Boddaertcentrum

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 2430 woorden
  • 24 november 2002
  • 136 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
136 keer beoordeeld

Wat is een boddaertcentrum? Een boddaertcentrum is een instelling waar dagbehandeling/naschoolse opvang geboden wordt aan kinderen van vier tot en met dertien jaar en hun ouders, die door verschillende oorzaken zoals: ernstige opvoedingsproblematiek, sociale/emotionele problematiek en met ontwikkelingsstoornissen hulp en ondersteuning nodig hebben. Deze problemen kunnen door tal van omstandigheden zijn ontstaan: scheiding, werkloosheid, langdurige ziekte in het gezin of een combinatie van oorzaken. Dagbehandeling is een vorm van hulp die mogelijkheden biedt voor begeleiding en behandeling van het kind en het gezin, terwijl het kind gewoon thuis blijft wonen. Ze willen dan de draaglast van het gezin verkleinen door een combinatie van hulpverleningsactiviteiten het vergroten van de draagkracht van het gezin. Het kind wordt in het boddaertcentrum zowel individueel als in de groep, begeleid en behandeld. De maatschappelijk werker biedt kort- en langdurige hulp en procesmatige begeleiding aan gezinnen, gericht op het creëren van gunstige randvoorwaarden voor het pedagogisch handelen. De ouders krijgen dan ook concrete ondersteuning en behandeling bij hun problemen thuis. Een Boddaertcentrum valt onder het sociaal pedagogisch werk onder het onderdeel kinderopvang. Het is semi-residentieel, omdat het boddaertcentrum alleen maar dagbehandelingen heeft, want je kunt er niet slapen, het is regionaal, omdat er niet in iedere plaats een is, tweedelijns, omdat je moet doorverwezen worden door bijvoorbeeld een arts en het is curatief, want ze willen de problemen verkleinen of oplossen van de kinderen en de gezinnen. Waar kun je een boddaertcentrum aan herkennen? Een boddaertcentrum is te herkennen aan de ligging en de indeling van een gebouw. Een boddaertcentrum is vaak gevestigd in een woonwijk die gewoon tussen de huizen is geplaatst, maar ook staan ze wel is helemaal vrij. Het gebouw is net zo lang als drie gewone rijtjeshuizen, net zo breed als een huis en etage hoog, maar er zijn ook uitzonderingen. Je hebt ook huizen die zijn net zo groot als twee rijtjeshuizen. Ook hebben ze vaak een grote tuin waar de kinderen kunnen spelen. Van binnen is het centrum verdeeld in allerlei kamers. De indeling is bij ieder centrum verschillend. Je hebt een aparte keuken, overlegkamer van de mentoren, knutselkamer, televisiekamer, eetkamer, speelkamer, koffiekamer, muziekkamer en een hal. Je kunt vaak van de ene kamer naar de andere kamer, omdat de kamers met elkaar verbonden zijn door middel van deuren. Aan de deur hangt vaak een bordje waarop staat dat het een boddaertcentrum is. Ook hebben ze meestal een rolstoeloprit, omdat er ook wel eens kinderen of ouders komen die een handicap hebben en daardoor in een rolstoel zitten.
Hoe werkt een boddaertcentrum? Het boddaertcentrum is vier dagen in de week (maandag tot en met vrijdag behalve woensdag) geopend. Op woensdag zijn ze dicht, omdat de meeste kinderen dan naar clubjes of naar een sportclub gaan. De begeleiders gebruiken die middag dan ook om bezoekjes af te leggen naar de scholen of ouders van de kinderen en gaan dan met ze praten en overleggen. Na de bezoeken worden de wekelijkse verslagen en rapporten gemaakt en bijgehouden. Na schooltijd verblijven de kinderen op het centrum. Na het avondeten, tussen halfzeven en zeven uur gaan de kinderen weer naar huis toe. De kinderen wonen gewoon thuis en gaan gewoon naar hun eigen school. Ze worden op het boddaertcentrum zowel individueel als in groepsverband begeleid en behandeld. Normaal gesproken zijn er twee groepen van 8, maar het kan ook dat er een groep is, dat is per centrum verschillend. De dagelijkse leiding is in handen van vaste pedagogische medewerkers per groep. Ook zijn er psychologen en orthopedagogen aan het boddaercentrum verbonden en als het nodig is krijgen de kinderen aanvullende behandeling in de vorm van speltherapie of spelbegeleiding. Voor de ondersteuning en begeleiding aan de ouders is een maatschappelijk werker beschikbaar. Ook zijn een gastvrouw, kookster en een huishoudelijke medewerkster bij het centrum werkzaam. De coördinator is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken op het centrum. Werkwijze. Tussen de middag en na schooltijd komen de kinderen naar het boddaertcentrum. Elke dag behalve in het weekeinde. Ze worden dan opgevangen en geholpen. In kleine groepen spelen ze, eten ze, praten ze met elkaar en met hun begeleiders, ook wel mentoren genoemd. Er wordt hun zo geleerd hoe ze met anderen om moeten gaan, vriendschappen sluiten, en hoe ze zich aan de regels moeten houden. Na het avond eten gaan ze naar huis, ze slapen in hun eigen bed en ook de weekeinden zijn ze thuis, zodat de band met thuis met het gezin niet wordt verbroken. Het is de juist de bedoeling om de ouders en hun kind dichter bij elkaar te brengen, zodat ze samen verder kunnen. Ouders worden ook nauw betrokken in de (be) handelingsplannen, dat er op gericht is “disfunctie” terug te brengen en het aanboren/activeren van positief opvoedingsgedrag. Ook kan er op de scholen van de kinderen hulp geboden worden door middel van goede contacten, tips en adviezen. Dagindeling. 08.30 – 15.00 uur: de kinderen beginnen de dag met school. 15.00 – 16.00 uur: kinderen komen uit school en worden naar het boddaertcentrum gebracht. 16.00 – 16.30 uur: kinderen drinken en eten iets. 16.30 – 17.00 uur: eerste groep kinderen gaat praten, de rest is aan het spelen. 17.00 – 17.30 uur: tweede groep kinderen gaat praten, de rest is aan het spelen. 17.30 – 18.00 uur: laatste groep kinderen gaat praten, de rest is aan het spelen. 18.00 – 18.30 uur: alle kinderen gaan aan tafel om gezellig met z’n allen te gaan eten, na het eten wordt er afgedroogd. 18.30 – 19.00 uur: kinderen worden opgehaald en naar huis toe gebracht, einde dag. Voor welke kinderen is het boddaertcentrum bedoeld? Soms zijn er kinderen die door een ongunstige samenloop van omstandigheden, lichamelijk en of geestelijk niet zo goed ontwikkelt als leeftijdsgenootjes. De problemen waarbij kinderen en ouders hulp kunnen krijgen bij het boddaertcentrum kunnen op verschillende terreinen liggen: -Vragen over de emotionele of verstandelijke ontwikkeling van een kind. -Gedragsproblemen bij het kind (bijv. agressief gedrag, overactief gedrag (ADHD), gebrek aan sociale vaardigheden, autisme. -Problemen van de ouders die te maken hebben met de opvoeding van hun kind. -Verstoorde relaties binnen het gezin zelf. ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder, ook wel AandachtsTekort-Stoornis met Hyperactiviteit. Je kunt het ook wel onthouden aan Alle Dagen Heel Druk. Maar dat is niet altijd niet iedereen die ADHD heeft is hyperactief en heel druk. Autisme: een toestand van volledig opgaan in fantasie, dagdromen, waarin de verbindingen met de buitenwereld zijn verbroken. De kenmerken van autisme zijn: -Een stoornis in contact met andere mensen. -Een stoornis in communicatie en taalgebruik. -Dwang naar regelmaat en herhaling. -Een stoornis in het voorstellingsvermogen. Het boddaertcentrum is onvoldoende uitgerust voor kinderen die: -Een ernstige lichamelijke of zintuiglijke handicap hebben. -Verstandelijk gehandicapt zijn. -Niet van een groep kunnen leren of in een groep kunnen functioneren door hun problematiek. Behandeling. De eerste periode dat een kind op het boddaertcentrum is wordt vooral gebruikt om het kind te laten wennen en het te kunnen observeren. Daarna wordt in het team, in overleg met de ouders een behandelingsplan gemaakt, waarin het doel en de aanpak van de behandeling omschreven staan. Regelmatig wordt besproken of de dagbehandeling nog overeenkomt met de verwachtingen. Ook wordt nagegaan welke vorderingen er te zien zijn en of de doelen misschien bijgesteld moeten worden. Dit wordt met de ouders en het kind besproken. Op de meeste boddaertcentra wordt er niet meer gezegd tegen de ouders van jij moet dit aan je opvoeding veranderen en jij moet dat veranderen, want vanuit de praktijk hebben ze geleerd dat, dat toch niet werkt en de ouders het daar toch niet mee eens zijn. De meeste ouders komen daar ook vaak met de bedoeling van: “Jullie moeten mijn kind beter maken”. Maar dat gaat dan meestal niet in een, twee, drie. Op die manier ontstonden er vaak ruzies. Dat is dus verandert en de nieuwe behandelingen werken veel beter en in de meeste gevallen wordt het einddoel dan ook bereikt. Contacten met ouders Een belangrijk kenmerk van dagbehandeling is dat ouders en medewerkers samen vaststellen aan welke problemen er gewerkt wordt en op welke manier dat gebeurt, zowel in het boddaertcentrum als thuis. De ouders zijn ook bij de behandelingsbespreking aanwezig. Een goed contact tussen ouders en boddaert is daarom noodzakelijk en nodig. De ouders hebben regelmatig gesprekken met de maatschappelijk werker en de pedagogisch werker. Met de maatschappelijk werker kunnen de ouders de problemen of belemmeringen bespreken die ervaren worden rond de opvoeding van hun kinderen. Het is ook mogelijk gezinsgesprekken of relatiegesprekken te voeren. Er is dus ook sprake van gezinsbehandeling en niet alleen van een behandeling die uitsluitend op het kind is gericht.
Ouderbijdrage Van de ouders wordt een eigen bijdrage verwacht in de kosten, waarbij de hoogte van de bijdrage afhankelijk is van de leeftijd van het kind en van het aantal dagen dat het kind geplaatst is. Deze ouderbijdrage wordt vastgesteld door het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdrage (LBIO). De kosten verder worden gedragen door het ministerie van VWC, waarbij van de ouders dus welk een eigen bijdrage wordt gevraagd, die inkomensafhankelijk is. Ook voor het vervoer van en naar het centrum wordt indien het noodzakelijk is zorg voor gedragen. Vervoer Het uitgangspunt van het boddaertcentrum is dat de ouders de kinderen zelf halen en brengen. Als dit niet mogelijk blijkt te zijn dan wordt het vervoer voor de kinderen geregeld door het boddaertcentrum. Natuurlijk zijn er altijd ouders die het vervoer van hun kinderen zelf regelen en laten ze bijvoorbeeld brengen door familie, vrienden of kennissen. Ook zijn er ouders die laten hun kinderen gebruik maken van het openbaar vervoer of van een taxi. Op het boddaert hebben ze liever dat je als ouder zijnde je kind komt brengen, want dat is dan ook weer een begin van een nieuwe en frisse start en zo blijf je ook op de hoogte over de nieuwtjes over je eigen kind. Mentor/mentrix Ieder kind op het boddaertcentrum heeft zijn eigen mentor. De mentoren zijn er speciaal voor de kinderen zodat ze altijd en overal met een vast iemand contact op kunnen nemen voor als er iets mis is. Door middel van die mentoren kan er ook sneller achterhaald worden of er iets gebeurd is met het kind en wat er dan gebeurd zou moeten zijn. Ook is het voor de ouders makkelijker dat een vast iemand hun kind in de gaten en begeleidt, omdat er dan nooit iets mis kan gaan met de rapporten en ze altijd een vast aanspreekpunt hebben. En ten tweede als het kind en de mentor een goeie band met elkaar krijgen is het ook veel makkelijker om een kind te begeleiden en hulp te bieden in de dingen waar hij of zei dat nodig zou hebben en wordt er veel sneller het uiteindelijke doel bereikt. Verwijzing/Aanmelding Een aanmelding wordt door een toetsingscommissie beoordeelt en bepaalt of de hulpvraag binnen het aanbod van het boddaertcentrum ligt. - Een kind kan aangemeld worden door zijn of haar ouders. - Onder goedkeuring door ouders kan het verwezen worden door een arts. - Maatschappelijk werker (van school voor Speciaal Onderwijs). - Schoolarts. - Of jeugdhulpverleningsinstantie zoals het RIAGG. Missie De organisatie stelt zich ten doel psychosociale hulpverlening te bieden vanuit de regio Zuid-Holland-Noord bij opvoedingsproblemen van kinderen en jongeren waarbij de ontwikkeling stagneert of dreigt te stagneren. Onder opvoeding wordt het samenspel van opvoedingsvraag en opvoedingsantwoord verstaan. Kinderen en jongeren vragen om en hebben recht op een opvoeding die zijn of haar specifieke kenmerken, gedrag en ontwikkeling erkent. Voor het opvoedingsantwoord zijn vaardigheden, kennis, opvoedingsdoelen, zelfvertrouwen, het nemen van verantwoordelijkheid en genegenheid nodig. Opvoedingsproblemen ontstaan als de vraag te zwaar is, of als het antwoord niet adequaat of goed mogelijk is, of bij een combinatie van beide. Het is mogelijk dat het kind of de jongere zelf om hulp vraagt, dat de opvoeders, ouders, familie, leerkrachten, groepswerker, hulp zoeken of dat de samenleving hiertoe besluit in de vorm van een kinderbeschermengel. De betekenis van deze doelstelling is: · Voor de opvoedingstaak zijn de ouders en familie eerst verantwoordelijk secundair is de samenleving verantwoordelijk, waarvoor Cardea werkt in opdracht van de samenleving en binnen de wettelijke gesteld kaders. Cardea voelt zich verantwoordelijk hulp te bieden, wanneer op haar een beroep wordt gedaan. ·Bij het bieden van hulp moeten altijd de universele rechten van het kind worden gerespecteerd, waar mogelijk bevorderd en wanneer nodig beschermd ·Cardea heeft in haar positie als hulpverlenende organisatie eveneens een signalerende functie. aan personen en instanties die psychosociale hulp behoeft is. ·Omdat de hulp van Cardea bekostigd wordt uit gemeenschapsgeld, is het zaak doelmatig te werken en verantwoording af te leggen.
Visie De missie is de opdracht van de organisatie voor langere termijn, de visie van de organisatie geeft de richting aan hoe deze opdracht in de praktijk wordt uitgewerkt. De visie is gebaseerd op vier uitgangspunten: 1)Systeemgericht werken
Met systeemgericht werken wordt bedoeld dat de geboden hulp een dubbele focus heeft: het belang en de vraag van het kind of de jongere en het belang en vraag van de opvoeder. De hulp die aangeboden wordt komt niet in plaats van de opvoeding maar is een toevoeging en aanvulling op de opvoeding. Tevens benadrukt het systeemgericht werken dat er duidelijk samenhang en onderlinge verbondenheid is, waarbij met het plegen van interventies rekening gehouden moet worden. 2) Empowerment
Cardea biedt hulp vanuit de overtuiging dat de kracht en de mogelijkheden om te veranderen in de gezinnen zelf aanwezig is. Als het nodig is kunnen taken verlicht of tijdelijk overgenomen worden, maar dit compenseren staat altijd in dienst van het activeren en versterken van de eigen competentie. 3) Vraaggericht
Behandelingsdoelen komt tot stand door vraaggericht werken. De interpretatie van de problemen en hulpvragen van de hulpvrager(s) is een professioneel proces. Het uitgangspunt daarbij is dat de geboden hulp aansluit bij de concrete en onmiddellijke behoeftes van de hulpvrager(s). 4) Normaliseren
De hulp die geboden wordt, sluit zo veel mogelijk aan bij de behoeftes van de hulpvrager(s) en is gericht op zo min mogelijk ingrijpen en zoveel mogelijk effect. Dat houdt in: * differentiatie
de hulp is gericht op doelmatigheid en duidelijkheid. Door samenwerking met partners uit de jeugdhulpverlening, jeugdbescherming en de jeugd-GGZ worden programma´s samengesteld. Er wordt aansluiting gezocht bij het onderwijs en lokaal beleid. Het aanbod wordt vertaald naar modules en er wordt gewerkt met zorgprogramma´s * Trajecthulpverlening
Hulpvraag en hulpaanbod worden gevolgd zodat veranderingen in de vraag door bijvoorbeeld verbeteringen, verslechteringen, ontwikkelingen en life events in beeld worden gebracht en vertaald kunnen worden in aanpassingen in het hulpaanbod. * Regionaliseren
Zoveel mogelijk wordt de basishulp geboden in de eigen omgeving en het eigen milieu van de kinderen/jongeren en ouders. De specialistische hulp wordt eveneens zo veel mogelijk in de eigen regio aangeboden.

REACTIES

E.

E.

het is niet waar dat boddaertcentrums op woensdag dicht zijn! ze zijn gewoon open en meestal om 12:30 omdat de meeste kinderen dan uit zien, tot 16:30 ongeveer..

14 jaar geleden

S.

S.

Bedankt voor je werkstuk!!

19 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.