Hoofdstuk 1 Wat is ziekte?
Wij gaan het in ons werkstuk hebben over ziektes. Maar, wat is ziekte nou precies. Als je gezond bent, heb je een bepaald evenwicht. Dat evenwicht zorgt dat je lichaam goed functioneert. Als dat evenwicht verstoord wordt door mentale of fysieke storingen, dan is men ziek en uit dat zich als ziekteverschijnselen. Je hebt twee verschillend soorten ziekteverschijnselen. Namelijk:
• Geestelijke ziekteverschijnselen.
• Lichamelijke ziekteverschijnselen.
Geestelijke ziekteverschijnselen zijn stoornissen die de patiënt zelf waarneemt, zoals bijvoorbeeld hoofdpijn of misselijkheid.
Lichamelijke ziekteverschijnselen zijn stoornissen die men bij onderzoek kan vaststellen, zoals bijvoorbeeld wonden of een botbreuk.
Normaal bestaan er bij een ziekte zowel geestelijke als lichamelijke verschijnselen.
Overigens hoeft men niet altijd te zeggen dat iemand ziek is als diegene een ziekteverschijnsel vertoond. Je kan bijvoorbeeld je hoofd stoten en daardoor hoofdpijn krijgen, maar in dit geval ben je dan niet ziek.
Mensen kunnen ziek worden door bacteriën en virussen.
Bacteriën zijn kleine organismen die zorgen dat je ziek wordt. Bacteriën kunnen bestreden worden door schimmels. Hier gaan we verder op in in hoofdstuk 2.
Onderzoekers discussiëren nog steeds of virussen nou levend of dood zijn, want virussen hebben niet alle levensverschijnselen die levende organismen wel hebben. Virussen hebben ook een gastheercel nodig om zich voort te planten. Hier gaan we verder op in in hoofdstuk 2.
Mensen kunnen ook ziek worden van erfelijke ziektes. Dan hebben je ouders of voorouders een erfelijke ziekte gehad en hebben dat overgedragen in jou DNA. Als je zoiets in je DNA hebt hoef je nog niet meteen ziek te worden. Dan wordt je een drager genoemd; dat betekent dat je de ziekte wel meedraagt en niet er ziek van wordt. Je moet dan wel uitkijken dat de kans bestaat je nabestaanden wel je erfelijke ziekte kunnen krijgen. Voorbeelden van erfelijke ziektes zijn borstkanker, ziekte Van Duchenne en
Dat soort ziektes worden meestal bepaalt doordat er een foutje in je DNA zit en daardoor gaat een cel zich ineens delen waardoor er een gezwel ontstaat. Dit wordt verder uitgelegd in hoofdstuk 3.
Hoofdstuk 2 Bacteriën en Virussen
Bacteriën [plaatje0] [plaatje1] Bacteriën zijn hele kleine organismen en horen bij de groep micro-organismen. Bacteriën planten zich voort met behulp van deling. Dat doen ze op een speciale manier. Eerst vergroten ze zichzelf tot ze ongeveer twee keer zo groot zijn als ze oorspronkelijk waren. Hij zorgt dat zijn celkern ook meteen splitst en da hij dus twee celkernen heeft. Dan gaat hij splitsen. De tijd van het groeien en het delen noemen we de generatietijd. Een bacterie kan zichzelf vele malen delen tot er zelfs een kolonie ontstaat. Bacteriën kunnen bestreden worden met behulp van antibiotica. Antibiotica is meestal een schimmel die de bacteriën doodt. De schimmels doen dat niet speciaal om ons te helpen maar voor een hele andere reden: Als brood oud begint te worden kunnen er bacteriën en schimmels opkomen om dat brood op te eten. De schimmels hebben alleen een probleem. Bacteriën kunnen veel sneller delen dan schimmels. Dus dan moeten de schimmels iets bedenken om de bacteriën te bestrijden. Dat doen ze met behulp van bepaalde stoffen. Die zorgen dat de bacteriën doodt gaan. Voorbeelden van schimmels zijn penicilline en streptomycine. Voorbeelden van bacteriële ziektes zijn Cholera en Tyfus. Cholera is een darminfectie, die overgedragen wordt door bijvoorbeeld vervuild water en vervuilde voedingsmiddelen. Vroeger kwam cholera ook in Europa voor, maar nu niet meer. De laatste epidemie was namelijk in 1832. Cholera komt voornamelijk voor in overbevolkte landen, zoals India, Midden Oosten en Zuid Afrika. Ook komt cholera veel voor in vluchtelingenkampen, waar de hygiëne ook niet al te best is. Cholera begint met hevige buikkrampen, overgeven en erge diarree. Hierdoor kan je snel in een levensgevaarlijke toestand terecht komen. Door het snelle vochtverlies, de patiënt kan namelijk 5 tot 20 liter vocht per dag verliezen, kunnen er bij de patiënt snelle uitdrogingsverschijnselen ontstaan als het vochtverlies niet snel wordt bijgevuld. Als het vocht snel wordt bijgevuld kan de patiënt tussen drie á vijf dagen weer beter worden. In gebieden waar cholera voorkomt kunnen mensen zelfs een tijdje immuun worden tegen deze ziekte. Helaas duurt die tijd maar uiterlijk drie maanden. Als er gebrek aan een goede behandeling, kan het sterftecijfer al snel oplopen tot 50%. Maar als men binnen een korte tijd vocht toedient met een infuus kan het sterftecijfer tot maar liefst onder de 1%. Maar in de meeste gevallen is het innemen van een zoutglucose oplossing al genoeg om cholera te stoppen en het handige daarvan is dat het praktisch overal beschikbaar is. Sinds eind negentiende eeuw is er ook een vaccin, alleen het bleek niet zo efficiënt te zijn en het werd slecht verdragen waardoor er nog meer problemen kwamen. In de meeste landen gebruiken ze nu een vaccin dat via de mond wordt toegebracht. Alleen hebben ze het probleem dat maar 50% van degenen die het innemen werkte het ook echt en het heeft maar werkingsduur van ongeveer zes maanden. Tyfus is een infectieziekte. Tyfus kan veroorzaakt worden doordat je in aanraking bent gekomen met besmette voedingsmiddelen. Als je besmet wordt duurt het ongeveer twee weken voordat je de eerste symptomen van deze ziekte kunt waarnemen. Die symptomen zijn hoge koorts, sufheid, diarree en obstipatie (=dat je niet meer kunt drukken). Je hebt twee soorten Tyfus; vlektyfus en buiktyfus. Als je vlektyfus hebt krijg je hele hoge koorts en vaak bewustzijnsstoornissen. Deze ziekte wordt overgedragen door vleermuizen. Op die vlooien waar dan tyfusbacteriën op zitten. Als je buiktyfus hebt krijg je ernstige maag- en darmklachten, een rode huid en hoge koorts en als het niet meezit ga je ook nog ijlen. Het nadeel van buiktyfus is niet alleen de ziekte zelf, maar keert gemakkelijk terug. Buiktyfus wordt veroorzaakt door de tyfusbacteriën en vooral voor in onzuiver water en voedsel in de wat warmere landen zoals bijvoorbeeld de tropen. [plaatje2] Virussen [plaatje3] eboliavirus [plaatje4] Virussen zijn hele kleine ziekteverwekkers, nog kleiner dan bacteriën en hij gebruikt een andere cel om voort te planten. Hij leeft dus als een parasiet op een gastheercel. Het DNA of RNA van het virus dringt de cel binnen (zie 1) en neemt de controle over ( zie 2). Hij zorgt dat de cel een stof gaat maken waardoor de cel allemaal nieuwe virussen gaat maken (zie 2 t/m 5)en als de cel helemaal vol is, knapt de cel en gaan de virussen opnieuw op jacht naar een nog niet geïnfecteerde gastheercel (zie 6 & 7). Je hebt veel virussen die niet dodelijk zijn, zoals griep. Maar je hebt ook veel dodelijke virussen, zoals het ebola-virus en het aids-virus. Het Ebola-virus zorgt ervoor dat je bloedplaatjes, die zorgen dat als je een wondje hebt je bloed laat stollen, je bloed niet meer laat stollen. De ziekte Aids wordt veroorzaakt door het HIV-virus (HIV=Human Immuno deficiëntie-Virus), in het Nederlands vertaald gewoon Aids virus. Het HIV vernietigt bepaalde witte bloedcellen (ook wel CD4 cellen genoemd) die het lichaam beschermen tegen bepaalde ziekte verwekkers. Hierdoor ontwikkelen mensen die geïnfecteerd zijn met HIV op den duur een verlaagde weerstand waardoor zij vatbaarder zijn voor bepaalde infecties en tumoren. Dit laatste stadium van een HIV-infectie noemt men aids, dit kan zonder behandeling leiden tot de dood. De tijd tussen de besmetting met HIV en het uitbreken van Aids kan sterk variëren van maar ongeveer 2 jaar tot wel meer dan 15 jaar. Aids kan je over dragen via bloed, sperma/vaginaal vocht en moedermelk. Je kan dus besmet raken met het HIV virus als je een bloed transfusie krijgt met besmet bloed, of als je een injectie naald gebruikt die al door iemand anders gebruikt is met besmet bloed, of als je onbeschermd geslachtsgemeenschap hebt met iemand ook een baby kan tijdens de zwangerschap of borstvoeding geïnfecteerd worden met HIV. Je kan je dus beschermen tegen Aids door geslachtsgemeenschap te hebben met een condoom, of injectie naalden (om bijvoorbeeld ook drugs in te spuiten) maar 1 keer te gebruiken en dan veilig weg gooien, dat houdt in dat je over de naald een hard plastic kapje doet zodat ook de vuilnis man die de vuilniszak op pakt zich ook niet kan steken aan de naald. De symptomen bij de besmetting zijn bijna hetzelfde als bij griep, je krijgt dus koorts, er treed vermoeidheid op, keelpijn, dit blijft dan ongeveer 2 weken, waarna de symptomen verdwijnen. De daarop volgende klachten vrije periode kan ongeveer 2 jaar duren en kan uitlopen tot zo\'n 15 jaar. Daarna komen de symptomen waarin de afweer sterk verslechterd, je voelt je dan moe en slap, je hebt af en toe koorts en daarna ontstaan pas de infecties en tumoren. Ook Aids kun je gelukkig behandelen. Er zijn namelijk al krachtige medicijnen die de vermenigvuldiging van HIV remmen, hierdoor stopt de vernietiging van de witte bloedcellen waardoor deze zich weer kunnen herstellen. De meeste patiënten die moeten meerdere middelen slikken, en sommige zelfs hun hele leven lang. Hoe lang het HIV virus onderdrukt kan worden en of er uiteindelijk nog een genezing van HIV kan worden bereikt is nog onbekend. Hoofdstuk 3 Erfelijke ziektes Erfelijke ziektes kan je krijgen doordat er een fout is in je DNA. Die ziektes worden van generatie op generatie overgebracht. Het kan zijn dat er op je DNA staat dat je een bepaalde ziekte hebt, maar dat hoeft nog niet te betekenen dat je dan ook ziek wordt. Dan ben je een drager. Een drager wordt zelf niet ziek van de ziekte maar je nakomelingen kunnen er wel ziek van worden. Als je dus denkt dat je een drager van een erfelijke ziekte bent, kan je je DNA laten controleren op erfelijke ziektes. Als je dan drager bent kan je beslissen of je wel of niet nakomelingen wil. Voorbeelden van erfelijke ziektes zijn bijvoorbeeld Borstkanker, de ziekte Van Duchenne en het Ehlers Danlos Syndroom. De ziekte kanker wordt veroorzaakt door een virussen, bijvoorbeeld door de virussen: hepatitis B of C-virus, humaan, papillomavirus, HTLV-II-virus. Maar heeft ook vele andere oorzaken, zoals: erfelijke aanleg, bepaalde soorten stralingen (bijvoorbeeld röntgenstraling of ultraviolette straling), Chemicaliën (veroorzaakt door: overmatig alcohol en tabak gebruik). In het menselijk lichaam vinden voor durend cel delingen plaats, in het lichaam is een evenwicht van nieuwe en oude cellen. Onder sommige omstandigheden kan de cel groei zich aan dat evenwicht onttrekken waardoor er veel te veel nieuwe cellen zijn, dan spreekt men van gezwelgroei. Als je een kwaadaardig gezwelgroei hebt dan noemt men dat kanker. Een kwaadaardig gezwelgroei vernield de organen waardoor deze niet meer normaal kunnen functioneren, soms hebben mensen ook erg veel pijn dit komt dan omdat het gezwel in de weg zit voor de beweging die iemand wil maken. Soms heeft een patiënt ook een uitzaaiing dat wil zeggen dat één of meerdere cellen hebben losgelaten van het gezwel en in de bloedbaan zijn gekomen en vervolgens ergens anders in het lichaam weer verder is gaan groeien. Kanker kan je tegenwoordig goed behandelen, er zijn zelfs al verschillende behandelmethodes namelijk: bestraling en geneesmiddelen. Vaak worden de mensen erg ziek van deze behandelingen. Overigens wordt er vaak voor een combinatie gekozen voor het behandelen. De overlevingskans hangt meestal af van hoe snel bij iemand wordt vastgesteld dat hij kanker heeft, meestal wordt er gezegd dat je 5 jaar kunt leven met een kanker gezwel. De ziekte Van Duchenne is een spierdystrofie, dat je aangeboren krijgt. Dat betekent dat je spieren niet of onvoldoende functioneren. Dit wordt veroorzaakt doordat je het eiwit dystrofine te weinig of zelfs niet aanmaakt. Door de ziekte van Duchenne zijn je spierkracht en je uithoudingsvermogen heel slecht. De ziekte is ook progressief, wat betekent dat je spieren steeds slechter gaan functioneren en meestal belandt je daardoor rond je 13e in een rolstoel. Het kan ook gebeuren dat je hartspier problemen krijgt. Dan moet je naar een cardioloog om te zorgen dat je hart er niet mee ophoudt. De onderzoekers die deze ziekte onderzoeken hebben nog geen oplossing gevonden. Je kan wel de ziekte bestrijden met behulp van fysiotherapie waardoor je, je spieren sterker probeert te maken. [plaatje5] Het Ehlers Danlos Syndroom is een zeldzame, erfelijk bepaalde aandoening. Je kan het syndroom herkennen door een zeer rekbare huid en overstrekbare gewrichten. De zeer rekbare huid komt doordat het bindweefsel in je lichaam is aangetast en daardoor worden ze heel rekbaar. Je ziet er niet meteen ziek uit als je deze ziekte hebt, maar de huid van zo iemand voelt wel fluweelachtig aan. Men moet heel erg uitkijken met leven, want door deze ziekte kan je huid heel snel scheuren en zal niet snel genezen. Er kunnen ook aandoeningen komen in de darmwand of de grote lichaamsslagader. Daardoor kunnen ze scheuren met de gevolgen van dien. Er zijn zo´n 10 subtypen van het Ehlers Danlos Syndroom. Ze zijn allemaal te onderscheiden op de klacht en de overerving. De degenen die deze ziekte onderzoeken zijn er nog niet uit hoe je de ziekte moet bestrijden. Je moet wel je levenswijze veranderen, zodat je huid niet snel kapot zal gaan.
Hoofdstuk 4 Spierziekte
Een spierziekte bestaat uit spierzwakte en spieratrofie. Spierzwakte betekent dat je spieren steeds zwakker worden en spieratrofie betekent dat je signalen van het ruggenmerg tot aan de spier zelf niet goed functioneert en dat er ergens het signaal niet wordt doorgegeven. Dat hoeft dan niet te betekenen dat het perifere zenuwstelsel, je hele lichaam behalve je ruggenmerg en je hersenen, niet altijd hoeft te leiden aan de ziekte. Spierziekte kent twee vormen: spierziekte dat erfelijk is en spierziekte dat wordt veroorzaakt door specifieke ontstekingen of systeemziekten. Dit gaat meestal gepaard met pijn en krampen. Je kunt een spierziekte herkennen als spierziektes voorkomen in de familie en dat er dan iemand de symptomen van de spierziekte uit. Wat ook kan is dat er afname is van kracht in armen en benen of je hebt moeite met slikken en praten. Dan kan er ook sprake zijn van een spierziekte. Er kan ook sprake zijn is dat je langdurige vermoeidheid, krampen in de spieren en willekeurige spiertrillingen hebt. Dan hoeft het nog niet meteen een spierziekte zijn, omdat je ook oververmoeid kunt zijn. Spierpijn is meestal ook geen teken van spierziekte, want dat kan gewoon door het sporten gaan. Wat wel kan is als je spierpijn hebt en nog wat andere symptomen hebt die bij spierziekte passen. Dan heb je wel kans dat je een spierziekte hebt.
FSHD is een erfelijke spierziekte. FSHD staat voor facioscapulohumerale dystrofie. Het is een spierziekte die begint met je spieren in je gezicht, schouders en armen. De volgorde hoe de ziekte zich uit in het begin verschilt per persoon. FSHD zorgt ervoor dat bijvoorbeeld je ogen niet goed meer sluiten en dat je ze niet meer goed kan bewegen, of dat de kracht in je armen steeds zwakker wordt. Deze ziekte kan verschillen van een heel zwakke ziekte, dus dat je nauwelijks iets merkt van de ziekte. Maar wat ook kan is dat de ziekte heel ernstig is en dan kan je op den duur in een rolstoel belanden. Maar hoe wordt dit nou veroorzaakt? Het komt omdat je stukjes DNA van een bepaald chromosoom ontbreekt en daardoor blijven je spieren dus niet intact. Je kan deze ziekte op twee manieren krijgen: Als je ouders deze ziekte hebben heb je 50% kans op deze ziekte maar het kan ook door een mutatie in je DNA gebeuren. Een mutatie is een verandering in je DNA door invloed van buitenaf (, bijvoorbeeld door ziekte of straling,) waardoor je ineens andere taken gaat uitvoeren (bijvoorbeeld een gezwel) zonder te weten dat het niet goed is omdat het in je DNA staat. De klachten van FSDH ontstaan meestal tussen je tiende en twintigste, maar je kan het ook krijgen tussen je vijfde en vijftigste.
Dat soort ziektes worden meestal bepaalt doordat er een foutje in je DNA zit en daardoor gaat een cel zich ineens delen waardoor er een gezwel ontstaat. Dit wordt verder uitgelegd in hoofdstuk 3.
Bacteriën [plaatje0] [plaatje1] Bacteriën zijn hele kleine organismen en horen bij de groep micro-organismen. Bacteriën planten zich voort met behulp van deling. Dat doen ze op een speciale manier. Eerst vergroten ze zichzelf tot ze ongeveer twee keer zo groot zijn als ze oorspronkelijk waren. Hij zorgt dat zijn celkern ook meteen splitst en da hij dus twee celkernen heeft. Dan gaat hij splitsen. De tijd van het groeien en het delen noemen we de generatietijd. Een bacterie kan zichzelf vele malen delen tot er zelfs een kolonie ontstaat. Bacteriën kunnen bestreden worden met behulp van antibiotica. Antibiotica is meestal een schimmel die de bacteriën doodt. De schimmels doen dat niet speciaal om ons te helpen maar voor een hele andere reden: Als brood oud begint te worden kunnen er bacteriën en schimmels opkomen om dat brood op te eten. De schimmels hebben alleen een probleem. Bacteriën kunnen veel sneller delen dan schimmels. Dus dan moeten de schimmels iets bedenken om de bacteriën te bestrijden. Dat doen ze met behulp van bepaalde stoffen. Die zorgen dat de bacteriën doodt gaan. Voorbeelden van schimmels zijn penicilline en streptomycine. Voorbeelden van bacteriële ziektes zijn Cholera en Tyfus. Cholera is een darminfectie, die overgedragen wordt door bijvoorbeeld vervuild water en vervuilde voedingsmiddelen. Vroeger kwam cholera ook in Europa voor, maar nu niet meer. De laatste epidemie was namelijk in 1832. Cholera komt voornamelijk voor in overbevolkte landen, zoals India, Midden Oosten en Zuid Afrika. Ook komt cholera veel voor in vluchtelingenkampen, waar de hygiëne ook niet al te best is. Cholera begint met hevige buikkrampen, overgeven en erge diarree. Hierdoor kan je snel in een levensgevaarlijke toestand terecht komen. Door het snelle vochtverlies, de patiënt kan namelijk 5 tot 20 liter vocht per dag verliezen, kunnen er bij de patiënt snelle uitdrogingsverschijnselen ontstaan als het vochtverlies niet snel wordt bijgevuld. Als het vocht snel wordt bijgevuld kan de patiënt tussen drie á vijf dagen weer beter worden. In gebieden waar cholera voorkomt kunnen mensen zelfs een tijdje immuun worden tegen deze ziekte. Helaas duurt die tijd maar uiterlijk drie maanden. Als er gebrek aan een goede behandeling, kan het sterftecijfer al snel oplopen tot 50%. Maar als men binnen een korte tijd vocht toedient met een infuus kan het sterftecijfer tot maar liefst onder de 1%. Maar in de meeste gevallen is het innemen van een zoutglucose oplossing al genoeg om cholera te stoppen en het handige daarvan is dat het praktisch overal beschikbaar is. Sinds eind negentiende eeuw is er ook een vaccin, alleen het bleek niet zo efficiënt te zijn en het werd slecht verdragen waardoor er nog meer problemen kwamen. In de meeste landen gebruiken ze nu een vaccin dat via de mond wordt toegebracht. Alleen hebben ze het probleem dat maar 50% van degenen die het innemen werkte het ook echt en het heeft maar werkingsduur van ongeveer zes maanden. Tyfus is een infectieziekte. Tyfus kan veroorzaakt worden doordat je in aanraking bent gekomen met besmette voedingsmiddelen. Als je besmet wordt duurt het ongeveer twee weken voordat je de eerste symptomen van deze ziekte kunt waarnemen. Die symptomen zijn hoge koorts, sufheid, diarree en obstipatie (=dat je niet meer kunt drukken). Je hebt twee soorten Tyfus; vlektyfus en buiktyfus. Als je vlektyfus hebt krijg je hele hoge koorts en vaak bewustzijnsstoornissen. Deze ziekte wordt overgedragen door vleermuizen. Op die vlooien waar dan tyfusbacteriën op zitten. Als je buiktyfus hebt krijg je ernstige maag- en darmklachten, een rode huid en hoge koorts en als het niet meezit ga je ook nog ijlen. Het nadeel van buiktyfus is niet alleen de ziekte zelf, maar keert gemakkelijk terug. Buiktyfus wordt veroorzaakt door de tyfusbacteriën en vooral voor in onzuiver water en voedsel in de wat warmere landen zoals bijvoorbeeld de tropen. [plaatje2] Virussen [plaatje3] eboliavirus [plaatje4] Virussen zijn hele kleine ziekteverwekkers, nog kleiner dan bacteriën en hij gebruikt een andere cel om voort te planten. Hij leeft dus als een parasiet op een gastheercel. Het DNA of RNA van het virus dringt de cel binnen (zie 1) en neemt de controle over ( zie 2). Hij zorgt dat de cel een stof gaat maken waardoor de cel allemaal nieuwe virussen gaat maken (zie 2 t/m 5)en als de cel helemaal vol is, knapt de cel en gaan de virussen opnieuw op jacht naar een nog niet geïnfecteerde gastheercel (zie 6 & 7). Je hebt veel virussen die niet dodelijk zijn, zoals griep. Maar je hebt ook veel dodelijke virussen, zoals het ebola-virus en het aids-virus. Het Ebola-virus zorgt ervoor dat je bloedplaatjes, die zorgen dat als je een wondje hebt je bloed laat stollen, je bloed niet meer laat stollen. De ziekte Aids wordt veroorzaakt door het HIV-virus (HIV=Human Immuno deficiëntie-Virus), in het Nederlands vertaald gewoon Aids virus. Het HIV vernietigt bepaalde witte bloedcellen (ook wel CD4 cellen genoemd) die het lichaam beschermen tegen bepaalde ziekte verwekkers. Hierdoor ontwikkelen mensen die geïnfecteerd zijn met HIV op den duur een verlaagde weerstand waardoor zij vatbaarder zijn voor bepaalde infecties en tumoren. Dit laatste stadium van een HIV-infectie noemt men aids, dit kan zonder behandeling leiden tot de dood. De tijd tussen de besmetting met HIV en het uitbreken van Aids kan sterk variëren van maar ongeveer 2 jaar tot wel meer dan 15 jaar. Aids kan je over dragen via bloed, sperma/vaginaal vocht en moedermelk. Je kan dus besmet raken met het HIV virus als je een bloed transfusie krijgt met besmet bloed, of als je een injectie naald gebruikt die al door iemand anders gebruikt is met besmet bloed, of als je onbeschermd geslachtsgemeenschap hebt met iemand ook een baby kan tijdens de zwangerschap of borstvoeding geïnfecteerd worden met HIV. Je kan je dus beschermen tegen Aids door geslachtsgemeenschap te hebben met een condoom, of injectie naalden (om bijvoorbeeld ook drugs in te spuiten) maar 1 keer te gebruiken en dan veilig weg gooien, dat houdt in dat je over de naald een hard plastic kapje doet zodat ook de vuilnis man die de vuilniszak op pakt zich ook niet kan steken aan de naald. De symptomen bij de besmetting zijn bijna hetzelfde als bij griep, je krijgt dus koorts, er treed vermoeidheid op, keelpijn, dit blijft dan ongeveer 2 weken, waarna de symptomen verdwijnen. De daarop volgende klachten vrije periode kan ongeveer 2 jaar duren en kan uitlopen tot zo\'n 15 jaar. Daarna komen de symptomen waarin de afweer sterk verslechterd, je voelt je dan moe en slap, je hebt af en toe koorts en daarna ontstaan pas de infecties en tumoren. Ook Aids kun je gelukkig behandelen. Er zijn namelijk al krachtige medicijnen die de vermenigvuldiging van HIV remmen, hierdoor stopt de vernietiging van de witte bloedcellen waardoor deze zich weer kunnen herstellen. De meeste patiënten die moeten meerdere middelen slikken, en sommige zelfs hun hele leven lang. Hoe lang het HIV virus onderdrukt kan worden en of er uiteindelijk nog een genezing van HIV kan worden bereikt is nog onbekend. Hoofdstuk 3 Erfelijke ziektes Erfelijke ziektes kan je krijgen doordat er een fout is in je DNA. Die ziektes worden van generatie op generatie overgebracht. Het kan zijn dat er op je DNA staat dat je een bepaalde ziekte hebt, maar dat hoeft nog niet te betekenen dat je dan ook ziek wordt. Dan ben je een drager. Een drager wordt zelf niet ziek van de ziekte maar je nakomelingen kunnen er wel ziek van worden. Als je dus denkt dat je een drager van een erfelijke ziekte bent, kan je je DNA laten controleren op erfelijke ziektes. Als je dan drager bent kan je beslissen of je wel of niet nakomelingen wil. Voorbeelden van erfelijke ziektes zijn bijvoorbeeld Borstkanker, de ziekte Van Duchenne en het Ehlers Danlos Syndroom. De ziekte kanker wordt veroorzaakt door een virussen, bijvoorbeeld door de virussen: hepatitis B of C-virus, humaan, papillomavirus, HTLV-II-virus. Maar heeft ook vele andere oorzaken, zoals: erfelijke aanleg, bepaalde soorten stralingen (bijvoorbeeld röntgenstraling of ultraviolette straling), Chemicaliën (veroorzaakt door: overmatig alcohol en tabak gebruik). In het menselijk lichaam vinden voor durend cel delingen plaats, in het lichaam is een evenwicht van nieuwe en oude cellen. Onder sommige omstandigheden kan de cel groei zich aan dat evenwicht onttrekken waardoor er veel te veel nieuwe cellen zijn, dan spreekt men van gezwelgroei. Als je een kwaadaardig gezwelgroei hebt dan noemt men dat kanker. Een kwaadaardig gezwelgroei vernield de organen waardoor deze niet meer normaal kunnen functioneren, soms hebben mensen ook erg veel pijn dit komt dan omdat het gezwel in de weg zit voor de beweging die iemand wil maken. Soms heeft een patiënt ook een uitzaaiing dat wil zeggen dat één of meerdere cellen hebben losgelaten van het gezwel en in de bloedbaan zijn gekomen en vervolgens ergens anders in het lichaam weer verder is gaan groeien. Kanker kan je tegenwoordig goed behandelen, er zijn zelfs al verschillende behandelmethodes namelijk: bestraling en geneesmiddelen. Vaak worden de mensen erg ziek van deze behandelingen. Overigens wordt er vaak voor een combinatie gekozen voor het behandelen. De overlevingskans hangt meestal af van hoe snel bij iemand wordt vastgesteld dat hij kanker heeft, meestal wordt er gezegd dat je 5 jaar kunt leven met een kanker gezwel. De ziekte Van Duchenne is een spierdystrofie, dat je aangeboren krijgt. Dat betekent dat je spieren niet of onvoldoende functioneren. Dit wordt veroorzaakt doordat je het eiwit dystrofine te weinig of zelfs niet aanmaakt. Door de ziekte van Duchenne zijn je spierkracht en je uithoudingsvermogen heel slecht. De ziekte is ook progressief, wat betekent dat je spieren steeds slechter gaan functioneren en meestal belandt je daardoor rond je 13e in een rolstoel. Het kan ook gebeuren dat je hartspier problemen krijgt. Dan moet je naar een cardioloog om te zorgen dat je hart er niet mee ophoudt. De onderzoekers die deze ziekte onderzoeken hebben nog geen oplossing gevonden. Je kan wel de ziekte bestrijden met behulp van fysiotherapie waardoor je, je spieren sterker probeert te maken. [plaatje5] Het Ehlers Danlos Syndroom is een zeldzame, erfelijk bepaalde aandoening. Je kan het syndroom herkennen door een zeer rekbare huid en overstrekbare gewrichten. De zeer rekbare huid komt doordat het bindweefsel in je lichaam is aangetast en daardoor worden ze heel rekbaar. Je ziet er niet meteen ziek uit als je deze ziekte hebt, maar de huid van zo iemand voelt wel fluweelachtig aan. Men moet heel erg uitkijken met leven, want door deze ziekte kan je huid heel snel scheuren en zal niet snel genezen. Er kunnen ook aandoeningen komen in de darmwand of de grote lichaamsslagader. Daardoor kunnen ze scheuren met de gevolgen van dien. Er zijn zo´n 10 subtypen van het Ehlers Danlos Syndroom. Ze zijn allemaal te onderscheiden op de klacht en de overerving. De degenen die deze ziekte onderzoeken zijn er nog niet uit hoe je de ziekte moet bestrijden. Je moet wel je levenswijze veranderen, zodat je huid niet snel kapot zal gaan.
REACTIES
1 seconde geleden
L.
L.
Haai,
Even over het stukje Ehlers Danlos.
Bij het type dat ik heb namelijk type 3 heb je geen overrekbarehuid!!
Alleen een hele zachte huis en snel blauwe plekken.
Wilde ik ff zeggen.
16 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
hee, over het stukje spieratrofie. jij hebt staan: "...spieratrofie betekent dat je signalen van het ruggenmerg tot aan de spier zelf niet goed functioneert en dat er ergens het signaal niet word doorgegeven." ik wilde even kwijt dat, dat niet klopt. speratrofie is de teruggang in de voedingstoestand van één of meer spieren, waardoor deze kleiner en zwakker worden en eventueel verschrompelen. :)
9 jaar geleden
Antwoorden