Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Het broeikaseffect

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 3920 woorden
  • 28 februari 2005
  • 163 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
163 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inhoud Voorwoord
Wat is het broeikaseffect nou precies? Wat zijn de oorzaken van het versterkte broeikaseffect? Wanneer sprak men voor het eerst over het broeikaseffect? Wat zijn de gevolgen van het broeikaseffect? Is het broeikaseffect gewenst? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we geen gevolgen meer ondervinden van het broeikaseffect? Bronnenlijst Het voorwoord Dit werkstuk gaat over het over het broeikaseffect en met name de gevolgen ervan. Ik heb dit onderwerp gekozen, omdat er de laatste 10 jaar er veel over gepraat wordt. Iedereen draagt bij aan het broeikaseffect, en iedereen heeft last van de gevolgen. Dit werkstuk gaat met name over de geografische gevolgen, maar om het broeikaseffect te begrijpen krijg je op het begin eerst wat achtergrond informatie. De vragen die in dit werkstuk beantwoord zullen worden: Hoofdvraag: Wat zijn de ruimtelijke gevolgen van het broeikaseffect in Europa? Hypothese: De gevolgen van het broeikaseffect zijn dat de zeespiegel zal stijgen en er meer overstromingen ontstaan. En het zal warmer worden dus zullen er sommige planten en dieren verdwijnen. Deelvragen: - Wat is het broeikaseffect nou precies? - Wat zijn de oorzaken van het versterkte broeikaseffect? - Wanneer sprak men voor het eerst over het broeikaseffect? - Wat zijn de gevolgen van het broeikaseffect? - Is het broeikaseffect gewenst? - Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we geen gevolgen meer ondervinden van het broeikaseffect? Wat is het broeikaseffect? Om nou precies te weten waar dit werkstuk over gaat, moet je eerst weten wat het broeikaseffect nou precies is. Dit heet het broeikaseffect, omdat je dit proces kunt vergelijken met wat er in een broeikas gebeurd. Er zijn twee soorten broeikaseffecten, namelijk: - het natuurlijke broeikaseffect - het verstekte broeikaseffect

Het natuurlijke broeikaseffect
In de atmosfeer zweven allemaal broeikasgassen, waaronder koolstofdioxide en stikstofdioxide. Deze gassen laten de zonnestraling door, maar kaatsen de warmtestraling van de aarde terug. Met dit broeikaseffect is niets mis. Het zorgt ervoor dat de aarde niets te veel afkoelt. Zonder dit broeikaseffect zou het op de aarde gemiddeld -18 graden zijn.De gemiddelde temperatuur nu op aarde is 15 graden boven nul. Door het broeikaseffect wordt er dus warmte vastgehouden waardoor er weer leven is op aarde. Het versterkte broeikaseffect
Er is een probleem als het natuurlijke evenwicht verstoord wordt. Er komen dan teveel broeikasgassen in de lucht, waardoor er meer warmte wordt vastgehouden en de temperatuur op aarde stijgt. Dan krijg je het versterkte broeikaseffect. Het versterkte broeikaseffect wordt door de mens veroorzaakt. Sinds het begin van de industriële revolutie worden er steeds meer fossiele brandstoffen verbrand. Bij de verbranding komt er veel koolstofdioxide vrij. Koolstofdioxide is een van de broeikasgassen. Als er meer fossiele brandstoffen worden verbrand, komt er dus meer koolstofdioxide in de lucht. En als er meer koolstofdioxide in de lucht zit, wordt er meer warmte vastgehouden en wordt het dus warmer op aarde. Als er geen maatregelen worden genomen, zal de hoeveelheid koolstofdioxide in de eerste helft van de 21e eeuw verdubbeld zijn vergeleken met de periode van de industriële revolutie. Wat zijn de oorzaken van het versterkte broeikaseffect? De temperatuursstijging in de afgelopen eeuw, een verandering die nog steeds bezig is, dan wordt er door veel wetenschappers wordt een link gelegd naar de industrie, waardoor koolstofdioxide in de lucht wordt verspreid. Anderen zien een relatie met veranderingen op de zon. De temperatuurschommelingen zijn een gevolg van verschillende complexe oorzaken. Een groep geleerden beweerd dat het warmer worden van het klimaat niet komt door de broeikasgassen maar de activiteit van de zon. Er zijn namelijk verklaringen gevonden voor het stijgen van de temperatuur terwijl het broeikaseffect daar geen invloed op gehad kunnen hebben maar die te herleiden waren op de activiteit van de zon. De zon is een kolkende massa van gas. Die een stroom geladen deeltjes afstoot door zijn magnetisch veld. De stroom geladen deeltjes wordt de zonnewind genoemd. En als die bij de aarde komen beïnvloeden ze een gordel van magnetische velden genoemd naar hun ontdekker de van Allen gordel die de deeltjes tegenhoudt. Hoe meer deeltjes hoe sterker de magnetische velden. De afwisseling in de zonnewind wordt veroorzaakt door de activiteit van de zon. In de perioden van weinig zonnenwind herkenbaar aan de kortere cycli van de zonnenvlekken (koude plaatsen op de zon die periodiek verschijnen). Dit heeft tot gevolg dat de magneetvelden meer bestookt worden en dus actiever zijn. Daardoor wordt er minder kosmische straling doorgelaten en ontstaan er minder wolken die het gewone zonlicht tegenhouden en wordt het warmer op aarde. Verschillende wetenschappers beweren dat ze de veranderingen in de temperatuur op aarde kunnen verklaren met het model van de zonneactiviteit. De schommelingen in de cycli volgen precies de schommelingen in de temperatuur. Dit kan niet worden gezegd over het broeikaseffect. Sommige schommelingen zijn met dat model niet te verklaren zoals tussen 1940 en 1970 de temperatuur nam af maar de hoeveelheid koolstofdioxide nam sterk toe. Volgens anderen en de meeste geleerden wordt het broeikaseffect veroorzaakt door de aanwezigheid van bepaalde stoffen in de dampkring. De belangrijkste hiervan zijn: - kooldioxide (CO2): komt vrij bij verbranding van fossiele brandstoffen zoals steenkool, aardolie en (in mindere mate) aardgas. CO2 komt ook vrij bij ontbossing. - methaan (CH4): ontstaat vooral in de landbouw en veeteelt. - distikstofoxide (N2O, lachgas): komt vrij bij verbranding van fossiele brandstof en gebruik van mest. - fluorverbindingen: dit zijn stoffen als HKF’s, PFK’s en SF6 (deze worden gebruikt als vervangers van cfk’s). Verder hebben bepaalde stoffen een indirecte invloed op het versterkte broeikaseffect. Te denken is hierbij aan stoffen als stikstofoxiden, koolmonoxide en vluchtige organische stoffen. De meeste bovengenoemde stoffen zijn een natuurlijk onderdeel van onze atmosfeer. Maar door menselijke factoren is gedurende de afgelopen twee eeuwen de concentratie van kooldioxide in de atmosfeer met ongeveer 30 procent toegenomen. De verbranding van fossiele brandstoffen, als steenkool, aardolie en aardgas, heeft veel CO2 op niet-natuurlijke wijze vrijgemaakt. Dan kun je wel zeggen dat deze stoffen in de lucht komen, maar hoe komen ze daar? De menselijke factor is het belangrijkst. Hieronder wordt er uitgelegd hoe deze stoffen in de lucht komen. De energievoorziening
De voornaamste oorzaak voor het ontstaan van het versterkte broeikaseffect is de steeds stijgende behoefte aan energie. De geïndustrialiseerde landen zijn verantwoordelijk voor meer dan driekwart van het energieverbruik. 90% van deze energie wordt geleverd door fossiele brandstoffen. Elektriciteitscentrales, industriële productieprocessen en verwarming van huizen en gebouwen zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor de steeds toenemende uitstoot van broeikasgassen. Het verkeer
Het alsmaar groeiende aantal files is een probleem dat steeds ernstigere vormen aanneemt. Bumper aan bumper rijden auto’ s en vrachtwagens bijna dagelijks in kilometerslange files over de wegen. Per dag vindt er, door deze mobiliteit een uitstoot van lood plaats in Amerika, West- Europa en Japan dat een gewicht heeft van 400 miljoen auto’s samen! De uitlaatgassen van de auto’ s zijn de volgende: koolmono-oxide, kooldioxide, zwaveldioxide en stikstofoxide. Op het moment dat de zon gaat schijnen vormt een mengeling van de genoemde schadelijke stoffen uit stikstofoxide en koolwaterstoffen ozon. Door deze reactie stijgt de hoeveelheid ozon aan de grond waardoor de temperatuur met enige graden zal stijgen in de onderste luchtlagen. De ontbossing
Bosbranden veroorzaken in tropische regenwouden de uitstoot van miljoenen tonnen CO2. Hele bossen veranderen in kale vlakten die vatbaar zijn voor erosie. Dit gebeurt terwijl bomen in tropische regenwouden de grootste gebruikers zijn van CO2. Ze nemen CO2 op en zetten dat om in zuurstof. Op het moment dat de ontbossing zich door zal zetten, zal de aarde in de toekomst te kampen krijgen met het volgende probleem: de CO2 zal niet meer uit de atmosfeer worden verwijderd doordat de bomen verdwenen zijn. Het kappen van het tropische regenwoud zal er waarschijnlijk voor zorgen dat één van de grootste eigendommen van de aarde zullen verdwijnen. In de ‘groene longen van de aarde’ woont meer dan de helft van alle planten. Dit is momenteel nog het geval, onderzoekers beweren echter dat in het huidige tempo van ontbossing de tropische regenwouden binnen 25 jaar geheel verdwenen zullen zijn. Fossiele brandstoffen
Dit zijn brandstoffen van organische oorsprong: aardolie, aardgas, turf, steenkool en bruinkool. Zij zijn voornamelijk opgebouwd uit atomen van de elementen koolstof en waterstof (koolwaterstoffen). Deze stoffen reageren bij een bepaalde temperatuur, de ontbrandingstemperatuur (rond 500°C), met zuurstof uit de lucht, waarbij veel warmte vrijkomt. Chloorkoolwaterstoffen

Groep verbindingen die voornamelijk bestaan uit koolstof, waterstof en chloor. Chloorkoolwaterstoffen worden o.a. gebruikt als oplosmiddel, als bestrijdingsmiddel (DDT, lindaan), als drijfgas (CFK’s) en koel- en isolatievloeistof (PCB’s). Een groot aantal van deze stoffen zijn kankerverwekkend of giftig en zeer moeilijk of niet afbreekbaar. Daardoor hopen zij zich in organismen of in de atmosfeer op, hetgeen zeer ernstige gevolgen heeft voor het milieu en zijn bewoners. De verdeling van de energieconsumptie in Nederland. energie productie 25% huishoudelijk gebruik 17% transport 17% industrie 17% petrochemie (non énergétique) 9% metaalnijverheid 8% handel en diensten 7% landbouw 2 % Wanneer sprak men voor het eerst over het broeikaseffect? Het broeikaseffect is in de 19e eeuw door drie wetenschappers ontdekt. In 1827 kwam de Fransman Jean Baptiste Joseph Fournier met het idee dat de temperatuur alleen verklaard worden door onzichtbare warmtestraling. De Engelsman John Tyndall maakte in 1861 resultaten bekend van laboratoriummetingen, waaruit bleek dat waterdamp en gassen als kooldioxide warmte opnamen. Hij dacht dat veranderingen in die gassen klimaatveranderingen konden verklaren. In 1896 publiceerde de Zweed Svante Arrhenius berekeningen van temperatuurveranderingen op aarde door veranderingen in de hoeveelheid kooldioxide. Een verdubbeling leidde volgens hem tot een opwarming van 4 tot 6 graden. Dat komt overeen met de berekeningen van ingewikkelde klimaatmodellen die tegenwoordig worden gebruikt. Arrhenius is dan ook de ontdekker van het versterkte broeikaseffect. Tot in de jaren vijftig van de 20e eeuw maakte geen wetenschapper zich zorgen over het broeikaseffect. Experimenten van de Zweed Ångström toonden aan dat meer kooldioxide niet leidde tot een temperatuurtoename, maar wel de plantengroei stimuleerde. In de jaren 1910-1940 werd de aarde echter warmer. De Engelse onderzoeker Callender wees in 1938 op een verband met de toename aan kooldioxide. Eind jaren vijftig, toen men zich zorgen begon te maken over de gevolgen van die opwarming, kregen zijn ideeën aandacht. Begin jaren zestig werd de basis gelegd voor het huidige klimaatonderzoek gebaseerd op rekenmodellen Wat zijn de gevolgen van het broeikaseffect? Gevolgen over de hele wereld zijn: · Voortgaande zeespiegelstijging door afsmelten van gletsjers en andere ijsmassa’s. Deze eeuw naar schatting tussen 9 en 88 cm, in de komende eeuwen enkele meters. Hierdoor zullen overstromingen in laaggelegen gebieden toenemen · Veranderingen in de waterkringloop. Zoetwatertekort kan in bepaalde regio’s groter worden. Het Midden-Oosten, de Sahel, Australië en Midden-Amerika kunnen hiermee te maken krijgen. In andere gebieden, zoals delen van China en de Verenigde Staten zal de hoeveelheid zoet water toenemen. · Veranderingen in de volksgezondheid door tekort aan water of voedsel of door grotere verspreiding van ziektes zoals malaria. Hieronder worden er anderen gevolgen besproken en uitgelegd. De gevolgen van het versterkt broeikaseffect zijn enorm. Iedereen op aarde wordt ermee geconfronteerd. Veel planten moeten zich in noordelijke richting verplaatsen omdat de temperatuur stijgt. De dieren die zich hebben aangepast om die planten te eten moeten zich ook verplaatsen. Maar het broeikaseffect breidt zich zo snel uit dat de planten en bomen zichzelf niet snel genoeg kunnen verplaatsen. De temperatuur is niet het enige waar de vegetatie mee te maken heeft. Ook de geologische situatie heeft het er mee te maken. Dit kun je zien door de vegetatie van Amerika te vergelijken met die van Europa. In Noord-Amerika lopen de grootste bergketens in een noord-zuid richting. Toen het in de ijstijden in Noord-Amerika kouder werd kon de vegetatie makkelijk naar een zuidelijke richting uitwijken. In Europa lopen de belangrijkste bergketens als de Alpen, de Caucasus en de Pyreneeën in een oost-west richting, waardoor ze onneembare obstakels vormen voor de vluchtende planten. Daarom komen in Amerika allerlei soorten vegetatie voor die na de laatste ijstijd niet meer in Europa voorkwamen. Als de temperatuur blijft stijgen verdwijnen sommige gewassen. Sommige dieren verdwijnen dan ook. De gewassen in het noorden verdwijnen het snelst, want die zijn helemaal aangepast aan de kou en als het daar warmer wordt dan verdwijnen die gewassen. De dieren die van gewassen leven kunnen dan ook verdwijnen, evenals roofdieren die van die dieren leven. Dat brengt dus het hele ecologisch evenwicht uit balans. Als de temperatuur stijgt vindt er meer verdamping plaats, dus meer neerslag. Die neerslag kan de zeestromen beïnvloeden. Doordat het zeewater op grotere breedtegraden warmer wordt, kan het water daar niet meer naar de bodem zakken. Dit moet dus op een ander plaats gebeuren. Of als dit niet kan, is er slechts een circulatie aan de oppervlakte mogelijk. Omdat de warme golfstroom zo ver naar het noorden stroomt, hebben wij een mild klimaat. Als de warme golfstroom niet meer zo ver naar het noorden kan stromen, verdwijnen de depressies en krijgen we te maken met poollucht vanuit het noorden. Daardoor wordt Europa droger en kouder. Dat heeft ook weer invloed op de dieren die hier leven en de planten die hier groeien. Sommige planten zullen verdwijnen en daarvoor in de plaats komen toendra planten die wel op die kou zijn berekend. De permafrost kan ook zuidelijker komen te liggen. Daardoor wordt de grond onbruikbaar om gewassen op te telen. Ook het leefgebied van dieren wordt daardoor kleiner. Al de bovenstaande voorbeelden gaan over mogelijke gevolgen voor de natuur. Maar de mens leidt ook onder die gevolgen. Als vegetatie zich verplaatst moeten onze gewassen zich ook verplaatsen. Want als de temperatuur omlaag of omhoog gaat kunnen de gewassen misschien niet goed groeien. De gewassen die wij gebruiken voor voedsel productie zijn nog redelijk makkelijk te verplaatsen, omdat wij de gewassen kunnen helpen. Dat kunnen wij dus ook doen voor de natuurlijke gewassen. Maar het enige probleem is, waar moet je die gewassen dan neerzetten? Veel van het broeikaseffect wordt door de fossiele brandstoffen geproduceerd. Auto’s stoten veel broeikasgassen uit, onder andere Ozon(O3). Je zou denken dat het geen kwaad kan om meer ozon te hebben, want de ozonlaag is al zo dun. Ozon op grote hoogte kan geen kwaad, maar als ozon in de onderste laag van de atmosfeer(troposfeer) zit, is het giftig voor mensen. De ozon heeft grote effecten op de natuur en op ons. De agrarische productiviteit van bijvoorbeeld tomaten, aardappelen en maïs kan verminderen. Ook bij andere gewassen kan de groei verminderen. Doordat de aarde warmer wordt, vindt er meer verdamping plaats. Hierdoor valt er meer neerslag. Die neerslag kan geen kwaad, maar als er teveel neerslag valt, kan dat schade aan de bodem toe brengen. Door de regen is er namelijk meer afstroming. Die regen neemt dan meer voedingsstoffen uit te bodem, waardoor de bodem minder vruchtbaar is. De zeespiegelstijging heeft misschien nog wel de meeste gevolgen. Als de zeespiegel stijgt dan moeten de landen die het laagst liggen hun dijken verzwaren. Landen waar ze voorheen geen dijken hadden, moeten dijken aanleggen. De havens moeten verder landinwaarts verplaatst worden. Ook het leefgebied van dieren wordt daardoor kleiner. Het zeewater kan ook doordringen in het grondwater. Dat noem je verzilting. Veel planten halen hun water uit het grondwater. Die planten kunnen daardoor dood gaan, omdat ze niet van zilt water kunnen leven. Als de temperatuur met 1 graad stijgt kan de zeespiegel al gauw met 10 tot 20 cm stijgen. Voor de rijke landen is deze stijging minder erg dan voor arme landen. Al met al zijn de gevolgen van het versterkt broeikaseffect moeilijk voorspelbaar en daardoor gevaarlijk. Ook als je terugkijkt naar het verleden, zie je sterke veranderingen in het klimaat. Gevolgen voor de economie
Om de energie voorziening van de wereld te veranderen wordt er dus een heel andere aanpak vereist. Al die maatregelen kosten geld. Als niemand er geld voorover heeft kan er nog niks veranderen. De mensen moeten dus bewust gemaakt worden dat die maatregelen uiteindelijk goed zijn voor het milieu is en voor de mens. Als het geld beschikbaar is, moet wel in het goede milieu vriendelijke maatregelen worden gestoken. De CO2 concentratie moeten door die nieuwe maatregelen dalen. Tijdens de klimaatconferentie van Kyoto in 1997 hebben de meeste geïndustrialiseerde landen een quota gekregen om de uitstoot van CO2 te verkleinen. Niet alle geïndustrialiseerde landen hebben aan hun quota voldaan. Veel landen hebben geen maatregelen in hun eigen land genomen, maar wel in andere landen. Dan kunnen ze zeggen dat ze aan hun eigen quota hebben voldaan en ondervinden ze geen economische nadelen. Maar dat helpt natuurlijk niet, want in eigen land zelf wordt nog steeds CO2 geproduceerd en dat wordt niet verkleind. Dit noemen ze ook wel CO2 boekhouding. De landen hebben als het ware een rekening gekregen die ze moeten betalen. Als ze uit hun eigen kas betalen dan krijgen ze economische schade en dat willen ze niet. Dus gaan ze die rekening verkleinen door het geld te laten aflossen door iemand anders. Ze lenen dat geld dan en hoeven dat zelf niet te betalen. Maar ze vergeten dat geld af te lossen, dus dan is er nog niks veranderd. Want de schuld hebben ze nog steeds. Veel landen op de wereld hebben gewoon het geld niet om maatregelen tegen het broeikaseffect te nemen. Deze arme landen dragen nu nog weinig bij aan het versterkt broeikaseffect, maar in de toekomst misschien wel. Die gevolgen brengen een behoorlijke klap voor de economie in alle landen. De economie heeft niet alleen te lijden, ook de mensen in de maatschappij. De mensen hebben door al die maatregelen die de overheid doet om de CO2 uitstoot de verminderen, minder te besteden. Doordat ze minder kunnen besteden gaan ze minder geld uitgeven aan bijvoorbeeld sport of school. De mensen worden hierdoor minder betrokken bij de maatschappij. Die gevolgen hoeven in Nederland niet zo groot te zijn, maar in andere landen gebeurt dit misschien wel. De maatregelen zelf hebben ook grote gevolgen voor de economie en de maatschappij. De maatschappij moet zelf ook het nut van duurzame energie zien. De mensen moeten dus ook die duurzame energie kopen. Als dat niet gebeurt dan blijven de maatregelen zo onrendabel dat niemand er wat aan heeft. De economie moet veel investeren in duurzame middelen om het milieu te sparen. Maatschappelijke gevolgen: Klimaatveranderingen zullen grote gevolgen hebben voor de maatschappij. Zoals: overstromingen, stormen, hittegolven, en droogtes. Omdat weersomstandigheden uit het verleden geen goede maatstaf zijn voor het toekomstige weer, zullen extreme weeromstandigheden als verrassing optreden. De schade van deze weersomstandigheden zal daardoor heel groot zijn. De klimaatsveranderingen kan ook voordelen met zich meebrengen zoals: hoger landbouwopbrengsten, uitbreiding van toerisme en lagere stookkosten. Veel agrarische gebieden in noordelijke streken in Canada en Rusland kunnen misschien profiteren van de hogere temperaturen en een hoger koolstofdioxideconcentratie. Maar om die voordelen te gebruiken moet er veel tijd en geld ingestoken worden om de samenleving in die streken te veranderen. Om die gebieden voor te bereiden op zulke effecten moet er eerst nieuwe infrastructuur aangelegd worden, zoals ontginning, wegen aan leggen, watervoorzieningen verbeteren en steden bouwen. Omdat te realiseren moet er wel een mate van zekerheid over het klimaat bestaan. Als na 20 jaar blijkt dat het weer te koud wordt om daar dingen te verbouwen zijn al die investeringen voor niets geweest. Doordat de aarde opwarmt zullen de stookkosten in de noordelijke breedtegraden lager zijn. Daar tegenover staat dat er in de zomer meer airconditioning nodig is. De scheepvaartroutes die de noordelijke continenten nu met elkaar verbinden zijn niet erg toegankelijk, maar wel een stuk korter dan de zuidelijk gelegen scheepvaartroutes. Als door de opwarming van de aarde er minder ijs in de zee ligt kunnen deze routes economisch aantrekkelijk worden. Om dit allemaal te realiseren moet er een mondiale herverdeling van kosten en voordelen van het weer komen. De kosten die gemaakt worden zullen groter zijn dan de voordelen dat het met zich meebrengt. Nu heeft de wereldmaatschappij geen economische instrumenten om zo’n grote herverdeling van kosten te compenseren of de schade te vereffenen. Daardoor kunnen grote politieke spanningen tussen landen op treden. Verandering van de gemiddelde wereldtemperatuur. natuuroverzicht van 2001 en 2002 in Nederland. Wereldwijd is 2002 het op een na warmste jaar sinds het begin van de metingen in 1860. Alleen het jaar 1998 was nog warmer. Ook in Nederland was het klimatologische gezien een bijzonder jaar. Met een gemiddelde temperatuur van 10.8°C komt 2002 op de vierde plaats van warmste jaren. Net na de jaren 1990, 1999 en 2000. In deze drie jaren werd het gemiddeld 10.9°C. De winter 2001/2002 werd door het KNMI gekarakteriseerd als zeer zacht en zeer zonnig. De lente was zeer zacht en zonnig. De zomer was warm en somber en de herfst was zacht en zonnig. Een vraag die dan direct opkomt is: wat voor een gevolgen hebben de hoge temperaturen gehad voor de natuur in Nederland. Gemiddelde bloei van planten in 2001, 2002 en 1940-1968 en de onderlinge verschillen. Soort 1940-1968 2001 2002 2002-2001 2001-normaal 2002-normaal Aantal keer de SD
Sneeuwklokje 23-Feb 30-Jan 27-Jan -3 -23 -26 2
Klein hoefblad 18-Mar 7-Mar 25-Feb -11 -10 -21
Maarts viooltje 03-Apr 22-Mar 1-Mar -21 -11 -33 4
Speenkruid 30-Mar 7-Mar 1-Mar -6 -22 -28 3
Bosanemoon 06-Apr 26-Mar 17-Mar -9 -11 -19 3
Dotterbloem 14-Apr 4-Apr 24-Mar -11 -10 -21 2
Hondsdraf 16-Apr 11-Apr 25-Mar -16 -5 -21 3
Pinksterbloem 20-Apr 14-Apr 30-Mar -15 -6 -21 3
Witte dovenetel 26-Apr 21-Apr 4-Apr -17 -4 -22 2
Fluitenkruid 02-Mei 22-Apr 5-Apr -17 -9 -27 3
Brem 11-Mei 26-Apr 8-Apr -17 -15 -32 4

Akkerhoornbloem 29-Apr 30-Apr 14-Apr -16 2 -15 2
Scherpe boterbloem 03-Mei 30-Apr 15-Apr -15 -2 -18
Look-zonder-look 02-Mei 01-Mei 17-Apr -13 -1 -14 2
Kruipende boterbloem 06-Mei 4-Mei 25-Apr -9 -1 -11 1
Koekoeksbloem 14-Mei 10-Mei 2-Mei -8 -3 -11 2
Gewone margriet 23-Mei 22-Mei 13-Mei -9 -1 -10 2
Gele lis 25-Mei 22-Mei 17-Mei -5 -3 -8 1
Gele plomp 28-Mei 25-Mei 23-Mei -3 -2 -5 1
Waterlelie 31-Mei 04-Jun 31-Mei -4 4 0 0
Uitleg waarde aantal keren de SD: 1 x SD = In 16% van de vroegere jaren was hij het ook zo vroeg
2 X SD afwijking = In 2.5% van de jaren was de gemiddelde waarneming ook zo vroeg
3 en 4 XSD afwijking = 2002 behoort tot de vroegste waarneming ooit gemeten. Is het broeikaseffect gewenst? Uit mijn onderzoek naar de oorzaken en gevolgen van het broeikaseffect ben ik erachter gekomen dat het natuurlijke broeikaseffect gewenst is, maar het versterkte broeikaseffect zeker niet. Voor zover ik heb kunnen ontdekken heeft het versterkte broeikaseffect alleen negatieve gevolgen voor iedereen op deze aardbol. Dit is erg slecht voor het broeikaseffect. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we geen gevolgen meer ondervinden van het broeikaseffect? De vier tips die Greenpeace geeft aan alle huishoudens: 1. Wees zuinig met energie. 2. Koop zelf zonnepanelen. Dat betekent twintig jaar schone stroom en minder CO2-uitstoot. 3. Stap (zonder extra kosten) over op groene stroom. 4. Blijf op de hoogte van het laatste Greenpeace-nieuws. Een andere manier is duurzame energie. Duurzame energie is energie opgewekt door natuurlijke bronnen zoals zon, wind en water. Dit kan onder andere door het opwekken van elektriciteit met zonnepanelen, windturbines of waterkrachtcentrales of door het opvangen van de warmte van de zon met zonneboilersystemen.. Indirect gebruik van de zon door het ‘verbranden’ van grassen en hout valt ook onder duurzame energie. Deze vorm wordt samengevat onder de term biomassa. Ook bestaat de mogelijkheid om gebruik te maken van de omgevingswarmte. Een warmtepomp kan de ‘warmte’ uit koude buitenlucht gebruiken om het binnenshuis warm te stoken. Later zullen we hier uitgebreider op terugkomen
Bronnenlijst http://www.scholieren.com
http://www.aplus.nl/project/energie/broei1.htm
http://www.euronet.nl/users/mbleeker/suriname/co2cycln.html
http://www.stichtingleefmilieu.be/middenkrant/MKRfull/broeikas.htm
http://www.knmi.nl
http://www.greenpeace.nl
http://www.milieuloket.nl
http://www.google.nl
http://home.wxs.nl/onbek026/pw_H4.html

REACTIES

A.

A.

Handig want ik moet er een opstel/spreekbeurt van maken. Maar soms iets te netjes want ik vind dat het niet in eigen woorden staat. Maar toch handig

8 jaar geleden

M.

M.

te lang ga dit echt niet lezen (eigenlijk wel). wtf

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.