Inleiding
In 1950, begonnen de United states met soldaten te sturen naar Vietnam. Tijdens de komende 25 jaar, zou de oorlog veel spanning in de US brengen. Bijna 3miljoen mannen en vrouwen zijn honderden km weg gestuurd om te vechten voor een “goed” doel. Ongeveer 2 miljoen mensen van beide kanten zijn gesneuveld in de oorlog.
Met dit werkstuk probeer ik (Ruben) niet het hele verleden van de Vietnam oorlog te beschrijven, maar probeer ik je een beeld te gegeven van de omstandigheden toen der tijd, door middel van plaatjes.
Conclusie, Als je alleen maar uit bent op bloed (zoals sommige mensen in onze klas) dan moet je zeker dit werkstuk niet lezen. Maar de foto’s uit dit werkstuk zeggen genoeg, want zoals ze in het engels zeggen: A soldiers facial expression can be just as terrifying.
Informatie
Omdat de koude oorlog aan zijn hoogtepunt kwam, waren de leiders van de VS bang dat als ze Noord Vietnam zouden plat gooien er weer spanning tussen de VS en de chinezen met aan hun zijde de Russen zou komen. Er kon dan een derde wereldoorlog komen. Omdat de verschillen tussen Vietnamezen en de Amerikanen zo groot waren hadden de soldaten die in Vietnam waren gestationeerd het heel moeilijk, dus besloot de VS soldaten te sturen. Dit begon in 1950 en na een maand had de VS daar een sterk leger staan. Lyndon B. Johnson had John F. Kennedy’s plaats ingenomen, en toen de soldaten in Vietnam steeds meer betrokken werden, en het aantal slachtoffers steeds groter, en thuis ging het ook al niet al te best, moest en zou hij de oorlog voort zetten, want hij wou niet de geschiedenis boeken in gaan als de enige president die een oorlog verloren heeft. Hij gaf de hete aardappel door aan Richard M. Nixon. Richard was geliefd bij het volk omdat hij zei dat hij een geheim plan had bedacht om de oorlog in Vietnam te stoppen. In de zomer van 1969 onthulde hij dit plan. Volgens Nixon moest de oorlog gevietnamiseerd worden. De Zuid Vietnamezen zo veel en zo snel mogelijk de zaken zelf in handen nemen. De Amerikaanse soldaten zouden zich geleidelijk terugtrekken, maar het Zuid Vietnamese leger zou wel kunnen blijven rekenen op Amerikaanse materiële steun. Toen Nixon zijn plan ontvouwde, waren er ruim een half miljoen soldaten in Vietnam aanwezig, het hoogste aantal ooit. Eind 1969 waren het er nog 475.000 en de volledige terugtrekking zou nog jaren op zich laten wachten. Intussen waren er wel in het geheim besprekingen aan de gang tussen Noord Vietnam en de Verenigde Staten. Lyndon B. Johnson had even voor zijn aftreden Hanoi besprekingen aangeboden en Noord Vietnam was op dat aanbod ingegaan. Onder Richard Nixon ontmoetten de partijen elkaar regelmatig in Parijs. Van Amerikaanse zijde trad onderhandelaar Henry Kissinger steeds meer op de voorgrond. Johnson had, voor hij het Witte Huis verliet, nog een gebaar gedaan naar Hanoi: hij had de bombardementen op het Noorden stopgezet. Van Noord Vietnamese zijde stonden er geen toegevingen tegenover wat Washington deed. Hanoi bleef erbij dat alle Amerikaanse troepen zo snel mogelijk weg moesten en dat de Viet Cong erkend moest worden als vertegenwoordiger van de Noord Vietnamese. In 1969 overleed Ho Chi Minh maar dat tastte de Communistische Partij en het regime in het Noorden niet aan. In zijn politiek testament schreef Ho Chi Minh enkele maanden voor zijn dood:"Wij zullen de geschiedenis ingaan als een klein land dat twee moderne grootmachten, Frankrijk en de Verenigde Staten, heeft verslagen." Vanaf zijn aantreden toonde Nixon zich de president die het conflict snel wilde oplossen. Dat had ongetwijfeld te maken met het steeds groeiend verzet tegen de oorlog in de Verenigde Staten zelf. Maar onder Nixon zou de oorlog zich uitbreiden over heel Indo China. Vanaf 1969 bombardeerden Amerikaanse toestellen in het geheim Cambodja. De bedoeling was om de Ho Chi Minhroute te vernielen. Het was langs die route dat Noord Vietnam via de oerwouden van Laos en Cambodja soldaten, wapens en voorraden naar het Zuiden stuurde. Met tapijtbommen (massale bombardementen op een streek, zonder een bepaald doel te viseren) werd een deel van Cambodja verwoest. Ook op Laos vielen Amerikaanse bommen. Daarmee wilde Washington steun geven aan het regime van Soevanna Phoema. Die moest afrekenen met de communistische verzetsbeweging Pathet Lao. In 1970 trokken Amerikaanse grondtroepen Cambodja binnen en steunde Washington de staatsgreep van generaal Lon Nol tegen Norodom Sihanoek. Het corrupte regime van Lon Nol effende het pad voor de Rode Khmers die enkele jaren later Cambodja in een massagraf zouden veranderen. Door de escalatie van de oorlog kreeg Nixon in zijn eigen land steeds meer af te rekenen met met verzet tegen zijn beleid. Elke dag waren er massabetogingen en de meeste universiteiten gingen dicht. De Nationale Garde schoot zelfs enkele studenten dood. Nixon probeerde nog, net zoals zijn voorganger Johnson , om het protest onder uit te kicken. Het ging alleen maar om wereldvreemde studenten die aan hun dienstplicht wilden ontsnappen. Volgens de president kon hij volop rekenen op de "silent mayority", de zwijgende meerderheid. Maar het verzet groeide in alle lagen van de bevolking. Veteranen uit de Vietnam oorlog gingen de straat op, samen met religieuzen, vakbondsleiders en studenten. Ook in West Europa kwamen steeds meer mensen op straat om te protesteren tegen de Amerikaanse aanwezigheid in Vietnam. Het protest werd nog luider toen de veteranen verhalen begonnen te vertellen over wat er allemaal gebeurde in Vietnam. Vooral het verhaal van de moordpartij in My Lai deed veel stof opwaaien. In dat dorpje langs de kust in Centraal Vietnam hadden Amerikaanse soldaten in 1968 een bloedbad aangericht onder de burgerbevolking. Iedereen die erbij betrokken was geweest, had het bevel gekregen om te zwijgen. Maar een aantal soldaten legde dat bevel naast zich neer toen ze terug naar de Verenigde Staten kwamen. De militaire autoriteiten stuurden een van de betrokken officieren voor enkele jaren naar de gevangenis, maar dat temperde de verontwaardiging niet. In 1971 publiceerde de krant The New York Times delen van de Pentagon Papers. Het ging om een uiterst geheim rapport van de Amerikaanse ministerie van Defensie waaruit bleek dat de verschillende Amerikaanse presidenten militaire bevelhebbers systematisch het Congres, en dus de burgers, hadden voorgelogen over wat er in Vietnam gebeurde. De krant had de studie toegespeeld gekregen van een van de auteurs, Daniel Elsberg, die zelf een hevig tegenstander van de oorlog was geworden. De publikatie van de Pentagon Papers legde Nixon en zijn ploeg het vuur nog meer aan de schenen. Voor de president werd het steeds duidelijker: wilde hij als politicus zijn vel redden, dan moesten de Verenigde Staten zo snel mogelijk weg uit Vietnam, zonder dat Washington te veel gezichtsverlies leed.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
K.
K.
meeh
4 jaar geleden
Antwoorden