VOC verenigde oost-indische compagnie

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas vmbo | 745 woorden
  • 12 februari 2009
  • 69 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
69 keer beoordeeld

VOC betekent Verenigde Oost-Indische Compagnie.
De VOC werd opgericht op 20 maart 1602.
De VOC was in het 17de en 18de eeuw het grootste handelsonderneming ter wereld.
De VOC bestond uit meer dan 100 schepen, 1000 werknemers en 10 tallen gebouwen in Azië.

De VOC heeft 2 eeuwen bestaan en werd opgericht op 20,maart 1602.
De VOC werd opgericht om de concurrentie op te heffen tussen de Nederlandse kooplieden.
De VOC zorgde voor ene periode van economische en culturele groei in Nederland.

Aan het eind van de 18de eeuw ging het minder goed met de handel.
Dat kwam door de concurrentie die was ontstaan met de Portugezen, Spanjaarden, Engelsen, Fransen, Denen en Zweden.

De VOC had in Nederland 6 kantoren.
Toren1: Amsterdam
Toren2: Zeeland
Toren3: Rotterdam
Toren4: Delft
Toren5: hoorn
Toren6: Enkhuizen
Als er een vergadering was moest Amsterdam het bepalen of het mocht of niet.
VOC mocht alleenrecht gekregen om te verkomen dat meer mensen in Nederland ging handel drijven met Azië.
De gebieden waar de VOC geen gingen moest in de naam van de Staten-Generaal met vosten overeenkomsten sluiten, forten opbouwen, oorlog voeren en lokale besturen geïnstalleerd moesten worden.

De VOC hield zich bezig met de handel van Aziatische producten in Azië.

De belangrijkste Specerijen waren
Indiase, textiel, Chinese thee, Javaanse koffie en suiker.
En andere belangrijke producten waren
Goud, zijde, opium, tin, koper en edelmetaal.
Ook bouwden VOC schepen op eigen werven waar ze dan mee naar Azië vaarden.

De VOC had 4 rechten:

1. Handelsrechten
De VOC had van de Bengalen in hun land handelsrechten gekregen zodat de VOC vrijstelling had van binnenlandse tol bij de bengalen.

2. In en uitvoerrechten
De VOC had na de verovering van de Mallaken op het eiland een centrum laten bouwen voor de internationale handel, Aziatische koopvaarders zoude zich er kunnen bevoorraden of handel drijven maar dan moesten de koopvaarders wel in een uitvoerrechten betalen en doordat de VOC die in voerde verdienden ze nog meer geld

3. Rechten op de kuststreken

Dankzij een oorlog tussen Kandy en de VOC, die de VOC won kreeg de VOC de rechten op de kuststreken in de handen.
Daarmee kregen ze de belangrijkste producten van kaneel in handen.

4. Alleenrecht
De VOC had het alleenrecht op de handel met Azië zo waren zij d enige die handel dreven met Azië deze recht was verleed door de Staten-Generaal


De schepen van de VOC waren meestal 40 meter lang en hadden meestal 3 masten
1.Vrachtruim: Ruimte voor de vracht.
2.Koebrugdek: Was meestal niet op alle schepen aanwezig maar werd gebruikt om manschappen en/of specerijen.
3.Overloopdek: Hier was de kombuis en het was bedoeld als de belangrijkste verblijfplaats voor de manschappen en het diende als geschutsdek voor de zwaardere kanonnen.
4.Verdek: Zat vast aan het stuurplecht.
5.Stuurplecht: Vanaf deze plek werd het schip bestuurd.
6.Kajuit: Slaapplaats voor de bemanning.
7.Kampanjedek: In de troepen werd dat gebruikt als bescherming tegen de zon.
8.Bovenkampanjedek: Hier was de kapiteinshut, de officiershutten en de kajuit.
9.Baddek: Dit werd ook als verblijfsplaats voor de bemanning gebruikt.

10.Galjoen: Dit was het verstevigde uitgestoken gedeelte aan de boeg van het schip het was meestal versierd met een prachtige ornament.
11.Boegspriet: Dit kon als het noodzakelijk was nog twee extra zeilen aan bevestigt worden.
12.Fokkenmast: De mast voor op het bakdek.
13.De grote mast: De mast in het midden van de boot.
14.Bezaansmast: De mast op het boven kampanjedek.


De meeste mensen aan boord bij de VOC schip bestonden meestal uit Nederland, Duitsland, Scandinavië en andere landen rond de Oostzee.
De grootste groep bestond uit zeelieden 60% en militairen 30% verder waren er ambachtslieden en passagiers aan boord.
Voor de zeelieden begon het werk zodra de boot was afgesmeerd.
De soldaten en ambachtslieden gingen eigenlijk mee om te gaan werken in Azië maar ze hielpen ook welbij het wachtlopen en bij het doen van reparaties.
Voor een lager rang was het leven op een schip zwaar.
Officieren en passagiers hadden aparte hutten.
De bemanning sliep in het ruim waar de kans groot was op ziektes.
Het voedsel op een schip was slecht er zaten bijna geen vitamines in.
Het eten bedierf ook snel door de slechte omstandigheden.

Ook het drinkwater was een groot probleem als ze van lang gingen namen ze voor 4maanden mee maar dat bedierf ook al snel.
Maar desondanks het slechte drink water en eten en het harde werk was er vertier.
Zoals: toneelstukken, dansen, schaken en dammen.
Ook waren er straffen als mensen gingen kaarten, schelden en het slecht onderhouden van je wapen.
Ook waren er veel ziektes aan boord,maar omdat tegen te gaan moesten de schepen iedere dag uitgemest worden.

REACTIES

I.

I.

ik vind dit een goede top site

12 jaar geleden

T.

T.

goede site ,ook goed te gebruiken

12 jaar geleden

K.

K.

bedankt heb er veel aangehad.

11 jaar geleden

L.

L.

er stond veel informatie en door jullie heb ik een goed zijner en ik zou zeggen ga zo door

11 jaar geleden

H.

H.

mooi heel mooi heel mooi echt trots mooi gedaan.

Henk afvoertank

9 jaar geleden

F.

F.

Heel goed!

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.