De Olympische Spelen

Spelen in de Oudheid
De Olympische Spelen ontstonden in de Griekse oudheid zo rond 776 voor Chr. Waarschijnlijk zijn de Spelen ontstaan uit grote religieuze feesten gehouden in Olympia. Ze waren gewijd aan de oppergod van de Grieken, Zeus. Ze vonden elke vier jaar plaats. Aanvankelijk kenden de spelen maar één nummer: een hardloopwedstrijd over bijna 200 meter. Maar later op hun hoogtepunt duurden de spelen vijf dagen en werden er allerlei werdstrijden gehouden. Oorlogen werden vaak gestopt voor de Spelen. De atleten konden dan gemakkelijk reizen naar Olympia. Aan de Olympische spelen mochten alleen vrije Grieken[dus geen slaven] mee doen. Ook vrouwen konden niet mee doen. Getrouwde vrouwen mochten er zelfs niet naar kijken
Geld was er niet te verdienen in Olympia. Het ging om de eer. De winnaar kreeg als prijs een krans van olijftakken. Toen de Romeinen de Grieken gingen overheersen werden de Spelen langzamerhand steeds minder belangrijk. In 393 na Chr. verbood de keizer Theodosius zelfs de spelen!! De Moderne Spelen

De Fransman de Coubertin ergerde zich eind vorige week aan het Franse onderwijs. De kinderen werden volgestopt met kennis, maar aan het lichaam werd niets gedaan. Om hier wat aan te doen stelde hij voor de Olympische Spelen weer in te voeren. Hij hoopte ook dat het samenkomen van jongeren uit verschillende landen om te sporten tot meer begrip tussen die jongeren zou leiden. Van hem is ook de uitspraak: "Het belangrijkste bij de Olympische Spelen is niet het winnen, maar het deelnemen. van Athene tot Atlanta
De eerste moderne Spelen werden 100 jaar geleden gehouden in Athene. Hier deden zo'n 300 atleten uit dertien landen aan mee. Vrouwen mochten niet meedoen. Aan de Spelen van 1900 deden voor het eerst Nederlanders mee. In dit jaar mochten ook vrouwen voor het eerst mee doen bij tennis en golf. In 1912 in Stockholm mochten vrouwen ook meedoen aan zwemmen. De Spelen van 1916 gingen door de Eerste Wereldoorlog niet door. Hierna volgden Antwerpen[1920] en Parijs[1924]. in Parijs werd ook het eerste Olympische dorp gebouwd voor de deelnemers. Vanaf dit jaar werden ook de Winterspelen apart georganiseerd. In 1928 waren de Spelen in ons land[Amsterdam].Vrouwen mochten nu ook aan atletiek en gymnastiek mee doen. In 1936 [Berlijn] probeerden de nazi's onder aanvoering van Hitler de Spelen voor hun politieke doelen te misbruiken. De volgende Spelen werden [door de Tweede Wereldoorlog] pas in 1948 in Londen gehouden. In Helsinki[1952] deed de Sovjet-Unie voor het eerst mee. Langzamerhand kwamen ook de Afrikaanse landen naar voren. Een enorm dieptepunt waren de Spelen in 1972 in München. Daar gijzelden terroristen een deel van de Israëlische ploeg en er vielen zelfs doden. Hierna volgden de spelen van Montreal[1976], Moskou[1980] en Los Angeles[1984]. De laatste spelen vonden plaats in Seoul[1988] en Barcelona[1992] Beroemde Kampioenen
Atleten die op de Olympuische Spelen een medaille halen, zijn vanzelf al beroemd. Toch zijn er in de loop van de tijd atleten geweest, die heel beroemd werden. Dat zijn b.v. Johnny Weismuller die vijf medailles behaalde. Later werd hij beroemd als de filmheld Tarzan. Of Jesse Owens, die in 1936 als zwarte atleet vier gouden medailles won. Dit vonden de Nazi's helemaal niet leuk. Of onze eigen Fanny Blankers Koen die in 1948 vier gouden medailles veroverde. Of Ard Schenk, die op de winterspelen drie gouden medailles haalde. De Amerikaan Carl Lewis haalde net als Jesse Owens in 1984 vier gouden medailles. Zijn landgenoot Mark Spitz is echt 'topscorer'. Hij won in 1972 bij het zwemmen liefst zeven gouden plakken.