‘JEUGDCRIMINALITEIT’
Wat wordt er verstaan onder jeugdcriminaliteit?
Onder jeugdcriminaliteit wordt het gedrag van jongeren in de leeftijd van ongeveer 12 tot 24 jaar dat schade en/of overlast voor personen en/of goederen ten gevolge heeft, verstaan. Jeugdcriminaliteit is tegenwoordig een serieus probleem. De overheid is druk bezig om een beleid tegen dit probleem te maken, maar nieuwe plannen blijken geen positief effect te hebben, mede omdat er té weinig meewerking van de bevolking is.
Oorzaken van jeugdcriminaliteit
Jeugdcriminaliteit heeft diverse ‘oorzaken’. Ten eerste kan de opvoeding een rol spelen. Verschillende aspecten van de opvoeding of thuissituatie kunnen ‘aanleg’ geven voor het criminele gedrag van het kind. Dit kan met de volgende dingen te maken hebben; of het zijn of haar gevoelens makkelijk kan uiten, zich veilig voelt thuis, thuis een luisterend oor heeft om zijn/haar problemen/ gevoelens mee te delen, gewaardeerd wordt thuis, ‘echte ouders’ heeft die zich zorgen maken om hem/haar, ouders die vaak thuis zijn en zich om hun kind bekommeren. Als ouders gescheiden zijn, er vaak ruzie thuis is of geen enkele interesse in hem of haar is, zullen kinderen aandacht gaan zoeken bij anderen. Dit is vaak in een ‘groep’. Ze willen dan bijvoorbeeld laten zien wat ze wel niet durven, stoer doen, enzovoort. Jeugdcriminaliteit heeft vaak een diepere achtergrond bij de jeugd zelf. Vaak is het een kwestie van heel weinig zelfvertrouwen, geen eigenwaarde en onzekerheid.
Ook de leefomgeving van het kind is erg belangrijk. Woont het kind in een nette wijk en gaat het met leeftijdsgenoten om die ze al lang kennen, is er meestal niks aan de hand. Woont het kind bijvoorbeeld in een achterbuurt waar geen leeftijdsgenoten of kinderen die ze al kennen zijn, willen ze vaak weer het zogenaamde ‘stoer doen’, opvallen et cetera. Ook verhuizen kan van grote invloed zijn op het gedrag van een jongere.
Onderwijs kan ook een rol spelen bij jeugdcriminaliteit. Als kinderen slechte cijfers halen, worden gepest o.i.d., zullen zij eerder de criminaliteit ingaan dan andere kinderen. Dit heeft weer met de eigenwaarde van het kind te maken. Geen zelfvertrouwen en onzekerheid.
Ook vrienden kunnen erg grote invloed hebben. In een groep doen kinderen elkaar gauw na. Doet de één dit, dan de ander ook. Uurtje spijbelen, drank halen en in het park gaan drinken. Eén iemand hoeft het maar te verzinnen en reken maar dat meer dan de helft van de ‘vriendengroep’ mee gaat. Anders ‘hoor je er niet meer bij’ of ben je een mietje. Hier weer het bovengenoemde aspect zelfvertrouwen, ‘Ik ga maar mee, anders hoor ik er niet meer bij’.
Werk speelt tegenwoordig ook een grote rol bij het afwijkende gedrag van de jeugd. Er zijn steeds minder banen voor jongeren, jongeren hebben geen diploma omdat ze niet kúnnen of niet wíllen leren, of ze zijn te jong om te mogen werken. Jongeren die geen werk hebben maar ook niet meer naar school gaan, zoeken naar een andere afleiding. Je raadt het al; ze gaan de straat op. Hieruit volgt vaak het veelbesproken delict ‘vandalisme’. Gewoon door verveling dus.
Godsdienst wordt ook als oorzaak genoemd. Door verschillende opvattingen van het geloof, diversiteit van achtergronden en afkomst van de bevolking, ontstaan er vaak conflicten die grote gevolgen kunnen hebben.
Theorieën over criminaliteit.
Voor de verklaringen van jeugdcriminaliteit zijn verschillende theorieën ontwikkeld. Hieronder de meest besprokene:
Biologische theorieën
De redenen worden gezocht in aangeboren kenmerken van de jeugdige crimineel. Dit worden de zogenaamde ‘aangeboren criminele neigingen’ genoemd.
Psychologische theorieën
Volgens dr. Sutherland zijn karaktertrekken van geen enkele invloed op het gedrag van jongeren. Hij kwam tot de conclusie dat crimineel gedrag wordt aangeleerd. Dit gebeurt volgens hem door vrienden, familie en buurt. Dit wordt de ‘aangeleerd-gedrag-theorie’ genoemd.
Sociologische theorieën
Anomietheorie: Socioloog Merton zegt dat het criminele gedrag gezocht moet worden bij de problemen die mensen hebben bij het bereiken van hun levensdoelen. Voor sommige mensen zijn de kansen in de maatschappij beperkt omdat ze geen diploma hebben of van een andere afkomst dan gewenst zijn.
Deze mensen zullen hun doelen (moeten) bijstellen, of gaan illegale, strafbare dingen doen. (anomie = niet volgens de wet)
Bindingstheorie: Volgens criminoloog Hirschi is ieder mens geneigd tot het slechte. De meeste mensen gedragen zich meestal niet zo omdat ze bindingen hebben die ze niet zomaar op het spel zetten, bijvoorbeeld familie, vrienden of collega’s. Mensen waarbij deze bindingen ontbreken zijn eerder geneigd om crimineel gedrag te vertonen. Bij jeugdige criminelen staan nog niet zoveel bindingen op het spel en hebben dus weinig te verliezen door hun afwijkende gedrag.
Soorten delicten die jongeren plegen
Er zijn veel delicten die jongeren plegen, hieronder geven we de meest voorkomende delicten, met korte beschrijving, weer.
Winkeldiefstal
Winkeldiefstal is in wezen een eenvoudig en veel voorkomend delict. Het is erg makkelijk voor jongeren om iets in hun jaszak of rugtas te stoppen en zonder te betalen de winkel uit te lopen. Er zijn echter nog twee vormen wat valt onder winkeldiefstal maar waarbij niet letterlijk artikelen gestolen worden, namelijk:
Prijs verwisselen: De klant verwisselt de prijs van een artikel voor een lagere prijs.
Gebruikte kassabonnen: Klanten zoeken in de winkel artikelen van hetzelfde bedrag wat op de bon staat en verlaten zo de winkel. Het hebben van een kassabon biedt namelijk het bewijs dat de klant betaald heeft. De klant moet er dan wel voor zorgen dat de bon van het juiste bedrag en goede datum is voorzien.
Soorten delicten die jongeren plegen
Fietsendiefstal
Hoe groter de stad, hoe groter de kans om slachtoffer te worden van fietsendiefstal. Bekende plaatsen waar veel diefstal wordt gepleegd zijn o.a. het NS-station, scholen, winkelcentra, sportterreinen, uitgaansgelegenheden en haltes van het openbaar vervoer. Overdag zijn vaak de fietsen die niet op slot staan de klos. Zelfs in bewaakte stallingen verdwijnen overdag de meeste fietsen! ’s Nachts verdwijnen vooral veel fietsen bij uitgaanscentra, NS-station en haltes van het openbaar vervoer.
Vandalisme
Vandalisme is het opzettelijk vernielen of beschadigen van objecten zonder dat dit voordeel oplevert voor de vernieler. Vandalisme hangt samen met de manier waarop jongeren hun vrije tijd buitenshuis doorbrengen. Het gaat hier met name om jongeren met een slechte gezin- en/of schoolsituatie. (zie bij de oorzaken van jeugdcriminaliteit)
Schoolvandalisme
Bij schoolvandalisme gaat het om vernielingen in en rond de school. Enkele voorbeelden zijn
- klaslokalen
practicumlokalen
gangen, hallen, liften en toiletten
speelplaats, plein en fietsenstalling
Voetbalvandalisme
Geweld rond het veld is groepsgedrag. De supporters gaan vaak groepsgewijs naar het stadion en treden in een groep op.
Criminaliteit in het openbaar vervoer
In bussen, treinen, trams en taxi’s wordt veel vernield. Voornamelijk is de bekleding de klos. Hier wordt op geschreven, kapot gesneden en kauwgom of ander etenswaren op gesmeerd. Ook ramen en deuren worden vaak kapot gegooid of ingetrapt.
Recreatiecriminaliteit
Op vakantie een ander mens. Een uitspraak die op veel mensen slaat. Jongeren die met een groep op vakantie zijn recreëren vaak zelf om wat te beleven. Na sluitingstijd blijven hangen in het centrum om herrie te schoppen, is heel bekend. Niemand kent je, dus alles kan, alles mag. Hoe gekker, hoe beter.
Happy slapping
Happy slapping houdt in dat een willekeurig persoon door een groepje in elkaar geslagen wordt. Dit wordt opgenomen met een videocamera, tegenwoordig gebruiken ze daar de mobiele telefoon voor. Als deze filmpjes klaar zijn worden ze op het internet geplaatst en daarmee willen ze laten zien wie het beste iemand heeft gemolesteerd. Niet alleen gevechten vinden onder Happy slapping plaats, ook verkrachtingen en berovingen.
Aanpak jeugdcriminaliteit
De aanpak van kinderen die voor het eerst in aanraking komen met de politie omdat ze een strafbaar delict hebben gepleegd, is er op gericht om de jongere buiten het strafrechterlijke circuit te houden of hem of haar er zo snel mogelijk weer uit te halen. De politie kan na een gesprek met de jongere en de ouders/verzorgers, waarbij ze op hun verantwoordelijkheid voor het kind worden aangesproken, een rapport opmaken en zo de zaak afsluiten.
Halt- bureau
Ongeveer 1/3 van de jongeren die met de politie in aanraking zijn gekomen, worden doorverwezen naar het Halt-bureau. Hier ga je vaak werken op de plaats waar je het strafbare feit hebt gepleegd, bij de gemeente of bij een kinderdagverblijf.
Taakstraffen
Voor overtredingen als diefstal, inbraak, autokraak, mishandeling, joyriding en vernielingen kan een jongere een taakstraf krijgen. De taakstraf moet in de vrije tijd worden uitgevoerd en de jongere kan er iets van leren. Aan een taakstraf zijn strenge eisen verbonden; op tijd komen, niet spijbelen of de kantjes er vanaf lopen. Een goede inzet en goed gedrag zijn ook een ‘must’. Als je de taakstraf niet goed uitvoert loop je het risico om in de gevangenis te komen of een fikse geldboete te moeten betalen.
Werkstraffen
Werkstraffen zijn de meest gebruikelijke en bekende taakstraffen. De werkstraf kan oplopen tot maximaal 200 uur. Je moet dan werken bij een niet-commerciële instelling bijvoorbeeld schoonmaken in een ziekenhuis of onderhoudswerk bij een kinderboerderij.
Leerstraf
Hier wordt geprobeerd om de sociale vaardigheden van de jongeren te verbeteren die in het criminele circuit, niet goed met andere mensen om kunnen gaan.
Justitiële jeugdinrichting
Jeugdinrichtingen zijn te verdelen in opvanginrichtingen en behandelinrichtingen. In de opvanginrichtingen zijn de jongeren in voorlopige hechtenis genomen of zitten ze hun straf uit. Ook jonge vreemdelingen zitten hier in vreemdelingenbewaring tot ze naar hun land van herkomst worden terug gestuurd.
Behandelinrichtingen zijn er om jongeren een individuele behandeling te geven, een gedragsverandering welteverstaan. Dit is ter preventie voor eventuele volgende delicten.
Welke oplossingen zijn er voor criminaliteit onder de jongeren?
Echte oplossingen zijn er natuurlijk niet, maar er zijn wel diverse middelen om de criminaliteit onder de jongeren te beperken. Het aanbieden van stabiele leefsituaties voor kinderen en een zinnige werkkring voor alle jongeren is erg belangrijk. School is een belangrijk middel om de kinderen voor te bereiden op hun positie in de maatschappij. Ook kan school een belangrijke rol spelen in de preventie van jeugdcriminaliteit omdat de school namelijk rust, orde, ijver en zelfbeheersing als huisregels heeft. Ook zijn er grote groepen kinderen, met allen een verschillende achtergrond en afkomst, bij elkaar. Dit stimuleert het omgaan met mensen met verschillende culturen, leefwijzen en waarden en normen welk een positief effect kan hebben in de toekomst van het kind.
Bronvermelding
- http://www.scholieren.com/werkstukken/26397
- http://www.wodc.nl/publicatie/aanpakcriminaliteit/index/criminologischetheorieën/
- http://www.om.nl/dossier/jeugdcriminaliteit/jeugdcriminaliteit_documenten/20778.
- http://www.rechtenslecht.nl/portal.php?cid=2
- http://www.vetverkeerd.nl/jeugdcriminaliteit
- htttp://www.weeswaakzaam.punt.nl/index.php?r=1&id=280055&tbl_archief=0
- http://www.colegentet.nl
- http://www.google.com
- het boek
- ons goede verstand
Inhoudsopgave
- Inhoudsopgave
- Wat wordt er verstaan onder jeugdcriminaliteit?
- Oorzaken van jeugdcriminaliteit
- Theorieën over criminaliteit
- Soorten delicten die jongeren plegen
- Aanpak jeugdcriminaliteit
- Welke oplossingen zijn er voor criminaliteit onder jongeren?
- Bronvermelding
REACTIES
1 seconde geleden