Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Ouder worden

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 1e klas vmbo | 3025 woorden
  • 28 mei 2001
  • 367 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
367 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. Ouder worden is mijn toekomst

De laatste tijd wordt er zeer veel aandacht besteed aan het belang van gezonde leefgewoonten en aan de vroegtijdige ontdekking van mogelijke afwijkingen. Dit is een nieuw element in de gezondheidszorg.
Nog geen 100 jaar geleden stierven mensen aan de gevolgen van acute infectieziekten. Van kerngezond kon men in een paar dagen tijd doodziek worden. Dankzij de vooruitgang van de medische wetenschap, de sociale omstandigheden en de voedingstoestand is hier enorm veel verandering in gekomen. Nu kan een infectie worden bestreden door bijvoorbeeld antibiotica.

Het is erg belangrijk om gezond te leven. Natuurlijk kan je ouder worden niet tegengaan, maar het is wel heel belangrijk om je goed aan bepaalde dingen te houden. Je eet- en drinkpatroon bijvoorbeeld. Je hebt voldoende vocht nodig om niet uitgedroogd te raken. Verder moet je erg oppassen met wat je eet. Als je veel vettige dingen naar binnen werkt dan heb je later veel meer de kans om hart- en vaatziekten te krijgen.


Het leven kort samengevat:
10 Dat zijn de kinderjaren
20 Ga je aan het sparen
30 Moet je zijn getrouwd
40 Word je al gauw oud
50 Begint het af te zakken
60 Krijg je ongemakken
70 Dwaalt het leven af
80 Sta je aan je graf
90 Kan je ook nog leven
100 Moge God je geven

2. Wat gebeurt er met lichaam en geest bij het ouder worden

Volgens artsen en andere deskundigen hebben we er geen idee van, wat er allemaal met het lichaam en geest gebeurt, als we een dagje ouder worden.
Tot ongeveer het 30ste levensjaar is er nauwelijks iets aan de hand, maar daarna komt het verouderingproces langzaam op gang.
Even in het kort alle “belangrijke functies” op een rijtje:


Ademhaling (M/V)
De ademhaling gaat moeilijker. Met het verstrijken van de jaren kost het meer moeite om lucht in en uit de longen te pompen. De longbeweging is minder volledig, zodat er meer lucht in de longen achterblijft bij het uitademen. Dat betekend dat de ademhaling minder goed verloopt.

Blaas (M/V)
De blaascapaciteit kan beduidend minder worden met als gevolg dat veel ouderen hun blaasspieren vaak niet meer beheersen. Gevolg: onvrijwillig urineverlies.

Bloedvaten (M/V)
De aderen worden nauwer, minder soepel en raken verstopt met allerlei stoffen die de bloedsomloop belemmeren. Dit proces wordt nog een versneld door een ongezond eet- en drinkpatroon, overmatig roken en alcoholmisbruik. Hart- en vaatziekten, beroerte, hoge bloeddruk en dergelijke kunnen de gevolgen zijn.

Botten (M/V)
De botten worden broos. Bekend is dat de botdichtheid van vrouwen tussen de 55 en 64 jaar gemiddeld 25% verminderd. Tussen de 65 en 74 jaar ruim 40%. Boven de 75 jaar ruim 50%.

Eetlust (M/V)
De eetlust verdwijnt met de jaren

Gebit (M/V)
Het gebit gaat drastisch achteruit, zeker als er met de mondverzorging een loopje wort genomen.

Geheugen (M/V)
Bekend is de toenemende vergeetachtigheid. Het geheugen wordt minder, vooral het korte geheugen. Wat men zojuist heeft gedaan of gehoord, is uit het geheugen gewist. Oude herinneringen komen gedetailleerd boven.

Gehoor (M/V)
Gehoorproblemen doen zich voor. Vooral het horen van hoge tonen verslechtert. Wie twintig is, kan iemand op een gehoorafstand van zo’n 15meter afstand gemakkelijk verstaan. Tegen het 50ste levensjaar bedraagt de normale gehoorafstand negen meter. Rond de zestig slechts vier meter.


Gewicht (M/V)
De hoeveelheid vet neemt toe en gaat zich anders over het lichaam verdelen. Tussen het 30ste en 75ste levensjaar verdubbelt het vet dat we meedragen. Vooral is er sprake van plaatselijke vetophoping (kin, heupen, taille, billen)
Vrouwen komen meestal tussen hun 35ste en 45ste levensjaar circa 4,5 kilo aan en in de 10jaar erna nog 1 of meerdere kilo’s. Dat verklaart ook waarom 45% van de vrouwen in die leeftijdsklasse te zwaar is. Hetzelfde geldt min of meer voor de man (bierbuikje).
Eén troost: na het 65ste levensjaar wordt het lichaamsgewicht in de meeste gevallen een stuk minder.

Gewrichten (M/V)
Gewrichten worden minder soepel en zijn vooral ’s morgens stijf.

Gezichtvermogen (M/V)
De pupil regelt bij veel of minder licht de hoeveelheid licht wat op het netvlies valt. Met als feit dat bij een kleine opening een grotere scherpte wordt bereikt. Dit heeft niets met leeftijd te maken. Na het 30ste levensjaar neemt het gezichtvermogen langzaam maar zeker af. Tegen de tijd dat we 40 zijn, heeft de ooglens zich zodanig verdikt dat ze problemen begint op te leveren. Lenzen worden bij het ouder worden voortdurend dikker en harder. De noodzaak van een brilletje (bijvoorbeeld leesbril) neemt toe.

Hersenen (M/V)
Na het 50ste levensjaar neemt zowel de grootte als het gewicht van de hersenen af.


Huid (M/V)
Het vermogen van de huidcellen om zich te delen neemt van ongeveer het 25ste levensjaar steeds meer af. Gevolg:De huis wordt dunner, slapper en rimpeliger en lijnen worden zichtbaar. De bekende wallen onder de ogen berusten doorgaans op erfelijke factoren. Het vocht- en vetgehalte van de huid neemt af, evenals het collageengehalte (een eiwitstof). Overigens, een mannenhuid veroudert circa 10jaar langzamer, doordat ze dikker en vetter is.
Ook de hals boet aan verkracht in, waardoor ze droog en rimpelig wordt.

Luchtwegen (M/V)
De luchtwegen worden minder elastisch; de longen nemen minder zuurstof op. Tegen de 80-jarige leeftijd is de longcapaciteit met ongeveer 30 tot 50% verminderd. Vandaar, dat veel mensen op hoge leeftijd kampen met ademhalingsmoeilijkheden.

Nieren (M/V)
De nieren verminderen in kwaliteit naarmate mensen op leeftijd komen. Ze hebben meer tijd nodig om afvalproducten tot urine te concentreren. Zelfs mensen met een goede gezondheid hebben op latere leeftijd last van een verminderde nierfunctie.

Smaak- en reukzin (M/V)
De smaak- en reukzin gaat achteruit. Rond het 65ste levensjaar beginnen we minder variaties in geurconcentraties te onderscheiden. Bij rokers geeft hun reuk veel eerder de geest.
Naarmate de smaakpapillen aftakelen, droogt de uitscheiding op. Voor de gemiddelde 80-jarige, met nog maar 88 smaakpapillen op elk papil, is eten vrij smakeloos. Papillen op de tong hebben op je 30ste 245 smaakpapillen, en op je 80ste nog maar 88.

Spieren (M/V)
De spieren worden zwakker en dunner, vooral als ze zelden of nooit gebruikt worden. Na ons 30ste verliezen we elk jaar 3-5% van onze spiermassa. Een vrouw van 75 heeft nog maar 50% van de spierkracht van een 20-jarige vrouw.


Stem (M/V)
De stem verandert. Na zijn 50ste daalt een mannenstem met spreken van C naar E-Mol, omdat de stembanden stijf worden en op een lagere frequentie vibreren.

Vruchtbaarheid (M/V)
Vrouwen kunnen kinderen krijgen zolang ze menstrueren. Met de entree van de menopauze eindigt bij vrouwen tevens de vruchtbaarheid. Dit in tegenstelling tot de man. Die tot op zeer hoge leeftijd (ongeveer 90jaar) vruchtbaar blijft.

Weerstand (M/V)
De weerstand tegen ziekten en kwalen wordt steeds minder en het herstel verloopt trager. Dit verklaart, waarom een van 75jaar maar liefst 41% meer risico loopt te overlijden dan een man van 20jaar. Vooral als er sprake is van een gezonde leefwijze.

Zuurstof (M/V)
Ouderen die veel binnen zitten of de deur niet uit kunnen, kampen vaak met ademhalingsmoeilijkheden omdat onvoldoende zuurstof de hersenen bereikt. Zuurstofgebrek vormt een regelrechte bedreiging voor onze cellen. Dat gevaar is het meest kritiek voor de hersenen, die een overvloedige toevoer van zuurstof nodig hebben. Wanneer die toevoer door een slechte ademhaling of bloedsomloop terugloopt, gaat de hersenfunctie achteruit.

3. De belangrijkste oorzaken van ziekten en sterven

Wij haalden reeds aan dat chronische aandoeningen de plaats hebben ingenomen van acute infectieziekten. Er is dus meestal een hele lange geschiedenis aan de ziekte voorafgegaan vooraleer de eerste teken zich duidelijk manifesteren. Hierdoor zou de redenering kunnen ontstaan dat bijvoorbeeld op 50jaar al veel kwaad geschied is en daardoor alle goede voornemens om de levensstijl te verbeteren reeds te laten komen.

Het antwoord hierop is tweedelig:

- Doordat het hier om een langdurig proces gaat waarbij meerdere factoren een rol spelen, krijgt men ruimschoots de kans om zelf initiatieven te nemen om zijn gezondheid te handhaven.
- In veel gevallen zien we een afname van de omvang van de letsels. Dus ook op het gebied van de gezondheid geldt de oude wijsheid: “Beter laat dan nooit!”

Deze zienswijze houdt echter in dat we nog heel wat energie moeten steken in de verandering van de beeldvorming ten opzichte van het ouder worden. Met de voortschrijdende leeftijd treedt er niet alleen een verouderingproces op, maar blijft er nog steeds een aantal groeikansen bestaan. Dit laatste geldt evenzeer voor de geestelijke ontwikkeling van een persoon. Ook nu weer een oud gezegde: “Laat u niet vangen door uw leeftijd, men is maar zo oud als men zich voelt”.

De belangrijkste doodsoorzaken

In de “Gezondheidsindicatoren 1996”van het Ministerie van gezondheid van de Vlaamse Overheid, krijgen we een overzicht van doodsoorzaken in een volgorde van belangrijkheid, zowel bij mannen als vrouwen per leeftijdscategorie.
We zullen deze gegevens (zie bladzijde 6) gebruiken als uitgangspunt om aan te tonen waar de mogelijkheden aanwezig zijn om zelf initiatieven te nemen.

4. Beweging en ziekte

Blijven bewegen
Bewegen is voor de spieren, bloedsomloop en alle lichamelijke functies nodig. Dit geldt voor jong en oud. Als iets jong houdt, dan is het beweging.
Rust is voor veel mensen op leeftijd eerder schadelijk dan gezond.: beweging is dus devies! Trainen maakt spieren krachtig en stevig. Daardoor raakt u ook minder snel vermoeid. Een ander gevolg van activiteit is dat het beenderenstelsel minder snel kalk verliest.
De botten blijven dankzij beweging stevig en dat helpt breuken te voorkomen. Bovendien is beweging goed voor de motoriek. Een getraind lichaam kan zoals u ziet een heleboel ellende voorkomen.

Wanneer u helemaal geen beweging neemt, ontkalken de botten. Alle kalk die dan uit de botten vrijkomt, moet natuurlijk afgevoerd worden. Dit geschiedt met name door de nieren, waardor de kans op nier- of galblaasstenen groter wordt. De wervelkolom zakt ook iets in elkaar doordat de tussenwervelschijven minder vocht bevatten. Door het in elkaar zakken van de wervelkolom, kunnen zenuwen knel komen te zitten. Het pijnlijke gevold is schietende pijnen in de rug of benen zoals die bij spit (spierkramp in de onderrug) of ischias optreden. Regelmatige beweging kan dit proces vertragen, de tussen wervelschijven worden dan steeds geprikkeld door vochtopname.

Ook de gewrichten hebben voordeel van regelmatige beweging. Het feit dat de gewrichten minder soepel functioneren naarmate men ouder wordt, betekend nog niet dat beweging schadelijk is!
Bij artose (gewrichtsslijtage) is het zelfs zo, dat versterking van de spieren de artose vermindert.
Tenslotte is er dan nog minder kans op vetzucht, met alle daaraan verbonden voordelen voor hart- en bloedvaten.

Ziekte en ouder worden
Voor de meeste ziekten geldt dat ze meer op oudere leeftijd voorkomen. Dit betekent echter niet dat ze allemaal veroorzaakt worden door het verouderingproces. Sommige ziekten, zoals bijvoorbeeld staar en hardhorendheid, hangen inderdaad hiermee samen, maar de meeste ernstige ziekte of aandoeningen zijn niet het gevolg van de ouderdom.
Dat een mens op latere leeftijd vaker ziek is, is over het algemeen simpel het gevolg van het feit dat oudere mensen nu eenmaal langer hebben geleefd dan jongeren.
Zij hebben daardoor blootgestaan aan allerlei invloeden van buitenaf. Kanker is hier een sprekend voorbeeld omdat de meeste vormen van deze ziekte juist bij oudere mensen voorkomen.
Daarom heeft men vroeger zelfs gemeend dat elk verouderingsproces uiteindelijk zou leiden tot een of andere kanker. Nu weten we echter dat de meeste vromen hiervan veroorzaakt worden door invloeden van buitenaf en daarom meer bij ouderen voorkomen. Het is ook niet vreemd dat mensen die vijftig jaar hebben gerookt eerder kanker krijgen dan mensen die dat slechts tien jaar hebben gedaan.

Ouderdom of ziekte?
Zowel ouderdom als ziekte kunnen problemen veroorzaken, zoals ademhalingsmoeilijkheden, lichamelijke zwakte of vergeetachtigheid. Hoe kan de oudere dan bepalen wat hij het beste kan doen indien hij met één of meer van deze verschijnselen te maken krijgt: de arts raadplegen of het probleem accepteren als behorende bij de ouderdom?

De beste graadmeter is hier de tijd die verstreken is sinds het ontstaan van de klacht. Heeft deze zich langzaam – gedurende een aantal jaren – en bijna onmerkbaar ontwikkeld, dan is waarschijnlijk het ouder worden de oorzaak. Dit eventueel in combinatie met een verlies van een goede lichamelijke conditie. Ontstaat de klacht echter plotseling, bijvoorbeeld in een paar dagen of weken, dan lijkt ziekte aannemelijker.

Ik zou een voorbeeld geven:
Meneer Smit merkt dat hij tegenwoordig meer tijd nodig heeft om op adem te komen wanneer hij de trap naar zijn flat heeft beklommen en dan vierentwintig jaar geleden.
Meneer Teunissen merkt dat hij meer tijd nodig heeft om op adem te komen wanneer hij de trappen naar het flatje van zijn dochter is gelopen dan bij zijn bezoek vijf dagen geleden.

Ouderdom en het ontbreken van een goede lichamelijke conditie zijn waarschijnlijk voor meneer Smit de oorzaken voor zijn ademhalingsmoeilijkheden. Meneer Teunissen is daartegen waarschijnlijk ziek en doet er goed aan een bezoek te brengen aan de arts.
Als vuistregel geldt dat als u zelf of iemand uit uw naaste omgeving kan aangeven dat een klacht plotseling is begonnen - ‘maandag merkte ik het voor het eerst’ of ‘het is iets van de laatste drie weken’- er is waarschijnlijk sprake is van een ziekte en de arts moet worden geraadpleegd. Als aan de andere kant de klacht in de loop der jaren is ontstaan –dus sluipend-
Is het minder waarschijnlijk dat deze verband houdt met een ziekte. Waarschijnlijk is dat de klacht veroorzaakt wordt door het verouderingsproces en het verlies van een goede lichamelijke conditie.

Veroudering, ziekte en het verslechteren van de lichamelijke conditie
Ziekte versnelt het proces van de lichamelijke achteruitgang; ouderen die een ziekte hebben verouderen sneller dan degenen die nog gezond zijn. Bovendien verloopt het proces van de lichamelijke achteruitgang nog sneller omdat ziekte conditie aantast.
Mogelijke oorzaken voor een snelle veroudering kunnen de ziekte zelf zijn, omdat deze de oudere inactiviteit veroordeelt, en de gedachte van de oudere of zijn familie dat een ziekte het rustig aan moet doen. Wat de oorzaak ook mag zijn, het effect van ziekte is steeds hetzelfde: een verslechtering van de lichamelijke conditie en het feit dat men minder actief wordt.
In de acute fase van een ziekte is het niet verstandig om activiteiten te verrichten, maar voor de meeste mensen met een chronische aandoening is het juist raadzaam te blijven.

Dit om te voorkomen dat de conditie almaar slechter wordt.
Het is ook belangrijk voor ogen te houden dat ziekten op oudere leeftijd niet altijd gepaard gaan met symptomen als pijn en ademnood. Soms is het eerste signaal van een ziekte juist dat men niet meer in staat is om bepaalde activiteiten te verrichten.

Ik zou een voorbeeld geven:
Mevrouw de Bruin heeft altijd graag gewandeld. Een wandeling van een uur leverde haar geen problemen op. De laatste drie weken is ze echter al na een kwartier zo moe dat ze haar wandeling moet staken

Mevrouw Dijkstra is tachtig jaar en is altijd is staat geweest om via de trappen haar slaapkamer haar slaapkamer op de eerste etage te bereiken. Op een avond is ze halverwege de trap al zo moe dat zij niet verder kan en terug moet om beneden in de huiskamer in een stoel te slapen.

Als men op oudere leeftijd plotseling moeite heeft met iets dat men voorheen zonder moeite kon, dan ligt de oorzaak mogelijk bij een ziekte en niet bij een normaal verouderingproces. Het inroepen van medische hulp is dan het beste.

Geestelijke achteruitgang
Ook de verstandelijke functies ondergaan veranderingen met het ouder worden. De normale veroudering van de hersenen zorgt voor verandering, zoals het niet zo snel meer kunnen rekenen, moeilijker samen kunnen onthouden of rijtjes kunnen leren. Bij veel oudere mensen nemen de verstandelijke functies extra af, omdat zij in vergelijking met hun schooltijd in veel mindere mate geestelijk actief zijn.
De sociale veranderingen die gepaard gaan met het ouder worden, kunnen ook intellectueel functioneren beïnvloeden.
Jongere mensen laten het bijvoorbeeld vaak na fouten van ouderen corrigeren en ze reageren evenmin op een onjuiste bewering van een oudere terwijl ze dit wel doen als een jonger persoon iets zegt dat niet klopt.

Ook ziekte, met name dementie, is mogelijke oorzaak van verstandelijke achteruitgang; maar alleen een ziekte die langdurig van aard is kan de verstandelijke vermogens ernstig aantasten.

Als u op tachtigjarige leeftijd nog steeds een lichamelijke conditie heeft, geestelijk actief bent en het geluk hebt gehad geen ziekte te hebben zoals dementie of reuma, zouden de volgende dingen nog moeten kunnen: - de tuin behouden, met uitzondering van zwaar spitwerk;
- een boek lezen of krant;
- een of twee glaasjes alcoholische drank nuttigen zonder er last te ondervinden;
- genieten van een goed gesprek;
- het eigen lichaam verzorgen;
- lichte huishoudelijke werkzaamheden verrichten;
- autorijden.

5.Woonvormen voor ouderen

Extramurale woonvormen

1. Seniorenwoning
Een seniorenwoning is een woning waarbij woonkamer, keuken, slaapkamer, wasruimte en het toilet op dezelfde verdieping zijn.

2. Bejaardenwoning
Bejaardenwoningen zijn kleine woningen die standaard aanpassingen hebben, zoals handgrepen in een douche en toilet, geen drempels en een verhoogde toiletpot.

3. Aanleunwoning
De naam van de woning zegt het al: aanleunen tegen een verzorghuis. De bewoner kan gebruikmaken van een aantal diensten van het verzorgingshuis. Denk daarbij aan het alarmsysteem, waardoor de bewoner in contact staat met het verzorgingshuis en aan maaltijden tijdens ziektes.

4. Woongroep voor ouderen

Een vrij nieuwe manier van wonen voor ouderen is de woongroep. Met meerdere mensen samen wonen en samen alle taken in en om het huis doen. Zijn bepaalde taken te zwaar, dan kan de hulp ingeschakeld worden van de thuiszorg of de gezinszorg.

5. Serviceflat
Een serviceflat is een zelfstandige, aangepaste woning in een flatgebouw. Serviceflats hebben vaak gemeenschappelijke ruimten en een aangepast dienstenpakket. Dit betekend, dat de bewoners zelf bepalen welke hulp zij nodig hebben, Denk hierbij aan een huismeester, maaltijdverstrekking, huishoudelijke hulp, alarmsysteem of de aanwezigheid van een verpleegkundig hulp. De serviceflat is erg duur. Alleen ouderen die dit kunnen betalen maken er gebruik van.

Intramurale woonvormen

1. Verzorgingshuis
Deze woonvorm is bedoeld voor ouderen die om lichamelijke, geestelijke en/of sociale redenen niet meer zelfstandig kunnen wonen.
Ouderen wonen in een (vaak kleine) kamer met eigen keuken en badruimte. Zij maken gebruik van de diensten binnen het huis zoals maaltijden, huishoudelijke hulp en hulp bij de dagelijkse verzorging.

2. Verpleeghuis
Voor deze woonvorm komt een oudere alleen in aanmerking wanneer hij langdurig medische en verpleegkundige zorg nodig heeft.
Denk maar aan dementerende ouderen of aan mensen die een hersenbloeding hebben gehad en zelf niets meer kunnen.

REACTIES

D.

D.

LS, met name over het oog staan een paar fouten. De pupil regelt bij veel of minder licht de hoeveelheid licht wat op het netvlies valt. Met als feit dat bij een kleine opening een grotere scherpte wordt bereikt. Dit heeft niets met leeftijd te maken. Verder staat in het stuk dat er meer licht op het hoornvlies (cornea valt) en wel rond je 17e jaar. Ook dit is onjuist, al ben je blind, er valt evenveel licht op de hoornvlies. Wat bedoelt wordt; is de retina (netvlies kan na jaren degeneren, of de kwaliteit van het beeld wordt door de lens (staar/cataract) waziger zijn, of beide komt voor!

16 jaar geleden

L.

L.

bedankt voor de werkstukken ik heb der heel erg veel aan;)

16 jaar geleden

R.

R.

hallo,
ik had een vraagje ik doe een opleiding bij het roc als helpende 2 heb je daar ook wat van.



b.v.d groetjes rita

22 jaar geleden

G.

G.

hallo Judith,

Ik had even een vraagje en dat niet over het werkstuk Ouderen, maar heb jij de VBO (c-niveau) gedaan op Sprengeloo te Apeldoorn, dan kon het wel eens zij dat ik bij jou in de klas gezeten heb?

Ik weet niet of dit interesssant voor je is, maar als je een reactie zou willen geven zou dat wel stoer zijn.

Dank je alvast

groeten Geert Jan

22 jaar geleden

R.

R.

hai,judith
ik vond je verslag heel goed.
ik heb een vraagje ik doe de opleiding helpende 2
weet jij mischien waar ik informatie kan krijgen, ik moet 8 verslagen maken overouderen
bvd groetjes rita.

22 jaar geleden

R.

R.

hai,judith
ik vroeg me af heb je ook werkstukken met kranteknipsels overouderen ik moet er 6 hebben ,maar ik heb weinig tyd ervoor gehad ,omdat ik ook nog 32 uur in de week werk.
b.v.d
groetjes rita.

22 jaar geleden

S.

S.

Mooie sterke informatie. Ik had er veel aan. Ik heb mijn opdracht klaar. Mooi gemaakt meid!

12 jaar geleden

I.

I.

als ik bij google vraag naar welke spiergroepen ouders van 65+ veel gebruiken staat jullie site bovenaan maar ik kan er echt niks over vinden weet iemand raad?

12 jaar geleden

I.

I.

heel erg bedankt heeft me goed geholpen

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.