Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Kathe Kollwitz

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 1501 woorden
  • 12 april 2000
  • 44 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
44 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding In het museum ‘In Flander’s Fields’ te Ieper was ik zeer onder de indruk van het werk van de Duitse kunstenares Käthe Kollwitz. Als kind ben ik ook al op het soldatenkerkhof te Vladslo geweest. Na het zien van de uitzending over haar leven & werk op de, overigens uitstekende, zender Canvas, wist ik dat ik voor dit vak, Esthetica, een bespreking over haar leven en werk zou maken. Käthe Kollwitz hoort bij het expressionisme, een kunststroming die uitdrukking geeft aan menselijke gevoelens. De aan de natuur ontleende vormen worden meestal overdreven of soms gedeformeerd om ze meer zeggingskracht te geven. Biografie Käthe Kollwitz, geboren Käthe Schmidt, wordt op 8 juli 1867 geboren in Königsberg, Oost-Pruisen, als dochter van een metselaarsbaas Karl Schmidt en Katharina Rupp. Ze studeert eerst aan de Tekenschool voor meisjes in Berlijn vanaf haar 18de. Drie jaar later volgt ze schildersles in München. Daar wordt ze geboeid door de ideeën van de sociaal-democraten. In 1891 trouwt ze met de ziekenfondsarts Karl Kollwitz en verhuist ze samen met haar man naar Noord-Berlijn. In het huis in de Weissenburgenstrasse leven ze in een arme buurt, waar ze geconfronteerd worden met ellende, die werkeloosheid, kindersterfte en alcoholisme met zich meebrengen. Een jaar later krijgen ze een zoon, Hans. Naar aanleiding van het zien van het toneelstuk ‘Die Weber’ van G. Hauptmann in 1893 ontstaat haar eerste etsenreeks: ‘De weversoproer’, vrije vertolkingen van harde arbeid en bittere armoede. In 1896 wordt haar tweede zoon Peter geboren. In de reeks ‘Boerenoorlog’ komt vooral revolutie, opstand en dood voor. Door die cyclus heeft ze de titel gekregen van ‘kunstenares van het proletariaat’. Vanaf 1904 volgt ze in Parijs lessen in beeldhouwkunst. Haar zoon Peter sneuvelt in oktober 1914 vlakbij Diksmuide tijdens de eerste wereldoorlog. Ze vat het plan op een monument voor hem te maken, dat pas in 1932 op het soldatenkerkhof van Vladslo (bij Diksmuide) geplaatst wordt. Na 1918 wordt Käthe professor aan de Pruisische Academie. Ze maakt veel grafisch werk met als thema ‘De oorlog’. Wanneer de nationaal-socialisten in Duitsland de macht overnemen, moet ze weg uit de Academie. Ook haar man krijgt werkverbod. In 1940 sterft Karl, haar man. Tijdens de tweede wereldoorlog wordt haar woning verwoest en worden afdrukken en platen van haar etsen vernietigd. Op 22 april 1945, een paar dagen vóór het einde van de oorlog, sterft Käthe Kollwitz in Moritzburg bij Dresden. ‘Ik hou van Duitsland, en ik weet dat het een zending te vervullen heeft, maar die bestaat er niet in 18-jarigen naar het slagveld te zenden. Ik hou veel van mijn land, doch méér nog hou ik van het woord uit de Openbaring: “En er zal een nieuwe tijd komen, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.” ‘
Werk Het oeuvre van Käthe Kollwitz omvat vooral grafisch werk (tekeningen, litho’s, lino’s en houtsneden) en beeldhouwwerk. Armoede, ellende, sociaal onrecht, oorlog en door zijn de belangrijkste thema’s van haar werk. Käthe Kollwitz schrijft in haar dagboek: “Soms zeiden mijn ouders tegen me: ‘Er zijn toch ook vrolijke dingen in het leven. Waarom toon je alleen de donkere kanten?’ Daarop kon ik niet antwoorden. Het ergerde me niet eens. Alleen dit wil ik nog een keer beklemtonen. Medelijden en medeleven waren slechts in geringe mate mijn drijfveren om het proletarisch leven af te beelden. Ik vond het gewoon schoon. Zoals Zola of iemand anders ooit gezegd heeft: ‘Het schone in het lelijke.’ “ Uit de ellende van het leven heeft ze blijvend haar inspiratie gehaald. Grafisch werk Tekeningen, houtsneden, etsen en litho’s. Zelfportretten Uit de verschillende zelfportretten, die een periode van 55 jaar omvatten, kan je haar lijden aflezen. De ets (zie pagina 7) uit 1893 toont een ernstige vrouw werkend aan een tafel. Het licht vanuit het lampje valt op de linkerhelft van haar gelaat en verlicht ook haar handen en de tafel. ? Zelfportret aan tafel, 1893, ets en aquatint, 17,8 x 12,8 cm In de latere portretten concentreert zij zich op haar gezicht, vaak gelaten en toch weerspannig. Ze beeldt zich altijd meedogenloos en zonder enig spoor van ijdelheid af. ? Zelfportret met hand tegen het voorhoofd, 1920, ets, 15,4 x 13,7 cm ? Zelfportret in profiel, 1919, litho, 34 x 29 cm ? Zelfportret (vooraanzicht), 1923, houtsnede, 15 x 15,5 cm (zie pagina 8) ? Zelfportret, 1924, litho, 29 x 22,5 cm ? Zelfportret in profiel (met hand), 1924, houtsnede, 20,8 x 30 cm ? Zelfportret (in profiel), 1927, litho, 32 x 29 cm (zie pagina 9) ? Zelfportret, 1934, litho, 20,8 x 18,7 cm (zie pagina 10) ? Zelfportret (in profiel, naar rechts), 1938, litho, 47,5 x 29 cm (zie pagina 11) De dood In die serie litho’s is het de dood die meestal het kind bij de moeder weghaalt. (zie pagina 12) In die litho ‘De dood houdt het meisje op de schoot’ (zie pagina 13) uit 1934 wordt de dood rustig onthaald. Het is alsof het kind rustig op de schoot van de moeder slaapt. De dood wordt als een vrouw voorgesteld met lang zwart haar, van wie men het gezicht niet ziet. In ‘Dood neemt een vrouw’ (zie pagina 14)van 1934 wordt de dood gewelddadig voorgesteld. De blik van de vrouw is één en al angst terwijl de dood haar volledig in zijn greep heeft. In een andere litho uit 1935 wordt de dood zelfs uitgelaten verwelkomd (‘Dood wordt als vriend herkend’ (zie pagina 15). De stervende omklemt met beide handen het hoofd van de dood en kijkt hem met smekende ogen recht in het gezicht en schijnt te vragen ‘Neem mij’. Käthe Kollwitz schreef hierover aan een vriend: ‘Ik ben blij dat je de litho mooi vindt, die de dood als vriend laat zien. Ik hou ook van deze litho, maar verder bijna niemand.’ Sculptuur Het beeldhouwwerk van Käthe Kollwitz is verdriet, ellende en dood. Haar bekendste beeldengroep is ‘Het treurende ouderpaar’ (1932) (zie pagina 16,17,18) op het soldatenkerkhof van Vladslo, waar haar zoon Peter begraven ligt. Hierin geeft ze gestalte aan het leed dat de oorlog haar berokkende. Het stelt een vader voor, haar man en vader van Peter, met al zijn opgekropt verdriet. Hij wordt knielend afgebeeld met de armen krampachtig om het lichaam geslagen. Het hoofd groeit als het ware uit de opgetrokken schouders. Ingevallen wangen en een verbeten trek rond zijn mond vallen op. De moeder, Käthe Kollwitz zelf, is knielend voorovergebogen, de ogen dicht tegen haar wang aangedrukt. Het massieve beeld drukt innigheid, verdriet en liefde uit. Een paar jaar geleden kwamen de kunstwerken in het journaal omdat de kleinkinderen de beelden terug naar Duitsland wilden halen. Het ouderpaar blijft echter in Vladslo en is nu geklasseerd. De levensgrote beelden zijn gehouwen uit graniet. Ze tonen in hun geslotenheid en monumentaliteit overeenkomsten met het werk van een ander Duits beeldhouwer en vriend van Käthe Kollwitz, E. Barlach. (zie pagina 19,20,21) Käthe Kollwitz heeft er 18 jaar over gedaan om haar werk af te maken. De eerste schetsen zijn reeds te zien in haar dagboek van 1914. Wanneer ze afgewerkt zijn, in 1932, woont zij persoonlijk de verplaatsing bij. ‘Terugblikkend op de tijd in België herinner ik me als mooiste moment de laatste namiddag toen mijn man en ik terugkeerden naar de beelden bij het graf van Peter. Ik stond voor de vrouwenfiguur, bekeek ze – mijn gezicht – , weende en streelde haar over de rug.” Een andere sculptuur is de ‘Pietà’ (1936) (zie pagina 22) een zittende treurende moeder met tussen haar benen het ineengedoken dode lichaam van haar zoon. Het thema in religieuze context kennen we al van in de middeleeuwen (de Vlaamse Primitieven) en van Michelangelo, die in de 16de eeuw een Pietà heeft gekapt in marmer, en die nu te zien is in de St.-Pietersbasiliek te Rome. Het beeld van Käthe Kollwitz is één en al expressie van verdriet. Het werk is onder andere te zien in het paviljoen van het Middelheim, het openluchtmuseum voor beeldhouwkunst, in Antwerpen, dateert van 1937 en is in brons gegoten. In 1996 heeft H. Haacke een bronzen vergroting gemaakt van de Pietà om geplaatst te worden in die Neue Wache in Berlijn, gebouwd door Schinckel in een klassieke stijl. Het beeld is opgesteld in het midden van de ruimte en bedoeld als herdenkingsmonument voor alle gesneuvelden van verschillende oorlogen. Andere gekende beeldhouwwerken ? Zelfportret, brons, 35 cm, 1936 ? Grafreliëf, brons, 35 cm, 1936 ? De klacht, reliëf, brons, 27 cm, 1938 (zie pagina 23) ? Afscheid, brons, 18 cm, 1940
Besluit De unieke bijdrage die Käthe Kollwitz voor de kunst heeft geleverd, is dat zij erin is geslaagd het sociale engagement en de oproep tot verbetering van sociale wantoestanden op een krachtige manier heeft omgezet in een geheel eigen en expressieve beeldtaal. “Nooit heb ik mijn werk koud gemaakt ..., maar altijd in zeker zin met mijn bloed. Dat moeten diegenen, die het bekijken, weten” Bibliografie
Ilse KLEBERGER, Käthe Kollwitz, Drempelreeks, Vrije Geest, Zeist, 1994
Käthe KOLLWITZ, Ich will werken in dieser Zeit, Berlijn, 1972 (keuze uit dagboeken en brieven) Raf SEYS, Käthe Kollwitz in Vlaanderen, Devriendt, Koekelare, 7de druk, 1998 Handzeichnungen aus der Käthe Kollwitz Sammlung der Kreissparkasse Köln, museumcatalogus, 1985
Käthe Kollwitz - Grafiken – Plastiken, tentoonstellingscatalogus, Stuttgart, 1996
Käthe Kollwitz, in Histories, TV-uitzending op Canvas, december 1999 Käthe Kollwitz: een sterke vrouw, in De Standaard, 13 december 1999
Miserie als inspiratiebron in grafiek Kollwitz, in de Financieel Economische Tijd, 9 december 1999

REACTIES

E.

E.

Er wordt vermeld dat het werk van Käthe Kollwitz behoort tot het expressionisme, wat niet geheel correct is. Het behoort tot de 'Nieuwe zakelijkheid', een stroming die eigenlijk voortvloeit uit het expressionisme en er nauw mee samenhengt, maar toch zijn er verschillen. Haar zoon Peter sneuvelt inderdaad nabij Diksmuide, meerbepaald in Esen, waar hij eerst werd begraven. In 1956 werd hij dan, samen met 1.538 kameraden overgebracht naar het Praetbos te Vladslo, waar het "Treurend Ouderpaar" opnieuw aan zijn graf werd opgesteld

17 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.