar hoofd koel te houden tussen de andere meiden, irritante psychologen en treiterende begeleiders. Over een maand mag ze naar huis, waar alleen een gezin wacht dat al lang geleden uit elkaar is gevallen. En de anderen in het dorp. Wat zullen zij doen?
Eerste zin
Ik weet nog hoe we met z’n allen voor het hek stonden. Het was het einde van het schooljaar van groep zeven of acht. We hadden buiten gegymd op het veldje tussen de gymzaal en het terrein van het azc en waren op weg terug naar school.Samenvatting
Het verhaal in het heden begint als Salomé wordt opgenomen in een instelling voor jeugddelinquenten, waarom wordt pas in de loop van het verhaal duidelijk: ze heeft van zich afgebeten toen ze werd aangevallen door twee pesters en dat is uit de hand gelopen. Op deze eerste dag ontmoet ze meteen haar therapeut Frits van Gestel en dat blijkt een man te zijn die ze op tv in het programma 'Hello Jungle' gezien heeft, toen hij onder andere zei dat hij zo'n respect had 'voor het primitieve leven hier in Afrika'. Salomé weigert in eerste instantie om zich door deze man te laten helpen maar als ze dreigen haar steeds meer privileges af te pakken, gaat ze toch met hem in gesprek.
Op haar afdeling verblijven acht andere meiden. Ze kan alleen opschieten met Marissa. Er is vaak ruzie en soms komt het tot vechten. Marissa en zij trekken steeds meer naar elkaar toe, Marissa doet elke week Salomés haar, en een paar meiden gaan haar 'lesbo' noemen. Het is de bedoeling dat ze iets leren van hun tijd daar, spijt krijgen, maar eigenlijk zit iedereen vooral zijn tijd uit. Een keer ontsnappen 's nachts de jongens van een andere afdeling en zij zetten het centrum op stelten. Salomé leest en denkt veel. Ze probeert alles wat er gebeurd is, te begrijpen en in een logische volgorde te plaatsen maar ze komt er niet goed uit.
Het contact met haar ouders en zus verloopt moeizaam. Haar moeder neemt tijdens elk bezoek nieuwe boeken mee en op haar eerste verlofdag mag Salomé onder begeleiding naar de bieb. Het lukt haar echter niet een boek uit te kiezen en op de weg terug wordt ze ongesteld. Ze krijgt koorts en ligt enkele dagen ijlend op bed. Ze belt naar huis omdat ze getroost wil worden maar haar ouders kunnen niet goed op haar verdriet reageren.
Als Marissa naar huis mag, wordt Salomé nog stiller dan ze al was en de leiding vindt dat ze goed vooruit gaat. Ze mag met verlof naar huis en niet veel later komt ook zij vrij. Haar zus Miriam staat op dat moment op het punt om op kamers te gaan wonen. Er worden spullen uitgezocht die ze mee kan nemen. Salomé kan niet echt haar draai vinden. Behalve hondendrollen wegscheppen van de oprit en vuilniszakken uit de tuin halen, beide veroorzaakt door de buren, doet ze weinig en ze ziet niemand.
Wel wandelt ze veel in haar eentje en op een avond loopt ze naar het huis van een van haar pesters. Ze sluipt de tuin in en ziet het gezin zitten, haar pester heeft een glazen oog. Ze wil het afsluiten en gekend worden, stapt door de heg heen, de patio op en zegt tegen het gezin wie ze is.
Personages
Salomé
Salomé is ongeveer vijftien jaar oud en zit op het gymnasium. Ze is half Afrikaans, lijkt een beetje op een jongetje en heeft onhandelbaar haar. Ze denkt dat ze gek geworden is omdat ze haar twee pesters aangevallen heeft. Ze is eigenlijk een rustig en ingetogen meisje en herkent zichzelf niet meer: 'Ik ben niet altijd zo geweest, maar sinds vorige zomer, misschien al wel wat langer, is het chaos in mijn hoofd. [...] Andere Salomé haalt tienen voor proefvertalingen Grieks, is op vakantie, speelt piano zonder bladmuziek, en ik ben in een heel vreemde, parallelle tijd terechtgekomen waarin ik tijdens therapie een perforator van Frits’ bureau pak en tegen het raam smijt.' (p. 30) Ze is een piekeraar en introvert en hoe sterker ze het gevoel krijgt dat de ze de wereld niet begrijpt, des te meer ze spijbelt en zichzelf afzondert. Haar zus vindt haar maar ingewikkeld: je moet mensen gewoon een grote bek geven, meer niet. Volgens haar therapeut is ze onvoorspelbaar en explosief. Volgens haar tante Céleste accepteert ze de regels van de wereld niet zomaar en is dat juist goed. Salomé zelf zegt dat het niet kennen of begrijpen van de regels een probleem werd dat haar de mond snoerde, totdat ze van binnen ontplofte en begon 'te krijsen'. Hard werken en niet zeuren waren niet langer genoeg. Ze heeft geen spijt van wat ze gedaan heeft, maar wilde wel dat ze kalmer was en haar ouders en zichzelf de schaamte bespaard had.
Quotes
"Ze mag in al mijn gaten kijken. Voorover, achterover, armen hoog of laag, ik kan ook een split, wil ik zeggen, maar dat hoeft niet. Ik ben het toch niet." Bladzijde 12
"Ik probeer mijn hoofd te beschermen zodat ik de puzzelstukjes van de afgelopen jaren bij elkaar kan leggen, maar Frits haalt ze met zijn doelstellingen steeds door elkaar." Bladzijde 36
"Ze geloven hier dat detentie en therapie de sleutel zijn tot re-ha-bi-li-ta-tie. Wij jeugddelinquenten worden op plekken als deze, als het kantoor van Frits, voorbereid op het ‘terugkeren naar de maatschappij’. Dat vind ik dus grappig, zei ik tegen Marissa, want de laatste persoon die mij daarop kan voorbereiden is een lul die stinkt naar de dood en zijn vrije tijd doorbrengt met het meedoen aan racistische realityshows." Bladzijde 42
"‘Ik heb nooit iets racistisch gezegd of gedaan in die show,’ zegt Frits. Hij tikt met zijn pen tegen zijn koffiemok en fronst naar de vloer. ‘Ik heb juist groot respect voor jouw cultuur.’ ‘Welke cultuur?’ vraag ik." Bladzijde 45
"Misschien is het ook maar gewoon een manier van opvoeden, van je kind voor je eigen fouten behoeden, je eigen daden via hen corrigeren. Hard werken en niet zeuren." Bladzijde 48
"Er zijn dingen in mijn hoofd die zich met elkaar zijn gaan verbinden. De vakantie in Kameroen, de man bij het hek. En dat ik alleen maar wilde lezen. Hoe ik leerde op een boksbal te slaan en dat ik me overal voor begon te schamen, voor mijn gezicht, mijn haar, mijn naam. Het is zo saai, zo fl auw, zo treurig en zo klein, als ik er zo aan denk. Het is helemaal niet groot. Het is niet overdonderend." Bladzijde 142
Thematiek
Discriminatie en racismeSalomé wordt voortdurend aangesproken op hoe ze eruit ziet en waar ze vandaan komt. Haar vader komt uit Kameroen en haar moeder is Nederlands. Dat begint al jong, als haar oppas negatieve opmerkingen maakt over buitenlanders en als klasgenootjes geld neergooien voor een oude zwarte man die in het azc verblijft. Als dat azc in hun dorp komt, wordt ze zelf door een onbekende welkom geheten in Nederland. Iedere keer maken dat soort situaties haar in de war; ze lijkt te weten wie ze is en hoe de wereld werkt, maar als er zoiets gebeurt, wordt ze een soort van wakker geschud. Op de middelbare school gaat dit door en wordt ze steeds erger gepest. Ze denkt dat het ophoudt als ze hard werkt en haar mond houdt, maar dat gebeurt niet. Twee jongens worden steeds gemener en agressiever totdat de situatie uit de hand loopt. Als ze dan in een jeugddetentiecentrum terechtkomt, wordt ze behandeld door een therapeut die ze op tv heeft zien deelnemen aan het realityprogramma 'Hello Jungle', waarin zogenaamde gewone Nederlanders bij Afrikaanse stammen verblijven. Deze psycholoog liet in dat programma duidelijk blijken neer te kijken op deze 'primitieve mensen', maar van Salomé, zelf dus half Afrikaans, wordt wel verwacht dat ze hem vertrouwt en zich open stelt. Mensen lijken op basis van haar uiterlijk en achtergrond te weten wie ze is en lijken zelfs te denken dat ze dat te allen tijde tegen haar mogen zeggen. Het is voor een puber en jonge vrouw al moeilijk genoeg om erachter te komen wie ze is en wat ze wil, laat staan als je er niet uitziet als de gemiddelde witte Nederlandse vrouw, maakt dit boek duidelijk. Het is verdrietig dat niets wat Salomé lijkt te doen, haar daarmee helpt. Haar tante legt haar uit hoe het zit: '‘Je moet niet vergeten dat er krachten zijn die tegen je werken. Daar moet je je bewust van zijn.’ [...] heel weinig mensen begrijpen het, de structuren zijn tegen je gekeerd, Salomé Atabong, het is belangrijk dat je leert daarmee om te gaan. Ze zei dat het normaal is als ik voel dat mensen niet het beste met me voor hebben. Dat ik naar dat gevoel moet handelen als dat nodig is, mezelf moet beschermen.' (p. 44)
Motieven
Ouder-kindrelatie
Salomés vader komt uit Kameroen en haar moeder is Nederlands. Ze hebben het thuis niet breed, zeker niet als haar vader zijn baan verliest, en er is veel ruzie. Haar moeder is oud en moe. Salomé heeft ook een zus Miriam die op haar eigen manier in de problemen zit en aandacht vraagt. Voor Salomé zelf is er weinig aandacht. Haar vader is niet boos vanwege wat hij in Kameroen of Nederland heeft meegemaakt, hij zegt dat je hard moet werken en niet moet zeuren en dat alles dan goed komt. Salomé slikt haar woede om wat ze meemaakt dus ook in. Als hij echter ziet dat ze op een vervelende manier door een buurman wordt aangesproken, valt hij deze man aan. Later leert hij Salomé ook vechten zodat ze van zich af kan bijten als ze gepest wordt. Haar therapeut vraagt haar denk ik terecht waarom haar ouders niet gewoon met de klassenmentor zijn gaan praten (hoewel ik me ook afvraag waarom iemand een dergelijke vraag aan een kind in plaats van aan de ouders zelf stelt). Hij suggereert dat ze door hen in deze situatie beland is, maar daar wil ze zelf niet aan. Ze wil dat haar ouders haar vergeven en probeert ze te beschermen als ze in de gevangenis zit, onder andere door niet te laten merken hoe verdrietig of eenzaam ze zich echt voelt. Dat doet ze ook omdat haar vader inmiddels ziek geworden is. Ze voelt een sterke band met hem omdat hij ook weet wat eenzaamheid is, maar durft daar niet met hem over te praten. Haar vader wil voor zijn dochter zorgen maar het lukt hem niet haar te geven wat ze nodig heeft. Ouders en dochters houden elkaar gevangen in zwijgen over wat er echt speelt, geheimen en gemiste kansen.
Escapisme
Salomé kan niet ontsnappen van de werkelijkheid want ze zit ervoor opgesloten maar het lukt haar toch. Ze verdwijnt in haar hoofd: in herinneringen, boeken, mythologische verhalen die ze kent van school en nachtelijke dromen. En ze weigert mee te doen met wat er van haar verwacht en geëist wordt. Zo weigert ze lang om zich te identificeren met de beide Salomés die ze gecreëerd heeft en om met de psycholoog te praten. De manier waarop Salomé zich identificeert met sommige mythologische verhalen en hoe die een rol spelen in haar dromen en nachtmerries is ook een motief. Ik moet zeggen dat ik hier niet alles begrijp, maar ze vergelijkt zichzelf bijvoorbeeld veel met Prometheus die de mensen het vuur gaf en daarvoor door Zeus gestraft werd. Elke nacht werd hij bezocht door een adelaar die zijn lever uit zijn lichaam at. Salomé ziet zichzelf als Prometheus. Welk vuur/licht heeft ze dan gebracht? En wie straft haar? Zelf denk ik dat ze die pesters iets geleerd heeft: dit is mijn grens. De wereld straft haar daarvoor met opgesloten moeten zitten en moeten nadenken. Of is ze een Medusa of Furie - een wraakgodin - die krijsend aan kwam vliegen om juist die pesters te straffen?
Vrienden en familie
Eigenlijk wilde ik 'eenzaamheid' noteren als motief en dat vind ik haar ook: Salomé is alleen in haar gezin, want ze praat niet echt met haar ouders en ruziet veel met haar zus. En ze is ook eenzaam op school en wordt gepest. Maar ze heeft wel haar tante Céleste die ze ook als rolmodel ziet en in de instelling heeft ze Marissa op wie ze ook verliefd lijkt te worden. Haar tante is getrouwd met een broer van haar vader, woont eerst in Kameroen en ontmoet ze als ze een keer bij hen in Nederland komt logeren. Céleste vindt haar speciaal, geeft haar aandacht en doet haar haar. In Kameroen vindt de familie ook dat ze op elkaar lijken. Later scheidt ze van haar man en verhuist naar Spanje, Salomé zou zich graag bij haar voegen. Marissa zit onder de tattoos maar is wel de slimste van de afdeling. Salomé rookt en praat veel met haar.
Motto
I am against all the major plots.
- Deborah Levy, Hot Milk
'Hot Milk' is een boek over een moeder-dochterrelatie, dat is ook in dit boek een motief. Ik ken het boek verder niet en kan verder niets zeggen over andere mogelijke verbanden of betekenissen.
I never said I was a gangsta but I will do ya
So Hallelujah, Hallelujah
One for the playas at the crib, drinking drinks
And two is for the sound, Hootie Hoo that I make
- Outkast, ‘Hootie Hoo'
Ik kan net als jij opzoeken wat 'Hootie Hoo' betekent maar ik kan het niet goed in verband brengen met het verhaal.
Titelverklaring
De titel 'Confrontaties' komt een aantal keer letterlijk voor in het boek maar ik vond deze betekenis in 'de Volkskrant' zelf het beste passen: 'Voor een meisje van kleur lijkt elke ontmoeting een confrontatie.' (Schouwenburg 2020)
Structuur & perspectief
Het boek is verdeeld in hoofdstukken maar zonder nummers of titels. Halverwege een pagina eindigt een deel en dan gaat het op de volgende pagina verder. Het wordt niet-chronologisch verteld: soms kan de ene zin in het heden spelen en de volgende zin een herinnering zijn. Dat vind ik een van de bijzondere en mooie aspecten van dit verhaal. Het wordt verteld door Salomé in de ik-persoon. Zij splitst zichzelf in twee personen: een gewone Salomé die gewone en leuke dingen doet en een Salomé die gedaan heeft wat zij gedaan heeft en opgesloten zit. Hierdoor praat ze regelmatig in de tweede of derde persoon over zichzelf: 'Iemand proest het uit en dat kan ik goed begrijpen, dat ze moeten lachen in een situatie als deze, want dit kan niet kloppen. Degene die lacht, lacht plots en onbeholpen.' (p. 18) Salomé heeft het hier dus over zichzelf.
Decor
Het verhaal speelt in het heden (2008) in een instelling voor jeugddelinquenten. Deze heeft de vorm van een donut, wat bijdraagt aan het idee dat Salomé niet alleen in de echte wereld zit opgesloten maar ook in haar hoofd in kringetjes rondloopt: ze komt er niet uit. De ruimte is dus een motief. Ze woont in een dorp in Noord-Brabant. De vertelde tijd is iets langer dan een half jaar.
Stijl
'De vorm van Confrontaties mag conventioneel zijn, de stijl is dat niet; soepel wisselt Atangana Bekono tussen registers, de dialogen zijn snedig en door de timing en het ritme zijn de (straat)taaluitingen van jongeren geloofwaardig en welklinkend.' (Schouwenburg 2020)
Slotzin
‘Mijn naam is Salomé,’ zeg ik. ‘Salomé Henriette Constance Atabong. Dat ben ik.’Bijzonderheden
'Confrontaties' stond op de shortlist van de Libris Literatuurprijs.
Beoordeling
Ik vond 'Confrontaties' heel leuk om te lezen. Je zit diep diep in Salomés hoofd en de snelle afwisseling tussen heden en verleden en het mixen van het verhaal met beelden uit dromen en mythologische verhalen, geven haar verhaal iets dreigends. Eerst wilde ik ook graag weten wat ze gedaan had, maar op een gegeven moment boeide dat helemaal niet meer. Ik heb een recensie gelezen waarin dit boek aangeraden wordt aan jonge lezers en het staat ook op de shortlist van de prijs voor het beste boek voor jongeren, dus het is zeker een aanrader voor op je lijst. Je zou het dan bijvoorbeeld kunnen combineren met 'Het gym' van Amatmoekrim of 'Vast' van Ton Anbeek.
Recensies
"Dichter Simone Atangana Bekono maakt de hoge verwachtingen waar met haar debuutroman Confrontaties. Vooral het woelige gevoelsleven van de hoofdpersoon is verfijnd en indringend beschreven." https://www.volkskrant.nl...~b5192786/
REACTIES
1 seconde geleden