Smog is een mengsel van uitlaatgassen en mist. Als er geen wind is blijft die rook hangen en vermengt het zich met mist. Deze wazige mistgordijnenen hangen vooral boven grote steden zoals Londen, Mexico-stad, Los Angelos, Parijs, Rome. enzovoort. Het zorgt voor ademhalingsproblemen bij de mensen. Bij het inademen van vervuilde lucht kan je lichaam hieruit minder zuurstof halen. Je wordt dan snel moe en kortademig. Er zijn zelfs al mensen gestorven doordat ze in de smog stikten.
In het engels betekend rook “Smoke” en mist “fog” zo ontstond het woord SMOG. Stoffen die invloed hebben op het ontstaan van smog zijn vooral ozon, fijn stof en, in mindere mate stikstofdioxide (NO2) en zwaveldioxide (SO2). Er zijn 2 soorten smog: zomersmog en wintersmog.
Zomersmog:
Belangrijke componenten van zomersmog zijn stikstofoxiden, fijn stof en koolwaterstoffen, die afkomstig zijn uit de industrie en het verkeer. Een zwakke oostelijke of zuidelijke wind voert deze schadelijke stoffen meestal aan. Onder invloed van veel zonlicht reageren stikstofoxiden en koolwaterstoffen met elkaar. Hieruit ontstaat ozon (O3).
Normaal gesproken wordt ozon verspreid door de wind, maar als het windstil is, blijft ozon op een bepaalde plek hangen. De combinatie van veel zon en stabiel weer komt vooral voor in de zomer. Een andere naam voor zomersmog is fotochemische verontreiniging. Veranderende weersomstandigheden zoals regen of het draaien van de windrichting maken over het algemeen een einde aan de zomersmog.
Wintersmog:
De belangrijkste bestanddelen van wintersmog zijn zwaveldioxide (SO2) en fijne stofdeeltjes ('aërosol'). Zwaveldioxide ontstaat onder meer bij verbranding van zwavelhoudende brandstoffen zoals olie. In Nederland zijn optrekkende dieseltrucks de grootste veroorzakers van de uitstoot van zwavel en roetdeeltjes. Aërosol is onder andere afkomstig uit zee en heeft een sterke zoutcomponent.
Bij langdurige vorst en stabiel weer ontstaat een scheiding tussen koude lucht boven het aardoppervlak en warme lucht op enkele honderden meters hoogte. De koude lucht, die zwaarder is, blijft hangen onder de warmere lucht erboven, met name tijdens koude winters. De zwaveldioxide en de stofdeeltjes krijgen dan geen kans om zich te verspreiden. Wintersmog is het gevolg. Net als bij zomersmog zorgt regen of een veranderende windrichting voor het wegtrekken van smog.
In plaats van zomersmog en wintersmog heb je ook “ernstige smog”. Ernstige smog met de ozon of fijn stof komt hooguit enkele dagen per jaar voor. Dit soort smog is alleen te bestrijden door de luchtkwaliteit te verbeteren. Tijdelijke maatregelen, zoals het stilleggen van het verkeer of industrie, hebben geen zin.
Santiago de Chili na 1 uur regenval.
Santiago de Chili na 1 dag regenval.
De regels om smog te bestrijden staan in de Smogregeling 2001. De regeling en het bijbehorende draaiboek beschrijven de hoeveelheid smog (van geen of geringe smog tot ernstige smog), welke instanties de smogconcentraties moeten vaststellen en welke instanties er wanneer actie moeten ondernemen. Ook geven de regeling en het draaiboek aan wanneer en hoe burgers en maatschappelijke organisaties op de hoogte moeten worden gesteld van de smog.
De smog zoals boven beschreven werd voor het eerst waargenomen in het gebied rondom Los Angeles in de jaren veertig van de vorige eeuw. In de vijftiger jaren ontdekte Arie-Jan Haagen Smit dat deze vervuiling door ozon werd veroorzaakt.
Luchtvervuiling kwam echter al veel eerder voor, eigenlijk vanaf het moment dat het vuur door de mens werd uitgevonden.
De gele waas boven de stad toont duidelijk de SMOG-laag aan.
REACTIES
1 seconde geleden