Grasparkieten

Voeding Grasparkieten zijn zaadeters net als de papegaaien. Ze zijn zelf ook familie van de papegaai. Het basisvoer bestaat uit mengsels van granen. Parkietenvoer bestaat uit trosgierst, milet, kanariezaad, parkietenmengselen , honing, gedrenkte traktatie, jodium, knabbelblokjes, krachtvoer, grit, inktvisskelet, wortel, appel, en extra vitamines. Grit is een mengsel van hele kleintjes kalksteentjes en oesterschelpjes. Het zijn harde steentjes. Krachtvoer voor de grasparkiet is heel erg goed. Het heeft vitamines, dus dat is aangeraden om dat in het bakje te zetten. Groenvoer is eigenlijk sla. Groenvoer bestaat ook uit wilde kruiden zoals : vogelmuiter, herderstasje en paardebloem. Je mag ze eigenlijk nooit van de weg plukken, want daar zijn uitlaatgassen op gekomen. De parkiet kan ook een beetje fruit eten zoals een beetje appel, peer, banaan, rode bessen of een kers. Je moet ze dat niet elke keer geven. Anders gaan ze de andere gezonde dingen niet meer eten zoals krachtvoer en groenvoer. De inktvisschelp is zo een wit spul waarmee ze hun snavel afslijpen zodat ze niet te lange snavels krijgen. Het is een kalkbron, ze hebben namelijk ook veel kalk nodig. Het moet met een houder zijn opgehangen met dezelfde snavelhoogte. Er is ook een ander woord voor deze kalk: Sepia. Wat voer je pasgeboren vogels? Pas uitgekomen grasparkieten zijn blind. Maar ze groeien razendsnel, hoe sneller ze groeien hoe sneller ze zien. De grasparkieten moet de pasgeboren vogels speciale voeding geven. Ook moet er een extra drinkbak zijn geplaatst worden. De pasgeboren vogels moeten gemalen eten krijgen. Een voorbeeld daarvan is gemalen zonnepitten. Of hele zachte appel als ze wat ouder zijn. Maar als het maar gemalen is.
Hoe verzorg je de kuikens? Jonge grasparkieten moeten voorzichtig worden behandeld. Er kan namelijk vuil aan hun nageltjes zitten. Dat moet er voorzichtig verwijderd worden. Je moet het pootje bij handwarm houden. Zodra het vuil zacht is geworden kun je het voorzichtig weghalen. Controleer ook of er geen vuil aan de snavel zit. Als dat wel het geval is kan er wat misgaan met het groeien van de snavel. Je kunt het vuil weghalen met de achterkant van een hout luciferstokje. Paren Laat de grasparkiet zelf hun partner uitkiezen. Zo laat je hun erg gelukkig worden. Bij de paarvorming kiest de pop meestal een wat ouder mannetje uit. Grasparkieten zijn al op jonge leeftijd al geslachtsrijp. Als ze al na vijf maanden rijp zijn kun je maar beter wachten om hun te laten broeden. Ze moeten ongeveer na een jaar beginnen te broeden. Dan word de grasparkiet niet te overbelast. Voortplanting Het nestkastje In de natuur broeden grasparkieten in boomspleten en knoestgaten. Dat is heel wat anders dan mooie specht holen in een rechte boom. Grasparkieten gebruiken zelfs een holle boom of een hor om in te broeden. In de dierenzaak zijn er dunne plankjes of nestkastjes te koop om de grasparkiet te laten broeden. Maar dat hoeft niet speciaal zo te zijn. Je hoeft ze dat niet te geven, maar het is wel prettiger voor hen. Je kunt het nestkastje helemaal leeg laten binnen. Dat vinden ze veel prettiger. Maar je moet ze altijd in hun eigen kooi te eten geven. Anders raken ze daar gewend en vinden ze de kooi maar niks. Het liefst moet je het nestkastje met zacht hout maken of kopen. Voorbeeld van zacht hout is triplex. Voorbereidingen Als de grasparkieten gaan broeden word de washuid van het mannetje helderblauw. (washuid zit om de snavel heen). De mannen en de popjes beginnen te braken. Ook beginnen ze zich brutaler te gedragen. Je hebt ook een nestkastje nodig soms een of soms twee. Daarin broeden de meeste grasparkieten het fijnst. Als je de nestkastjes ophangt, hang ze dan op dezelfde hoogte op. Broedkooi en broedblok Als je een grasparkiet paar hebt, kan je dit in een speciale broekooi brengen waar het broedblok zich bevind. De bodemplaat van de broedblok is uitschuifbaar. Het is een beetje uitgehold. En in die holte legt het popje haar eieren. Als je zo een glasruitje aan de zijkant zet, kun je in het blok kijken. Ook heb je geen risico dat ze wegvliegen.
Het legsel De pop legt haar eieren gemiddeld vijf of zes keer per nest. Na het eerste ei begint ze te broeden. De eieren komen uit na ongeveer achttien dagen. Voorwoord Mijn werkstuk gaat over grasparkieten. Ik heb het onderwerp gekozen omdat ik grasparkieten heel interessant vind. Ook zijn het lieve en vriendelijke dieren. Ik wil er veel informatie van vinden omdat ik er later ook een wil. Als ik dan een grasparkiet krijg weet ik hoe ik hem moet verzorgen. Ook als ze ziek zijn weet ik wat me te doen staan. En ik weet dan ook wat ik hen te eten kan gaan geven. Als er dan wat gebeurd hoef je niet gelijk naar de dieren arts te lopen, maar dan ga je kijken wat jij kunt doen. Dat scheelt dus tijd, en raak je minder gelijk in paniek. Het zijn ook fascinerende wezens om te bestuderen. Hun gedrag is heel apart.