Deelvragen:
1. Wanneer werd de leerplicht ingesteld?
2. Wat hield de leerplicht in?
3. Waarom werd de leerplicht ingesteld?
4. Welke politieke partijen hadden hier iets mee te maken?
5. Wat deed die politieke partij precies?
Hoofdvraag:
6. Welke politieke partij heeft de leerplicht ingesteld?
7. Bronvermelding
Deelvragen:
1. Wanneer werd de leerplicht ingesteld?
In Nederland werd de leerplichtwet in 1900 aangenomen en op 1 januari 1901 werd de leerplichtwet effectief, deze wet heet leerplichtwet 1900. De leerplichtwet van 1900 werd op het nippertje aangenomen, want deze wet werd aangenomen met 50 stemmen voor en 49 stemmen tegen. 1 Tegenstander was van zijn paard gevallen en daardoor kon hij niet stemmen. Vooral de christelijke partijen waren tegen deze wet, omdat ze wilden dat er ook christelijke scholen gebouwd mochten worden. Dit mocht pas in 1917. Socialisten waren ook tegen deze wet, omdat zij vonden dat de wet niet ver genoeg ging.
2. Wat hield de leerplicht in?
De leerplicht in 1900: Kinderen van 6 - 12 jaar werden door deze wet verplicht het onderwijs te volgen. Sommige boerenkinderen kregen een uitzondering tijdens de oogsttijd. Dochters mochten ook thuisblijven om het gezin te verzorgen.
In 1969 werd een nieuwe Leerplichtwet ingevoerd, vanaf dat moment heet de wet Leerplichtwet 1969. Kinderen werden nu verplicht 9 jaar het onderwijs te volgen. Er werd een Leerplichtambtenaar benoemd, die moest toezien op naleving van de Leerplichtwet.
In 1975 werd er weer een nieuwe leerplichtwet ingevoerd. Kinderen moesten het onderwijs nu 10 jaar volgen. Kinderen moesten het onderwijs nu vanaf hun 6e tot en met hun 17e volgen
In 1985 werd de Wet op het basisonderwijs ingevoerd. Daarbij werd de kleuterschool voor kinderen van 4 en 5 jaar samengevoegd met de basisschool. Kinderen moesten nu vroeger beginnen. Eerst moesten ze naar school als ze 6 jaar waren of voor 1 oktober 6 werden. Ze zijn nu verplicht de eerste school dag van de maand, na de maand waarin ze 5 jaar werden, naar school te gaan.
3. Waarom werd de leerplicht ingesteld?
De slechte toestand in de fabrieken, de kinderarbeid en het niet naar school gaan, konden niet zomaar worden opgelost. De overheid moest ingrijpen. Deze slechte toestand had allemaal met het onderwijs te maken. Kinderarbeid was de belangrijkste reden om niet naar school te gaan. Daardoor mocht de overheid de leerplicht instellen. De overheid bleef weigeren geld te geven aan de bijzondere scholen. De liberalen splitsten zich in vooruitstrevende (Proberen de samenleving te veranderen) en conservatieve (proberen de samenleving te houden zoals hij nu is) liberalen. De positie van de conservatief-liberalen werd slechter, door de enquêtes die de slechte toestand in fabrieken ontmaskerden. Progressief-liberale vonden goed onderwijs belangrijk. Hun positie werd steeds beter.
4. Welke politieke partijen hadden hier iets mee te maken?
Van 1897 tot 1901 regeerde het kabinet Pierson. Het kabinet bestond uit vooruitstrevende (Liberale Unie) en conservatieve (oud- of vrije liberaal) liberalen, waarbij de vooruitstrevende liberalen in de meerderheid waren. De conservatieve liberalen hadden slechts één minister in het kabinet namelijk de Minister van Buitenlandse Zaken.
Partijen die tegen de leerplicht waren: de confessionelen (1 persoon had voor de leerplicht gestemd) namelijk de Anti-revolutionaire Partij (In deze partij was iemand van zijn paard gevallen en kon daardoor niet stemmen) en de socialisten
Partijen die voor de leerplicht waren: liberalen (hadden een ziek Kamerlid naar vergadering getransporteerd om voor de leerplicht te stemmen)
5. Wat deed die politieke partij precies?
De Liberale Unie werd in 1885 opgericht. De Liberale Unie was redelijk vooruitstrevend. Zeker nadat de partij zich in1894 in tweeën splitsten en het conservatieve deel in de grote minderheid was. Vooral het kabinet Pierson wist belangrijke (sociale) wetgeving tot stand te brengen, zoals de Ongevallenwet (een verzekering die opkomt bij een bedrijfsongeluk), de Woningwet (de plannen om een gebouw te bouwen moesten eerst goedgekeurd worden door de gemeente) en de leerplicht.
De Liberale Unie vond de vrijheid van het individu belangrijk, maar wilde tegelijkertijd de zwakkeren beschermen. De Liberale Unie was voor een beperkte rol van de overheid en onder andere voor belasting naar draagkracht (rijkere mensen moeten meer belasting betalen dan de arme), algemeen kiesrecht en verbetering van de positie van vrouwen.
De Liberale Unie bestond grotendeels uit rijkere burgers (advocaten, notarissen, officieren, rechters, artsen), hogere ambtenaren, handelaren, welvarende burgers en rijke boeren. De liberale Unie was vooral bezig in de grote/bekende steden.
Hoofdvraag:
6. Welke politieke partij heeft de leerplicht ingesteld?
De Liberale Unie heeft in 1901de leerplicht ingesteld, in het kabinet-Pierson. In 1900 moesten de kinderen alleen van hun 6e tot en met hun 12e jaar naar school. Uiteindelijk moeten kinderen nu vanaf hun 5e tot en met hun 16e jaar naar school. Je moet minimaal een middelbaar schooldiploma hebben. De leerplicht werd ingesteld om de slechte toestand in de fabrieken, de kinderarbeid en het niet naar school gaan tegen te gaan. Er waren partijen die tegen de leerplicht waren: de confessionelen namelijk de Anti-revolutionaire Partij en de socialisten. Er was ook een partij die voor de leerplicht was: de liberalen. De Liberale Unie is/was voor de vrijheid en heeft onder andere de ongevallenwet en de woningwet ingesteld
7. Bronvermelding
www.Wikipedia.nl
www.scholieren.com
http://www.encyclo.nl
http://www.parlement.com
1. Wanneer werd de leerplicht ingesteld?
2. Wat hield de leerplicht in?
3. Waarom werd de leerplicht ingesteld?
4. Welke politieke partijen hadden hier iets mee te maken?
5. Wat deed die politieke partij precies?
Hoofdvraag:
6. Welke politieke partij heeft de leerplicht ingesteld?
7. Bronvermelding
Deelvragen:
1. Wanneer werd de leerplicht ingesteld?
In Nederland werd de leerplichtwet in 1900 aangenomen en op 1 januari 1901 werd de leerplichtwet effectief, deze wet heet leerplichtwet 1900. De leerplichtwet van 1900 werd op het nippertje aangenomen, want deze wet werd aangenomen met 50 stemmen voor en 49 stemmen tegen. 1 Tegenstander was van zijn paard gevallen en daardoor kon hij niet stemmen. Vooral de christelijke partijen waren tegen deze wet, omdat ze wilden dat er ook christelijke scholen gebouwd mochten worden. Dit mocht pas in 1917. Socialisten waren ook tegen deze wet, omdat zij vonden dat de wet niet ver genoeg ging.
2. Wat hield de leerplicht in?
De leerplicht in 1900: Kinderen van 6 - 12 jaar werden door deze wet verplicht het onderwijs te volgen. Sommige boerenkinderen kregen een uitzondering tijdens de oogsttijd. Dochters mochten ook thuisblijven om het gezin te verzorgen.
In 1975 werd er weer een nieuwe leerplichtwet ingevoerd. Kinderen moesten het onderwijs nu 10 jaar volgen. Kinderen moesten het onderwijs nu vanaf hun 6e tot en met hun 17e volgen
In 1985 werd de Wet op het basisonderwijs ingevoerd. Daarbij werd de kleuterschool voor kinderen van 4 en 5 jaar samengevoegd met de basisschool. Kinderen moesten nu vroeger beginnen. Eerst moesten ze naar school als ze 6 jaar waren of voor 1 oktober 6 werden. Ze zijn nu verplicht de eerste school dag van de maand, na de maand waarin ze 5 jaar werden, naar school te gaan.
3. Waarom werd de leerplicht ingesteld?
De slechte toestand in de fabrieken, de kinderarbeid en het niet naar school gaan, konden niet zomaar worden opgelost. De overheid moest ingrijpen. Deze slechte toestand had allemaal met het onderwijs te maken. Kinderarbeid was de belangrijkste reden om niet naar school te gaan. Daardoor mocht de overheid de leerplicht instellen. De overheid bleef weigeren geld te geven aan de bijzondere scholen. De liberalen splitsten zich in vooruitstrevende (Proberen de samenleving te veranderen) en conservatieve (proberen de samenleving te houden zoals hij nu is) liberalen. De positie van de conservatief-liberalen werd slechter, door de enquêtes die de slechte toestand in fabrieken ontmaskerden. Progressief-liberale vonden goed onderwijs belangrijk. Hun positie werd steeds beter.
4. Welke politieke partijen hadden hier iets mee te maken?
Van 1897 tot 1901 regeerde het kabinet Pierson. Het kabinet bestond uit vooruitstrevende (Liberale Unie) en conservatieve (oud- of vrije liberaal) liberalen, waarbij de vooruitstrevende liberalen in de meerderheid waren. De conservatieve liberalen hadden slechts één minister in het kabinet namelijk de Minister van Buitenlandse Zaken.
Partijen die tegen de leerplicht waren: de confessionelen (1 persoon had voor de leerplicht gestemd) namelijk de Anti-revolutionaire Partij (In deze partij was iemand van zijn paard gevallen en kon daardoor niet stemmen) en de socialisten
Partijen die voor de leerplicht waren: liberalen (hadden een ziek Kamerlid naar vergadering getransporteerd om voor de leerplicht te stemmen)
5. Wat deed die politieke partij precies?
De Liberale Unie werd in 1885 opgericht. De Liberale Unie was redelijk vooruitstrevend. Zeker nadat de partij zich in1894 in tweeën splitsten en het conservatieve deel in de grote minderheid was. Vooral het kabinet Pierson wist belangrijke (sociale) wetgeving tot stand te brengen, zoals de Ongevallenwet (een verzekering die opkomt bij een bedrijfsongeluk), de Woningwet (de plannen om een gebouw te bouwen moesten eerst goedgekeurd worden door de gemeente) en de leerplicht.
De Liberale Unie bestond grotendeels uit rijkere burgers (advocaten, notarissen, officieren, rechters, artsen), hogere ambtenaren, handelaren, welvarende burgers en rijke boeren. De liberale Unie was vooral bezig in de grote/bekende steden.
Hoofdvraag:
6. Welke politieke partij heeft de leerplicht ingesteld?
De Liberale Unie heeft in 1901de leerplicht ingesteld, in het kabinet-Pierson. In 1900 moesten de kinderen alleen van hun 6e tot en met hun 12e jaar naar school. Uiteindelijk moeten kinderen nu vanaf hun 5e tot en met hun 16e jaar naar school. Je moet minimaal een middelbaar schooldiploma hebben. De leerplicht werd ingesteld om de slechte toestand in de fabrieken, de kinderarbeid en het niet naar school gaan tegen te gaan. Er waren partijen die tegen de leerplicht waren: de confessionelen namelijk de Anti-revolutionaire Partij en de socialisten. Er was ook een partij die voor de leerplicht was: de liberalen. De Liberale Unie is/was voor de vrijheid en heeft onder andere de ongevallenwet en de woningwet ingesteld
7. Bronvermelding
www.Wikipedia.nl
www.scholieren.com
http://www.encyclo.nl
http://www.parlement.com
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden