fotografie

Het materiaal. Zonder materiaal voor het fotograferen kun je niks. De camera. Je vindt tientallen verschillende camera’s meer in principe zijn ze allemaal hetzelfde. Het zijn lichtdichte kastjes die een bepaalde hoeveelheid licht binnen laten op een lichtgevoelige film. De meest gebruikte camera’s zijn de compact camera en de eenogige spiegelreflex camera. De compact camera is een alles-in-een camera zonder verwisselbare lenzen. Het nadeel van deze camera is dat het beeld die op de film komt anders is dan die je ziet door de zoeker. De meeste compact camera’s hebben een automatische belichtingsprogramma. Ook hebben de meest een ingebouwde flitser. De eenogige spiegel reflex camera is een camera met meer mogelijkheden. Je kunt zonder de film te beschadigen andere lenzen erop zetten. Bij eenogige spiegel reflex camera zie je door de zoeker precies hetzelfde als door de zoeker, dit komt door het spiegelsysteem. Andere camera typen zijn de panoramacamera, technische camera, tweeogige spiegel reflex camera, onderwatercamera en de wegwerpcamera. Film De film is het meest gevoeligste middel waarmee beelden worden vastgelegd in een camera, met uitzondering van video- en digitalemodelen. Ook bij de film zijn er meerdere soorten maar hebben ze allemaal hetzelfde principe. De belangrijkste onderdelen van een film zijn zilverhalogenidekristallen en galantine, die als warme vloeistof gemengd worden tot een emulsie. Het zilverhalogenide is licht gevoelig en zijn structuur verandert door belicht daardoor komt er de foto op te staan. Film kun je in twee dingen delen, Zwart-wit of kleuren film. Zwart-wit legt de belichting vast in alle grijs tinten. Kleuren film is complexer en bestaat uit drie lagen lichtgevoelig emulsie.
Lenzen Lenzen worden meestal gebruikt op spiegel reflex camera’s. Door de lens zie je dingen rechtop want het beeld komt op de kop op de film. Er zijn verschillende soorten lenzen. Het verschil zit hem in de brandpuntafstand, als deze verder staat dan kun je het beeld inzoomen. Doormiddel van de lens kun je de scherpte regelen. Het brandpunt afstand wordt weergegeven in mm. Je hebt lenzen van 35-70 mm variërend tot 100-300 mm. Hoe groter het brandpunt hoe dichter bij je iets kan halen. Licht Als je gaat fotografie zul je merken dat het in het donker niet lukt daarom het je licht nodig. De belangrijkste lichtbronnen zij daglicht, flitslicht, gloeilampen en tl. Daglicht is de beste lichtbron voor fotografie, het is gratis en bezet veel bijzondere eigenschappen. Alles hangt af van het tijdstip waarop de foto wordt gemaakt. Er bestaan verschillende soorten flitsers. Daarom is de flitser het meest veelzijdigste lichtbron. Er bestaan ingebouwde flitsers en studioflitser met meestal een paraplu. Als je indirect licht gebruik zal de foto een centrale kleur krijgen, de kleur die je ziet. Essentiële vaardigheden. Om een mooie foto te maken kun je met allerlei vaardigheden werken. Sfeer. Het is een kunst om de sfeer van een uitzicht of iets dergelijks vast te leggen maar toch kan het. Als je veel oefent komt het vanzelf, dat je weet wanneer je d goede uitgangspositie hebt. De sfeer en stemmingen zijn meestal wel aanwezig maar moeilijk vast te leggen, je hebt bijvoorbeeld ochtendnevel, mist en zonweerkaatsing. Er zijn verschillende sferen. Zoals gefilterd licht voor sfeer zorgt, zijn er nog maar mogelijkheden. Compositie. Om een goede foto te maken moet je goed op de compositie letten. De compositie is het beeld wat je in een kader plaatst. Veel mensen gebruiken de ‘regel van derden’ dit is een algemeen hulpmiddel voor fotografen. Je verdeelt het beeld vlak in negen vlakken door denk beeldige lijnen te zetten op eenderde van de verticale en horizontale as. Zie het een voorbeeld.
Filters. Met filters kun je de foto’s die je maakt het meest manipuleren. Met filters kun je kleuren weg laten vallen of juist toevoegen maar ook licht en donker toepassen. Filters selecteren bepaalde lichtgolflengten en verwijderen die uit het licht dat door de lens valt. Een voorbeeld, een blauwfilter absorbeert de rode en groene golflengten en laat alleen de blauwe golflengten door. Een fotograaf heeft de beschikking over vele filters. Maar alle filters zijn onderverdeeld in een aantal categorieën: Contrastfilters, deze filters worden gebruikt om bepaalde tonen in zwart-wit foto’s te benadrukken. Kleurconversiefilters, deze maken kleurenfilms geschikt voor bepaalde lichtbronnen. Kleurcorrectiefilters, deze stellen het in staat om lichte afwijkingen in verschillende stukken kleurenfilm glad te strijken. Lichtbalanfilters, deze worden gebruikt om kleuren in een beeld warmer of kouder te maken. Skylight-filters, zorgen er voor dat ultraviolet licht niet wordt toegelaten op de film, deze is hier namelijk gevoelig voor. En nog polarisatiefilters, gradatiefilters en starburst-filters. Beweging. Veel mensen denken dat als iets beweegt je het niet op een beeld krijgt maar dit is onzin. Als je met de sluitertijd aan de haal gaat kun je veel beweging vastleggen op beeld. Met de sluitertijd kun je beweging bevriezen zodat het lijkt of het gewoon een stil beeld is. Maar je kunt natuurlijk ook beweging creëren. Meestal gebeurt dit als men beweging wil suggereren. Ontwikkelen en presenteren. Als je een foto wilt bezichtigen zal je moeten ontwikkelen. Donkere kamer (DOKA) De doka is een kamer waar je jou foto ontwikkelt en afdrukt. De belangrijkste benodigdheden. De ruimte die u gebruikt moet een goede ventilatie hebben voor het afvoeren van de dampen van de chemicaliën. U heeft een stroomvoorziening nodig voor de vergroter en de ruimte om in te kunnen lopen en werken voor een persoon. Als je dit allemaal heb je de secundaire dingen nog nodig om je eigen foto’s te kunnen ontwikkelen. In een gemiddelde doka vind je een vergroter drie bakken met de chemicaliën: ontwikkelaar, stopbad en fixeer en water om de foto mee af te spoelen. Een doka kun je vrijwel in elke plaats in huis gerealiseerd worden als het er maar donker genoeg is dus geen indirect licht aanwezig is. Ontwikkelen. Als de film licht heeft opgevangen in het fototoestel heeft het nog geen beeld maar heeft een laag van zilverhalogenidekristallen. Als je deze gaat ontwikkelen in de ontwikkelaar komt het beeld naar voren. Om zwart-wit foto’s te ontwikkelen is een makkelijke procedure. Je kunt dit bijna overal doen al je maar water in de buurt is. Om te ontwikkelen heb je een lichtdichte ruimte, wisselbak, flesopener, schaar, ontwikkeltank, handschoenen, thermometer, timer en rolstrijker nodig. Omdat je met chemicaliën werkt zijn er veiligheidsvoorschriften. Hier volgen er een paar. - Gebruik ALTIJD rubber handschoenen. - Werk in een goed geventileerde ruimte. - Lees altijd goed de verpakkingen van de chemicaliën.
Afdrukken. Het afdrukken van zwart-wit of kleur heeft grotendeels dezelfde procedure. In beide gevallen wordt er licht door een negatief geprojecteerd op lichtgevoelig papier met behulp van een vergroter. Met zwartwitfilm kan je het contrast van de afdruk veranderen en bij kleurenfilm kun je de algehele kleurbalans beïnvloeden. De algemene procedure die geld bij zwart-wit en kleur: Als eerst maak je van je negatieven een contactafdruk. Dit doe je door op een vel lichtgevoelig papier de negatieven te leggen en dan het licht van de vergroter er op te laten schijnen. Daarna zoek je mooiste foto uit. Je maakt een contactvel om te kunnen zien hoe je foto er uit ziet want het negatief is het omgekeerde van de afdruk. Een voorbeeld zwart op het negatief is wit op de afdruk. Of bij kleur de complementaire kleuren. Deze zijn blauw - oranje, rood – groen en paars – geel. Als je de mooiste foto hebt uitgezocht ga je een proefstrook maken van je uitgezochte foto. Een proefstrook is er om te zien hoeveel seconde je de foto onder de vergroter moet laten. Dit doe je door een kartonnetje of iets dergelijks over het lichtgevoelig papier te laten gaan naar bijvoorbeeld twee seconde schijf je hem op. Als je dit hebt gedaan kijk je hoeveel seconde je jouw officiële afdruk moet en maak je de afdruk. Als je iets afdrukt moet je als je lichtgevoelige papier heb belicht in de ontwikkelaar houden, de afruk komt langzaam naar voren. Daarnaar gaat het papiertje in het stopbad zodat het niet verder ontwikkelt en zwart wordt. Dan als laatst in het fixeer dit helpt de foto te fixeren dat er geen licht meer de foto kan vergelen of vervagen. Presentatie. Uiteraard moeten de dia’s, afdrukken en negatieven veilig en zorgvuldig opgeslagen worden om ze in goed conditie te houden. Vooral als je van plan bent om ze nog lang te bewaren en aan mensen te laten zien. Negatieven kun je in speciale hoesjes opbergen. Afdrukken Kun je op verschillende manieren opbergen. Je hebt de fotoalbums waar je hele ritsen foto in kunt stoppen of je doet de mooiste foto’s in een lijst of achtereen passe-partout in een lijst, ik zou er wel voor zorgen dat de lijst de mooiheid van de foto ontneemt. Galerie. Een van de beste manieren om de kwaliteit van uw foto’s te verbeteren is naar het werk van anderen te kijken. Bedenk waarom sommige foto’s zijn gemaakt en hoe ze zijn gemaakt. Je kunt dan denken aan de compositie of van welke richting de foto is genomen, op welk tijdstip is genomen en dergelijke. Hierdoor kun je zelf je foto’s beter beoordelen en verbeteren. Er volgen nu wat voorbeelden van type fotografie stijlen en wat je ermee kunt doen. Architectuur. Goede architectuur foto’s eisen een gevoel voor vorm en maat. Het onderwerp zelf moet goed naar voren komen op het moment dat het gemaakt wordt. Je kunt veel dingen doen zoals de compositie en of je iets afsnijdt. Gewonen huizen of gebouwen kunnen net zo interessant zij als commerciële of artistiek centra en kathedralen. Een voorbeeld van een mooi architectuurfoto. Close-ups Van alle fotografie technieken is de close-up misschien wel de meest veeleisende. Er is zowel technische kennis voor nodig als oog voor het kleinste detail en het vermogen om een goede foto te zien in een onderwerp dat een op het eerst gezicht oninteressant lijkt. De fotograaf moet improviseren om een klein gebied goed te belichten en klein en onderwerpen op hun plek te houden. Het
Om dieren in het wild te kunnen fotografen is een grondige kennis van het onderwerp even noodzakelijk als vaardigheden in fotografische technieken. Het onderwerp kunt u ook aantreffen in uw tuin; voor beginners is dit een uitstekende plek om te starten. Voor andere onderwerpen zul je er echter op uit moeten naar wildere gebieden en je verdiepen in het onderwerp die je kiest. Geduld is een vereiste als je de dieren in het wild wil fotograferen. Want je zit soms lang in de zelfde houdingen te wachten tot de dieren zich laten zien of totdat de lichtomstandigheden beter worden. Door het geduld van de fotograaf zijn de details van de vacht goed naar voren gekomen. Het fotograferen van stillevens is een tak van de fotografie waarvoor grote precisie nodig is. Het vergt oog voor detail, een goede techniek en de fantasie om een beeld te kunnen visualiseren van vaak heel gewone onderwerpen. De plek waar gefotografeerd wordt hoeft niet meer te zijn dan een keuken tafel een eenvoudig tuinhuisje; het licht kan complexer van verschillende lichtbronnen komen of van slechts een strategisch geplaatste lamp. Met stillevens kun je een grote fantasie toepassen op een onderwerp.