Puberteit

DE PUBERTEIT
Inhoud 1. Inleiding
2. Wat verandert er bij jongens lichamelijk
3. Wat verandert er bij meisjes lichamelijk
4. Seksuele geaardheid
5. Verliefdheid
6. Soa’s
7. Voortplanting en wat er gebeurt. 8. Voortplantingsstelsel man
9. Voortplantingsstelsel vrouw
10. Voorbehoedsmiddelen
11. Register moeilijke woorden 1. Inleiding. De puberteit is een moeilijke tijd voor jongeren in deze tijd veranderen ze van kinderen naar volwassen mensen. Ze voelen zich dan vaak onzeker over het uiterlijk en gewicht
Er verandert opeens heel snel iets met je, je krijgt ook meer belangstelling voor andere mensen. Maar je begint ook een eigen mening te krijgen; je wil niet meer als een klein kind behandeld worden. Je zal dan ook vaak ruzie krijgen met je ouders.
2. Wat verandert er bij jongens lichamelijk Als een kindje geboren is, kun je meteen zien of het een jongen of een meisje is. Bij een jongetje kun je dat zien door de balzak en de penis. Kenmerken van een jongetje voor de puberteit zijn: -Hoog stemmetje -geen of weinig haar begroeiing op het lichaam. De hypofyse: De hypofyse is een aanhangsel in het midden van je hersens. Deze produceert hormonen. In de puberteit verandert er veel. Deze verandering komt door het mannelijk geslachtshormonen testosteron. Deze wordt geproduceerd in de balzak. Dit verandert er allemaal: -De jongen krijgt een baard in de keel. Hierdoor krijgt hij een zwaardere stem. -Hij krijgt last van haar groei op het gezicht. Hierdoor zal hij zich moeten scheren. -Er begint schaamhaar te groeien. -Penisgroei -groeispurt
De jongen begint sperma te ontwikkelen. Dit komt ook door het Testosteron. Door sperma kan een jongen zich voortplanten. 3. Wat veranderd bij meisjes lichamelijk De primaire kenmerken van een meisje zijn de binnenste schaamlippenen in de vagina. Ook bij meisjes spelen hormonen een grote rol bij de vorming van geslachtscellen. Onder invloed van de hypofyse gaan de vrouwelijke geslachtshormonen werken. Hierdoor begint de puberteit; Het meisje begint dan een echte vrouw te worden. De veranderingen: -Ze begint borsten te krijgen -Schaamhaargroei -Ovulatie begint (eisprong) -Maandelijkse menstruatie -dijen worden breder
Ovulatie
Een meisje bevat sinds haar geboorte eicellen. Ongeveer 400.000.Elke maand vanaf de puberteit springt er een eicel los(ovulatie). Een onbevruchte eicel leeft na eisprong 12 tot 24 uur. Als de Zaadcel binnen die tijd niet wordt bevrucht, gaat het dood. Menstruatie
Elke maand maakt de baarmoederwand een baarmoederslijmvlies, in dit baarmoederslijmvlies zit de voeding voor een embryo. Maar als deze niet bevrucht wordt, zal deze elke maand verwijdert worden. 4. Seksuele geaardheid In de puberteit begint seksualiteit een belangrijke rol te spelen in je leven. Ook in het leven van volwassene. Mensen kunnen daar heel anders over denken. Het kan op verschillend manieren een rol in je leven spelen. De meeste mensen zijn hetero. Dat wil zeggen dat in de relatie een vrouw en een man voorkomt. Dit is het gezicht van vele gezinnen. Als je een relatie hebt en van elkaar houd ga, je vrijen. Sommige mensen vinden dat je pas na je huwelijk mag vrijen. Dit stelt ook de Islam voor. Homo’s: Homo’s zijn mannen die van elkaar houden, maar meer dan in een gewone vriendschap. Zij worden de laatste tijd ook steeds meer geaccepteerd in onze wereld. Maar toch komt homohaat nog vaak voor. Veel mensen met een sterke geloof vinden dat dit verkeerd is. Als je in sommige landen verklaart dat je een homo bent, kan het zijn dat ze je gaan doden, gewoon omdat je godsdienst dit voorschrijft. Vrouwen die van elkaar houden noemen we lesbiennes. Lustbeleving
Seksualiteit kan men plezier beleven. Je kunt er opgewonden door raken door te vrijen of masturberen. Als films het doel hebben om mensen te prikkelen noemen we die soort film: pornografie.
5. Verliefdheid In de puberteit verander je ook geestelijk. Je groeit langzaam tot volwassenheid toe. Bij de één gaat het sneller dan bij een ander. In de puberteit krijg je meer belangstelling voor ander mensen. Liefde gaat een steeds grotere rol spelen in je leven. Je kunt iemand dan heel erg leuk vinden. Je probeert zijn of haar aandacht te trekken. Als de ander ook verliefd op je word kun je een relatie aangaan. Onder liefde verstaan de meeste mensen: “mensen die van elkaar houden bijvoorbeeld, je vriend of vriendin, maar ook je familie. Kortom dat je om iemand geeft.” Als je iemand heel erg aardig vindt kun je dat laten zien door bijvoorbeeld te gaan zoenen, knuffelen of vrijen. In puberteit is dit een veel voorkomend beeld. 6. Soa’s Soa betekent seksueel overdraagbare aandoeningen. Soa wordt ook wel geslachtsziekte genoemd. Er zijn ziektes die je alleen maar door te vrijen kunt krijgen. Het hoeft niet alleen door te vrijen te komen. Maar ook door ander contacten
Je kunt een Soa niet krijgen door te drinken uit een glas water van iemand anders. Omdat meestal zit in het speeksel van de andere niet genoeg ‘ziekte’ om ze overdraagbaar te maken
De meest bekendste Soa is aids. Aids
Het HIV-virus is anders dan andere virussen. Het vernietigt precies die cellen van het afweersysteem die de antistoffen maken tegen virussen. Je afweersysteem kan het HIV-virus dan niet meer de baas en wordt afgebroken. Daarna heb je niet meer genoeg weerstand tegen ziekmakende virussen. Je krijgt dan allerlei ziektes: je hebt AIDS. Chlamydia
Chlamydia is de soa die in Nederland het meest voorkomt. Per jaar lopen 60.000 mensen deze geslachtsaandoening op. Het wordt veroorzaakt door een bacterie, die zich nestelt in de slijmvliezen van de geslachtsdelen. Zowel voor mannen als voor vrouwen geldt dat een onbehandelde chlamydia-infectie besmettelijk is en je de ziekte ongemerkt kunt doorgeven. Het is daarom belangrijk dat de partner(s) waarmee je onveilig hebt gevreeën, zich laten onderzoeken en eventueel behandelen. Chlamydia is eenvoudig te genezen, ALS je er op tijd bij bent. 7. Voortplanting Voortplanting ontstaat door geslachtsgemeenschap. Dit gebeurt wanneer het sperma door schokken van de penis in de vagina komt. In sperma zitten zaadcellen, als de zaadcel in contact komt met de vrouwelijke eicel ontstaat er een kindje. Maar dit is natuurlijk niet zo simpel als het hier staat, het is een lang en ingewikkeld proces. Om de eicel zit een laag waar de spermacellen niet direct door naar binnen kunnen dringen. Deze laag is niet af te breken door lymfocyten (dit zijn witte bloedcellen die het lichaam beschermen tegen vreemde stoffen, ze kunnen dus niet de vreemde beginnende kiem vernietigen) Direct daarna maakt de eicel een nieuwe laag aan waar de spermacellen niet doorheen kunnen komen. Nu is de eicel bevrucht, we noemen het nu een zygote. In de zygote gebeuren veel duistere dingen. De spermakop valt uit elkaar zodat de chromosomen paren kunnen vormen. Dit clubje cellen groeit en vertrekt alvast naar de baarmoeder. 6 dagen na de bevruchting is het daar (het eicellen clubje heet dan morula). De eicellen blijven zicht vermenigvuldigen, maar blijven zelf van dezelfde omvang. Als sommige cellen knappen komt er vocht vrij en ontstaat er een blaasje met vocht en celletjes, de blastula. Dit blaasje nestelt zich in het baarmoeder slijmvlies en er ontstaan uitlopers waar het blaasje voedingsstoffen en zuurstof binnen haalt. Het blaasje kan gaan groeien, de Trofoblast

De uitlopers zijn het begin van de placenta (moederkoek). Dit is de plaats waar de baby later zijn voedsel zal krijgen. Met de 15de dag zit het geheel 1,5 cm diep in het baarmoederslijmvlies. De ammonholte gaat groeien en die kiemschijf wordt in koepel gedrukt. Er ontstaat een nieuwe embryo. Na 9 maanden komt het als kindje uit de baarmoeder. 8. Voortplantingsstelsel man - Als een jongen ongeveer 13 jaar is beginnen zijn teelballen te werken. Vanaf die dag produceren de zaadballen miljoenen zaadcellen per dag. - De teelballen liggen in de balzak omdat het in het lichaam te warm is voor de zaadcellen. - De zaadcellen worden opgeslagen in de bijballen. - De zaadleiders vervoeren de zaadcellen. De zaadblaasjes en de prostaat voegen vocht toe waardoor de zaadcel beter gaat bewegen en voedingsstoffen krijgt om energie te krijgen ze beter kunnen bewegen - De urinebuis zorgt ervoor dat de urine wordt vervoerd. Deze loopt door de penis. Maar door een
bepaald systeem kan de sperma nooit gelijkertijd met de urine naar buiten lopen. De eikel is erg gevoelig. Door aanraking wordt een jongen seksueel opgewonden. De voorhuid zit om de eikel. In sommige landen wordt die er afgehaald. De penis is voor het inbrengen van de zaadcellen in de vagina. Een jongen krijgt een stijve door zwellichamen deze kunnen zich vullen met bloed. Er is weinig verschil tussen de grootte van penissen van volwassen mannen 9. Voortplantingsstelsel van een vrouw. Het voortplantingsstelsel van een vrouw: Het voortplantingsstelsel bestaat uit een aantal dingen zoals: De baarmoeder: hier zit de baby voordat hij naar de buitenwereld gaat
De eileider: deze leid het sperma richting eierstok
De eierstok: hier springt eenmaal in de maand een eicel
De blaas: hier word urine in opgeslagen
En de vagina - In de eierstok worden geslachtscellen gemaakt. - De geslachtscellen van een vrouw worden ook eicellen genoemd. - Gemiddeld een keer per 4 weken komt er een cel vrij. - Het vrijkomen van de eicel noemen we ovulatie. - Een vrijgekomen eicel wordt opgevangen in de trechter, Daarna komt de eicel in de eileider terecht. - De eileider voert de eicel naar de baarmoeder. - Een bevruchte eicel wordt ook en embryo genoemd. (Een embryo is een ongeboren kind.) - Het embryo groeit in de baarmoeder. De baarmoeder heeft een dikke gespierde wand en ze is ook heel rekbaar. Dat is nodig omdat het kind in de baarmoeder groeit. Aan de binnenkant van de baarmoeder zit een slijmvlies. Ook de vagina is heel rekbaar. Bij de geboorte komt het kind meestal via de vagina ter wereld. De vagina wordt ook wel schede genoemd. Hier ontvangt de vrouw sperma uit de penis. Om de vagina liggen kleine schaamlippen. Daaromheen liggen nog grotere schaamlippen. De kleine schaamlippen maken slijm. Door het slijm wordt de doorgang van de vagina glad gemaakt, daardoor komt de penis er makkelijker in. Vooraan tussen de kleine schaamlippen zit de clitoris. De clitoris wordt ook wel de kittelaar genoemd. De clitoris is heel gevoelig voor aanraking. Een vrouw kan daardoor seksueel opgewonden worden. 10. Voorbehoedsmiddelen Geboorteregeling betekent dat een vrouw samen met een man geen kinderen wilt. Als een vrouw niet zwanger wil worden kan zij of de man een voorbehoedsmiddel gebruiken. De bekendste zijn de Pil en het condoom

De pil: De pil is een anticonceptiemiddel. De vrouw zou, indien ze geen kinderen wil, hem elke dag moeten slikken. Door deze pil slik je extra hormonen (oestrogeen en progestageen hormoon) en je lichaam reageert op drie manieren: 1. De maandelijkse eisprong wordt onderdrukt zodat er geen eitje vrijkomt. 2. De binnenwand van de baarmoeder wordt ongeschikt voor innesteling van een bevrucht eitje. 3. Het slijm in de ingang van de baarmoeder wordt ondoordringbaar voor zaadcellen. Een condoom: Een condoom is een soort rubberen hoesje. Je kunt een condoom overal halen, zelfs bij de supermarkt. Een condoom zit in een verpakking, deze moet je dan open scheuren. Vervolgens pak je het condoom bij het toompje, en schuif je deze over de penis. Een condoom zorgt ervoor dat de sperma niet in de vrouw komt. Dit is een zeer betrouwbare middel. Maar let wel op de houdbaarheidsdatum! 11. Register van moeilijke woorden Puberteit: Tijd waarin een kind in een volwassene verandert. Anticonceptie middel: Voorbehoedsmiddelen. Vagina: Het geslachtsorgaan van de vrouw. Chromosomen langgerekte dunne draden die erfelijke eigenschappen bevatten van een persoon. Deze zitten ook in een zaadcel. Testosteron: Mannelijke geslachtscellen. Schaamhaar: Haar rond de geslachtsorganen
Seksuele geaardheid: Hoe dat je over seksualiteit denkt. Penis: Mannelijk geslachtsorgaan