Godsdienst over Jezus

De inhoud: 1. De landkaart. 2. erenamen voor Jezus. 3. Wie was er koning, keizer en was er vrede? In welke hoedaningheid? 4. Over de sociale en economische situatie. Waren de mensen gelijk. Hoe was de situatie van rijk en arm? 5. informatie over de Farizeeërs, Sadduceeën, en zeloten. Vertel er iets over. 6. noem 2 joodse feesten. 7. 2 joodse rituelen die jezus deel nam of had. 8. Uit welke bijbel is je verhaal. 9. Uit welk bijbelboek? 10. welk verhaal kies je
11. Staat in dit verhaal ook een ander evangelie? Lees je verschillen. 12. Vertel je eigen verhaal in je eigen woorden. 13. Wat is de boodschap van dit verhaal. 14. welk verhaal gaat aan jou verhaal vooraf en wat komt erna

15. kun je iets vertellen over andere godsdiensten die tegen jezus aan kijken
16. plaatje die bij mijn verhaal passen. 1. De landkaart. 2. Heer. Zoon van god. Zoon van mensen. Meester. Verlosser. Oordeler. Zout de aarde. Licht van de wereld. Brood des levens. Zoon van david. 3. 4. Voor Jezus waren de mensen wel gelijk. Maar voor de mensen zelf niet. Als je rijk was kon je alles kopen en leuke dingen doen. Als je arm was, moest je als slaaf werken. Hun konden niet alles kopen en maar een beetje eten. Maar voor jezus was iedereen gelijk. 5. De Farizeeërs
In de bijbel worden ze beschouwd als Jezus’ tegenstanders. De beweging van de Farizeeërs pasten de wetten van de Thora heel erg strikt toe. Dit hield vooral in dat ze zich hielden aan gebedstijden, vasten en het vermijden van contact met onzuivere mensen. ( criminelen, zondaars, lijken,... ) Ze verlangden naar een wereld van God en geloofden in de verrijzenis van de doden, ook zij wachtten op de Messias. De Sadduceeën
Ze behoren tot de priesterkaste van Jeruzalem, maar hadden minder gezag dan de Farizeeërs. Ze verschilden van de anderen omdat ze enkele tradities verwierpen en zich gemakkelijk aanpasten aan politieke nieuwe situaties. Hun invloed mag echter niet onderschat worden, ze hebben een sterke stem in de hoogste religieuze en gerechtelijke autoriteit, de Sanhedrin. De Zeloten

Ze geloofden in het ideaal van een theocratie en verwierpen het gezag van de Romeinen. In 6 na Chr. begonnen ze met hun militair verzet, een guerrilla die in 66 uitdraaide op de eerste Joodse revolutie. Het is aannemelijk dat Jezus tot deze groep behoorde. Het zou een reden zijn voor zijn executie, dit bewijst echter alleen dat hij als Zeloot werd gezien, niet dat hij er ook echt één was. Als hij echt een Zeloot was, zou hij de Joodse wet heel strikt hebben moeten toepassen en zeker geen contact mogen hebben met zondaars, zoals tollenaars. Maar zelfs zijn apostel Matteus was er één. Ook verwierp hij het gewelddadig verzet tegen de Romeinse keizer, maar hij keurde zijn regime zeker niet goed. De Essenen
In tegenstelling tot de andere religieuze groepen waren ze een separatistische sekte, zoals die van Qumran. Hun oorspronkelijke geschriften, de ‘Dode Zee Rollen’, werden in 74 ontdekt, hierin werd gesuggereerd dat Johannes en Jezus tot deze sekte behoorden of zeker sterke banden met hen onderhielden. Ook zij hielden de Joodse wetten hoog in het vaandel. Ze zonderden zich af van de rest van de maatschappij, ook van de andere Joden. 6. Pesach
Pesach herinnert aan de uittocht van Egypte. De eerste twee avonden van dit feest heten "Seideravond". Op deze avond wordt er verteld over de uittocht van Egypte. Als het Pesach is eet men matzes, platte broden gemaakt van meel en water. Dit wordt zo gemaakt zodat het geen tijd heeft om te rijzen. Toen de Joden uit Egypte trokken was er ook geen tijd om het brood te laten rijzen, en at men ook matzes. Daarom mogen Joden geen meelproducten die gegist zijn eten of bezitten met Pesach. Ook gebruikt men speciaal bestek. Op de eerste en laatste dagen mag niet worden gewerkt. De dagen die ertussen liggen gelden voor 'halve feestdagen' en dan mogen de meeste werkzaamheden wel gedaan worden. De sabbat
De sabbat begint op vrijdagavond. Op de zevende dag van de week. De sabbat is één van de tien grondregels die de Thora bevat. Er zijn twee redenen voor. Uit exodus 20 wordt beschreven dat het de rustdag is van God, toen hij de wereld maakte. In Deuteronomium 5 wordt beschreven, dat de Joden sabbat moeten vieren om te herdenken dat ze slaven waren in Egypte. Sabbat is een rustdag. Daarom mag je op sabbat niet werken. Het is niet een dag voor studie, maar voor het gezin en voor de gebeden. Op sabbat gaan de joden naar de synagoge. Er worden thuis ook liederen gezongen en er wordt ook veel gebeden. Sabbat is ook een dag van de gastvrijheid, dus komen er vaak gasten met sabbat. De dag van de verzoening
Het belangrijkste feest van de Joden is de dag van verzoening. (27-9-2001, 16-9-2002). Op deze dag zijn je zonden ten opzichte van God je vergeven. De conflicten tussen mensen moeten worden rechtgezet voor de grote verzoendag. Op deze feestdag is eten, drinken, werken en je opmaken verboden. De meeste Joden brengen deze feestdag in een synagoge door. Het is dan ook meer een heilige dag dan een feest. Het Wekenfeest. Het Wekenfeest, Sjawoe'ot, wordt zeven weken na Pesach gevierd. Het herinnert aan de wetgeving op de berg Sinai (de Thora). Op Sjawoe'ot is werken verboden, maar je mag wel koken (behalve als deze dag op Sabbat valt). Sjawoe'ot wordt twee dagen lang gevierd. Op de eerste dag worden de tien geboden in de sjoel voorgelezen, en wordt de synagoge met planten en bloemen versierd. De eerste nacht wordt het Tikoen Leel Sjawoe'ot gelezen of wordt er Joods geleerd tot aan de ochtend. Sommigen doen het allebei. Er bestaat ook een gewoonte om op Sjawoe'ot melkkost spijzen te eten. Loofhuttenfeest
Op Soekot, het loofhuttenfeest, worden er kleine hutjes gebouwd waarin de mensen moeten slapen. Een week lang moet een Joods gezin alles in zo'n hutje doen. Als het te koud is mag het ook binnen. De Joden herdenken hiermee de tocht door de woestijn, toen moesten de mensen ook in gammele tenten wonen. Ondanks dat is het toch een vrolijk feest. Want ze weten dat het goed zal zijn als de reis ten einde komt. 7. Besnijdenis en dopen.
8. BIJBEL Nederlands Bijbelgenootschap 9. LUCAS 10. De genezing van Bartimeus
35. Het geschiedde nu, toen Hij in de nabijheid van Jericho kwam, dat een blinde aan de weg zat te bedelen. 36.Toen deze hoorde, dat er een schare voorbijging, vroeg hij, wat dit was. 37. En zij vertelden hem, dat Jezus de Nazoreeër voorbijkwam. 38. En hij riep en zeide: Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij! 39. En die vooraan liepen, bestraften hem, dat hij zwijgen zou. Maar hij schreeuwde des te meer: Zoon van David, heb medelijden met mij! 40. Jezus nu stond stil en liet hem bij Zich brengen. Toen hij naderbij gekomen was, 41. vroeg Hij hem: Wat wilt gij, dat Ik u doen zal? Hij zeide: Here, dat ik ziende worde! 42. En Jezus zeide tot hem: Word ziende; uw geloof heeft u behouden. 43. En terstond werd hij ziende en hij volgde Hem, God lovende. En al het volk zag het en gaf Gode lof 11. nee ik lees geen verschillen. 12. Jezus kwam in een stadje. Jezus liep door het stadje om de mensen te begroeten. Er was ook een blinde man. De blinde man zat te bedelen. Hij hoorde mensen begroeten naar iemand. De blinde man vraagt aan een andere man wie dat was. De man zei dat het Jezus was. En de blinde man roept:” Zoon van David, heb medelijden met mij!” Toen liep Jezus langs hem en Jezus stopte bij de blinde man. Jezus vraagt:” Wat kan ik voor u doen. De man zegt:” ik ben blind, ik wil graag weer zien”. Jezus zegt:” Wordt ziende”. Dan doet de blinde man het doek van zijn hoofd. Dan roept hij uit blijheid:” ik kan weer zien!” 13. Het verhaal vertelt. Dat als je iemand kan helpen dat je dat ook moet doen en niet iemand moet laten stikken.
14. Als ik het goed begrijp is het stukje verhaal uit de bijbel. Dus de bijbel. 15. Ze zagen Jezus als een boodschapper. 16. Informatie over De naam Christus: Het christendom is naar Christus genoemd. Deze naam geven zijn volgelingen (de christenen) aan Jezus vanuit hun geloof dat hij de Christus (Messias) is. Het heilige boek is de bijbel. Het gebedshuis wordt kerk genoemd. De godsnaam is "Vader van Jezus Christus". In navolging van Jezus streven christenen ernaar God en de medemens lief te hebben. Leden worden opgenomen in de gemeenschap door het doopsel. Regelmatig komt de gemeenschap samen om het Laatste Avondmaal van Jezus te gedenken. De belangrijkste feesten gedenken het leven van Jezus: zijn geboorte (Kerstmis), doopsel (Openbaring), kruisdood (Goede Vrijdag), verrijzenis (Pasen), hemelvaart en zending van de Geest (Pinksteren). Bij de christenen kunnen we verschillende gemeenschappen onderscheiden. Tien geboden: Ik ben de Here, uw God, die u uit het land Egypte, uit het diensthuis, geleid heb. Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben. Gij zult u geen gesneden beeld maken noch enige gestalte van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op de aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is. Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de Here, uw God, ben een naijverig God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde geslacht van hen die Mij haten, en die barmhartigheid doe aan duizenden van hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden. Gij zult de naam van de Here, uw God, niet ijdel gebruiken, want de Here zal niet onschuldig houden wie zijn naam ijdel gebruikt. Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt; zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; maar de zevende dag is de sabbat van de Here, uw God; dan zult gij geen werk doen, gij noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch de vreemdeling die in uw steden woont. Want in zes dagen heeft de Here de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte op de zevende dag; daarom zegende de Here de sabbatdag en heiligde die. Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de Here, uw God, u geven zal. Gij zult niet doodslaan. Gij zult niet echtbreken. Gij zult niet stelen. Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste. Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets dat van uw naaste is. Lucas: De evangelist Lucas was van geboorte een heiden en van beroep arts in zijn geboortestad Antiochia. Na zijn bekering sloot hij zich rond het jaar 50 aan bij de apostel Paulus die op dat moment in Troas predikte. Hij werd meer dan 17 jaar de trouwe begeleider van Paulus. Hij trok met Paulus naar Filippi, Jeruzalem en Rome. Na de dood van Paulus in het jaar 67 vertrok Lucas naar Achaia. Lucas ging dood op zn 84 jarige leeftijd. MARCUS: Over de evangelist Marcus bestaan verschillende verhalen. Zijn volle naam is Johannes Marcus en hij is de schrijver van het tweede evangelie. Zijn moeder was de eigenares van de zaal van het laatste avondmaal. Na de dood van Jezus vergezelt hij vanaf het jaar 44 Paulus en Barnabas, zijn neef, op hun reizen naar Antiochie en Klein-Azie. Als Paulus weigert om Marcus op de tweede missiereis mee te nemen, gaan Barnabas en Marcus naar Cyprus alwaar hij het evangelie verkondigt. Hij is tevens een leerling van Petrus geweest. Dit was in Rome. Marcus sterft in het jaar 67 door de marteldood.