werken als straatverkopers, camelôs genaamd. Veel favela's waren onder controle van criminele organisaties zoals de ADA (Amigos dos Amigos), CV (Comando Vermelho) en TC (Terceiro Comando). Deze bendes waren vaak zwaarbewapend en houden zich bezig met drugshandel, overvallen en kidnappings. De bendes controleerden wie wel en wie niet de favela mocht betreden. Met het oog op de olympische spelen en het WK voetbal heeft de overheid een grootscheepse actie opgezet om alle favela's te 'pacificeren', oftewel drugs en bendevrij te maken. Aan de oppervlakte lukt dit aardig, maar de bendes vinden vaak andere, minder zichtbare manieren om hun handel voort te zetten en bepalen nog voor een deel de regels in 'hun' favela. Veel van deze bendes hebben hun eigen erecode, zo is het bijvoorbeeld verboden om mensen (bewoners) binnen het gebied dat onder controle van een bende valt te beroven. Ook wordt het vaak niet geduld dat er delicten gepleegd worden in de buurt van de toegangswegen van de favela's omdat dat de klanten van de drugshandel kan afschrikken. De straffen die op het overtreden van de code staan zijn over het algemeen marteling en de doodstraf. De bewoners van de favela's lijden onder het bewind van de bendes die vaak enorm gewelddadig zijn. Ook zijn de verschillende bendes in oorlog met elkaar en proberen zij de drugshandel van favela's die onder het commando van andere bendes staan over te nemen. Tegelijkertijd zeggen veel favela-inwoners zich veiliger te voelen in hun favela dan daarbuiten. Als ze slachtoffer worden van een crimineel delict richten ze zich liever tot de favela-maffiabaas dan tot de politie, omdat ze de politie al helemaal niet vertrouwen. Deze tegenstelling is er nog steeds, ook met de nieuwe en zogenaamde niet corrupte politie-eenheid UPP (Unidad Policia Pacificadora) Elektriciteit wordt in de favela's verkregen door het illegaal aftappen van leidingen uit de buurt. De kosten die dit voor de regering met zich meebrengen, worden gedragen door belasting. Zo ook voor het aftappen van kabeltelevisie. Zo beschikken bewoners uit de Rocihna bijvoorbeeld wel gratis over alle televisiekanalen, maar hebben geen stromend water of veilige gasleidingen.
Het zikavirus is een flavivirus dat de ziekte zikakoorts veroorzaakt. Het virus wordt voornamelijk overgebracht door vrouwelijke steekmuggen. De zikakoorts is over het algemeen een milde aandoening waar geen behandeling voor is. Er zijn echter aanwijzingen dat besmetting met het virus ernstige gevolgen voor de menselijke gezondheid kan hebben, met name voor de foetus. Het virus is bekend sinds 1947, toen het in het in Oeganda gelegen Zikawoud werd vastgesteld bij een resusaap. Hieraan is de naam zikavirus te danken. In 1954 werd een besmetting met het virus voor het eerst gevonden bij de mens. Daarna bleef het virus tot 2007 buiten beeld. De symptomen van zikakoorts lijken op die van dengue: koorts, conjunctivitis (ontsteking van bindvlies van het oog), tijdelijke gewrichtsklachten vooral in handen en voeten en
maculopapulaire huiduitslag (met vlekken en knobbeltjes). Er is geen behandeling voor de ziekte, maar de ziekte gaat vaak vanzelf weer over. Sinds de eerste infectie in 2015 zijn er geen sterfgevallen geregistreerd. Braziliaanse onderzoekers beweren echter dat een besmetting met het virus mogelijk het syndroom van Guillain-Barré kan veroorzaken. De besmetting kan plaatsvinden door verschillende muggensoorten, Aedes aegypti (de denguemug die ook buiten Afrika voorkomt), Aedes albopictus (de tijger mug), Aedes africanus, maar ook door Aedes hensilli en Aedes polynesiensis. Vermoed wordt dat buiten periodes van uitbraak bij mensen de circulatie van het virus onderhouden wordt tussen muggen en apen. Er zijn aanwijzingen voor overdracht (van moeder naar kind) tijdens de zwangerschap. Er zijn ook aanwijzingen van seksuele
overdracht bij
onbeschermde gemeenschap, omdat het virus in sperma is aangetoond, maar deze route is tot 2016 slechts zelden aangetoond. Ook wordt gedacht dat overdracht via speeksel en bloedtransfusie kan optreden. De incubatietijd bedraagt 3 tot 12 dagen. Wetenschappers vermoedden in 2016 dat een besmetting tot levenslange immuniteit leidt. Een mug kan vanaf 8 à 14 dagen na een maaltijd met besmet bloed de ziekte overbrengen. Zij blijft besmettelijk tot haar dood, maximaal enkele weken later. Mogelijk brengt ze het virus ook over op haar eieren, die langdurig een droge periode kunnen weerstaan en vervolgens kunnen uitgroeien tot besmettelijke volwassen muggen. Er zijn aanwijzingen dat het virus bij zwangerschap soms ernstige gevolgen kan hebben voor het ongeboren kind. Het kind zou als gevolg van het virus microcefalie kunnen ontwikkelen, een te kleine schedelomvang met grote gevolgen voor de verdere ontwikkeling. Hierbij komt het kind met een te klein hoofd ter wereld en door aantastingen van het centraal zenuwstelsel kan het klachten overhouden zoals een matige tot ernstige verstandelijke beperking, een vertraagde motorische ontwikkeling en aangeboren afwijkingen in diverse orgaansystemen. Anno 2016 is er echter geen overtuigend
wetenschappelijk bewijs voor het verband tussen het virus en deze afwijkingen. Wel is er een grote toename van baby's met microcefalie gevonden tijdens de epidemie van zikakoorts in Brazilië. Volgens een groep Argentijnse artsen en een Braziliaanse organisatie voor publieke gezondheidszorg zou de oorzaak daarvan echter niet in het virus, maar in het bestrijdingsmiddel pyriproxyfen moeten worden gezocht. Zij wijzen daarbij o.a. op het feit dat in Colombia bij ruim 3.000 zwangere vrouwen een besmetting met het virus is geconstateerd, zonder dat daar microcefalie of een andere hersenaandoening is vastgesteld. Voor landen met een epidemie raadde het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu eind januari 2016 zwangere vrouwen aan om daar niet naartoe te gaan. Ook de Amerikaanse CDC ontraadt zwangere een reis naar gebieden waar het virus circuleert. Brazilië raadde in december 2015 vrouwen zelfs af om zwanger te worden. De risico's voor het ongeboren kind zijn waarschijnlijk het grootst bij besmetting tijdens de eerste drie maanden (het eerste trimester), maar dit is nog onvoldoende onderzocht. Mogelijk hebben zwangere vrouwen ook kans op een ernstiger verloop van de ziekte. Op korte termijn kan koorts optreden en op langere termijn kunnen verlammingen optreden of ongevoeligheid van delen van het lichaam. Er is geen specifieke behandeling, maar paracetamol kan de symptomen verlichten. Ziekenhuisopnamen zijn zelden nodig.
Een microchip-implantaat is gebaseerd op radio frequency identification (RFID). Hij wordt verpakt in een omhulsel van silicaatglas en geïmplanteerd in het menselijk lichaam. Dit soort onderhuidse implantaten kunnen worden gebruikt voor het opslaan van informatie in de vorm van contactgegevens en gegevens over persoonlijke identiteit, medische geschiedenis en medicatie. Het vroegst bekende experiment met een microchip-implantaat werd uitgevoerd in 1998 door de Britse wetenschapper Kevin Warwick. Bij wijze van proef werd zijn implantaat gebruikt om deuren te openen en lampen aan te doen. Dit implantaat wordt sindsdien bewaard in het Science Museum in Londen. In de Bijbel word al gewaarschuwd voor deze uitvinding aangezien het heel gevoelig is om te hacken, “16 En het maakt, dat het aan allen, kleinen en groten, en rijken en armen, en vrijen en dienstknechten, een merkteken geve aan hun rechterhand of aan hun voorhoofden;17 En dat niemand mag kopen of verkopen, dan die dat merkteken heeft, of den naam van het beest, of het getal zijns naams.18 Hier is de wijsheid: die het verstand heeft, rekene het getal van het beest; want het is een getal eens mensen, en zijn getal is zeshonderd zes en zestig.” (openbaringen 13 vers 16 t/m 18). n 2002 ontving de
VeriChip Corporation toestemming van de United States Food and Drug
Administration (FDA) om hun apparaat op de markt te brengen in de Verenigde Staten, maar wel binnen specifieke richtlijnen. Sinds de volledige goedkeuring in 2004 hebben ongeveer tachtig ziekenhuizen en 232 artsen in de Verenigde Staten ervoor gekozen om het systeem te gebruiken. Door een dergelijke chip, gekoppeld aan een database met de medische gegevens van de patiënt te implanteren, kunnen ziekenhuizen en hulpverleners direct toegang verkrijgen tot de medische geschiedenis van een ziek of gewond iemand, wat kan bijdragen aan de overlevingskansen van deze persoon. geïmplanteerde chips kunnen niet worden verloren (zoals pasjes of naamplaatjes), wat de kans op diefstal van informatie kan verminderen. Ook zouden auto's en huizen kunnen worden uitgerust met microchipscanners, zodat ze alleen toegankelijk worden voor personen met een chip die op de juiste
manier geprogrammeerd is. Als de microchip volledig onbeveiligd is, zou deze zeer kwetsbaar zijn voor hacking en onderschepping door scanners van derden. Door ongeoorloofd scannen zou iemand de informatie die is opgeslagen in de chip kunnen stelen en deze kopiëren. Dit kan leiden tot misbruik van medische dossiers en verzekeringsgegevens. Zo zou, bijvoorbeeld, de informatie over allergieën van een patiënt kunnen worden gewijzigd, waardoor een levensbedreigende situatie kan ontstaan. Volgens de FDA kan ook de plaatsing van de chip zelf gezondheidsrisico's
opleveren. Een patiënt zou afstotingsreacties tegen de chip kunnen krijgen in de vorm van een infectie of allergische reactie, de chip kan verkeerd worden ingebracht, hij zou los kunnen raken en door het lichaam gaan zwerven en het implantaat zou stuk kunnen gaan waarbij de opgeslagen informatie verloren raakt. Ernstiger schade zou kunnen ontstaan wanneer de chip reageert met een bron van buitenaf, bijvoorbeeld een sterk magnetisch veld zoals een MRI-scanner. De sterke magneten die in deze apparaten gebruikt worden kunnen het implantaat vernietigen en ernstige brandwonden veroorzaken, zowel intern als extern. Echter, volgens de 'onderzoekers' van de televisieserie MythBusters is het zeer onwaarschijnlijk dat zoiets zich voor zou doen. Hun testpersoon liet geen tekenen zien van pijn of wonden, hoewel deze uitkomsten natuurlijk afhankelijk kunnen zijn van het type chip. Veterinair en toxicologisch onderzoek dat uitgevoerd werd tussen 1996 en 2006 heeft aangetoond dat zich bij laboratoriumratten en -muizen die geïnjecteerd werden met microchips soms onderhuidse sarcomen (gezwellen) vormden[bron?]. Uit de gegevens blijkt dat tot 10% van de geïmplanteerde dieren kwaadaardige tumoren ontwikkelden in het weefsel rond de microchips[bron?]. Dr. Cheryl London, een veterinair oncoloog aan de Ohio State University, heeft gezegd: "Het is veel makkelijker om kanker in muizen te veroorzaken dan in mensen. Het kan dus zijn dat wat je bij muizen ziet een overdreven versie is van wat bij mensen zou plaatsvinden." London suggereerde dat een onderzoek van twintig jaar bij gechipte honden nodig is "om te zien of er een biologisch effect optreedt." Specialisten van verschillende vooraanstaande kankerinstituten hebben dit soort tests aanbevolen voordat er begonnen kan worden met het implanteren van mensen op grote schaal.
Rond 2006 begonnen Dick & Anita van Voorst, een echtpaar van middelbare leeftijd, zich af te vragen wat Gods plan voor hun leven was. Na een biddende onderzoekende periode werden zij geraakt door de problematiek van armoede, kindermisbruik, mensenhandel en corruptie in Oost-Europa. Na meerdere bezoeken in Oost- Europa ontstond de wens om daar een hulpverleningsproject op te starten, maar de deuren bleven gesloten. Enkele jaren later, in 2011, wilden Dick & Anita hun zomervakantie nuttig besteden: een langdurige hulpverleningsvakantie. Alleen waarheen? Al zoekende naar een geschikte bestemming kregen zij een boek in handen over de straatproblematiek in Brazilië. Sloppenwijken, kindermisbruik, crackverslavingen, lijm snuiven, uitzichtloosheid. Het raakte hen. Uiteindelijk zijn ze zes weken naar de miljoenenstad Belo Horizonte gegaan, waar het gelezen boek een schrijnende realiteit bleek te zijn. Tijdens deze zes weken hebben ze het project ‘Sitio
Shalom’ in het plaatsje Pequeri bezocht. 350 kilometer verderop, zes uur met de bus. Uiteindelijk hebben Dick & Anita vijf dagen in Pequeri mogen verblijven. Indrukwekkende gebeurtenissen, gesprekken, gebeden,
aanwijzingen uit Gods Woord en een openstaand project in Pequeri waren voor hun reden om serieuze stappen te overwegen. Terug in Nederland ontdekten ze dat er voor hun een belangrijke taak was weggelegd in
Brazilië. En dit keer
gingen de deuren wagenwijd open! Een paar maanden later, eind 2012, verkochten ze hun huis en complete inboedel, met het doel om in november 2013 naar Pequeri te gaan. Om de doelen en plannen van Dick & Anita te verwezenlijken is in augustus 2013 de stichting Geef mij leven opgericht. De stichting wordt geleid en gecoördineerd door een Nederlands bestuur. In Brazilië, een land van grote ongelijkheid, wil de stichting kinderen, die zijn misbruikt , verwaarloosd en/ of mishandeld, een hoopvolle toekomst bieden bij het kinderproject Sitío Shalom. Door het volgen van een leer- en ontdekkingstraject bij Pousada Hadassa zijn er voor de jongeren meer toekomstmogelijkheden. De missie van stichting
‘‘Geef mij leven’’ is het creëren van een zelfvoorzienend project, samen met vereniging REMER, zodat er in de toekomst meer kinderen geholpen worden. Dit wil men bereiken door middel van Pousada Hadassa, door een leer-en ontdekkingstraject krijgen de jongeren een kans om ervaring op te doen om uiteindelijk een langdurige arbeidsplaats in de maatschappij te kunnen bekleden. Stichting ‘‘Geef mij leven’’ geeft invulling aan haar visie door de hulpverlening in Brazilië te ondersteunen. Zij werft niet alleen fondsen voor het project, maar stimuleert ook maatschappelijke betrokkenheid van mensen, bedrijven en organisaties bij de problematiek van kansarme kinderen in Brazilië. Hierbij willen we Jezus Liefde uitdragen door woord en daad, en willen wij graag dienen door Jesaja 58 als concrete opdracht te beschouwen! Stichting Geef mij leven werkt nauw samen met Stichting 'Help mij Leven' en de Braziliaanse vereniging 'REMER'. De missie van Help mij Leven is om straatkinderen te helpen bij hun dagelijkse strijd om het bestaan. In de praktijk betekent dit dat zij sinds 1988 vooral financiële ondersteuning geven aan REMER. REMER is
verantwoordelijk voor de kinderen van Sítio Shalom en de daarbij behorende intensieve begeleiding. Stichting Geef mij leven biedt de jongeren uit Sítio Shalom stageplekken en werkgelegenheid aan de nog te realiseren toeristische accommodaties. Daarnaast zal Sítio Shalom in de toekomst onder andere gefinancierd worden vanuit de inkomsten van de toeristische accomodaties van Stichting Geef mij leven. In 1992 werd REMER eigenaar van Sítio Shalom in Pequeri, een woonboerderij die bestaat uit acht woonhuizen voor (straat)kinderen die uit risicosituaties komen. REMER staat voor 'Refúgio de Meninos e Meninas da Rua', ofwel 'Schuilplaats voor Straatjongens en meisjes'. Sinds 1988 helpt de Braziliaanse vereniging REMER (straat)kinderen in Rio de Janeiro en omgeving Pequeri. REMER is in 1988 opgericht door de Nederlander Robert Smits, nadat hij tijdens een rondreis door Zuid-Amerika was getroffen door het trieste lot van de straatkinderen in Rio de Janeiro. Hij leerde Portugees en vestigde zich permanent in Brazilië, met de bedoeling om iets voor de vele straatkinderen te doen.
verantwoordelijk voor de kinderen van Sítio Shalom en de daarbij behorende intensieve begeleiding. Stichting Geef mij leven biedt de jongeren uit Sítio Shalom stageplekken en werkgelegenheid aan de nog te realiseren toeristische accommodaties. Daarnaast zal Sítio Shalom in de toekomst onder andere gefinancierd worden vanuit de inkomsten van de toeristische accomodaties van Stichting Geef mij leven. In 1992 werd REMER eigenaar van Sítio Shalom in Pequeri, een woonboerderij die bestaat uit acht woonhuizen voor (straat)kinderen die uit risicosituaties komen. REMER staat voor 'Refúgio de Meninos e Meninas da Rua', ofwel 'Schuilplaats voor Straatjongens en meisjes'. Sinds 1988 helpt de Braziliaanse vereniging REMER (straat)kinderen in Rio de Janeiro en omgeving Pequeri. REMER is in 1988 opgericht door de Nederlander Robert Smits, nadat hij tijdens een rondreis door Zuid-Amerika was getroffen door het trieste lot van de straatkinderen in Rio de Janeiro. Hij leerde Portugees en vestigde zich permanent in Brazilië, met de bedoeling om iets voor de vele straatkinderen te doen.
ik wilde mijn werkstuk graag over dit land houden omdat mijn oom een tante (Dick & Anita van Voorst) dus voor de stichting geef mij leven werken en daarom vond ik het heel leuk om mijn werkstuk hier over te houden.
www.link2brazil.com www.scholieren.com www.kunst-en-cultuur.infonu.nl www.wikipedia.org www.geefmijleven.nl
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden