Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Het Symposium'

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 6e klas vwo | 8959 woorden
  • 9 maart 2015
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
5 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Op een dag ging ik naar een familiefeestje toe, met veel familie, vrienden en kennissen van mijn ouders.

Dat feestje was erg saai, maar gelukkig was er een erg goede vriend van me aanwezig, Alexander.

Ook al is Alexander erg geïnteresseerd in filosofie en er dus bijna 24/7 mee bezig is, kan hij erg interessant zijn.

In een gesprek tussen Alexander en Socrates een paar weken terug heeft Socrates hem verteld over zijn gesprek met Diotima over Eros. Socrates vroeg dezelfde vragen aan Alexander en deze was zo verbaasd, dat hij zich verdiepte in het fenomeen 'Eros'.

Door zijn gesprek met Socrates leek het hem leuk om datzelfde onderwerp aan te houden: Eros.

Natuurlijk zouden we het ook over andere dingen hebben, maar ons hoofdonderwerp zou zijn wie Eros is en wat hij doet.

En zo werd het feestje een stuk interessanter...

 

 

Alexander: Zeg... je bent vast wel een keer heel erg verliefd geweest, of niet?

Ik: Eh, nee. Ik wel iets beters te doen.

Alexander: Zelfs niet op mij? (sarcastisch, plagerig)

Ik: In your dreams, baby.

Alexander: Maar je weet toch wel wie Eros is? Je krijgt toch Grieks?

Ik: Eros? Toch gewoon een mooie & gelukkige liefdesgod?

Alexander: Hij is inderdaad een liefdesgod, maar niet mooi en gelukkig zoals de goden, wat iedereen denkt.

Ik: Hoe bedoel je? Eros is toch een god? Hij is toch niet lelijk en slecht?

Alexander: Hé, niet schelden. Dus iets wat niet mooi is, is lelijk.

Ik: Ehm...., ja. Logisch toch?

Alexander: Dus als iemand niet geleerd en superslim is, vind jij hem of haar dus dom en onwetend?

Ik: Ehm...

Alexander: Er zijn toch ook mensen die half wetend en half onwetend zijn?

Ik: Zoals wie?

Alexander: Nou, bijvoorbeeld mensen die wel eens van Eros gehoord hebben, maar niet precies weten wie hij is en wat hij eigenlijk doet?

Daar zijn er best veel van hoor, niet iedereen heeft Grieks gehad, met de daarbij horende mythes.

Ik: En wat wil je hiermee precies zeggen?

Alexander: Dit zijn mensen die wel de juiste mening hebben over iets, maar niet goed weten waarom. Als je hem bijvoorbeeld vraagt waarom-ie bijv. Doutzen Kroes mooi vindt, zou hij het niet weten.

Ik: Oké, en wat is dan volgens jouw zogenaamd een juiste mening?

Alexander: Een juiste mening is iets wat je zeker weet, zonder dat je weet waarom. Een soort vermoeden waarvan je je nauwelijks bewust bent, iets tussen weten en niet weten in.

 

Ik: Ik begrijp het niet echt. Neem nou bijvoorbeeld jou, je bent niet knap, maar dat betekent niet dat je er niet uitziet. Je bent niet mooi en niet lelijk. Is dat wat je bedoelt? Een soort half-half?

Alexander: Precies, en wanneer iets niet goed is, is het niet meteen slecht.

Maar terug naar je vraag, wat is volgens jou een juiste mening?

Ik: Een juiste mening... ik denk dat een juiste mening iets is wat je vindt omdat je er 100% achter staat.

Als je het niet zeker weet of je twijfelt nog, is het geen juiste mening, maar een halve of liever gezegd een gokje.

Alexander: Maar, ook al ben je nooit verliefd geweest, hoe denk je dat een liefdesgod er uitziet. Of nee, nog beter: Stel je voor dat je smoorverliefd bent. Hoe zou een liefdesgod er volgens jouw verliefde gevoel eruit moeten zien?

Ik: Is dit een serieuze vraag? Hoe moet ik dat weten? Zie ik euit alsof ik dagelijks te maken heb met liefdesgoden en -godinnetjes? Hallo, welkom in de 21e eeuw!

Alexander: Ik ben serieus. Jij was degene die wilde weten wie Eros was, dan heb ik ook het recht op de antwoorden van de vragen die ik stel.

Dat heet een win-winsituatie.

Ik: Maar je hebt me nog steeds niet verteld wie Eros dan is!

Alexander: Eros is niet mooi & ook niet goed zoals goden zijn, maar ook niet lelijk & slecht. Eros is er tussenin: half-mooi, half-lelijk, half-goed en half-slecht.

Alexander: En nu ben jij weer aan de beurt. Een liefdesgod...

Ik: Oké, oké, oké... Eens denken... met een pijlenboog?

Alexander: En verder, bijvoorbeeld het uiterlijk ofzo.

Ik: *Zucht* Ik denk dat hij knap moet zijn, bijvoorbeeld lang donkerbruin haar, ongeveer tot schouderlengte, met donkerblauwe ogen. Of hij moet er juist Koreaans uitzien, maar wel met hetzelfde soort kapsel. En ook moet hij een sierlijke, rode pijl en boog hebben, en een beetje doorzichtige, maar wel grote, vleugels. O, en natuurlijk niet groter dan 1.80 m.

Alexander: Hoezo 1.80 m? Waar slaat dat nou weer op?

Ik: Je vroeg mij een beschrijving van het uiterlijk van een liefdesgod voor mijn verliefde gevoel, dus nu moet je niet opeens gaan zeuren omdat het je niet bevalt.

Dat heet: 'Smaken verschillen'.

Alexander: Ik begrijp het...

Ik: En jij?

Alexander: Ik?

Ik: Hoe ziet een liefdesgod er volgens jou uit?

Alexander: Ah, interessante vraag! In mijn geval is dat sowieso een liefdesgodin, dus een vrouw.

Ik: Logisch

Alexander: Ik dacht aan een beetje een engelachtige verschijning, je weet wel: kort zwierig wit jurkje met...

Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Ik: Hoe kort?

Alexander: Ongeveer iets boven de knie.

Ik: Ooooh, je bedoelt een cocktailjurkje!

Alexander: Ik ben geen expert in jurken.

Ik: En verder?

 

Alexander: Met óf lichtblond steil haar tot haar middel, en dan donkerblauwe ogen, óf donkerbruin haar, met felgroene ogen. Beide lijken me even mooi.

Verder een pijlenkoker met een stuk of 7 pijlen, wit met zwart, en een witte pijlenboog die ze door een band om haar schouders en middel op haar rug draagt.

 

Alexander: Maar terug naar Eros, jij vindt hem dus geen god?

Ik: Hè? Hoe bedoel je? Iedereen weet toch dat hij een grote god is?

Alexander: Ik bedoel jou, en mezelf erbij.

Ik: Ik volg je even niet, misschien kun je het uitleggen?

Alexander: Toch is het niet zo heel moeilijk, Pres. Volgens jou zijn toch alle goden mooi en gelukkig?

Ik: Uiteraard

Alexander: Nou dan. Je hebt net een paar minuten geleden zelf gezegd dat Eros iets tussen goed en slecht in was, niet mooi en niet lelijk. Kan hij dan een god zijn?

Ik: Maar misschien wil hij wel mooi en goed zijn.

Alexander: Misschien, maar dan ben je het nog niet. Als je dik bent en je wilt wel slank zijn, ben je het nog niet.

Ik: Dus Eros is geen god, maar sterfelijk?

Alexander: Voorzichtig, voorzichtig. Veel pubers denken ook altijd dat iets wit of zwart moet zijn, mooi óf lelijk, goed óf slecht

Ik: Tsja, daarvoor zijn we pubers, maar Alex, je kunt sterfelijk zijn, zoals wij, of onsterfelijk, zoals de goden. Iets anders ken ik niet en is er waarschijnlijk niet.

Alexander: Weet je dan niet wat een daimon is?

Ik: Ehm... ik denk het wel, ik weet wel wat een daimonion is.

Alexander: Een daimon is een tolk, iets tussen goden en mensen in, een wezen dat de gebeden en offers van de mensen aan de goden brengt en de waarschuwingen en straffen van de goden aan de mensen overbrengt. Vooral waarzeggers, priesters, tovenaars, dat soort mensen weten heel goed wat een daimon is. Maar jij weet het ook. Weet je wat een daimonion is?

Ik: Je onderbewustzijn dat je waarschuwt als je iets wil gaan doen wat je beter niet kunt doen.

Dit kan zich bijvoorbeeld uiten door een innerlijk stemmetje, waarschuwende dromen of een stem die je ineens achter of opzij van je tevoorschijn komt.

Alexander: Precies! Heb jij weleens dat stemmetje gehoord, of iets wat lijkt op een daimonion?

Ik: Nee. Ik weet meestal zelf wel of iets wel of niet goed is, maar ik heb nooit echt een waarschuwing van mijn onderbewustzijn gehad of stemmetjes in mijn hoofd die me waarschuwen.

Alexander: Jammer, ik heb ze weleens. Ze kunnen je heel erg helpen, maar als je zelf al weet wat goed voor je is, is het natuurlijk helemaal niet nodig.

Ik: Precies. Ik ga even wat cola halen, ik heb dorst. Wil jij ook?

Alexander: Cola? Dat zit boordevol suikers en is uiterst ongezond!

Ik dacht dat je zei dat je meestal wel weet wat goed voor je is?

Ik: Erg grappig hoor, zal ik dan maar Cola light nemen, of Cola Zero?

Alexander: Jij weet het beste wat goed voor je is, voor mij graag een biertje.

Ik: Dat haal je zelf maar lekker, ik wil niet bekend staan als 14-jarige alcoholist.

Alexander: Grapje, goh humor heb je niet hè? Doe maar een normaal colaatje

Ik: *Zucht* Oké, 2 Cola dus…

Alexander: Je weet toch dat Eros de zoon is van de arme godin Penia, en de rijke Poros op het geboortefeest van Aphrodite.

Alexander: En omdat je begrijpt dat hij daarom van nature verliefd is op alles wat mooi is.

Ik: Maar doordat hij de zoon van Penia is, is hij dakloos, ongewassen en niet rijk.

Alexander: En omdat hij tevens de zoon van Poros is, is hij gek op alle glimmende dingen en heeft hij de intelligentie, nieuwsgierigheid en vindingrijkheid van zijn vader geërfd.

Ik: Hij is niet rijk en niet arm...

Alexander: Maar altijd naar rijkdom verlangend.

Daarom is hij ook een filosoof. Hij verlangt naar de wijsheid van de goden.

Ik: Verlangt een filosoof altijd naar wijsheid?

Alexander: Ik zal het anders zeggen: Eros is niet mooi of lelijk, maar verlangt altijd naar schoonheid. Niet wijs of onwetend en dus altijd naar wijsheid verlangend.

Ik: Ik begrijp het, maar wat hebben de mensen dan met Eros te maken?

Alexander: Interessante vraag... Eens kijken, we weten dat Eros vanwege zijn afkomst verlangt naar mooie dingen, maar wat wil hij dan precies?

Ik: Dat hij dat mooie ding krijgt.

Alexander: En als iemand naar het goede verlangt, waar verlangt hij dan naar?

Ik: Het goede te krijgen.

Alexander: En wat heeft hij dan?

Ik: Eh, geluk? Dan is hij gelukkig?

Alexander: Inderdaad, iemand die gelukkig is, is gelukkig omdat hij het goede heeft. Hij krijgt waar hij naar verlangt. Dus net als Eros.

Ik: Eros?

Alexander: Ja. Elk verlangen naar het goede en het geluk is een gevolg van Eros. Iemand die iets verlangt, is in de greep van Eros.

Alexander: Maar wat is dan 'goed'?

Ik: Ehm, iets wat niet slecht is.

Alexander: Slim bedacht, maar zo werkt het niet. Ik zal het anders vragen: Wat vind jíj slecht?

Ik: Dingen die tegen de wet zijn, maar niet zoiets stoms als door rood rijden ofzo, maar meer iemand van het leven beroven (vooral kinderen).

Ook de kleinere dingetjes als pesten of dingen waarmee je iemand heel ongelukkig mee maakt en die dat gevoel soms gewoon niet kwijt kunnen raken vind ik slecht.

Alexander: Maar verlangt iemand altijd naar iets goeds?

Kan iemand niet naar iets slechts verlangen?

Ik: Misschien. Het kan denk ik wel. Neem nou bijvoorbeeld seriemoordenaars. Die ‘verlangen’ er waarschijnlijk naar om iemand te doden.

Aan de andere kant zou dit ook wel kunnen liggen aan het feit dat hij waarschijnlijk geestelijk niet helemaal in orde is.

Maar ik denk wel dat mensen ook naar iets slechts kunnen verlangen, maar dat diegene niet helemaal 100% is.

Alexander: Dus als iemand naar iets slechts verlangt, is hij gek en geestelijk niet in orde?

Ik: Maar het hangt er wel een beetje vanaf waarnaar je verlangt.

Iemand vermoorden is ziek, maar iemand pesten of sarren is gemeen. Dat is wel een groot verschil, in beide opzichten.

Alexander: Oké, en als iemand gek is, is hij dan gelukkig?

Ik: Nee.

Alexander: Dus iemand die slechte dingen doet, kan niet gelukkig worden?

Ik: Nee, want als iemand iets slechts doet, wilt hij in de meeste gevallen niet dat er iemand achter komt.

Hij blijft over het feit stressen dat er iemand achter kan komen, wat er dan zou gebeuren of heeft er heel misschien zelfs spijt van, maar kan er niet mee stoppen of het terugdraaien.

Iemand die alleen maar slechte dingen doet kan dus niet gelukkig zijn hij is alleen maar bezig of iemand er achter zal komen.

Zo niet, dan doet-ie het misschien nog een keer en begint alles opnieuw tot hij wordt gestopt.

Alexander: Dat is een zeer duidelijk geformuleerd antwoord, maar je gaat mij toch niet vertellen dat er niks slechts is wat jij graag zou willen doen?

Ik: Hoe bedoel je?

Alexander: Er is vast wel iets 'slechts' dat jij graag wilt doen, maar het toch niet doet.

Ik: Soms zou ik iemand heel graag willen pesten omdat het, naar mijn mening, gewoon een kneusje is.

Alexander: En waarom doe je het niet?

Ik: Ik ben vroeger ook veel tijdje gepest met mijn huidskleur en type haar en ik weet dat het niet leuk is, vooral als je wordt gepest om iets waar je niks aan kan doen.

Ik: Maar nu ben ik wel nieuwsgierig geworden, wat vindt jíj slecht? Jij bent tenslotte de filosoof die dagen besteed aan dezelfde vragen.

Alexander: Wat ik slecht vind. Nou, dingen zoals egoïsme, snoepen, stelen, liegen, bedriegen, iemand kleineren of ongelukkig maken, trouwen en daarna vreemdgaan... Dat soort dingen.

Ik: De meer dagelijkse 'foute' dingen dus.

Alexander: Volgens mij trouw je niet dagelijks en ga je vervolgens met een ander.

Ik: Nee, maar geloof jij dat iemand die slechte dingen doet gelukkig kan zijn? En wat voor slechts zou jij heel graag doen? En waarom doe je het niet?

Alexander: Dat zijn wel veel vragen, zeg!

Ik: Dezelfde als jij me vroeg, alleen dan in achter elkaar.

Alexander: Ik geloof niet dat iemand die slechte dingen doet gelukkig kan zijn, om dezelfde redenen als jij: hij of zij is een groot deel van de tijd bezig om zijn daden te verbergen voor de buitenwereld en kan er dus niet van genieten en dus ook niet gelukkig zijn.

En iets slechts dat ik graag wil doen... ik denk niet meer werken. Waarom ligt een beetje voor de hand. Je moet wel werken, en anders heb je geen inkomen en dus geen genoeg geld voor eten of leuke uitjes/kleding.

En natuurlijk is het niet goed voor de Nederlandse economie en een slecht voorbeeld voor de jeugd.

Ik: Dus samengevat: alle mensen willen gelukkig zijn, en als je naar iets slechts verlangt, kun je niet gelukkig zijn.

Alexander: Wil iedereen gelukkig zijn?

Ik: Natuurlijk, anders ben je zo iemand die wel kan zwemmen, maar weigert zijn armen en benen te gebruiken en verdrinkt.

Alexander: Prachtige vergelijking.

Ik: Thanx, maar Eros was toch een liefdesgod? Ik dacht dat hij mensen op elkaar verliefd laat worden.

Alexander: Dat klopt, ken je dat verhaal van Eros en Psyche?

Ik: Nee, waar gaat het over?

 

Alexander: Eros had er een keer voor gezorgd dat Aphrodite verliefd werd op Adonis. Samen met hem kreeg ze drie kinderen. Eén van deze kinderen was Psyche. Het meisje was beeldschoon, waardoor niemand meer haar hand durfde te vragen. Daardoor had ze geen man. Aphrodite beval het orakel te zeggen dat Psyche alleen naar de hoge bergen moest gaan, en dat ze daar een man zou ontmoeten. Haar vader was zeer verdrietig, maar volgde haar raad op. Toen Psyche alleen werd achtergelaten in de bergen, kwam Eros om ervoor te zorgen dat er een man kwam. Maar in plaats van iemand anders te raken, raakte hij zichzelf met zijn pijlen en werd hij op slag verliefd op haar. Elke avond kwam hij naar haar toe en verleidde hij haar. Psyche wist niet dat ze met een god te maken had en dat wilde Eros zo houden.

Na een aantal nachten vroeg Psyche of haar zussen langs mochten komen. Uiteindelijk kon ze Eros overhalen. Zo vertelde ze haar zussen wat er was gebeurd. Zij haalden haar over om een olielampje bij haar bed te zetten en een dolk onder haar bed te leggen. De zussen waren er namelijk van overtuigd dat monsters zwangere vrouwen eten. Psyche was ondertussen zwanger, maar Eros wist dit niet.

Op een avond was hij in slaap gevallen en deed Psyche de lamp aan, maar ze schrok zo erg door Eros' schoonheid dat ze olie knoeide. Eros werd wakker en plaatste Psyche uit het kasteel. Psyche zocht hem overal, maar kon hem niet vinden.

Uiteindelijk vroeg ze om hulp bij Aphrodite, die haar drie opdrachten liet uitvoeren. De dieren hielpen haar, want een gewone sterveling zou deze opdracht anders nooit uitgevoerd kunnen hebben.

Eros had Psyche ondertussen al lang vergeven. Hij ging bij Zeus smeken om Aphrodite gunstig te stemmen tegenover Psyche. Zeus had medelijden en gaf Psyche de godennectar, zodat ze onsterfelijk zou worden. Voor Aphrodite was het zinloos geworden om Psyche nog te kwellen met onmogelijke opdrachten. Psyche werd daarna in de godenwereld opgenomen.

 

Dit verhaal is een zeer goed voorbeeld waarin de uitdrukking ‘door Eros geraakt zijn’ goed tot stand komt.

 

Ik: Omdat hij zo verliefd is geworden, dat hij er alles aan doet om samen met zijn geliefde, Psyche, te zijn.

Aan de andere kant voltooit Psyche kwellende, onmenselijk moeilijke opdrachten voor Aphrodite, zodat ze haar vergeeft en de relatie tussen Eros en haar toestaat. Maar waarom juist dit verhaal?

 

Alexander: Omdat ik het heel goed bij de uitdrukking vond passen. Ook vond ik het apart dat Eros door zichzelf is geraakt en vond het origineler dan de standaard liefdesverhalen waarin hij voorkomt.

En ook omdat dit keer Eros zelf slachtoffer is van zijn liefdespijlen.

 

 

Alexander: Wil je weten wat Eros verder met de liefde tussen mensen te maken heeft?

Ik: Ja.

Alexander: Stel je voor, je ziet een uiterst leuke jongen, de levensvreugd zelf. Als je hem ziet weglopen naar een kraampje, wil je naar hem toe gaan. Maar je struikelt over je eigen voeten, loopt tegen een kraam aan, Je wordt rood en stottert excuses...wat is er met je aan de hand?

Ik: Ik ben heel verliefd, denk ik.

Alexander: Dat lijkt erop. Maar wat ga je nu doen? Naar huis toe en alles vergeten?

Ik: Natuurlijk niet.

Alexander: Wat doe je dan?

Ik: Ik ga hem proberen aan te spreken, waarschijnlijk met een stom smoesje ofzo.

Alexander: En waarschijnlijk ga je ook meer je best doen.

Ik: Hoe bedoel je?

Alexander: Je wilt jezelf zo mooi mogelijk maken, je doet heel aardig en behulpzaam, probeert zo grappig mogelijk over te komen.

Ik: Duh, dat doet iedereen.

Alexander: Precies, en omdat Eros een daimonion is, zorgt hij er vanaf nu voor dat jij in zijn plaats doet wat hij wil. Je bent Eros.

Ik: Nee, ik blijf gewoon mezelf, Claire.

Alexander: Maar wel op je allerbest. Als die jongen nou onder de acne zat, veels te dik, onverzorgd en met slechte manieren, zou je dan ook geraakt worden door Eros?

Ik: Nee, maar als je verliefd bent, ziet alles er mooier en beter uit dan het is.

Alexander: Dat is een zeer grote vergissing. Pas wanneer je verliefd bent, zie je hoe mooi de wereld en iemand is, hoe heerlijk het leven is.

Alexander: Maar wat wil je eigenlijk als je verliefd ben?

Ik: Dat diegene ook op jou verliefd is.

Alexander: En dan?

Ik: Dan wil ik alleen maar bij hem zijn en samen lol maken en zoveel mogelijk dingen samen doen.

Alexander: En wat nog meer?

Ik: Zo lang mogelijk bij elkaar blijven, het liefst voor altijd.

Alexander: En wie wil dat? Jij of Eros?

Ik: Eros.

Alexander: Goed, dus Eros zoekt een mooi iemand en wil altijd met die schoonheid samen zijn. Of niet?

Ik: Ja, maar is Eros voor iedereen hetzelfde? Wil hij bij iedereen hetzelfde?

Alexander: Nee Er is een verschil tussen de mannen en de vrouwen, en zelfs tussen dieren.

Alexander: Als een man op een vrouw verliefd wordt, wil hij een kind verwekken. Maar wordt hij verliefd op een jongen, dan wil hij dat die jongen doet zoals hij, een soort zoon is van hem.

Alexander: Een vrouw wil een kind baren. Dat is de onsterfelijkheid die Eros haar schenkt. Een vrouw wil dus een kind dat haar verzekert van haar voortbestaan. Eros wekt in haar het verlangen naar onsterfelijkheid, ofwel kinderen, en ze is jaloers op elke andere zwangere vrouw.

Mar als ze zelf zwanger is, is de onsterfelijkheid in haar verwekt.

Ik: En hoe zit het bij de dieren?

Alexander: De mannetjes vechten met elkaar op leven en dood voor een vrouwtje, sommige vogels zingen hun kelen leeg om hun geliefde te behagen.

Alle dieren zijn ziek van liefde als het hun tijd is.

Ik: Je zou dus kunnen zeggen dat Eros Heer en Meester is.

Alexander: Ja, zo zou je het kunnen verwoorden. Maar ook als de dieren jongen hebben. Vogels bijvoorbeeld broeden soms wel 3x per jaar, en al die tijd verduren ze honger en gevaar om hun kroost te voeden. In deze ijver sterven ze vaak zelf.

Waarom doen de dieren dit?

Ik: Ik weet het niet.

Alexander: Het is de sterfelijke natuur, die verlangt.

Alle sterfelijke schepsels die eenmaal zijn begonnen met ademen en op een dag weer zullen sterven, allemaal verlangen ze ernaar eeuwig te zijn, onsterfelijk. Dat kan niet, maar wel door voort baring, het baren van iets jongs en de plaats van de oude overneemt.

Ik: Maar vele hebben geen kinderen. Veel beroemde mensen zijn kinderloos

Alexander: Zelf kinderen hebben is niet altijd nodig om gelukkig te zijn.

Terwijl het om gelukkig te zijn soms niet voldoende is om 1x geboren te worden.

Ik: Wat? Je weet dat je niet 2x kunt worden geboren?

Alexander: Weet je nog wat er gebeurt als mannen op mannen verliefd worden? Ze willen dan toch dat hij doet zoals hij, dat hij van dezelfde dingen houdt? Doordat hij met hem omgaat, zal zijn oog willen zien wat hij ziet, hij zal willen zijn zoals hij is, terwijl die ander hem langzamerhand zijn eigen schoonheid zult laten ontdekken. Als hij dan inzicht krijgt in zichzelf dan zal hij hem leren hoe hij zijn ziel moet verzorgen en wanneer hij dat kan, dan is de geboortetaak volbracht van de andere man. Dan heeft hij een zoon van zijn geest voortgebracht.

Ik: ...

Alexander: Dat is dan je tweede geboorte. Hij zal nu zijn eigen weg gaan en het inzicht dat je hem hebt gegeven zal hij anderen willen geven. Weet je hoe je hem dat inzicht kan geven?

Ik: Nee.

Alexander: Door de filosofie. Filosofie geeft inzicht in wat goed en slecht is.

En als je weet wat goed is, zul je het dan ook gaan doen.

Alexander: Hé Claire, heb je ooit weleens van Socrates, de filosoof gehoord?

Ik: Ja, hoezo?

Alexander: Hij hield zich heel erg bezig met ethische vragen, zoals 'Hoe kan een mens gelukkig worden' of 'Hoe kom je nu te weten wat goed voor je is?'.

Ik: Ethische vragen?

Alexander: Ja, dat zijn vragen naar welke handelingen goed of slecht zijn, rechtvaardig of onrechtvaardig.

Ik: O, van de ethiek, leer van goed en kwaad?

Alexander: Precies, maar ethische vragen gaan altijd over zaken waarvan het effect verder reikt dan jouw persoon, dus voor de wereld om je heen.

We kunnen een paar van die vragen voor jou bedenken en beantwoorden.

Ik: Is goed, maar heb je misschien een voorbeeldvraag?

Alexander: 'Mogen we een ongeneeslijk ziek mens helpen met sterven' , 'Moet ik lid zijn van Greenpeace', 'Kopen we haarlak, terwijl we weten dat dat de ozonlaag beschadigd' enz. Er zijn talloze vragen te bedenken, maar we gaan er niet een doen die ik net heb opgenoemd, het is leerzamer als je een vraag verzint die betrekking heeft tot je eigen leven.

Ik: Oké, hoeveel vragen?

Alexander: Ik denk dat een stuk of 2 wel genoeg is.

Ik: Oké, ehm...'Ben ik verplicht om geld te lenen aan een goede vriend/familielid in nood?'

Alexander: Dat vraag ik me soms ook weleens af...

Ik: En 'Zal ik de bus nemen zonder te betalen?'

Alexander: De bus? Heeft dat betrekking tot je leven?

Ik: Ja, ik heb hele goede vrienden een uur rijden hiervandaan, dus ik ga redelijk vaak met de bus.

Alexander: Oké dan. Allereerst bekijken we op welke juiste gedragswijze jouw vragen tot betrekking hebben. Hierbij kun je kiezen uit de volgende 5:

1. andreia: moed

2. dikaiosuné: eerlijk en rechtvaardigheid

3. sofrosuné: goed nadenken voor je iets doet

4. hosiotés: de goden op gepaste wijze vereren

5. sofia: zichzelf kennen

Alexander: We beginnen met de vraag 'Ben ik verplicht geld te lenen aan een goede vriend/familielid in nood?'

Ik: Het hangt er van af aan wie je je geld wilt uitlenen om die uit de brand te halen.

Natuurlijk wil je dat geen van je vrienden problemen heeft, maar je kunt ze niet allemaal helpen. Ook is het niet slim om teveel uit telenen, waardoor je zelf in de problemen komt. Of het rechtvaardig is dat je het uitleent of dat je vriend/familielid zijn eigen problemen moet oplossen, komt ook in het dilemma voor.

Dus deze vraag heeft betrekking tot de 'dikaiosuné', 'sofrosuné' en 'sofia'.

Alexander: Heel goed, en nu de tweede vraag, 'Zal ik de bus nemen zonder te betalen?'

Ik: De bus nemen zonder te betalen omdat je het zonde van je geld vindt, niet genoeg geld hebt, of gewoon geen zin hebt om daar je geld aan uit te geven, is niet eerlijk, omdat iedereen moet betalen. Ook heb je een heel groot probleem als je wordt betrapt op zwartrijden.

Dit vraagstuk heeft dus betrekking tot de dikaiosuné en ook weer opnieuw de sofrosuné.

Alexander: Oké, mooi geformuleerd, maar we gaan nu proberen de twee ethische vragen te beantwoorden. Hiervoor moet je eerst weten wat goed voor je is, wie je bent en wat je nodig hebt om gelukkig te zijn.

Ik: En hoe weet je wat god voor je is, als niemand je het kan leren?

Alexander: Ah, hier heeft Socrates een mooie theorie op verzonnen: Kennis is herinnering, oftewel anamnhsis. Je ziel is onsterfelijk en heeft alles al gezien en is alles al te weten gekomen. Daarom moet je je proberen te herinneren wat je al weet.

Ik: Dus eigenlijk bedoelt hij een soort reïncarnatie?

Alexander: Precies, maar het belang van deze ANAMÈSIN is heel belangrijk. Bij reïncarnatie wordt je namelijk steeds opnieuw geboren.

Als je je kunt herinneren wat je voor je huidige leven hebt gedaan en wie je was, weet je meer over jezelf en je vroegere ikken.

Zonder herinnering heb je dus ook geen kennis, aangezien je als je iets nieuws leert en je onthoudt het niet, je het niet hebt geleerd en dus geen kennis hebt.

Begrijp je?

Ik: Ja, Ik denk dat dat wel klopt, want zoals je net zei: als je dingen die je geleerd hebt niet onthoudt, heb je ook geen kennis.

De dingen die je in je vorige leven hebt geleerd, als je je dat kunt herinneren, heb je ook veel kennis over jezelf en het leven.

 

Alexander: Maar de enige manier om te weten wat goed voor je is en welke middelen je nodig hebt om gelukkig te zijn, is natuurlijk als je weet wie je echt bent.

Ik: Hoezo?

Alexander: Je ziel heeft nodig dat je rechtvaardig handelt.

Wat wij 'ziel' noemen heeft het nodig dat je volkomen eerlijk tegenover jezelf bent.

Verwen jezelf niet met smoesjes, waarmee ik, en vele andere filosofen, mee bedoelen dat je niet moet goedpraten, wat niet goed is.

Stel jezelf gewoon de vraag 'Wie ben ik?'. Zo kom je te weten wie je bent, en maak je eigenlijk een soort karakterschetsje van jezelf. Probeer het maar eens.

Ik: Ik denk dat ik meestal wel aardig ben voor anderen, maar soms vind ik het leuk om iemand te treiteren of te pesten.

In nieuwe situaties of plekken waar ik niet veel mensen ken ben ik heel verlegen en onzeker, tot ik een beetje gewend ben en de mensen een beetje ken.

Ook ben ik best bescheiden en kan ik niet goed kiezen, maar ook ben ik lui en een beetje egoïstisch, want ik vind het niet leuk om iets te delen wat ik heel leuk of lekker vind.

Ik ben niet zo spontaan, maar ik raak wel snel bevriend met nieuwe kinderen.

Ik ben een beetje ongeduldig, redelijk ijdel, maar ik kan goed luisteren en iemand helpen met zijn/haar problemen.

Alexander: Hmmmm. Je bent ongeduldig, MAAR je kan goed luisteren en mensen helpen met problemen? Eigenlijk ben je je slechte eigenschappen aan het goedpraten, door er meteen goede tegenover te zetten.

Ik: Ook een slechte eigenschap van mij... alles goedpraten

Alexander: Jaja, maar nu weet je ongeveer wie je bent, althans je denkt dat je weet wie je bent, dus nu kun je antwoord geven op de vraag wat jij denkt wat je nodig hebt om gelukkig te zijn.

Ik: Ehm... nou, iedereen heeft sowieso liefde nodig

 

 

Alexander: En wat heb jíj nodig?

Ik: Ik weet het niet zo goed... Ik denk dat in ieder geval iedereen liefde, aandacht en geliefd zijn, nodig heeft.

In mijn geval denk ik dat ik ook met wat geduld, moed, genoeg muziek en veel vrienden wel gelukkig zal zijn. Misschien zou een leuke baan of studie ook wel helpen om mijn geluk te vergroten.

Alexander: Ach ja, je weet tenminste in de grote lijnen wat je gelukkig zal maken...

Ik: Maar aangezien iedereen gelukkig wordt van iets anders, heb ik een uitmuntende beschrijving gegeven, niet waar?

Alexander: Uitmuntend is een beetje een groot woord... laten we het houden op goed.

Ik: Briljant.

Alexander: Uitstekend.

Ik: Akkoord! Een uitstekend antwoord.

Alexander: Maar goed, nu het moeilijkste onderdeel...

Ik: Hadden we dat niet al gehad?

Alexander: ... Nu moet je de zelfverzonnen vragen nog beantwoorden!

Ik: *Kreun...*

Alexander: Oké, zijn we verplicht geld te lenen aan een goede vriend of familielid in nood?

Ik: Ehm...De kans is groot dat als de vriend/familielid herhaaldelijk in de schulden terechtkomt, dat ik het geld nooit meer terug zal zien of voor heel lange tijd kwijt ben.

Als ik het geld heb en ik kom niet in de problemen als ik het uitleen, zou ik het wel willen geven bij niet zulke heftige bedragen.

Alexander: En als een vriend bijna nooit problemen heeft wat betreft geld?

Ik: Dan zal ik het waarschijnlijk wel willen lenen ongeacht de grote van het bedrag, mits ik zelf niet in de problemen kom en zekerheid heb dat het wordt terugbetaald.

Maar ik vind dus niet dat ik verplicht ben om het uit te lenen, het is tenslotte je eigen verantwoordelijkheid of je goed met je geld kunt omgaan. Als het dan fout gaat, hoor je eigenlijk wel te kunnen rekenen op je familie of goede vrienden, maar het is zeker niet verplicht om het uit te lenen.

Dat zou niet echt eerlijk en handig zijn als je eigen financiële situatie daardoor verslechterd.

Alexander: Hmmmm, een dergelijk antwoord had ik al verwacht.

En wat betreft het zwartrijden met de bus?

Ik: Altijd handig toch? Bespaart weer wat geld toch?

Alexander: Ja, erg grappig, maar niet heus. De jeugd van tegenwoordig heeft geen greintje respect voor de nette en beschaafde omgangsregels van de Nederlandse samenleving.

Ik: Haha, tsja het valt zeker niet mee om in een midlifecrisis te zitten in deze tijd?

Alexander: Die heb ik niet en zal ik nooit krijgen ook! Maar ik wacht nog steeds op je definitieve antwoord. Is het rechtvaardig of onrechtvaardig?

Ik: Nou, het is in ieder geval niet slim als je dat doet, je kunt gepakt worden, en dan krijg je waarschijnlijk een boete die hoger is dan de kosten van je reis.

Er zijn wel veel redenen om dit wel te doen zoals te weinig geld op zak, geen zin om je geld uit te geven, je wilt liever van je geld iets leuks kopen, OV-Chipkaart vergeten enz.

 

Alexander: Maar bijna alle zojuist genoemde redenen zijn een heel klein beetje egoïstisch

 

Ik: Weet ik. Als je het wilt doen omdat je naar huis moet, maar te weinig geld hebt of je OV bent vergeten - waarvan ik zeker weet dat dat mij een keer gaat overkomen- dan vind ik wel dat je het 1x mag doen, omdat je niet anders kan.

Een soort noodoplossing dus, maar voor de andere genoemde redenen denk ik dat ik gewoon zal betalen voor de reis, hoe jammer/zonde ik het ook vindt.

Dus het antwoord op de vraag: alleen als je naar huis toe moet en je hebt geen of te weinig geld bij je om het te betalen, of je bent weer eens je OV-Chipkaart vergeten, dan is het een noodoplossing, niet verstandig, maar ja, als je echt niet anders kunt, dan zul je wel moeten.

Alexander: Juist, dus volgens mij heb je het stellen en beantwoorden van je eigen ethische vragen wel onder de knie.

Ik: Dat lijkt er wel op.

 

 

 

Alexander: De zorg voor je ziel, dus jezelf, betekent dus dat je je in elke situatie afvraagt wat eerlijk, rechtvaardig en moedig is. Ik ga ervan uit dat je nu, nu je een leerzaam gesprek met mij hebt gehad, dat je dat elke keer zal doen, zodat je het goede doet.

Ik: En als ik het zelf niet weet?

Alexander: Dan ga je te rade bij wie van je houden, zoals je ouders. Dan kun je de vraag stellen: Past deze daad, gedachte of uitspraak van mij bij de liefde die diegene voor mij voelt?

Ik: Oké...

Alexander: Die kennis kan helaas niemand je leren, dus je zult er zelf achter moeten komen door die kennis je te herinneren, waar we het net over hebben gehad.

Ik: En hoe krijg ik dan die kennis.

Alexander: Door je het te herinneren, door het te leren of met behulp van iemand die een beetje inzicht in je heeft. Iemand uit je omgeving waardoor je jezelf beter leert kennen.

Ik: Ik heb volgens mij niet echt iemand die mij inzicht over mezelf geeft. En anders weet ik het zelf niet

Alexander: Dat kan, maar ben jij dan zo iemand voor iemand uit je omgeving waardoor hij of zij zichzelf beter leert kennen?

Ik: Ik denk het niet, maar anders is het net zoals je vorige vraag; dan ben ik het wel, maar weet ik het zelf niet.

Alexander: Nou, dat is dan duidelijk.

Ik: Oké, maar eh... Alexander? Ik moet nu weg, het is al laat en ik moet nog een werkstuk maken voor Grieks, dat morgen af moet zijn.

Alexander: Dan ben je een beetje te laat begonnen.

Ik: Ik heb de neiging om grote opdrachten lang uittestellen, maar ik spreek je later nog wel.

Alexander: Is goed, misschien op het feestje van je nichtje?

Ik: Wie weet, doei!

Alexander: Dag!

 

Zo keerde ik terug naar huis, na een lang, maar weliswaar interessant gesprek met Alexander en klaar om te beginnen aan mijn werkstuk filosofie...

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vraag- en Antwoordenlijst

 

 

1. A) Ben je wel eens goed verliefd geweest? Geef een beschrijving van hoe volgens jouw verliefde gevoel een liefdesgod er uit zou moeten zien.

Nee.

Een liefdesgod moet denk ik knap zijn. Bijvoorbeeld met lang donkerbruin haar, ongeveer tot schouderlengte, donkerblauwe ogen en niet groter dan 1.80 m.

Of hij moet er juist Koreaans uitzien, maar wel met hetzelfde soort kapsel.

Ook moet hij een sierlijke, rode pijl en boog hebben, en een beetje doorzichtige, maar wel grote, vleugels.

B) Leg in een paar regels uit wie volgens Diotima Eros is.

Niet mooi & ook niet goed zoals goden zijn, maar ook niet lelijk & slecht. Eros is er tussenin: half-mooi, half-lelijk, half-goed en half-slecht.

2. A) Wat is een 'juiste mening' volgens Diotima?

Een juiste mening is iets wat je zeker weet, zonder dat je weet waarom. Een soort vermoeden waarvan je je nauwelijks bewust bent, iets tussen weten en niet weten in.

B) Wat is volgens jou een 'juiste mening'?

Ik denk dat een juiste mening iets is wat je vindt omdat je er 100% achter staat. Als je het niet zeker weet of je twijfelt nog, is het geen juiste mening, maar een halve of liever gezegd een gokje.

 

3. A) Leg in je eigen woorden uit wat een daimonion is.

Een daimonion is je onderbewustzijn dat je waarschuwt als je iets wil gaan doen wat je beter niet kunt doen. Dit kan zich uiten door een innerlijk stemmetje, waarschuwende dromen of een stem die je ineens achter of opzij van je tevoorschijn komt.

B) Heb je zelf iets dat lijkt op een daimonion?

Nee, ik heb niet echt zoiets als een daimonion.

Ik weet meestal zelf wel of iets wel of niet goed is, maar ik heb nooit echt een waarschuwing van mijn onderbewustzijn gehad of stemmetjes in mijn hoofd die me waarschuwen.

 

4. Geef antwoord op deze vraag van Socrates

'Verlangt iemand altijd naar iets goeds?'

Ik denk dat mensen ook naar iets slechts kunnen verlangen.

Neem nou bijvoorbeeld seriemoordenaars. Die ‘verlangen’ er waarschijnlijk naar om iemand te doden. Aan de andere kant zou dit ook wel kunnen liggen aan het feit dat de seriemoordenaar waarschijnlijk geestelijk niet helemaal in orde is. Maar ik denk wel dat mensen ook naar iets slechts kunnen verlangen, maar dat diegene niet helemaal 100% zijn.

 

5. Wat vind jij slecht?

Dingen die tegen de wet zijn ( en daarmee bedoel ik niet door rood rijden ofzo maar ‘echte’ misdrijven) zoals eerder genoemd iemand van het leven beroven (vooral kinderen) maar ook de kleinere dingetjes als pesten, dingen waarmee je iemand heel ongelukkig mee maakt en die dat gevoel soms gewoon niet kwijt kunnen raken. Als dat jouw schuld is, vind ik het slecht.

 

6. Bedenk iets slechts dat jij graag wilt doen, maar toch niet doet. Waaròm doe je het niet?

Soms zou ik iemand heel graag willen pesten omdat het, naar mijn mening, gewoon een kneusje is. Ik doe het toch maar niet, omdat ik vroeger een tijdje ben gepest met mijn huidskleur en haar en weet dat het niet leuk is, vooral als je wordt gepest om iets waar je (bijna) niks aan kan doen.

 

7. Geloof je dat iemand die slechte dingen doet gelukkig kan zijn?

Nee, want als iemand iets slechts doet, wilt hij (meestal) niet dat er iemand achter komt. Hij blijft over het feit stressen dat er iemand achter kan komen, wat er dan zou gebeuren of heeft er misschien spijt van, maar kan er niet mee stoppen. Iemand die alleen maar slechte dingen doet kan dus niet gelukkig zijn hij is alleen maar bezig of iemand er achter zal komen. Zo niet, doet-ie het nog een keer en begint alles opnieuw tot hij/zij wordt gestopt.

 

8. Stel deze drie vragen weer aan iemand die jij wijs vindt en maak een kort verslag van de antwoorden.

 

Wat vind jij slecht?

Egoïsme, snoepen, stelen, liegen en bedriegen, iemand kleineren of ongelukkig maken, trouwen en daarna vreemdgaan.

Bedenk iets slechts dat jij graag wilt doen, maar toch niet doet. Waarom doe je het niet?

Niet werken. Je móet wel werken, en anders heb je geen inkomen en dus geen genoeg geld voor eten of leuke uitjes/kleding.

Geloof je dat iemand die slechte dingen doet gelukkig kan zijn?

Nee.

 

VERSLAG ANTWOORDEN:

Ik geloof niet dat iemand die slechte dingen doet gelukkig kan zijn. Hij/zij is een groot deel van de tijd bezig om zijn daden te verbergen voor de buitenwereld en kan er dus niet van genieten en niet gelukkig zijn.

Er zijn heel veel slechte dingen: sommige hebben betrekking tot jezelf maar de meeste zijn slecht voor de buitenwereld. Dingen zoals egoïsme, snoepen, stelen, liegen, bedriegen, iemand kleineren of ongelukkig maken of vreemdgaan. Vind ik slecht en niet kunnen.

Zelf zou ik graag willen stoppen met werken, maar dat zal ik niet doen. Niet alleen omdat het heel onverstandig is, maar je dan ook alleen maar een uitkering hebt om van rond te komen en dan geen genoeg geld hebt om alle kinderen, je partner en jijzelf naar wens te onderhouden en ook nog je huur enz. te betalen. Vooral in deze tijden is alles heel duur, dus jaren thuis op de bank zitten, doe ik toch maar niet. Maar met een leuke baan, heb je er helemaal geen last van.

 

 

9. Zoek een tekst, een gedicht, een liedtekst, een foto, een schilderij, etc., of vertel een gebeurtenis waarin volgens jou tot uitdrukking komt wat 'door Eros geraakt zijn' is.

Plak of schrijf dit in je werkstuk en schrijf erbij waarom je dit gekozen hebt. Maak er wat van!

 

Eros & Psyche

 

Eros had ervoor gezorgd dat Aphrodite verliefd werd op Adonis. Samen met hem kreeg ze drie kinderen. Eén van deze kinderen was Psyche. Het meisje was beeldschoon, waardoor niemand meer haar hand durfde te vragen. Daardoor had ze geen man. Aphrodite beval het orakel te zeggen dat Psyche alleen naar de hoge bergen moest gaan, en dat ze daar een man zou ontmoeten. Haar vader was zeer verdrietig, maar volgde haar raad op. Toen Psyche alleen werd achtergelaten in de bergen, kwam Eros om ervoor te zorgen dat er een man kwam. Maar in plaats van iemand anders te raken, raakte hij zichzelf met zijn pijlen en werd hij op slag verliefd op haar. Elke avond kwam hij naar haar toe en verleidde hij haar. Psyche wist niet dat ze met een god te maken had en dat wilde Eros zo houden.

 

Na een aantal nachten vroeg Psyche of haar zussen langs mochten komen. Uiteindelijk kon ze Eros overhalen. Zo vertelde ze haar zussen wat er was gebeurd. Zij haalden haar over om een olielampje bij haar bed te zetten en een dolk onder haar bed te leggen. De zussen waren er namelijk van overtuigd dat monsters zwangere vrouwen eten. Psyche was ondertussen zwanger, maar Eros wist dit niet.

Op een avond was hij in slaap gevallen en deed Psyche de lamp aan, maar ze schrok zo erg door Eros' schoonheid dat ze olie knoeide. Eros werd wakker en plaatste Psyche uit het kasteel. Psyche zocht hem overal, maar kon hem niet vinden.

 

Uiteindelijk vroeg ze om hulp bij Aphrodite, die haar drie opdrachten liet uitvoeren. De dieren hielpen haar, want een gewone sterveling zou deze opdracht anders nooit uitgevoerd kunnen hebben.

Eros had Psyche ondertussen al lang vergeven. Hij ging bij Zeus smeken om Aphrodite gunstig te stemmen tegenover Psyche. Zeus had medelijden en gaf Psyche de godennectar, zodat ze onsterfelijk zou worden. Voor Aphrodite was het zinloos geworden om Psyche nog te kwellen met onmogelijke opdrachten. Psyche werd daarna in de godenwereld opgenomen.

 

 

Dit verhaal is een goed voorbeeld van ‘door Eros geraakt zijn’, ook omdat dit keer Eros zelf slachtoffer is van zijn liefdespijlen.

Hij is zo verliefd geworden, dat hij er alles aan doet om samen met zijn geliefde, Psyche, te zijn.

Aan de andere kant voltooit Psyche kwellende, onmenselijk moeilijke opdrachten voor Aphrodite, zodat ze haar vergeeft en de relatie tussen Eros en haar toestaat.

Ik heb dit verhaal gekozen omdat ik het heel goed bij de uitdrukking vond passen. Ook vond ik het apart dat Eros door zichzelf is geraakt en vond het origineler dan de standaard liefdesverhalen waarin hij voorkomt.

 

 

10. Formuleer voor jezelf en echt alleen voor jezelf wat je denkt dat goed voor jou is, wat jij nodig hebt om gelukkig te zijn. Bedenk dus eerst wie je bent, dan wat 'goed' is voor jou.

 

Wie ik ben:

Ik ben behulpzaam, leergierig, meestal wel aardig tegen iedereen, soms wat ongeduldig, perfectionistisch, soms een klein beetje egoïstisch. Ik kan totaal niet kiezen (=heel erg besluiteloos) en ook ben ik totáál niet dapper.

Ik hou van lekker eten, dansen, muziek, tekenen, lol maken etc.

 

Wat goed voor mij is: Ik weet niet zo goed wat ik nodig heb om gelukkig te zijn, maar ik denk dat sowieso iedereen liefde, aandacht en geliefd zijn, nodig heeft.

In mijn geval denk ik dat ik ook met wat geduld, moed, genoeg muziek en veel vrienden wel gelukkig zal zijn.

 

 

11. Kennis is herinnering ( anamnhsis  ).

In feite verwoordt Socrates hiermee een soort geloof in reïncarnatie. Wat is nu het belang van dezeanamnhsis  ?

 

Bij reïncarnatie wordt je steeds opnieuw geboren.

Als je je kunt herinneren wat je voor je huidige leven hebt gedaan en wie je was, weet je meer over jezelf en je vroegere ikken.

Zonder herinnering heb je dus ook geen kennis, aangezien je als je iets nieuws leert en je onthoudt het niet, je het niet hebt geleerd en dus geen kennis hebt

 

12. Wat is jouw mening hierover? Waarom?

 

Ik denk dat het wel klopt, want zoals in bovenstaande vraag: als je dingen die je geleerd hebt niet onthoudt, heb je ook geen kennis.

De dingen die je in je vorige leven hebt geleerd, als je je dat kunt herinneren, heb je ook veel kennis over jezelf en het leven.

 

13. Bedenk zelf twee ethische vragen die speciaal op jouw leven tot betrekking hebben. Beantwoord ze niet!

Let op: ethische vragen gaan altijd over zaken waarvan het effect verder reikt dan jouw persoon, dus welke handelingen zijn goed of slecht/rechtvaardig of onrechtvaardig?

 

  1. Ben ik verplicht om geld te lenen aan een goede vriend(in)/familielid in nood?

 

  1. Zal ik de bus nemen zonder te betalen?

 

 

 

 

14. Iemand die zich afvraagt of hij haarlak moet kopen of een rijbewijs moet halen, denkt na over wat hij doet, wat zijn handelingen tot gevolg heeft. Hij bezint zich. Hij bewijst zijn  soofrosunè.

Onderzoek nu op welke juiste gedragswijze jouw ethische vragen betrekking hebben (kies uit de 5 onderstaande).

 

  1. moedig: andreia

  2. eerlijk en rechtvaardig: dikaiosuné

  3. goed nadenken voor hij iets doet: sofrosuné

  4. de goden op gepaste wijze vereren: hosiotés

  5. zichzelf kent: sofia

 

 

  1. Ben ik verplicht geld te lenen aan een goede vriend(in)/familielid in nood?

 

Het hangt er van af aan wie je je geld wilt uitlenen om die uit de brand te halen.

Natuurlijk wil je dat geen van je vrienden problemen heeft, maar je kunt ze niet allemaal helpen. Ook is het niet slim om teveel uit te lenen, waardoor je zelf in de problemen komt. Of het rechtvaardig is dat je het uitleent of dat je vriend/familielid zijn eigen problemen moet oplossen, komt ook in het dilemma voor.

Kortom: deze vraag heeft betrekking tot de 'dikaiosuné', 'sofrosuné' en 'sofia'.

 

 

  1. Zal ik de bus nemen zonder te betalen?

    De bus nemen zonder te betalen omdat je het zonde van je geld vindt, niet genoeg geld hebt, of gewoon geen zin hebt om daar je geld aan uit te geven, is niet eerlijk, omdat iedereen moet betalen. Ook heb je een heel groot probleem als je wordt betrapt op zwartrijden.

    Dit vraagstuk heeft dus betrekking tot de dikaiosuné (eerlijk en rechtvaardig zijn), en ook weer opnieuw het sofrosuné ( goed nadenken voor je iets doet).

 

 

15. Maak nu zo'n 'karakterschetsje' van jezelf en probeer daarna een antwoord te geven op de twee ethische vragen die je jezelf hebt gesteld

 

Ik denk dat ik meestal wel aardig ben voor anderen, maar soms vind ik het leuk om iemand te treiteren of te pesten. In nieuwe situaties of plekken waar ik niet veel mensen ken ben ik heel verlegen en onzeker, tot ik een beetje gewend ben en de mensen een beetje ken.

Ook ben ik best bescheiden en kan ik niet goed kiezen, maar ook ben ik lui en een beetje egoïstisch, want ik vind het niet leuk om iets te delen wat ik heel leuk of lekker vind.

Ik ben niet zo spontaan, maar ik raak wel snel bevriend met nieuwe kinderen.

Ik ben een beetje ongeduldig, redelijk ijdel, maar ik kan goed luisteren en iemand helpen met zijn/haar problemen.

 

 

  1. Ben ik verplicht geld te lenen aan een goede vriend(in)/familielid in nood?

 

De kans is groot dat als de vriend/familielid herhaaldelijk in de schulden terechtkomt, dat ik het geld nooit meer terug zal zien of voor heel lange tijd kwijt ben.

Als ik het geld heb en ik kom niet in de problemen als ik het uitleen, zou ik het wel willen geven bij niet zulke heftige bedragen. Als een vriend bijna nooit problemen heeft, zal ik het waarschijnlijk wel willen lenen ongeacht de grote van het bedrag, mits ik zelf niet in de problemen kom en zekerheid heb dat het wordt terugbetaald.

Ik vind dus niet dat ik verplicht ben om het uit te lenen, het is tenslotte je eigen verantwoordelijkheid of je goed met je geld kunt omgaan. Als het dan fout gaat, hoor je eigenlijk wel te kunnen rekenen op je familie of goede vrienden, maar het is zeker niet verplicht om het uit te lenen. Dat zou niet echt eerlijk en handig zijn als je eigen financiële situatie daardoor verslechterd.

 

  1. Zal ik de bus nemen zonder te betalen?

 

Het is sowieso niet slim als je dat doet, je kunt gepakt worden, en dan krijg je waarschijnlijk een boete die hoger is dan de kosten van je reis.

Er zijn wel redenen om dit wel te doen (te weinig geld op zak, geen zin om je geld uit te geven, je wilt liever van je geld iets leuks kopen, OV-Chipkaart vergeten etc.), maar bijna alle redenen zijn toch wel een beetje egoïstisch.

Als je het wilt doen omdat je naar huis moet, maar te weinig geld hebt of je OV bent vergeten dan vind ik wel dat je het 1x mag doen, omdat je niet anders kan.

Een soort noodoplossing dus, maar voor de andere genoemde redenen denk ik dat ik gewoon zal betalen voor de reis, hoe jammer/zonde ik het ook vindt.

Dus het antwoord op de vraag: alleen als je naar huis toe moet en je hebt geen of te weinig geld bij je om het te betalen, of je bent weer eens je OV-Chipkaart vergeten, dan is het een noodoplossing, niet verstandig, maar ja, als je echt niet anders kunt, dan zul je wel moeten.

 

16. Is er iemand in je omgeving door wie je jezelf beter leert kennen? Ben jij voor iemand uit je omgeving iemand waardoor hij/zij zich beter leert kennen? Geef een voorbeeld waar je meer inzicht in hebt gekregen.

 

Volgens mij is er niemand die mij meer inzicht in mezelf geeft, of anders weet ik dat niet.

Ik weet niet of ik voor anderen iemand ben waardoor ze meer inzicht in zichzelf krijgen, maar ik denk het niet. En anders is het net zoals de vorige vraag: Dan weet ik het zelf niet.

Doordat ik zelf niet weet of ik iemand zichzelf beter laat kennen of dat iemand anders dat voor mij is, kan ik ook geen voorbeeld geven waar ik meer inzicht heb gekregen.

 

 

 

 

 

 

 

17. Vat samen wat je van dit Socrates/Eros project hebt geleerd, wat je leuk eraan vond, wat je moeilijk vond of onzinnig.

Geef wel argumenten voor je mening.

 

Ik vond dit Alexander/Eros project best leuk, omdat ik filosofie best interessant vind.

Sommige vragen vond ik wel moeilijk, zoals de vragen als wat ik nodig zou hebben om gelukkig te zijn, ethische vragen te verzinnen die betrekking hebben over mijn leven en die vervolgens ook te beantwoorden.

Hierbij moest je eigenlijk goed nadenken over wie je bent en wie je wilt zijn. Dit weet ik eigenlijk nog niet zo goed, wat o.a. door de puberteit komt. Ik ben mezelf nog geestelijk aan het 'ontwikkelen'.

Hierdoor vond ik ook de karakterschets lastig om te maken.

De eerste paar vragen vond ik wel redelijk makkelijk, omdat je ze uit de tekst kon halen of omdat ze niet zo lastig waren om te bedenken.

De allereerste vraag vind ik wel een beetje nutteloos. Deze vraag ging over of ik al eens goed verliefd ben geweest en hoe een liefdesgod er volgens mijn verliefde gevoel eruit zou moeten zien.

Ik denk dat veel kinderen deze vraag onzinnig zullen vinden, vele hebben er namelijk geen behoefte aan om hun liefdesleven te beschrijven, bij wijze van spreken. Ik denk dat ook veel leerlingen de vragen over de karakterschets en ethische vragen moeilijk vonden, maar misschien vonden ze dat juist wel heel makkelijk.

Ook vond ik het moeilijk om een verhaal te verzinnen. In eerste instantie wou ik het oorspronkelijke verhaal uit het gele boekje overnemen, waarin i.p.v. Socrates ik antwoord geef op de vragen van Diotima, maar dat zou alleen werken bij vraag 1 t/m 9. De overige 8 vragen zouden een probleem zijn.

Toen besloot ik om er een dialoog van te maken die sterk gebaseerd is op het gele boekje, maar toch ook originele en zelfbedachte stukken heeft.

Het was moeilijk om te bepalen hope ik het verhaal zou maken, omdat je eerst vragen krijgt die bij de tekst horen, dan weer een aparte vraag waarin je een voorbeeld van 'door Eros geraakt zijn' moet weergeven en uitleggen, en dan weer vragen over jezelf die niet veel met de eerdere tekst te maken heeft.

Het was moeilijk om te bepalen hope ik het verhaal zou maken, omdat je eerst vragen krijgt die bij de tekst horen, dan weer een aparte vraag waarin je een voorbeeld van 'door Eros geraakt zijn' moet weergeven en uitleggen, en dan weer vragen over jezelf die niet veel met de eerdere tekst te maken heeft.

De onderwerpen van de vraagstukken waren heel verschillend waardoor in het dialoog ook een beetje van de hak op de tak wordt gesprongen.

Desondanks vond ik het een leuk en leerzaam project.

 

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.