Tweede Kamer

Het bezoek aan de tweede kamer Inleiding Zoals de titel al zegt, ga ik mijn werkstuk over de tweede kamer houden. Ik ben 15 december jl. met een grote groep naar de tweede kamer geweest. We hebben een 'debat' bijgewoond en we kregen een rondleiding en een videoband te zien. In mijn werkstuk wil ik vertellen over de geschiedenis van het Binnenhof en de tweede kamer alvorens ik iets vertel over de huidige zaken die daar plaats vinden. Ik wil in mijn werkstuk de meeste aandacht aan de geschiedenis besteden, want het is tenslotte het vak geschiedenis en als iets vroeger niet heeft plaats gevonden hadden we het nu nooit gehad. Ik vind het eerlijk gezegd wel handig dat ik een bezoek aan de tweede kamer heb gebracht, want als je ergens veel 'bronnen' kunt vinden is dat daar wel. Ons hoofdstuk in het boek gaat ook tenslotte over de politiek en dan specifiek om het liberalisme, socialisme en het nationalisme. Het Binnenhof (de geschiedenis) Het Binnenhof is tot nu toe uitgelopen tot het bestuurscentrum van Nederland. Het Binnenhof, met de ridderzaal in het midden, is een groot plein in het centrum van de parlement- en regeringsgebouwen. Het ligt eveneens in het centrum van Den Haag. In dit complex komt de ministerraad wekelijks bijeen en vergadert de volksvertegenwoordiging en hier werkt de minister-president. Je zou kunnen zeggen dat Nederland hier zichzelf regeert.
Het Binnenhof Op de derde dinsdag in september komt de Verenigde Vergadering bijeen en legt de Staten-Generaal de regeringsplannen voor het komende jaar voor. Dit wordt ook wel de troonrede genoemd. Voor andere is dit ook wel bekend als prinsjesdag. Dan komt de koningin in een gouden koets het Binnenhof op rijden en leest ze de troonrede voor die vroeger ook wel de opening van de Staten-Generaal genoemd werd. Maar om dit alles echter plaats te kunnen laten vinden moet het toch ooit tot stand gekomen zijn. Daarvoor moet je met me mee reizen terug in de tijd. Waarin de dertiende eeuw graaf Floris IV, die Nederland regeerde van 1222 tot 1234, een huis liet bouwen waar hij vervolgens met zijn gezin en zijn hofhouding een deel van het jaar in ging wonen. Graaf Willem II was in 1247 verplicht een groot paleis voor ontvangsten en feesten te bouwen toen hij in Aken tot Rooms-Koning gekozen werd. In 1256 gaat Willem II echter dood en heeft hij nooit zijn Grote zaal kunnen voltooien. Het paleis werd voltooid onder leiding van Floris V. Hij verbeterde ook het bestuur van het land. Hij breide zijn bezittingen verder uit en gaat door in Zeeland. Het is dan ook logisch dat de graaf zijn paleis in Die haghe (Den Haag) verkiest boven zijn andere huizen. En zo komt "des-graven-hage" aan haar naam. In 1299 erft het huis Beieren het graafschap Holland en Zeeland. En rond 1400 was dat Albrecht van Beieren en daarna zijn zoon Willem VI die het graafschap bewoonden. Maar zij waren de eerste Nederlandse graven die er een vaste woonplaats van maakten. In die tijd waren er inmiddels al meer gebouwen rond de ‘Grote Zaal’ (ridderzaal van nu) gebouwd. In 1428 hadden Albrecht van Beieren en zijn zoon het waarschijnlijk alweer voor gezien, want in 1428 was het graafschap bewoond door de hertogen van Bourgondië. Het Binnenhof breidt steeds meer uit tot een echt bestuurscentrum. In 1511 vestigt het hoogste rechtscollege zich achter de Grote Zaal. Het hof houdt hier zijn zetel tot de negentiende eeuw. Het rechtscollege bestaat uit zalen waar de rechten besproken worden. De rolzaal. Boven de Rolzaal werd een gevangenis ingericht voor aanzienlijke personen. Waaronder Van Oldenbarnevelt en Hugo de Groot. Nog steeds blijven ze bouwen en verbouwen. Als Napoleon zich de keizer van Frankrijk mag noemen, is zijn broer, Lodewijk Napoleon, in 1806 tot koning van Holland benoemd. En ook hij verblijft dan een geruime tijd in het Binnenhof. Aan al die verbouwingen kwam steeds maar geen einde, omdat er zoveel oude ruimtes aangepast moesten worden. Zodoende ook in 1863. Men wilde weer een nieuw volksvertegenwoordiging bouwen ter ere van de 50 jaar onafhankelijke natie van Nederland. Maar de plannen waren inmiddels alweer van tafel geveegd. Uiteindelijk komen we bij nu. Het Binnenhof bestaat nu uit de Ridderzaal waar onder andere op prinsjesdag de troonrede wordt voorgelezen, de eerste kamer voor discussies voor de minister, de tweede kamer voor debatten van verschillende partijen en we hebben nog de ‘kantoor’ complexen waar alles bijgehouden wordt. Maar die andere drie zijn toch het belangrijkst. Het verband met het lesboek We zitten nu in het hoofdstuk over liberalisme, nationalisme en socialisme. En die drie termen zie je ook heel sterk terug komen in het bezoek dat ik heb meegemaakt in het Binnenhof. - Socialisme: Het socialisme komt terug door de debatten. Ze debatteren uiteindelijk voor het volk. Ze zorgen ook voor de gelijkheid in ons land zodat arbeiders er niet de dupe van worden of juist weer wel. Typische socialistische partijen die in de tweede kamer debatteren zijn: PvdA en de SP. Er zijn er waarschijnlijk wel meer maar dit zijn echt de 'uitblinkende'. - Liberalisme: Het liberalisme heeft typische kenmerken zoals de grondwet, de vrijheid en het belang van de burger. Je ziet dit ook terug in de tweede kamer, want je ziet veel liberalistische partijen. Waaronder VVD, CDA en D66. Deze strijden voor de vrijheid van meningsuiting, godsdienst etc. Ze strijden ook voor de eerder genoemde kenmerken. - Nationalisme: Ik denk dat de overgebleven partijen ( GRL, RPF, SGP en het GPV) onder nationalisme horen, want die strijden voor ons land. Ze zetten zich in voor het welzijn van de burger. Ik denk dat ik iedere partij onder nationalisme kan zetten, want iedereen doet iets voor ons land en iedereen debatteert daar over. Mijn mening Ik denk dat het heel moeilijk is om partijen onder groepen te verdelen. In mijn lesboek heb ik het al geoefend, maar dat is heel anders. Dat komt omdat we daar stukken tekst hebben staan en dan kijk je gewoon naar de woorden of de kenmerken er in staan. Maar bij de partijen moet je eromheen kijken. Ik weet zeker dat de tweede kamer een knoert van een bron is voor het liberalisme, socialisme en het nationalisme, maar je moet het maar op dat moment vinden. Je moet maar op dat moment de 'clues' vinden. Slot Mijn mening was kort maar krachtig, want alles wat ik kwijt wou staat erin. Ik vond het leuk om naar de tweede kamer te gaan, want ik zou het nooit uit mezelf doen. Ik heb er nu een ervaring bij waar we onbewust iedere dag mee te maken krijgen. Over alles in ons land is iets besloten. Misschien niet alles door de tweede kamer maar het heeft toch met de politiek te maken. En dit maak je natuurlijk niet elke dag mee. Wat ik eerlijk gezegd wel jammer vond is dat we niet een heftige discussie mee hebben gemaakt maar een discussie van tien tot vijftien man en meer ook niet. (Die eerlijk gezegd alleen een beetje over en weer wat zeiden) En omdat we midden in een discussie vielen begreep ik er niets van. Je kon het ook niet vragen want je moest stil zijn en dat vond ik persoonlijk erg jammer. Op zich is de excursie geslaagd. Wat ik gezien heb was al bekend maar de geschiedenis er omheen niet en dat vond ik wel erg interessant. Ik heb nooit geweten dat het heel vroeger ontstaan was. Het was daarom ook leuk om dit werkstuk te maken, want ik wist er niks van af. Dan is het hetzelfde als je mijn werkstuk zou lezen. Je wist namelijk niet wat je te wachten stond.