A Samenvatting
1) Het verhaal in het heden begint als Salomé wordt opgenomen in een instelling voor jeugddelinquenten, waarom wordt pas in de loop van het verhaal duidelijk: ze heeft van zich afgebeten toen ze werd aangevallen door twee pesters en dat is uit de hand gelopen. Op de eerste dag ontmoet ze meteen haar therapeut Frits van Gestel. Hij blijkt een man te zijn die ze op tv in het programma 'Hello Jungle' gezien heeft, toen hij onder andere zei dat hij zo'n respect had 'voor het primitieve leven hier in Afrika'. Salomé weigert in eerste instantie om zich door deze man te laten helpen maar als ze dreigen haar steeds meer privileges af te pakken, gaat ze toch met hem in gesprek. Op haar afdeling verblijven acht andere meiden. Ze kan alleen goed opschieten met Marissa. Er is vaak ruzie en soms komt het tot vechten. Marissa en zij trekken steeds meer naar elkaar toe. Marissa doet elke week Salomés haar, en een paar meiden gaan haar 'lesbo' noemen omdat ze zoveel met Marissa optrekt. Het is de bedoeling dat ze iets leert van hun tijd daar en spijt krijgt, maar eigenlijk zit Salomé vooral haar tijd uit. Een keer ontsnappen de jongens ‘s nachts van een andere afdeling en ze zetten het centrum op stelten. Salomé leest en denkt veel. Ze probeert alles wat er gebeurd is te begrijpen en in een logische volgorde te plaatsen, maar ze komt er niet goed uit. Het contact met haar ouders en zus verloopt moeizaam. Salomé’s vader is ziek en haar moeder is vaak moe en prikkelbaar. Haar zus Miriam heeft agressieproblemen. Haar moeder neemt tijdens elk bezoek nieuwe boeken mee en op haar eerste verlofdag mag Salomé onder begeleiding naar de bieb. Na het uitje krijgt ze koorts en ligt enkele dagen ijlend op bed. Ze belt naar huis omdat ze getroost wil worden maar haar ouders kunnen niet goed op haar verdriet reageren. Als Marissa naar huis mag wordt Salomé nog stiller dan ze al was en de leiding vindt dat ze goed vooruit gaat. Ze mag met verlof naar huis en niet veel later komt ook zij vrij. Haar zus Miriam staat op dat moment op het punt om op kamers te gaan wonen. Er worden spullen uitgezocht die ze mee kan nemen. Salomé kan niet echt haar draai vinden. Behalve hondendrollen wegscheppen van de oprit en vuilniszakken uit de tuin halen, beide veroorzaakt door de buren, doet ze weinig en ziet ze niemand. Wel wandelt ze veel in haar eentje en op een avond loopt ze naar het huis van een van haar pesters. Ze sluipt de tuin in en ziet het gezin zitten, haar pester heeft een glazen oog. Ze wil het afsluiten en gekend worden, stapt door de heg heen, de patio op en zegt tegen het gezin wie ze is.
B Leesverslag
2) Geef een korte beschrijving van de hoofdpersonen en bijfiguren.
Salomé is zestien jaar oud en zit op het vwo/gymnasium. Ze is half Afrikaans en woont met haar moeder, vader en zus. Door haar onhandelbare haar lijkt ze een beetje op een jongen, totdat tante Céleste langskomt die haar haar vlecht zodat het weer mooi is. Salomé denkt dat ze gek geworden is omdat ze haar twee pesters aangevallen heeft. Ze is eigenlijk een rustig en ingetogen meisje en herkent zichzelf niet meer. De andere Salomé haalt tienen en speelt piano zonder bladmuziek. Ze is introvert en hoe sterker ze het gevoel krijgt dat de ze de wereld niet begrijpt, des te meer ze spijbelt en zichzelf afzondert. Volgens haar therapeut is ze onvoorspelbaar en explosief. Haar moeder is Nederlands, en haar vader is komt uit Kameroen. Haar vader is werkloos en haar moeder is oud en moe, waardoor ze weinig tijd hebben voor hun dochters. Salomé’s zus zit ook in de problemen en is agressief.
3) Met welke problemen worstelt de hoofdpersoon? Gebruik het conflictmodel.
Salomé worstelt met haar veranderende karakter en identiteit, ze denkt dat ze gek is geworden nadat ze haar pesters in elkaar heeft geslagen en denkt dat ze is veranderd daardoor. Later, als haar beste vriendin uit de gevangenis weggaat, wordt ze heel stil en wordt ze weer zichzelf. Van zichzelf is ze namelijk heel introvert.
4) Vanuit welk perspectief is het verhaal geschreven? Wat is het effect daarvan op de lezer?
Het verhaal is geschreven vanuit het ik-perspectief, namelijk het perspectief van Salomé. Hierdoor lees en ken je het verhaal maar vanuit één persoon, en bijvoorbeeld niet die van de pester. Wie weet had Salomé alle reden om hem in elkaar te slaan, maar wie weet stelde ze zich aan. Doordat je alleen Salomé’s perspectief leest zul je dat (bijvoorbeeld) nooit weten.
5) Beschrijf de setting waarin het verhaal zich afspeelt.
Het verhaal speelt zich af in een jeugddetentiecentrum. Er zijn twee afdelingen: een voor jongens en een voor meisjes. Iedereen heeft zijn eigen cel. Er is een vrijetijdsruimte met een tv en bordspellen en een grote eetzaal. Ook speelt een deel van het verhaal zich af in het verleden, in Kameroen bij haar Afrikaanse familie. In Kameroen vierde Salomé vakantie. Verder speelt het verhaal zich af in deze tijd, door gebruik van mobieltjes en populaire tv programma’s die erin worden genoemd.
6) Wat kun je zeggen over de functie van de ruimte waarin het verhaal zich afspeelt?
Bij het woord gevangenis en/of jeugddetentiecentrum krijg ik persoonlijk een heel onaangenaam gevoel. De sfeer in een gevangenis is natuurlijk niet erg aangenaam. Bij het verhaal heb ik daarom ook het gevoel dat Salomé gek wordt van de opsluiting. Wat dat betreft kan ze natuurlijk geen kant op en is het verhaal ook wat eentonig aangezien dagen in de gevangenis telkens hetzelfde zijn.
7) Wordt het verhaal chronologisch verteld? Wat is het effect daarvan op de lezer?
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden