Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Vlinders

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 1e klas vmbo | 2210 woorden
  • 28 mei 2006
  • 198 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
198 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
INHOUDSOPGAVE.

Inleiding.
Hoofdstukken.

1. Voeding.
2. Gedaantewisseling.
3. Het lichaam van de vlinder.
4. De vleugels.

Slot.
Boekenlijst.
Beoordelingsformulier.

INLEIDING.

Ik heb dit onderwerp gekozen, omdat ik vlinders zeldzame insecten vind.
Je ziet vlinders niet zo vaak buiten, want vlinders leven niet zo lang zoals andere insecten: Muggen, Bijen, Wespen enz. Het leek me daarom zo leuk om mijn werkstuk over vlinders te doen. Ik had genoeg informatie over vlinders kunnen vinden.

HOOFDSTUKKEN.

1. Voeding.


2. Gedaantewisseling.
- Het ei.
- De rups.
- De pop.
- De volwassen vlinders.

3. Het lichaam van de vlinder.
- Kop.
- Borststuk.
- Achterlijf.

4. De vleugels.
- Kleuren.
- Schubben.

1. VOEDING.

VOEDSEL VAN DE VLINDERS.
De meeste vlinders eten van nectar en zaadplanten. Nectar is stroperig vocht in bloemen. Daar zitten, eiwitten, suikers en vitamines in. Je kunt nectar vergelijken met suikerwater. Vlinders zuigen de nectar op met hun lange tong. Die zit opgerold onder hun kop.
Vlinders hebben een voorkeur voor bloemen met veel nectar. In bloeiende braamstruiken zit veel nectar in, dat vinden vlinders heel lekker. Behalve nectar uit bloemen. sommige vlinders eten nog ander voedsel. Atalanta's en dagpauwogen zijn dol op rottend fruit. Kijk in het najaar maar eens in een boomgaard of probeer ze te lokken met wat rotte appels of pruimen in de tuin. De grote weerschijnvlinder drinkt het vocht uit mest/poep of dode dieren. En soms kun je groepjes vlinders zien drinken op een vochtig pad of bij modderpoelen. Weinige soorten vlinders leven van de varens, mossen en de korstmossen.

VOEDSEL VAN RUPSEN.
Vlinders leggen hun eitjes op de waardplanten van de rupsen. Niet alle rupsen vinden dezelfde plant lekker om te eten. Het verschilt per soort. Vele soorten lusten maar één of enkele soorten planten zoals de kleine vos die alleen brandnetels eet. Andere rupsen leven van kruiden of bladeren. Sommige rupsen eten ook wel zaadplanten. Er zijn ook rupsen die vele verschillende planten eet. De rups van het bruin zandoogje eet bijna alle wilde grassen. Voor het bruin zandoogje zijn bijna alle grassen dus waardplanten. Rupsen van vlinders kun je vrij makkelijk vinden op koolplanten en brandnetels. Let maar op aangevreten bladeren!


2. GEDAANTEWISSELING.

De levenscyclus van een dag of nachtvlinder heeft 4 periodes: Het ei, De rups,
De pop en De volwassen vlinder. Andere insekten zoals wantsen (dat zijn een bepaald soort vlinders), krijgen later de kenmerken van de volwassen dier. Bij vlinders is dat heel anders. Tijdens de overgang naar de volgende ‘onderdeel’ vindt een volledige gedaantewisseling plaats en is een opmerkelijk fenomeem. De verschillende fasen in de levenscyclus ligt aan de tijd hoelang het duurt. In de tropen planten sommige soorten zich het hele jaar voort, waardoor de cyclus zich telkens herhaalt. In streken met een gematigd klimaat kan de cyclus zich tijdens de zomermaanden herhalen of (wat vaker gebeurt) wordt er elk jaar 1 cyclus afgewerkt.

HET EI.
Vergeleken met de grote volwassen vlinder zijn de eitjes die door het vrouwtje worden afgezet altijd aan de kleine kant. Ze hebben vaak ronde vormen en kunnen vrijwel bolrond zijn, maar sommige soorten hebben de vorm van een cilinder. Het eitje heeft een taaie buitenkant, die glad kan zijn of allerlei oppervlaktestructuren kan hebben. Binnenin ontwikkelt het embryo zich tot een minuscuul larfje, dat soms het eitje donker kleurt vlak voordat het naar buiten komt. Afhankelijk van de soort kunnen de eitjes afzonderlijk worden afgezet, of in groepjes van 10 of meer. Meestal worden ze afgezet op de voedsel plant van de rups, die het vrouwtje zorgvuldig heeft uitgezocht. Dit is heel belangrijk. Maar de meeste rupsen zij kieskeurig, die niets anders eten dan een goede voedselplant. Het duurt meestal ongeveer 1 tot 2 weken totdat het ei uit komt.

DE RUPS.
Zodra het minuscule rupsje uit het ei is gekomen en in sommige gevallen het eiwand heeft opgegeten, dan kan hij met eten en groeien beginnen. De rupsen van de meeste soorten zijn planteneters, die leven naar het loof van bloemplanten. Hun harde kop en monddelen stellen hen in staat plantaardig weefsel stuk te knagen, dat dan door het spijverteringsstelsel in hun gesegmenteerde lichaam worden verteerd. Aan elk van de 3 borstsegmenten heeft de rups een paar echte poten, aan de buikpoten en aan het achtereind van het lichaam 2 naschuivers, die als zuignappen dienen waarmee hij zich aan een plant vasthoudt. Hoewel het lichaam van de rups zacht is, kan hij niet onbeperkt uitdijen als hij eet en groeit. Daarom vervelt hij van tijd tot tijd; de oude huid scheurt dan aan de kopzijden open. In de nieuwe huid kan de rups weer verder groeien, totdat ook deze verhardt. Rupsen verschillen qua grote en vorm. Als er al zoiets een typische rups bestaat, is deze lang en met een gladde huid.
Zoals te verwachten, is het verschil onder rupsen even groot als die van de grote vlinder. Spanrupsen zijn bijv. vaak knobelig en lang en lijken op twijgjes. Veel rupsen zijn harig, sommige dichtbehaard en andere stekelig.

DE POP.
Na de laatste larvale fase ontstaat een pop. De rups zoekt een geschikte plek om te verpoppen. De larvale huid scheurt open, de pop komt tevoorschijn. De kop, met grote ogen en roltong, is meestal duidelijk te zien, evenals de vleugels en de poten van de volwassen vlinder. Poppen wordt op allerlei verschillende plaatsen aangetroffen. Veel poppen van nachtvlinders bevinden zich onder de grond; de rups is dan vlak voor de metamorfose in de grond gekropen. Meestal is de verpoppingsruimte uitgehold en zijn de wanden bedekt met zijde. Poppen die zich boven de grond bevinden, zijn doorgaands beschermd door een steviger zijden cocon. Vlinderpoppen zijn soms te vinden vlak bij de grond of op het voedsel van de plant van de rups. Bij vele soorten zit de pop op de een of ander manier met zijden vast aan het vekozen strudstraat. De duur van het popstadium varieert van een paar weken, bij sommige tropische soorten tot meer dan 9 maanden in gematigde streken, waar de pop soms overwinterd. Tijdens de verpopping veranderen er weefsels en organen van de rups naar de volwassen vlinder er ontstaat nieuwe kenmerken, zoals vleugels en vliegspieren.

DE VOLWASSEN VLINDER.
De overgang van pop naar de vlinder is een van de grootste wonderen der natuur. Ongeveer een dag voordat de vlinder uit de pop komt, kan de vorm van de vlinder vaak aldoor de pophuid worden gezien en zelfs de kleuren en de vleugels zijn soms al zichtbaar. Terwijl het insect zijn voorkant vergroot, spijt de ‘kop’ van de pop open. de volgroeide vlinder kruipt uit het omhulsel met vochtige, slappe vleugels. Bloed word door de vleugeladers gepompt en zodra de vleugels volledig zijn gestrekt, beginnen ze te drogen. Ongeveer 1 uur later kan de vlinder voor het eerst proberen te vliegen.


3. HET LICHAAM VAN DE VLINDER.

KOP.
Met zijn 2 voelsprieten, 2 grote ogen en een roltong is de kop van de vlinder natuurlijk belangrijk. Met zijn kop onthoud het insect alle informatie over de omgeving (die het nodig heeft) en voor vele soorten is de kop belangrijk bij het opzuigen van voedingsstoffen. De ogen van een volwassen insecten, waaronder vlinders worden facetogen (samengestelde ogen) genoemd en hebben een hele andere bouw dan die van bijv. zoogdieren. In plaats van een soort lens die het licht richt op en lichtgevoelige laag achter in het oog, bestaat het vlinderoog uit duizenden langwerpige cellen, die ommatidia heten. Elk ommatidia bevat een minuscule lens (of facet) en een receptor. Elk ommatidia vormt een eigen afbeelding en de duizenden afbeeldingen samen worden samengesteld tot een beeld. Het oog van een vlinder vormt een halve bol en daardoor kan hij veel zien. Maar het samengestelde beeld is minder duidelijk dan het beeld dat mensen zien. Insecten kunnen goede bewegingen waarnemen. Ze maken vaak gebruik van bepaalde kleuren patronen op bloemen om hun voedselplanten op te sporen. De voelsprieten van dag- en nachtvlinders vallen meestal er op als ze actief zijn, maar tijdens de rust kunnen ze een deel ervan verborgen blijven. De voelspriet is een belangrijk zintuigorgaan en tijdens het vliegen evenwicht houden en bij het ruiken van geurstoffen. De meeste soorten hebben lange, rechte voelsprieten. Die van de dagvlinders zijn knotsvormig, en van de meeste nachtvlinders dun en spits zijn. De voelsprieten worden gebruikt om bloemen op te sporen, daar zit nectar in en dat is belangrijk voor vlinders. Veel planten geven geurstoffen af waarmee ze insecten aantrekken; vlinders komen daar dan op af en ze nemen stuifmeel mee van de ene bloem naar de andere bloem. Ze gebruiken de voelsprieten ook om een mannetje op te sporen. Bij veel soorten geeft het vrouwtje een bepaalde stof af, waarmee het mannetje word gelokt. Dit verschijnsel is bij sommige soorten belangrijk dan bij de andere. De mannetjes van de nachtpauwoog hebben bijv. voelsprieten met een kleine haartjes erop, waardoor de oppervlakte groot is en ze gemakkelijker een vrouwtje kunnen vinden. Hun ruikzintuig is zo goed dat de mannetjes een vrouwtje kunnen ruiken dat zich ergens bevind op een afstand van maximaal 1 kilometer, en vaak zelfs voordat het vrouwtje helemaal uit de pop is gekomen. Hoewel de volwassen vlinders van sommige soorten geen voedsel tot zich nemen, vertonen de meeste een grote eetlust. Ze hebben geen tanden of kiezen in hun mond, zoals bijv. kevers of rupsen die ze eerst waren. In plaats daarvan hebben ze een roltong, die word gebruikt om vloeibaar voedsel op te zuigen. De roltong bestaat uit een lange, dunne buis, die is opgerold en verborgen als de vlinder niet eet. De tong word uitgerold wanneer het nodig is en als hij zijn tong in een bloem steekt als er nectar in zit.
De bloemen zelf zijn vaak aangepast zodat ze geschikt zijn voor de monddelen van een bepaalde vlindersoort. De meeste dagvlinders en veel nachtvlinders eten hun voedsel op terwijl ze op een bloem zitten. Veel nachtvlinders, vooral de grote pijlstaarten en enkele tropische dagvlinders, eten terwijl ze in de lucht zweven.
Sommige soorten, zoals de windepijlstaart die zich voedt met nectar van de tabaksplant, hebben een roltong die langer is dan hun hele lichaam. De kolibrievlinder, ook wel meerkrapvlinder genoemd, is kleiner, maar zuigt overdag vaak op dezelfde manier de nectar van de spoorbloem.

BORSTSTUK & ACHTERLIJF.
Het borststuk is de ‘energiecentrale’ van het lichaam van een vlinder. De vleugels en poten zitten vast aan dit deel van het lichaam, waarin belangrijke spieren liggen die worden gebruikt bij de beweging. Insecen hebben een uitwendig skelet dat hun spieren omgeeft, en hierop vormen dag- en nachtvlinders geen uitzondering. Volwassen insecten hebben 6 poten. Doordat ze een onbuigzaam uitwendig skelet hebben, zijn de delen van de poten op verschillende plaatsen met elkaar verbonden door gewrichten die allemaal een iets andere hoek maken. Hierdoor zijn de poten van de vlinder heel erg beweeglijk. Elke poot bestaat uit 4 dingen; vanaf de poot zijn dit de coxa (heup), femur (dij), tiba (scheen) en tarsus (voet). De tarsus heeft uitsteeksels waardoor een stevige grip mogelijk is een heeft ook zintuigharen, waarmee de vlinder kan ‘proeven’ waarop hij zit. Het opvallendste kenmerk van het achterlijf is dat er allemaal cirkeltjes op zitten die niet te zien zijn. De haartjes waardoor elk cirkeltje omgeven is, is zachter dan op de andere delen van het lichaam van de vlinder. De cirkeltjes zijn met elkaar verbonden door flexibel, membraamachtig haarweefsel. Hierdoor is het achterlijf als geheel behoorlijk beweeglijk, dat komt vooral van pas bij de paring en het afzetten van de eitjes door het vrouwtje. De voortplantingsorganen liggen in het achterlijf, net zoals het grootste deel van het spijsverteringskanaal.

4. VLEUGELS.

Door de vleugels zijn de vlinders zulke mooie beestjes. Door opvallende en vaak kleurige vleugels kunnen vlinders zich in sommige gevallen bekend maken of goed camoufleren. Oogvlekken kunnen eventuele jagers afschrikken en in verwarring brengen.

KLEUREN
De opvallendste vlinder is de dagvlinder elke kleur van de regenboog zit erin. De kleurigste combinaties van de vlinders komen het meest in tropische landen voor.
De mooiste en ingewikkeldste kleuren kan je zien bij de koninnepage (Papiliio machaon), (Papilio glaucus) en de pijpbloempage (Zetynthia poltxena) hebben figuurtjes die lijken op glas-in-lood-ramen. De schoenlappers zijn hele mooie vlinders (Nymphalidae-familie), de tropische kleuren komen daar ook weer in voor bijv. blauw, geel, rood en oranje. Veel tropische dagvlinders en ook de (Danausplexippus) hebben felgekleurde vleugels en vliegen rustig. De vlinders hebben giftige stoffen in hun lichaam dat komt door dat ze nog een rups waren en planten aten waar die stoffen in zaten, net zoals de Monarchvlinder die van de zijdeplant at. Vogels leren de figuurlijke kleurtjes te herkennen met een vieze smaak. Volgende keer laat de vogel de vlinder wel met rust.


SCHUBBEN.
De schubben van dag- en nacht vlinders liggen net zoals dakpannen. Elke schub ziet er uit als en tennisracket en het ‘handvat’ zit aan de vleugels vast. Op de schubben zitten allerlei kleurtjes, daardoor is de vlinder zo mooi. De schubben zitten niet zo goed vast aan de vleugels ze kunnen er ook elk moment eraf vallen. Bij sommige dagvlinders, zoals de (Archon apollinus), en bij nachtvlinders of de wespvlinder (glasvlinder) en de glasvleugelpijlstaart (Hemaris fuciformis) verliezen veel van de vleugels, schubben of de vleugels hebben helemaal geen schubben.

SLOT.

Ik vond het heel leuk om mijn werkstuk over vlinders te doen, omdat ikzelf er veel van heb geleerd. Bijvoorbeeld: dat vlinders in het Latijns LEPIDOTERA betekend. Ik had genoeg informatie kunnen vinden over het onderwerp vlinders.

REACTIES

A.

A.

Echt super!
Zelf ga ik naar t vwo maar dit is echt een heel mooi werkstuk!! =)

13 jaar geleden

A.

A.

aleen is het niet embro maar embrio

13 jaar geleden

A.

A.

embryo

13 jaar geleden

A.

A.

Dit is wel een mooi werkstuk? Zit jij echt in 1 vmbo???

12 jaar geleden

D.

D.

WAUWWW
MOOI

GEKOPIEERD :D

12 jaar geleden

L.

L.

Heb je dit gekopieerd? Komt me bekend voot... WEL MOOI HOOR!

:(

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.