Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Drugs

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas havo | 6319 woorden
  • 26 januari 2003
  • 160 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
160 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding Ik doe mijn werkstuk over DRUGS. Eerst wilde ik het over verslaving doem maar ik kreeg niet genoeg informatie en wist ook niet hoe ik daar aan kon komen. Dus zou ik geen tien bladzijdes over verslaving vol krijgen. Toen dacht ik aan onderwerpen zoals kinderarbeid en mishandeling maar dat vond ik ook maar niks. Toen stuitte ik op een foldertje over drugs. Er stond het telefoon nummer van de ‘drugs informatielijn’ op. (0900-1995) Daar kon je folders over drugs (gratis) bestellen voor bijvoorbeeld een werkstuk of spreekbeurt op school. Die lijn heb ik gebeld en een paar dagen later kreeg ik een dikke envelop vol folders over drugs. Ook vond ik op internet een site (www.JIP.nl) waar allerlei drugs uitgebreid beschreven werden. Een paar daarvan heb ik uitgeprint. In de bibliotheek vond ik toen ook nog foldertjes die ik nog niet had. Genoeg informatie om een compleet werkstuk te maken. (ik hoop dat dat is gelukt) In mijn werkstuk vertel ik over wat drugs nou eigenlijk zijn, wat het verschil is tussen hard en softdrugs, wie drugs allemaal gebruiken en waarom, hoe verslavend drugs zijn, wat de risico’s zijn, wat de overheid er mee doet en hoe je omgaat met het drugs gebruik van een ander. Verder leg ik aan het eind een paar (tamelijk bekend) drugs uitgebreid uit: wat het is, wat de gebruiker ervan voelt, hoe het gebruikt wordt en waar het vandaan komt. Daar heb ik het over: Hasj en weed, Heroïne, Cocaïne, Speed, Tripmiddelen en XTC. Aan het eind heb ik een slot waar ik vertel hoe ik het vind enz. Ik hoop dat het nakijken een beetje lukt en dat het werkstuk een beetje leuk is.
DRUGS
Wat is drugs?
Wanneer is een bepaald middel drugs? Op die vraag bestaan verschillende antwoorden. Soms wordt er gekeken naar de werking van het middel, soms wordt er gekeken naar wat er in de wed staat over het middel. De werking: Wanneer er wordt gekeken naar de werking, dan is een middel een drugs wanner het de hersenen prikkelt en er daardoor geestelijke en lichamelijke effecten optreden. De effecten kunnen stimulerend zijn, verdovend of bewustzijn veranderend. Stimulerend:Bij deze middelen krijgt de gebruiker het gevoel meer energie te hebben en alerter te zijn. voorbeelden van deze middelen zijn cocaïne, speed maar ook tabak en koffie
Verdovend:Hierbij komt de gebruiker in een slaperige roes. Door de kalmerende en ontspannende werking worden de scherpe kanten van het leven afgeslepen. Voorbeelden van verdovende middelen zijn heroïne en andere opiaten, maar ook alcohol en slaapmiddelen. Bewustzijnsverandering:De gebruiker van deze middelen gaat de wereld heel anders zien en beleven. Voorbeelden van deze middelen zijn LSD, hasj. weed, paddo’s en andere tripmiddelen. De wet: Wanneer wordt uitgegaan van de werking van middelen, dan zijn alcohol, koffie en tabak ook drugs. Volgens de wet is dat niet zo. In de Opiumwet, waarin alle middelen zijn opgenomen die door de overheid als ‘drugs’ worden beschouwd, komen deze middelen niet voor. De Opiumwet noemt wel de illegale middelen waar de meeste mensen aan denken bij het woord ‘drugs’ en veel middelen die worden toegepast in de geneeskunde. Op lijst I van de Opium staan de middelen die volgens de overheid een onaanvaardbaar groot risico met zich meebrengen. Dat zijn bijvoorbeeld heroïne, cocaïne, amfetamine, LSD en XTC. Op lijst II staan hennepproducten (hasj, weed) en slaap- en kalmeringsmiddelen zoals Valium en Seresta. Ook dit zijn geen onschuldige middelen, maar de risico’s zijn volgens de overheid minder groot dan bij de middelen op lijst I Wat is het verschil tussen harddrugs en softdrugs? De middelen die op lijst I van de Opiumwet staan worden wel ‘harddrugs’ genoemd. Hasj en weed staan bekend als ‘softdrugs’. Harddrugs zijn volgend de wet gevaarlijken dan softdrugs en dat uit zich in de strafmaat. In de werkelijkheid is de grens tussen ‘softdrugs’ en ‘harddrugs’ niet zo makkelijk te trekken. Er zijn gebruikers van softdrugs die zoveel gebruiken dat en ‘hard’ genoemd zou kunnen worden. Het omgekeerde komt ook voor, hoewel ‘soft’ gebruik van harddrugs voor de meeste gebruikers moeilijk vol te houden is
Slaap- en kalmeringsmiddelen vallen over het algemeen buiten de indeling in ‘hard-‘en ‘softdrugs’. Ze nemen een uitzonderinspositie in omdat ze meestal op recept, als geneesmiddel, worden uitgeschreven. Alcohol en tabak doen in schadelijkheid en risico’s niet onder voor de harddrugs, ze worden echter meestal niet als harddrugs aangemerkt, omdat ze maatschappelijk min of meer geaccepteerd zijn.
Waar komt drugs vandaan? Drugs gebruik is geen verschijnsel van de laatste tijd. De oudste bewijzen van drugsgebruik dateren van zevenduizend jaar geleden, maar vermoeden heerst dat er altijd mensen zijn geweest die drugs gebruikten. Veel drugs komen regelrecht uit de natuur. Hasj en weed komen van de hennepplant. Sterke bewustzijnsveranderende middelen zijn te vinden in de peyotecactes en sommige paddestoelen. Cocaïne wordt uit de bladeren van de cacoplant gehaald. Opium, de basis van morfine en heroïne, is een product uit de papaverplant. Sinds het begin van de negentiende eeuw is er bij steeds meer van die natuurproducten ontdekt wat precies de werkzame stoffen zijn. Veel van die stoffen kunnen nu in laboratoria worden ‘nagemaakt’. Er bestaan ook drugs die in het laboratorium zijn ‘uitgevonden’. Voorbeelden daarvan zijn LSD, XTC en benzodiazines, zoals Valium en Seresta. Soms lijken drugs uit het niets op te duiken. Vaak vindt het gebruik dan al een tijd in beperkte kring plaats. Wanneer het gebruik zich uitbreidt, kan onrust ontstaan, omdat bijna niemand het fijne weet van herkomst en gevaren. Een nieuwe drugs kan ook een ‘hype’ worden. Sommige van deze trends waaien snel over, andere blijven. De media spelen hierbij een belangrijke rol. Ondanks de stevige aanpak van handel en productie is niet volledig tegen te gaan dat illegale drugs bij de gebruiker terechtkomen. Het land in immers niet hermetisch af te sluiten. Bovendien drugs ook in Nederland geproduceerd. Wie gebruiken drugs en waarom? Er bestaat geen enkele drugs die mensen tegen hun wil ‘in zijn macht’ krijgt. Drugsgebruik is in eerste instantie de keuze van de gebruiker. Vaak weet de gebruiker echter niet waarvóór hij kiest, omdat hij de eigenschappen en risico’s onvoldoende kent. Dat geldt vooral als iemand voor het eerst drugs gebruikt. Veel mensen doen het als ze jong zijn, bijvoorbeeld om mee te doen met anderen, om grenzen te verkennen, uit nieuwsgierigheid, om verveling te verdrijven of vanwege de spanning ( het mag immers niet ). Ook trends spelen een rol. Of iemand door gaat met gebruiken ligt aan de persoon maar ook aan zijn omgeving. Wanneer de directe omgeving – met name de vriendenkring – bepaald gebruik accepteert of afwijst. Het afwijzen van het drugsgebruik van een ander hoeft echter niet altijd toe te lijden dat hij of zij stopt. Het kan er ook toe lijden dat iemand een andere omgeving opzoekt, waar het gebruik wel wordt geaccepteerd. De verschillende typen drugs worden doorgaans in verschillende omstandig- heden gebruikt. Sommige gebruikers beperken zich tot één soort, anderen gebruikers menen verschillende soorten drugs, afhankelijk van de situatie of stemming waarin zij verkeren: - stimulerende drugs worden vooral gebruikt door feestgangers en mensen die een nacht door willen gaan. - drugs met een dempend, verdovend effect worden veel gebruikt door mensen met slaapproblemen en angststoornissen, maar ook door mensen met persoonlijke of maatschappelijke problemen. - bewustzijnsveranderende drugs trekken de belangstelling van zowel nieuwsgierige jongeren die ‘wel eens een blowtje willen roken’ als ouderen die op zoek zijn naar geestige ervaringen. Hoe verslavend kan drugs zijn? Hoe makkelijk iemand ’aan de drugs raakt’, hangt af van de verschillende factoren. Veel mensen die voor het eerst drugs gebruikendoen dat om te experimenteren, uit nieuwsgierigheid of omdat ze op zoek zijn naar een bepaald gevoel. Of iemand na de eerste keer doorgaat met gebruiken is onder meer afhankelijk van de werking van de drug en de mate waarin iemand gevoelig is voor de effecten. Ook de beweegredenen om de drug te nemen spelen een rol: iemand die gebruikt omdat hij zich rot voelt, loopt een groter risico dan iemand die gebruikt lekker in zijn vel zit. Geen enkele drug lijdt bij eenmalig gebruik tot verslaving. Het is dus ook niet zo dat iemand een persoon moedwillig verslaafd kan maken, door bijvoorbeeld ‘iets’ in zijn of haar glaasje te doen. Hoewel er veel mensen zijn die dat geloven, zullen dealers nooit op die manier proberen klanten te winnen. Het werkt niet en bovendien zouden ze hun kostbare handelswaar nooit op die manier gratis uitdelen. De ene gebruiker kan snel geestelijk afhankelijk zijn van hasj, terwijl de ander daar nooit last van heeft. Die ander kan op zijn beurt weer snel aan een ander middel verslaafd raken. Toch lijdt de ene drug tot minder verslavingsproblematiek dan de ander. Zo is heroïne sterk verslavend. Cocaïne en amfetamine zijn dat minder en XTC, hasj en weed nog minder. Het is ook niet zo dat gebruik van softdrugs automatisch overgaat in gebruik van harddrugs. De wereld van softdrugs is in Nederland goed gescheiden van de wereld van de harddrugs. In coffeeshops mogen geen harddrugs verkocht worden en de politie controleert hier streng op. Er zijn echter ook andere verkoopkanalen voor softdrugs en die vallen soms samen met die voor harddrugs; een enkele hasjdealer heeft ook wel eens cocaïne, speed of XTC in de aanbieding. De wereld van de harddrugs kan wel dichterbij komen als iemand op een ‘harde’ (overmatige) manier softdrugs gebruikt. Wat zijn de risico’s? Het is als spelen met vuur: drugsgebruik brengt altijd risico’s met zich mee, zoals het gevaar van geestelijke afhankelijkheid. Risico’s op korte termijn. Het effect van een drug hangt voor een belangrijk deel af ven de conditie en de stemming van de gebruiker op het moment dat hij het middel neemt. Veel drugs versterken die stemmig, en daarbij kunnen de effecten soms anders uitpakken dan de gebruiken had verwacht. Onvrede kan overslaan in diepe neerslachtigheid, angst kan overslaan in paniek. Ook lichamelijk kan een drug ‘verkeerd vallen’. Dat kan zich uiten in misselijkheid, braken en onpasselijkheid. Het gebruik van drugs is extra gevaarlijk voor mensen die geestelijk kwetsbaar zijn, voor mensen met hart-en vraatziekte, mensen met geestelijke gezondheidsproblemen en voor zwangere vrouwen. Vrouwen die hun kind borstvoeding geven, moeten weten dat de werkzame stof van de drugs via de melk doorgegeven kunnen worden. Een risico van een bepaald drugs is overdosering: het innemen van een dodelijke hoeveelheid. Sommige drugsgebruikers nemen bewust een te hoge dosis. Wat vaker voorkomt is dat iemand iets anders inneemt dan hij verwacht
Het kan voorkomen dat een pil of poeder niet bevat wat de verkoper beweerd. Voor illegale drugs bestaat immers geen kwaliteitscontrole. Veel gebruikers gebruiken verschillende drugs door of naast elkaar. De effecten van combinaties zijn onvoorspelbaar en kunnen ook dodelijk zijn. Drugs beïnvloeden de waarneming en het concentratievermogen van de gebruiker. In het verkeer en op het werk vergroot drugsgebruik de kans op ongelukken. Drugsgebruik in het verkeer is strafbaar. Ook prestaties op school kunnen onder het gebruik van drugs lijden. De risico’s van drugs staan ook in verband met de wijze van toedienen. Door drugs te spuiten met al gebruikte injectiespuiten, kunnen infectieziektes als HIV (aids) en hepatitis verspreid worden. Risico’s op langere termijn. Bij langdurig gebruik van drugs is er spraken van ‘moeten’ gebruiken, ofwel van verslaving (geestelijk en/of lichamelijke afhankelijkheid) Bij verslaving is op lange termijn de kans op geestelijke of lichamelijke schade groot. Lichamelijk kunnen er voor een gebruiker vervelende klachten optreden. Door overbelasting functioneren bepaalde organen bijvoorbeeld minder goed. Geestelijk kan bij langdurig gebruik een soort van ‘oververhitting’ plaatsvinden. Gebruikers kunnen hun gedachten dan alleen nog maar richten op drugs en draaien als het ware door. De manier van leven van de verslaafde kan er voor zorgen dat de lichamelijke en geestelijke schade beperkt blijft of niet. Wanneer alleen het middel nog van belang is en gezond eten en drinken en het onderhoud van sociale contacten niet maar, kan de gebruiker snel aftakelen.
Wat doet de overheid? Productie, handel en bezit van alle middelen zin in Nederland verboden. Politie en justitie pakken grootschalige productie en (grensoverschrijdende) handel streng aan. Daarbij gelden voor middelen op lijst I van de Opiumwed (harddrugs) zwaardere straffen dan voor die op lijst II (softdrugs en slaap- en kalmerende middelen) Aan opsporing van bezit van kleine hoeveelheden drugs voor eigen gebruik geeft de politie geen voorrang, zelf at gaat het om middelen van lijst I. De achterliggende gedachte is dat streng optreden tegen drugsverslaafden de problematiek eerder vergroot dan verkleind. Een belangrijke doelstelling in het Nederlandse drugsbeleid is daarnaast het voorkomen van (problematisch) gebruik. Om dit doel te bereiken ondersteunt de overheid voorlichtings- en preventie-activiteiten. Ten aanzien van de bestaande gebruikers is het beleid gericht op beperking en gezondheidsrisico’s. Voor afkicken biedt de verslavingszorg mogelijkheden. In gevallen waarin een drugsvrij bestaan op korte termijn niet haalbaar is, wordt gestreefd naar een verbetering van de levensomstandigheden van de gebruiker. Bij heroïne gebruiker gebeurt dit bijvoorbeeld door een ‘onderhoudsdosis’ methadon (of een ander middel) te verstrekken en te zorgen voor schone spuiten. De overheid probeert ook de maatschappelijke overlast door probleemgebruikers terug te brengen. Daarbij is de laatste jaren nadruk komen te liggen op ‘drang’: verslaafden die geregeld met de politie in aanraking komen, kunnen kiezen tussen ‘straf of behandeling’. Of deze aanpak werkt moet de komende jaren blijken. Omgaan met het drugsgebruik van een ander. Bijna iedereen komt op een bepaald moment in zijn leven met drugsgebruik in aanraking. Dit kan zijn in het gezin, in het uitgaansleven, op school, op het werk of in de vriendenkring. Op de juiste manier reageren op het drugsgebruik van een ander is geen eenvoudige zaak. Waarschuwen of verbieden helpt doorgaans niet. Wat vaak wel helpt is een openhartig gesprek, zonder vooroordelen. Het is daarbij goed om te weten dat experimenteergedrag over het algemeen niet snel ontspoord als de betrokken persoon niet uit verveling gebruikt, zelfstandig is, ‘nee’ kan zeggen en met tegenslag kan omgaan. Wanneer een experimentfase doorzet en lijdt tot regelmatig en eventueel problematisch gebruik, is het van belang om de communicatie open te houden. Paniekerig reageren of het uiten van dreigementen is zinloos. Dit heeft eerder een averechts effect. Om een gesprek zo ‘neutraal’ mogelijk te kunnen voeren is het van belang om over goede informatie over drugs te beschikken. Verder is het nuttig om duidelijk grenzen te stellen. Praten met mensen die echt afhankelijk zijn geworden van drugs is niet eenvoudig. Verslaafden zijn bijvoorbeeld vaak meesters in het ontkennen van hun gebruik. Maar er zijn ook verslaafden die wel heel goed weten waar ze mee bezig zijn en waarom ze het doen. Zij zullen vaak hun persoonlijke achtergronden of maatschappelijke achtergronden aanvoeren als reden voor hun gebruik. In dergelijke gevallen is het raadzaam om de hulp in te roepen van een deskundige van een instelling voor verslaafden of GGD. Hij of zij kan adviseren of direct met de gebruiker in gesprek gaan. Verschillende soorten drugs. -Hasj en Weed. Wat zijn hasj en weed? Hasj en weed zijn afkomstig van de plant met de Latijnse naam Cannabis Sativa, kortweg cannabis. In het Nederlands noemen we die plant Hennep. Als je de vrouwelijke bloemtoppen ervan droogt en verkruimelt krijg je marihuana. Marihuana is groenbruin van kleur en wordt meestal ‘weed’ of ‘wiet’ genoemd. Als je de hars van de plant tot blokken of plakjes perst, krijg je hasj. De kleur daarvan varieert van lichtbruin tot zwart. Via een speciale bewerking kan een sterk geconcentreerde stof uit de plant worden gemaakt: Hasjolie. Weed, hasj en hasjolie verspreiden een heel karakteristieke geur. Wie dat eens heeft geroken, kent hem in het vervolg onmiddellijk. Wat zit erin? Het bestanddeel waar het om gaat, wordt kortweg ‘THC’ genoemd ( voluit: delta-9-tetrahydorcannabiol) Hoe warmer het klimaat waar de hennep groeit, hoe meer HTC er in zit. Ook Nederlandse ‘wiet’ die onder vrijwel ideale omstandigheden in kassen wordt gekweekt, bevat vaak veel HTC. Hasjolie kan zelfs voor meer dan de helft uit HTS bestaan. Wat voelt de gebruiker van hasj of weed? - HTC versterkt de stemming. Wie zich niet zo gelukkig voelt, kan zich er nog rotter door voelen. - Bij iemand die zich goed voelt, valt het meestal prettig. Hij wordt er ‘high’ van. Het woord ‘stoned’ wordt gebruikt vanwege het zwaar aanvoelen van met name armen en benen. - HTC beïnvloed de waarneming. Kleuren worden intenser ervaren, muziek wordt intenser beleefd. Het gevoel voor ruimte en tijd verandert, de fantasie slaat op hol. Sommige mensen krijgen ineens heel veel zin in eten (‘vreetkick’), anderen krijgen de slappe lach. Maar ook kun je door angst overvallen worden. - HTC verslapt de spieren, maakt de mond droog, de ogen rood, verwijdt de pupillen en versnelt de hardslag. Sommige van deze effecten kunnen als vervelend worden ervaren. Hoe wordt het gebruikt? Hasj en weed worden meestel vermengt met tabak en dan met één of meer vloeitjes tot een sjekkie gerold. Dat heet een ‘stickie’ of een ‘joint’ en het roken heet ’blowen’. Er zijn ook mensen die het verwerken in eten, meestal in een taart. Een zogenaamde ‘space-cake’. Een stickie of joint werkt al na een paar minuten en twee tot vier uur later is het effect weg. Hasj en weed in eten beginnen pas na een uur te werken (wat risico’s met zich meebrengt).
Waar komt Cannabis vandaan? Hennep wordt op diverse manieren gebruikt. In het grootste deel van de wereld is het een heel gewone plant. De vezels ervan worden al 12.000 jaar gebruikt voor het maken van touw en kleding. Hennep wordt door boeren wel aangeplant als windscherm. Een kleine 5000 jaar geleden werd in China ontdekt dan de plant ook een geneeskrachtige werking heef. Ook nu nog wordt HTC medisch toegepast, bijvoorbeeld om de bijwerkingen van chemotherapie tegen te gaan. In de jaren 30 werd cannabis in de VS verboden, andere landen volgden. Vanaf het begin van de jaren 60 kwam cannabisgebruik in Nederland in opmars, terwijl het toen nog streng verboden was. In de tien jaar daarna nam het gebruik fors toe. Rond 1980 liep het gebruik weer wat terug, maar daarna heeft de stijging zich voortgezet. Heroïne. Wat is Heroïne? Heroïne is een drug. Het behoort tot de opiaten: stoffen die uit de papaver (Latijn: papaver somniferum) worden gehaald. Door de onrijpe zaadbol in te kerven en het vrijkomende melksap in te drogen, ontstaat ruwe opium. Uit die ruwe opium kan morfine worden gehaald. En uit die morfine kan via een chemische bewerking heroïne worden gemaakt
In het laboratorium kan zuivere heroïne worden gehaald. Maar in de praktijk is heroïne nooit in die sterkte te koop. Want als het uiteindelijk de gebruiker
bereikt, is het door de opeenvolgende handelaren vermengd met allerlei andere stoffen. Zoals caffeïne, paracetamol, suikers, zetmelen of stophoest. Ook vermengingen met gevaarlijke stoffen komen voor. In Nederland varieert het heroïnegehalte van de ‘straatheroïne’ van 20 tot 80%. Het varieert in uiterlijk van grof wit poeder tot geelbruine klontjes. Heroïne wordt ook wel ‘bruin’ of ‘smack’ genoemd. Wat voelt de heroïnegebruiker? - Bij het gebruik van heroïne worden de ademhaling en de hartslag langzamer. - De lichaamstemperatuur gaat iets omhoog. - De pupillen vernauwen zich sterk. - Opiaten verminderen de werking van de darmen en kringspieren. - Seksuele behoeften kunnen minder worden. - In het begin kan de gebruiker last krijgen van braken, hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, jeuk en ‘vreemd’ gevoel in het hoofd. De werkzame stof veroorzaakt op zich géén beschadiging aan weefsels en organen. - De lichamelijke effecten voor de gebruiker vallen in het niet bij wat hij voelt en ervaart: de sterk verdovende werking, die heel snel komt (de ‘flash’). Deze werking treedt al vanaf de eerste keer op en gaat overheersen wanneer de gebruiker na een aantal malen niet meer zo’n last heeft van de bijeffecten. De heroïne geeft dan een heel aangenaam effect: pijn, verdriet, angst, honger en kou worden niet meer gevoeld. De gebruiker raakt ontspannen, wordt in zichzelf gekeerd en ook onverschillig: de buitenwereld doet er niet meer toe. - Gemiddeld werkt Heroïne 4 tot 6 uur. Het effect hangt af van de gebruiker, de ervaring met het middel, de genomen hoeveelheid en de manier waarop het wordt gebruikt. Hoe wordt heroïne gebruikt? Heroïne wordt meestal ‘gechineesd’ of gespoten.Bij ‘chinezen’ wordt

heroïnepoeder op een stukje aluminium gelegd en verhit. De vrijkomende dampen worden door een kokertje opgezogen en komen rechtstreeks in de longen. Spuiten: De heroïne wordt op een lepel of blikje gelegd, opgelost in water en zuur (ascorbinezuur of citroensap) en dat verhit. De oplossing wordt in een injectienaald getrokken en in een bloedvat gespoten. In Nederland is ‘chinezen’ de meest voorkomende manier van gebruik. Het percentage spuiters is sterk gedaald, tot minder dan een kwart van de gebruikers. Dat heeft vrijwel mat de risico’s van het spuiten te maken. Overdragen van aids door het gebruik van vuile spuiten is daarvan de belangrijkste. Heroïne kan ook worden gesnoven of, vermengd met tabak, worden gerookt. Waar komt het vandaan? Drieduizend jaar voor het begin van onze jaartelling werd in het huidige Zwitserland al papaver geteeld. En in de 3e eeuw voor Chr. maakten de Grieken melding van opium. In de 18e eeuw werd het roken van opium in de Aziatische landen een wijdverbreide gewoonte. De handel van opium vormde een belangrijke inkomstenbron voor de koloniale mogelijkheden, waaronder ons land. Opium was in Europa makkelijk te krijgen, maar tot grote problemen leidde dat niet. In het begin van de 19e eeuw werd ontdekt dat morfine de werkzame stof in opium is. Sinds het begin van de 20e eeuw mag morfine uitsluitend voor medische toepassing als pijnstillers worden gebruikt. Heroïne werd voor het eerst in 1898 gemaakt. Het werd verkocht als sterke pijnstiller, als medicijn tegen TBC, hoest en morfineverslaving(!). Toen bleek dat heroïne nog verslavender was dan morfine, werd het medisch gebruik in de meeste landen stopgezet. De eerste verboden werden aangekondigd in 1914. Dit maakte heroïne interessant voor de drugshandel, waar het opium en morfine verdrong. Internationaal werd het verbod pas definitief geregeld in 1961. In 1972 verscheen heroïne grootschalig op de Europees drugsmarkt. Cocaïne. Wat is cocaïne? Cocaïne is een drug in de vorm van een wit, kristalachtig poeder. Het wordt gehaald uit de bladeren van de cocaplant, die in Zuid Amerika groeit. De Latijnse naam van de plant is Erythroxylon Coca. In de omgang worden veel andere namen voor cocaïne gebruikt. De populairste luidt kortweg ‘coke’. De concentratie van de werkzame stof in de cocabladeren varieert van 0,5 tot 1%. De cocaïne kan op een vrij eenvoudig manier aan de bladeren worden onttrokken, totdat vrijwel zuivere cocaïnepoeder verkregen is. Wat voelt de cocaïne gebruiker? Cocaïne stimuleert het centrale zenuwstelsel, versneld de hardslag en ademhaling en verhoogt de bloeddruk. Wat de gebruiker voelt, is afhankelijk van de dosis en de manier waarop hij het gebruikt. Ook afhankelijk van de lichamelijke conditie, het lichaamsgewicht en het verwachtingspatroon spelen een rol. Maar in grote lijnen zijn de effecten als volgt: het uithoudingsvermogen wordt groter, hongergevoel en vermoeidheid verdwijnen. Pijn wordt minder snel voelbaar. De gebruiker wordt opgewekt en vrolijk, voelt meer energie en denkt de hele wereld aan te kunnen. Deze effecten doen zich voor als de gebruiker af en toe cocaïne gebruikt. En niet te veel tegelijk. De effecten zijn binnen een half uur verdwenen. Als de gebruiker het gevoel terug wil krijgen, moet hij opnieuw nemen. Zwaardere gebruikers worden vaak rusteloos en raken snel geïrriteerd. Zelfvertrouwen kan overslaan in overmoed. En de zware gebruiker gaat in een schijnwereld leven. De contacten met anderen zijn oppervlakkig, alle drukte gaat om niets en ook intieme gevoelens blijken achteraf schijn. Matig gebruik van cocaïne kan seksueel stimulerend werken. Bij toenemend gebruik neemt dat effect af en kan zin in seks helemaal verdwijnen. Cocaïnegebruik kan zich tot een probleem gaan ontwikkelen, als het moet dienen om een ander mens van de gebruiken te maken. Iemand met meer zelfvertrouwen bijvoorbeeld. Wie daar gevoelig voor is kan na ‘een keertje proberen’ al snel in de verleiding komen om het nog eens te doen. Hoe wordt Cocaïne gebruikt? Het hangt er vanaf in welke vorm de cocaïne wordt gebruikt. ‘Gewone’ cocaïne wordt voornamelijk gesnoven. Het poeder wordt daarvoor in een ‘lijntje’ gelegd en met behulp van een kokertje in de neus opgehaald. Door het op te lossen in wat water kan het ook in een ader worden geïnjecteerd. Roken
kán wel, maar is niet efficiënt: een groot deel is verbrand voor het in de longen komt. Wanneer de cocaïne door een chemisch proces wordt bewerkt tot ‘crack’ of ‘basecoke’, dan geeft het roken ervan wel een optimaal effect. Het roken van crack of basecoke wordt ‘basen’ genoemd. Bij het roken wordt een waterpijp, een speciaal pijpje of folie gebruikt. Het snuiven van een lijntje cocaïne heeft het al na een paar minuten effect. Dat effect duurt ongeveer een half uur. Bij spuiten of basen werkt de cocaïne nog sneller en heftiger, maar het effect is na ongeveer tien minuten alweer verdwenen. Waar komt het vandaan? De cocaplant komt oorspronkelijk ui het hoge Andesgebied. Daar worden de bladeren sinds mensenheugenis gekauwd, omdat ze stimulerend werken en ademhalingsmoeilijkheden op grote hoogte verlichten. De Inca’s gebruiken de bladeren alleen voor religieuze doeleinden. Na de verovering van Zuid-Amerika door de Spanjaarden is het gebruik verder verspreid. In de 19e eeuw werd ontdekt wat de werkzame stof in de bladeren is. Cocaïne werd vervolgens populair als stimulerend middel en als middel voor plaatselijke verdovingen. Aan het eind van de 19e eeuw begonnen negatieve rapporten over cocaïne te verschijnen. Na de Eerste Wereldoorlog werd cocaïne verboden. Er waren inmiddels ook stoffen ontwikkeld die de cocaïne als verdovingmiddel konden vervangen.
Speed. Wat is speed? ‘Speed’ en ‘pep’ zijn straatnamen voor ‘wekaminen’. Wekaminen zijn chemische stoffen die stimulerend werken op het centrale zenuwstelsel. Het zijn
drugs. Er zijn verschillende wekaminen. De belangrijkste zijn (dex)amfetaminen en methamfetaminen. Ze verschillen in sterkte en werkingsduur. Wat voelt een speedgebruiker? Het gaat de gebruiker van speed om het oppeppend effect. Dat effect werkt zowel op het lichaam als op de geest. De kracht van het effect hangt af van de dosis en de manier waarop de speed wordt gebruikt. Met name de geestelijke effecten worden sterk beïnvloed door het verwachtingspatroon van de gebruiker. Door speed wordt vermoeidheid niet meer voelbaar. De eetlust verdwijnt. De bloeddruk gaat omhoog en de pols versnelt. De pupillen worden groten en de spieren spannen zich. Ook hoofdpijn en duizeligheid zijn niet ongebruikelijk, net als knarsetanden en snel bewegen van de kaken. Het geestelijk effect: speed maakt de gebruiker tijdelijk actief, vrolijk, alert en zelfverzekerd. Zelfkritiek verdwijnt, het praten gaat vlotter en gemakkelijker. Maar speed kan ook heel anders uitpakken: de gebruiker kan er prikkelbaar, onrustig en angstig door worden, met name als het uitgewerkt is. Als speed uitgewerkt is, komt de eetlust terug. Omdat de gebruiker is doorgegaan zonder aan vermoeidheid toegegeven (hij heeft het immers niet gevoeld), kan een katterig gevoel achterblijven. Ongemerkt kan oververmoeidheid ontstaan. Veelgehoorde klachten van regelmatige gebruikers zijn chronische vermoeidheid, lusteloosheid en neerslachtigheid. Hoe wordt speed gebruikt? Speed is te koop als pil of in poedervorm. Meestal wordt het geslikt, maar kan ook worden gesnoven of gespoten. Wordt speed geslikt, dan begint het meestal na 15 tot 20 minuten te werken. Wordt het gesnoven, dan komt de speed via het neusslijmvlies is het bloed terecht. Het effect komt na een paar minuten. Wordt het in een ader gespoten, dan werkt de speed vrijwel onmiddellijk. In alle gevallen is de speed na ongeveer acht uur uitgewerkt, Methamfetaminen werkt langer, ongeveer twaalf uur. Vaak wordt speed gemengd met andere stoffen. Daardoor weet de gebruiker eigenlijk nooit zeker wat hij koopt. Waar komt speed vandaan? Vergeleken met de meeste andere drugs bestaat speed nog niet zo lang. Aan het eind van de 19e eeuw werd er voor het eerst in het laboratorium amfetamine gemaakt. Pas na1930 is onderzoek verricht naar de effecten ervan. Tot de jaren ’60 werd amfetamine gebruikt als vermageringsmiddel en als pepmiddel. Ook in de Tweede Wereldoorlog en andere oorlogen is het veel als pepmiddel gebruikt. Het werd illegaal voorgeschreven en over het algemeen was er spraken van beheerst gebruik. Dat veranderde in de jaren ’60, toen speedgebruik bij een deel van de jeugd in zwang kwam. Met name in 1969 en 1972 was er sprake van een ‘speedgolf’. Geleidelijk aan werden de schadelijke gevolgen van onbeheerst gebruik zichtbaar. In 1970 werd amfetamine internationaal onder wettelijke controle gebracht. Nederland volgde in 1976. Tripmiddelen. Wat zijn tripmiddelen? Tripmiddelen zijn drugs. Ze veroorzaken onder andere hallucinatie. Dat betekent dat ze de waarneming van de zintuigen veranderen. Officieel worden ze dan ook ‘hallucinogenen’ genoemd. De natuur maakt tripmiddelen: ze zitten in de huid en urine van bepaalde padden, is sommige soorten paddestoelen en in sommige cactussoorten, zoals peyote, Ook in veelgebruikte kruiden als folie en nootmuskaat zitten hallucinogenen, maar de hoeveelheid is zo klein dat hun effect niet te merken is. Daarnaast worden tripmiddelen in laboratoria gemaakt. Het bekendste voorbeeld daarvan is LSD.
Waar komen tripmiddelen vandaan? Sinds de mens heeft ontdekt dat de natuur tripmiddelen maakt, worden ze gebruikt. Oorspronkelijk gebeurde dat voornamelijk voor magische en religieuze doeleinden, nu is die toepassing wat naar de achtergrond verdwenen. De eigenschappen van LSD werden in 1943 bij toeval in een laboratorium ontdekt. Aanvankelijk is LSD medisch gebruik, als hulpmiddel bij de psychotherapie. In de jaren ’60 vond het op grote schaal zijn weg naar de ‘alternatieve’ jongeren. Wat doen tripmiddelen? Een tripmidden versterkt bestaande emoties en veranderen de beleving van tijd en ruimte. De gebruiker krijgt hallucinaties: hij ziet en ervaart dingen die er niet zijn (maar voor de gebruiker zijn ze echt). De versterking van emoties kan heel heftig zijn. Een prettig gevoel kan zich ontwikkelen tot een extase. Angst kan ontstaan in paniek. Maar het is van tevoren niet te voorspellen, hoe de gebruiker die emoties zal ondergaan. De effecten van een tripmiddel kunnen terugkomen, zonder dat er direct daarvoor gebruikt is. Zo’n ‘flashback’ kan zich maanden of zelfs jaren later nog voordoen. De lichamelijke effecten van tripmiddelen zijn niet zo groet. In paddestoelen en de peyote-cactus zitten echter ook nog andere stoffen. Deze kunnen misselijkheid en braken veroorzaken. Wat is een ‘trip’? Effect en aard vaan een trio worden bepaald door het soort middel, de dosis en de stemming en omgeving van de gebruiker. Ook het gewicht, de maaginhoud en de lichamelijk conditie van de gebruiker spelen een rol. Gewoonlijk begint een trip een half uur tot een uur nadat het middel ingenomen is. Bij LSD is daarvoor maar heel weinig voor nodig, 100 á 150 miljoenste gram is de gebruikelijke dosis. De piek van de trip komt 2 tot 3 uur later. Na 8 tot 10 uur is hij voorbij. Er zijn varianten waarbij een trip wel 24 uur kan duren. Een voorbeeld hiervan is hem middel DOB, dat overigens niet zo veel voorkomt. Een enkele keer duikt het op in het uitgaanscircuit. De gebruiker denkt doorgaans dat hij XTC heeft gekocht. Bij paddestoelen is een trip meestal minder hevig en varieert het effect met de ingenomen hoeveelheid. Uit de beleving van gebruikers valt het volgende te noteren. Gehoor, reuk en gevoel worden intenser. Ze kunnen zelfs in elkaar overlopen: muziek wordt gezien, een foto gehoord en kleuren geroken. Soms stralen voorwerpen licht uit en gaan dingen, die mormaal stilstaan, bewegen. De tijd kan vertragen of helemaal stoppen. De waarneming van ruimte verandert. Gevoel en beweging kloppen niet meer met elkaar en de gebruiker ervaart dat zijn gedachten heel helder zijn. Gedurende de trip wisselt de kracht ervan. Meestal kan contact met de werkelijkheid behouden blijven. De gebruiker beseft dan, waar de effecten die hij ervaart vandaan komen. Soms kan dat besef helemaal verdwijnen. Dan kan de gebruiker in een trip gevangen zitten. Dit kan zeer angstaanjagend zijn en tot paniek lijden. Met name als de trip niet goed valt en de ervaringen eng en dreigend zijn. Hoe worden tripmiddelen gebruikt? LSD is te krijgen als ‘papertrips’ en in de vorm van kleine tabletjes. Het meest gangbaar is de papertrip: een stukje papier waarop wat vloeibare LSD is gedruppeld. Het papier is vaak van een afbeelding voorzien. Mede door hun grootte lijken ze daardoor wel wat op kleine postzegels. Een papertrip wordt op de tong gelegd of opgelost in een glaasje water. Er wordt wel beweerd dan LSD ook via de huid opgenomen kan worden. Dat is niet waar. Paddestoelen worden gegeten. Er wordt ook wel thee van getrokken. De hoeveelheid werkzame stof varieert van het seizoen, het klimaat, de grootte en leestijd van de paddestoel. Bij paddestoelen is moeilijk te bepalen hoe sterk ze zijn en om wel soort het gaat. Zelf plukken heeft hetzelfde bezwaar als eekhoorntjesbrood zoeken: giftige paddestoelen lijken vaak bedrieglijk veel op onschuldige. Sommige kunnen dodend zijn. De peyote-cactus wordt in schijven gesneden en daarna vaak gedroogd. Die schijven kunnen worden gekauwd. Dat veroorzaakt eerst misselijkheid en braakneigingen. De trip begint na ongeveer 1 uur en houdt 10 tot 12 uur aan. Hij lijkt op die van LSD. Gebruik van de peyote-cactus komt weinig voor. XTC. XTC, wat is het? XTC is een drug. In het Engels uitgesproken geven de letters de woordklank ‘ecstasy’ wat extase betekent. XTC behoort tot de groep psychedelische amfetaminen. XTC wordt in het laboratorium gemaakt

en is in de vorm van pillen of capsules te koop. Ze hebben verschillende kleuren en vormen en zijn vaak voorzien van een afbeelding. Vaak hebben de pillen een naam die verband houd met de vorm of afbeelding die erop staat: bijvoorbeeld ‘zonnetje’,‘alien’ en ‘olifantje’. Wat zit is XTC? De werkzame stof in XTC heet MDMA (3.4 methyleendioxymathamtetamine). MDMA is een afgeleide van amfetamine, ofwel speed. MDMA heeft een dubbel effect. Enerzijds is het een stimulerend middel met een opwekkende werking. Anderzijds is er een bewustzijnsveranderend effect: de waarneming wordt intenser en het gevoel van verbondenheid met anderen neemt toe. Wat zit er nou eigenlijk ECHT in dat pilletje en hoeveel? Met de vraag ‘wat zit er in ’ XTC’ is meteen één van de problemen rond XTC aangeroerd: vaak worden pillen als XTC verkocht terwijl ze het helemaal niet zijn. Ze bevatten dan b.v. geen MDMA maar MDEA, speed of nog andere stoffen, die soms grote risico’s voor de gebruiker met zich mee brengen. Soms is de samenstelling niet eens helemaal te achterhalen. Afgezien van de stof verschilt de dosering ook nog eens behoorlijk per pil. Er kunnen ook meer werkzame stoffen in één pil zitten. Het is dus heel moeilijk te zeggen wat er is een XTC pil zit omdat het heel erg kan verschillen en omdat er heel veel mogelijkheden zijn. Wat voelt de XTC-gebruiker? Lichamelijke effecten - De gebruiker wordt opgepept. Hij krijgt zowel geestelijk als lichamelijk een energiek gevoel. - Vermoeidheid wordt onderdrukt. Dat wil niet zeggen dat deze verdwenen is. Als de pil uitgewerkt is, komt de vermoeidheid in sterkere maten terug. - Verhoogt de lichaamstemperatuur - Versneld de pols - verwijdt de pupillen - de waarneming wordt intenser - Er komt een stijf gevoel in de kaken, hartklopping, een droge keel en mond, misselijkheid en benauwdheid. Bewegingen moeilijk te coördineren. Dat kan tot paniek lijden
Geestelijke effecten
Oppeppend: - Maakt energiek, helder en alert. - Vermoeidheid verdwijnt
Bewustzijnsverandering: - Ontspannen, zorgeloze stemming - men voelt zich losser en remmingen vallen weg - warm en verliefd gevoel - waarneming intenser - voelt zich verbonden met anderen - Wordt met andere mensen snellen intiem en vertrouwt iedereen. XTC-doden. Er zijn inmiddels XTC doden gevallen. In enkele gevallen heeft het gebruik van XTC geleid tot zulke grote beschadigingen van de lever, dat transplantatie noodzakelijk was. Waarschijnlijk moet het de oorzaak van deze ernstige gevallen gezocht worden is oververhitting, een verkeerde uitgepakte combinatie met andere middelen, een lichamelijke afwijking en/of overgevoeligheid bij de gebruiker. Maar niet ieder geval is op deze manier te verklaren. Geschiedenis en herkomst van XTC. MDMA werd rond 1900 voor het eerst in een laboratorium gemaakt. In de V.S. is het in de jaren ’70 af en toe experimenteel in de psychiatrie gebruikt, omdat patiënten er spraakzamer en opener van werden. Het middel kwam daarna op de zwart markt terecht en werd onder de naam XTC populair in discotheken. In de jaren ’80 dook het op in Europa. Ondanks wettelijk verbod, zoals in de V.S. in 1985 en in Nederland in 1988, is de verspreiding toegenomen. XTC wordt gemaakt in illegale laboratoria. Via netwerken van dealers en subdealers komt het bij de gebruiker terecht. De prijs per pil of capsule varieert van zeven en een half tot 25 gulden
Slot. Ik zou nog graag evendoor blijven vertellen maar aangezien ik geen tijd meer heb omdat ik het morgen in moet leveren en het dan nog langer wordt hou ik er maar mee op. Ik vond het erg leuk om te doen een omdat ik erg veel en duidelijke informatie had, ging het erg makkelijk en ik hoop dat het ook een beetje leuk is geworden. Ik heb delen tekst die makkelijk geschreven waren en erg duidelijk waren overgeschreven omdat ik er eigenlijk niks aan toe te voegen had. Ik ben blij dat ik het uiteindelijk over drugs heb gedaan want ik ben achter dingen gekomen waar ik soms wel heel nieuwsgierig was (b.v.hoe het voelde als je een bepaalde drug in zou nemen) en ik wist heel veel dingen ook gewoon nog niet. Het eind (over XTC) vond ik wel weer moeilijk want het is gewoon een ingewikkelde drug om uit te leggen wat het is en ik had daar ook niet hele goeie informatie over had. Ik hoop dat het niet al te lang is geworden (m’n ouders zeiden al dat ik verslaafd was geraakt aan het over drugs hebben...) en dat alles een beetje duidelijk was........

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.