Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Vlinders

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 2379 woorden
  • 28 februari 2005
  • 169 keer beoordeeld
Cijfer 6
169 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
hoofdstuk 1 LICHAAMSDELEN Vlinders zijn in vele opzichten vergelijkbaar met andere insecten. Hun lichaam bestaat uit 3 delen: kop. borststuk en achterlijf. De monddelen , ogen en voelsprieten zitten aan de kop. Het borststuk verzorgt de energievoorziening van de poten en vleugels. Als de vleugels omhoog zwaaien dan klapt het borststuk omlaag en anders om. Kijk maar naar het plaatje. In het achterlijf wordt het voedsel verteerd. Net als andere insecten hebben vlinders een lichaam dat beschermd wordt door een hard omhulsel (het exoskelet). Maar vlinders hebben ook unieke kenmerken zoals hun grote , platte vleugels en een lange roltong. Die roltong word ook wel zuigorgaan genoemd omdat hij zijn tong gebruikt als rietje. Hij rolt zijn tong uit (dat bijna net zo lang als zijn lichaam is) om te drinken. In rust is de tong opgerold onder zijn kop. Ook een belangrijk deel van zijn lichaam zijn de voeten, want met zijn voeten proeft hij. Daarna rolt hij zijn tong uit. De vrouwtjes gebruiken het ook om te voelen of de bladeren wel geschikt zijn voor hun eieren. De eierproductie vind plaats in het achterlijf van de vlinder. DE ZINTUIGEN VAN DE VLINDER Vlinders hebben andere zintuigen dan mensen. In plaats van maar 2 ogen te hebben, hebben ze samengestelde ogen (facet-ogen) , die bestaan uit honderden of duizenden kleine lenzen. Ze hebben ook ongelofelijke gevoelige voelsprieten , die ze niet alleen gebruiken om voedsel te ruiken , maar ook om te horen en te voelen. De voelsprieten spelen een belangrijke rol bij het vinden van een partner.
hoofdstuk 2 DE VLEUGELS VAN DE VLINDER De wetenschappelijke naam voor vlinders is lepidioptera dat verwijst naar de kleine schubben die hun vleugels bedekken. Leps is het Oud-Griekse woord voor schub en pteron betekent vleugel. Schubben zijn eigenlijk afgeplatte haren en elke schub zit met een kort steeltje aan de vleugel vast. Aan deze tere schubben danken vlindervleugels hun verbazingwekkende kleuren, maar ze laten gemakkelijk los. Onder de schubben zijn vlindervleugels net zo doorzichtig als de vleugels van andere insecten. De levendige kleuren van de schubben worden veroorzaakt door pigmenten (kleurstoffen) of door de manier waarop ze licht weerkaatsen. Veel mannetjes hebben speciale schubben (androconien) waarmee ze een partner kunnen lokken. Deze schubben geven de vleugels een geur die stimulerend werkt op vrouwtjes. De vlinders hebben ook veel camouflage door hun vleugels. Door de afbeeldingen die op de vleugels staan schrikken ze hun vijanden af. Veel mensen denken dat de oog op een vleugel dat ze daar echt door kijken maar dat is alleen maar bedoeld om de vlinder te beschermen. hoofdstuk 3 VOORTPLANTING De vlinders leven kort. Ze worden meestal niet ouder dan 2 weken. In die korte tijd moeten ze zorgen voor nakomelingen. Dat is niet zo gemakkelijk want er zijn wereldwijd meer dan 160.000 verschillende soorten vlinders. De vlinders willen ook graag dat ze het met hun eigen soort doen. Bij de nachtvlinders zit het vrouwtje stil tussen de bladeren zij laat dan een lokstof los waar de mannetjes op af komen . Die lokstoffen heten seksferomonen. Elke soort vlinder heeft zijn eigen geur. De mannetjes ruiken die lokstof al op verre afstand. Bij de nachtpauwogen ruikt het mannetje de lokstof al op 4 km afstand. Dagvlinders herkennen elkaar in de eerste instantie aan het uiterlijk. Ze zoeken elkaar vooral op de plaatsen die opvallen in hun leefgebied. De mannetjes vliegen daar snel naar toe en gaan meteen op een soort af die het meest op hem lijkt. De mannetjes letten daar bij het meest op de vorm, kleuren en afmetingen. Als ze elkaar gevonden hebben beginnen ze aan de balts. De balts is een handeling voordat ze gaan paren. Sommige vlinders doen dat al vliegend. Mannetjes vliegen onder de vrouwtjes door en werpen zich achteruit, waarbij ze met hun vleugels langs de antennes van het vrouwtje strijken. Bij andere soorten zit het vrouwtje op een plant en danst het mannetje vlak boven haar. Hij geeft al dansend lokstoffen af. Vrouwtjes willen alleen maar paren als die lokstof van haar eigen soort is. Als dat niet zo is ruikt ze die lokstoffen niet. Als ze aan elkaar duidelijk hebben gemaakt dat ze bij het zelfde soort horen, beginnen ze te paren. Een paring duurt vele uren. Bij de nachtvlinder duurt dit 24 uur lang. Het mannetje geeft niet alleen zaadcellen over maar ook eiwitten. Die gebruikt zij voor de aanmaak van haar eitjes. Ook geeft een mannetje meestal een geurstof af. Daarmee word het vrouwtje minder aantrekkelijk voor de volgende mannetjes. Het ei Na de paring gaat het mannetje op zoek naar andere vrouwtjes. Het vrouwtje moet speuren naar een plant om daar haar eitjes op te leggen. De vrouwtjes willen wel een goede plant voor hun eitjes. Dat kunnen ze voelen met hun haren op hun pootjes. Ze wil graag dat als de rups uit het eitje komt ze een goed blad heeft om op te eten. De grootte van die eitjes zijn enkele tiende millimeters tot bijna een halve cm. Sommige vrouwtjes leggen hun eitjes een voor een op verschillende planten , andere leggen ze in groepjes bij elkaar. Vlinder eitjes hebben een harde schaal die glad kan zijn maar ook geribbeld. De vorm verschilt ook van soort tot soort: bolletjes, kegels, cilinders, schijfjes koepels enz. Binnen in dit ei ontwikkeld zich het embryo. Dit duurt soms dagen of weken. Als de rups er uit kan verkleurt het eitje. De rups, een eetmachine Rupsjes kruipen uit vlindereieren en vormen een onmisbare schakel in de levenscyclus van de vlinder. Ze zijn in het stadium waarin de groei plaats vind. Rupsen zijn zo gebouwd dat ze in korte tijd veel kunnen eten. Dat begint direct na de geboorte al met het opeten van de eierschaal van het eitje waar ze uitgekropen zijn. Als dit op is gaan ze verder met de plant waar ze op zitten. De rupsen zijn erg kieskeuring met het kiezen van de goede plant. Ze verhongeren nog liever dan die plant op te eten. Gelukkig zet het vrouwtje de eieren op een goede plant zodat de rups meteen na zijn geboorte kan beginnen met zijn maaltijd. De rups eet binnen een korte tijd heel veel. Om te kunnen groeien verveld de rups een aantal malen. Als zijn buikje vol is gegeten gaat hij vervellen. De rups zoekt een beschut plekje en bint met zijdedraad het achterste deel van zijn lichaam vast aan de plant. Zijn huidje scheurt vervolgens aan de kopkant open en de rups wandelt zo zijn oud velletje uit. Een nieuw huidje dat een paar maten groter is heeft hij dan gevormd. Als de nieuwe huid gedroogd is, kan de rups weer verder met zijn maaltijd. In de tijd van 2 tot 3 weken is de rups duizend keer zo zwaarder dat zijn geboorte gewicht . De meeste rupsen vervellen zo’n 4 tot 5 keer. Bij de laatste vervelling komt niet een grotere rups maar een pop te voorschijn. Daartoe maakt de rups eerst een spinsel van zijdraad aan de plant. Daar haakt hij zijn achterste pootjes in vast en gaat hangen. Sommige rupsen spinnen een soort gordeltje om hun middel om zich daar mee aan de plant vast te houden. Als ze hun rupsenhuidje afgestroopt hebben, zijn ze pop geworden.
de pop en de cocon In de pop vind de gedaante wisseling plaats. De rups veranderd na een leven van eten en groeien in een vlinder, die helemaal ingesteld is op voortplanting. De pop is een kwetsbaar stadium in het leven van de vlinder. In geval van nood heeft hij geen poten of vleugels om zich in veiligheid te brengen. De rups zoekt daarom ook een veilig plekje om zich te verstoppen. Poppen van een dagvlinder zitten aan een plant vast, die zijn door de vorm en de kleur gecamoufleerd. Verschillende rupsen spinnen hun cocon. Dat is een omhulsel van kilometers lang draad dat om de rups is gewikkeld, waarbij de windingen met een soort kleefstof aan elkaar word gelijmd. Binnenin zo’n veilige cocon verstopt een rups en verwisseld van gedaante. Het duurt soms een dag of tien, soms ook wel 3 jaar dat ze in die pop zitten. Het verschilt wel veel tijd maar dat komt door de verschillende soorten vlinders en de temperatuur en vochtigheid. de geboorte van de vlinder Als de metamorfose klaar is , barst de cocon open en kruipt de vlinder naar buiten. De vleugels zijn dan nog klein en verfrommeld. Bij een pasgeboren vlinder zijn de vleugels elastisch. De vlinder zoekt een plek om zijn vleugels te ontwikkelen. Hij gaat aan de lege pophuid of aan een takje hangen en pompt met kracht bloed in de aderen van de vleugels. Die worden groter en groter totdat ze hun definitieve afmeting bereikt hebben. De vlinder blijft dan nog een paar uur hangen om zijn vleugels te laten drogen. Daardoor verliezen de vleugels hun elasticiteit, Als ze goed uitgehard zijn , pompt de vlinder het bloed terug uit de vleugeladeren . De vleugels zijn dan sterk en licht en de vlinder kan voor het eerst vliegen. Dan begint de hele cyclus weer van voren af aan. De vlinders leven vaak alleen en hebben maar een doel ,namelijk voortplanten. Sommige leven wel in groepen maar dat zijn meestal trek vlinders. hoofdstuk 4 DE VLINDERTREK Sommige vlinders leven en sterven binnen een heel klein gebied en verplaatsen zich nooit ver van hun geboorteplaats. Maar een paar soorten trekken regelmatig. Ze kunnen grote afstanden afleggen op zoek naar verse planten en ontsnappen aan de kou. Sommige vlinders zijn net als vogels, echt wereldwijde trekkers. Af en toe verschijnen er in Europa kleine zwermen Noord-Amerikaanse vlinders die de Atlantische Oceaan zijn overgestoken. De nachtvlinder Utetheisa pulchella is boven de zuidelijke Atlantische Oceaan duizenden km van de kust waargenomen. Een verschil met volgels is dat de meeste vlinders maar 1 richting trekken en niet terugkeren naar waar ze vandaan komen. koninklijke trekkers: In maart trekken monarcgen naar het noorden en zetten hun eitjes onderweg af en sterven. Na het uitkomen van de eitjes begint de cyclus opnieuw. De een maand oude vlinders gaan afhankelijk van het seizoen verder noordwaarts of weer naar het zuiden.* Trekkende monarch
Monarchvlinders trekken tussen Noord- en Midden Amerika. Enkele zijn de Atlantische Oceaan overgestoken en hebben zich op eilanden voor de kust van Afrika en Portugal gevestigd. hoofdstuk 5 VOEDSEL De meeste vlinders hebben nectar uit bloemen nodig voor hun energie. Vliegen is nu eenmaal een energie vretende bezigheid. De vrouwtjes hebben ook energie nodig om de eitjes te ontwikkelen. Naast nectar is het sap van rottende fruit ook energie vol. Soms is het sap tot alcohol gegist en dan draaien de vlinders rond alsof ze dronken zijn. Niet alleen opgelost suiker zijn voor de vlinder van levensbelang , ook het water is onmisbaar. Heel wat vlinders drinken in de ochtendschemer van de dauwdruppeltjes die op de bladeren liggen. Anderen gaan naar de oever van de rivier om daar wat water te drinken. Een plant geeft energie aan de vlinder en andere bloembezoekende insecten als het waren als beloning voor de hulp bij de bestuiving. De bouw van de bloem is vaak ingesteld op de bepaalde groep insecten. Een van de vlinders aangepaste bloem heeft als kenmerk dat de nectar alleen maar bereikbaar is voor de lange dunnen roltong van de vlinder. Ander insecten kunnen daar niet bij. Omdat hun voedsel niet erg voedzaam is , leven vlinders zelden meer dan een paar dagen. Er zijn natuurlijk wel vlinders die wel lang kunnen blijven leven. hoofdstuk 6 VIJANDEN EN ZIEKTES Veel vlinders leggen enorme aantallen eieren. Soms kan 1 vrouwtje er meer dan duizend tegelijk leggen. Maar deze eieren worden vanaf het moment dat ze gelegd zijn bedreigd door roofdieren, parasieten en ziektes. ook rupsen en volwassen vlinders hebben veel vijanden bijvoorbeeld: volgels, vleermuizen, spinnen, wespen en kevers. De volgel is de gevaarlijkste vijand van de vlinder. Veel soorten vogels jagen op volwassen insecten. In de lente zie je vogels vaak terug vliegen naar hun nest met een rups in hun bek. Rupsen worden ook aangevallen door parasitaire wespen en vliegen, die eitjes in hun lichaam leggen. Behalve door deze belagers worden vlinders bedreigd door ziektes en schadelijke schimmels. De rode vlek op de rug van deze vlinder is een groepje rode mijten. Deze mijten zijn larven die zich vastgrijpen aan vlinders van de familie Satyridae. Ze drinken van het bloed van de vlinder tot ze vol zitten en laten zich dan vallen. De vlinder lijkt er weinig last van te hebben. Een rups wordt door parasitaire vliegen van de familie Tachinidae gedood. Veel rupsen worden zo gedood. De vlieg injecteert haar eieren in de rups en de pas uitgekomen larven eten het lichaam van binnenuit op. De larven groeien en boren zich uiteindelijk een weg naar buiten.
hoofdstuk 7 LEEFGEBIEDEN VAN DE VLINDER De vlinder leeft eigenlijk overal op de wereld. Ik zal een paar vlinders opnoemen waar ze leven. morpho aega
zij leven in brazilie
vindula arsinoe
zij leven in Maleisië tot in het noorden van Australië delias henningia
zij leven in de Filippijnen
doodshoofdvlinder
zij leven overal en vliegen heel ver ze vliegen bijv. over de Middellandse Zee
garphium weikei
zij leven in Nieuw-Guinea hoofdstuk 8 DE MENS EN DE VLINDER De mens doet er veel aan om ze te beschermen. Mensen verzamelen vlinders ook. Dat deden ze al vorige eeuw. Zij trokken dan heel de wereld rond. Als die allereerste verzamelaars de vlinders niet in hun netten konden verstrikken, kwamen er desnoods pijl en boog of zelfs een schot hagel aan te pas om een speciale vlinder te bemachtigen. De colecties worden op deze manier niet meer aangevuld. Er zijn wel altijd verzamelaars gebleven en vingen de vlinder dan voor hun collectie. Er bestaan zelfs vlinder- musea. Je kan dan vlinders bekijken die aan een bord zijn geprikt. Er zijn ook vele vlindertuinen. hoofdstuk 9 SLOTWOORD Ik heb hier veel van geleerd. Het zijn zulke kleine beestjes en kunnen dan door hun vleugels hun vijanden weg jagen. Dat er meer dan 160.000 verschillende vlinders bestaan is wel heel erg veel. Ik vond het een leuk onderwerp en er was te veel informatie over te vinden dus heb ik niet alle informatie in dit werkstuk geschreven anders zou het een boek worden. De vleugels van de vlinders zijn wel het interessantst.
hoofdstuk 10 BRONVERMELDING Hier volgen vier boeken uit de bibliotheek: -De vlinder encyclopedie -Vlinders, zo kunnen we ze redden -Dieren in het wild. Vlinders -Vlinders en rupsen

REACTIES

G.

G.

heej skatjuh goed werkstuk hooor!!

19 jaar geleden

D.

D.

ik vind het knap wat je hebt gedaan overtypen uit een boek: dieren in het wild vlinders

erg knap bravo!!!!

kusjes me

18 jaar geleden

S.

S.

STALK RWCLAME

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.