Griekenland

Het landschap Griekenland is gelegen op de Balkan, in het zuidoosten van Europa. Het Turkse woord Balkan betekent –met bossen bedekte bergkammen- en hoewel er veel bos verdwenen is, is dit nog steeds een goede manier om het Griekse landschap te beschrijven. In dit land kom je geen echte rivieren tegen, maar wel veel beekjes. Deze beekjes bevatten zo weinig water dat je er niet op kunt varen
Griekenland is het zuidelijkste deel van het Balkan-schiereiland en wordt bijna helemaal door zeeen omringd. Die zeeen zijn onderdeel van de Middellandse Zee en daarom heeft het grootste gedeelte van
Griekenland een middellands-zeeklimaat. In de zomer valt er bijna geen regen. Het hele land maakt in de zomer een uitgedroogde indruk. Pas in het najaar en in de winter breekt de regenperiode aan en alles wat dood was, komt weer tot leven. Bovendien schijnt de zon dan wat minder. Griekenland bestaat uit twee gedeelten: het vasteland en een enorm aantal eilanden. Ban die eilanden zijn er 166 bewoond en 1259 onbewoond. Wat de Grieken zeggen is dat toen de aarde er was, God nog een handvol rotsblokken overhad en die in zee wierp en dat toen Griekenland is ontstaan. Als je de vorm van het land en het landschap ziet, klopt dat wel aardig. De kustlijn is geweldig ongelijk en 15.000 km. lang. Dat is twee vijfde deel van de omtrek van de aarde en Griekenland is 132.000 m2 groot.
De regering Griekenland was tot 1967 een koninkrijk. De laatste koning die er was heette Constantijn. In 1967 hield dat op. De koning Constantijn moest naar het buitenland vluchten. Dat kwam omdat een aantal militairen die voor Papadopoulos werkten, de macht greep. De militairen die de macht grepen waren allemaal kolonels uit het leger. Er werd dan ook gezegd dat de bewoners door een kolonelregime werden geregeerd. In 1975 kwam daar een eind aan en werden er verkiezingen gehouden. Er kwam ook een nieuw parlement en het staatshoofd van Griekenland is toen President geworden. Tegenwoordig mogen de mensen nog steeds hun eigen regering kiezen. Griekenland is dus een democratisch land en een republiek. De Balkan Griekenland hoort bij de Balkanlanden. Balkanlanden zijn landen met veel bergen. Naast Griekenland hoort ook Bulgarije, Albanie en het voormalig Joegoslavie bij de Balkanlanden. Balkan is een Turks woord dat gebergte betekent. Als je tussen Griekenland en Turkije in, naar de Egeische Zee kijkt moet dat wel kloppen. Bijna overal zie je bergen uit de Zee komen. De toppen van de bergen zijn vele eilandjes. De bergtopjes zijn meestal niet mooi begroeid, want vruchtbare grond is zeldzaam in Griekenland. Dat komt omdat er veel regen valt, maar al die regen spoelt vruchtbare gronde weg en op een harde ondergrond kan geen boom groeien. Meestal worden de kale bergjes nog wel bewoond. De twee grootste landbouw gebieden liggen ten zuiden van de berg Olympos. Dit gebied heet Thessalie en het tweede gebied ligt ten noord-westen van de berg Olympos vlakbij de grens van het vroegere Joegoslavie. Het geloof Van de bevolking van Griekenland is ongeveer 90% Grieks katholiek ofwel Grieks-orthodox. De katholieke kerken lijken veel op de kerken zoals bij ons: er wordt veel gezongen en gebeden, alleen hebben de kerken in Griekenland meer geschilderde afbeeldingen op hout van Jezus en andere belangrijke heiligen. Deze schilderingen worden ikonen genoemd. Als de mensen in Griekenland de kerk binnenkomen, kussen ze als eerste de ikonen. De monniken lopen in zwarte kleding en mogen, al willen ze, nooit hun haar knippen. Ze maken dan een staartje en doen die onder hun hoed. In het noord-oosten van Griekenland ligt het schiereiland Athos. Daar mogen alleen maar mannen komen. Er staan daar 24 kloosters en je kunt er alleen per boot komen. In duizend jaar tijd zijn er geen vrouwen gekomen. Maar je kan er wil als toerist heen als je een man bent. Athos is eigenlijk een klein staatje waar vroeger 20.000 mensen woonden, maar nu nog maar een paar duizend. Er zijn daar geen winkels en cafe’s of restaurants en de toeristen moeten in een klooster slapen. Op het eiland Athos zijn geen wegen: er zijn alleen maar grintpaden waarover je kunt lopen. Toerisme Griekenland is een toeristisch land. Het grootste inkomen komt dus van de toeristen. Als je op reis naar Griekenland gaat, kies je voor een rondreis op het vasteland of voor een vakantie op een van de vele eilanden. Echte toeristische eilanden zijn: Kreta, Kos en Corfu. Toeristen trekken naar deze eilanden voor de schilderachtige stadjes, voor de bezienswaardigheden, maar vooral voor het mooie weer. Athene Athene, de hoofdstad van Griekenland is genoemd naar de godin Athene. De meeste buitenlanders denken dat Athene een wereldstad uit de oudheid is. De tijd waarop de stad het belangrijkst was, was van 480-430 v.Chr. Die tijd begon met een overwinning op de Perzen en eindigde met een oorlog tegen Sparta. Daarna heeft het land ruim tweeduizend jaar invallen gehad van: Macedoniers, Romeinen, Venetianen, Franken en Turken. In 1834 werd Athene de hoofdstad van Griekenland, nadat het bevrijd was van de Turken. Toen was het eigenlijk maar een heel klein dorp. Nu heeft het een oppervlakte van 440 km2. Het havenstadje Piraeus is ook helemaal opgeslokt door Athene. Nu telt de stad meer dan 3 miljoen inwoners. Athene is een stad met erg veel huizen, mensen en vooral auto’s die veel herrie en luchtvervuiling veroorzaken. In de warme zomermaanden lijkt het net alsof er een dichte mist boven de stad hangt. De stad heeft veel bezienswaardigheden. Het hart van de stad is de Acropolis. Dit is een afgeplatte berg met vele bekende tempels, zoals het Parthenon. Aan de voet van de Acropolis ligt de Plaka waar veel monumenten en ruines te vinden zijn en ook een aantal Byzantijnse kerken. De Lycabettusberg, het Nationale Park en de andere parken zorgen voor de zuurstof voor de miljoenen Atheners/