Ghana

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 5e klas vwo | 7086 woorden
  • 28 mei 2006
  • 119 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
119 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Voorwoord: Ik hou mijn werkstuk over Ghana en hoe het zich ontwikkeld ten opzichte van de westerse samenleving. De reden hiervoor is dat een goede Ghanese vriend van mij, mij vaak verhalen verteld over zijn cultuur en over de gewoontes, religie etc. Hij is vanuit Ghana naar Nederland gekomen om een beter bestaan op te bouwen. Ik raakte geïnteresseerd in deze primitieve, maar toch rijke cultuur en wilde hier graag meer over te weten komen. Voor dit werkstuk heb ik me verdiept in de geschiedenis, de politiek, de cultuur en de economie van Ghana. Ik heb geprobeerd alle gevonden informatie zo goed als mogelijk te verwerken, zodat u een informatief maar ook een amusant beeld kunt vormen. Tot slot wil ik u mededelen dat dit werkstuk naar mijn mening geslaagd is en ik hoop op dezelfde respons uwerzijds. Bij deze wens ik u veel leesplezier! · Hoofdvraag: Hoe ontwikkelt Ghana zich ten opzichte van de westerse samenleving? · Deelvraag 1: Wat is het algemene beeld van Ghana? · Deelvraag 2: Wat zijn de economische aspecten van de Ghanese samenleving? · Deelvraag 3: Wat zijn de politieke aspecten van de Ghanese samenleving? · Deelvraag 4: Wat zijn de culturele aspecten van de Ghanese samenleving? · Deelvraag 5: Conclusie; Waarom komen Ghanesen naar Nederland (push- en pullfactoren)? De antwoorden op deze vragen worden duidelijk aan de hand van dit werkstuk. Citaat: “Eeuwenlang was de Goudkust het centrum van de West-Afrikaanse slavenhandel. In tientallen Europese forten aan de kust werden de slaven verzameld voor het vervoer naar Amerika. In 1872 droeg Nederland zijn laatste forten over aan Groot-Brittannië. Het gebied bleef Brits tot 1957, toen de Goudkust als eerste kolonie in Afrika ten zuiden van de Sahara onder de naam Ghana onafhankelijk werd.” Hoofdstuk 1: Het koninkrijk Ghana Rond het jaar 700 stichtte het volk van de Soninké een koninkrijk. Dit was een machtig koninkrijk dat veel aanzien had bij de mensen. Dit koninkrijk werd Ghana genoemd. Dit oude Ghana lag een paar duizend kilometer noordwestelijk van het huidige Ghana, in een gebied dat nu behoort tot Mauritanië, Senegal en Mali. Het koninkrijk dankte zijn macht aan zijn strategische ligging ten opzichte van de handelsroutes door de Sahara. Vanuit het zuiden werden goud en ivoor aangevoerd, die vervolgens via woestijnvolkeren naar de Noord-Afrikaanse markten werden getransporteerd. De Arabische geograaf Ibn-Hawqal beschreef de Ghanese koning in 977 als ‘de rijkste man op aarde’ en ook de geschiedenisschrijver Al-Bakri schreef in 1068 over de rijkdom en de macht van Ghana. De eerste Europeanen die in Ghana aankwamen waren de Portugezen in 1471. daar troffen ze langs de Ghanese kust Akan-volkeren aan. Akan: de grootste etnische groep in Ghana. De Akan domineert de samenleving al sinds de veertiende eeuw. Ze leefden van visvangst en onderhielden uitgebreide handelsnetwerken met andere kustvolkeren en met het binnenland (zout in ruil voor katoen, goud en kolanoten.) De Portugezen waren verbaasd over de rijkdom van het volk. Ze zagen stamhoofden bekleed met gouden sieraden. De handelsproducten zorgden ervoor dat Portugese handelaren zich vestigden langs de ‘Goudkust’. De Portugezen noemden die plaats Elmina (de mijn). Elmina werd het belangrijkste steunpunt van de Portugese handel. Door al dat goud werd ervoor gezorgd dat ook andere Europese landen geïnteresseerd raakten in het gebied. De Goudkust

Er werden nu steeds meer Europese landen tot het goud aangetrokken; Nederland, Engeland, Frankrijk en Zweden. Ze bouwden allemaal verdedigingswerken en allemaal probeerden ze met lokale bevolking verdragen te sluiten. Vooral tussen Nederland en Engeland ontstonden grote ruzies over het handelsmonopolie. Goud werd vanuit de beboste gebieden naar handelssteden in de Sahel getransporteerd; Ségou, Djenné en Timboektoe, en vanuit die landen door de Sahara naar Noord-Afrika en Europa. Rond het jaar 1500 haalden de Portugezen jaarlijks een hoeveelheid goud uit de Goudkust, die gelijk stond aan één tiende van de totale wereldproductie. Er is tussen 1471 en 1880 ongeveer 400 ton goud uit de Goudkust geëxporteerd. Vanaf de tweede helft van de 17e eeuw ging de handel in goud samen met de slavenhandel. Voor de Europeanen was de slavenhandel onderdeel van een driehoekshandel. In ruil voor Europese producten werden in West-Afrika slaven ingeladen. Ze kwamen terecht op de Europese plantages in Noord- en Zuid-Amerika. Tenslotte werden de producten van deze plantages (suiker, tabak, katoen en koffie) naar de Europese markten gebracht. De winsten waren heel groot en om dat te hebben bereikt werden hele Afrikaanse samenlevingen vernietigd. Hoofdstuk 1.2: Binnenlandse grootmachten Er ontstonden in Ghana halverwege de 17e eeuw vier grootmachten; · Akwamu · Denkyir · Fante · Asante
Het koninkrijk van de Akwamu kwam aan de macht door het monopoliseren van de doorvoer van goud naar de forten langs de kust. Rond 1700 strekte het machtsgebied van de Akwamu zich uit tot honderden kilometers in het binnenland. De Europeanen betaalden zelfs huur voor hun slavenforten aan de Akwamu. Op dezelfde manier kwam aan het begin van de 17e eeuw ten westen van Akwamu het koninkrijk van de Denkyira op. De Denkyira waren goed met wapens en het voeren van oorlog. Ze controleerden de goudhandel en de slavenhandel in het westen van Ghana. Vanaf de 18e eeuw werd Fante de belangrijkste machtsfactor langs de kust. Voor die tijd bestond er verdeeldheid onder de Fanti. Maar met de opkomst van het koninkrijk Asante zagen de Fanti de noodzaak in van een gezamenlijke politieke en militaire strategie. Het volk dat zich ontwikkelde tot de allergrootste macht in het gebied waren de Asante. Het kende 200 jaar lang een grote bloei. De Asante waren een goed georganiseerd volk. De koning had zijn eigen ambtenaren die over het hele land zijn bevelen uitvoerden. de Asante waren ook goede krijgers. Ze wonnen elke oorlog. Hun krijgsgevangenen verkochten ze als slaven, waardoor ze veel geld verdienden en nog machtiger werden. Ze hadden grote hoeveelheden goud waarvan ze juwelen maakten en waarmee ze muziekinstrumenten en wapens versierden. De Asante-leider was Osei Tutu (1680-1717). Zijn koninkrijk groeide uit tot de belangrijkste binnenlandse machtsfactor tegenover de Europeanen. Eind 18e eeuw kwam in Groot-Brittannië een beweging tegen de slavernij op gang en in 1807 werd de slavenhandel officieel afgeschaft. In 1835 zond de British Methodist Conference de eerste zendelingen naar de goudkust. Britse handelaren stonden positief tegenover hun komst. De zendelingen verlegden de grenzen van het Britse gezag naar het binnenland en zorgden er tegelijkertijd voor dat de lokale bevolking kennismaakte met Europese producten. Ook de Europeanen begonnen elkaar steeds meer te beconcurreren in het veroveren van Afrikaans grondgebied. Het congres van Berlijn van 1884-1885 had ‘de wedloop om Ghana’ in gang gezet. Groot-Brittannië zag Frankrijk ten westen en noorden van de Goudkust oprukken en Duitsland ten oosten ervan. De Asante zocht in het noorden naar bondgenoten. De grenzen van de Goudkust-kolonie werden zo ver mogelijk en zo snel mogelijk naar het noorden opgeschoven. In 1900 werd het Asante gebied veroverd door de Britten. Het rijk werd gedegradeerd tot kolonie. Dit gebied werd in 1902 officieel een Brits protectoraat. In de Goudkust steunde de zwarte elite het Verenigd Koninkrijk in de oorlog tegen Duitsland, in de hoop daarna beloond te worden met meer politieke invloed. Het Goudkust-regiment van de Britse Royal West African Frontier Force, (dat bestond uit soldaten uit de Northern Territories) vocht met succes tegen de Duitsers in Togo, Kameroen en Tanganyika. Aan het begin van de 19e eeuw lagen er nog 34 forten langs de Goudkust, vijf Deense, veertien Britse en vijftien Nederlandse. Het belangrijkste Deense fort was Christiansborg in Accra. De andere Deense forten lagen ten oosten daarvan. De Britten hadden hun belangrijkste fort in Cape Coast dat zij in 1664 op de Nederlanders hadden veroverd. Deze laatsten hadden het één jaar eerder veroverd op de Zweden, de bouwers van het fort. De Nederlandse forten werden bestuurd vanuit het fort St-George d’Elmina. De andere Nederlandse forten waren: St-Antonius in Axim, Groot-Fredericksburg in Prince’s Town, Marie-Louise in Takrama en Dorothea in Akwida (alledrie in 1720 van Brandenburg), Batenstein in Butri (1656), Oranje in Sekondi (1640), St-Sebastiaan in Shama (op de Portugezen veroverd in 1640), Vredenburg in Komenda (1688), Coenraadsburg in Elmina (1638), Nassau in Moree (1612), Amsterdam in Kormantin (op de Britten veroverd in 1655), Leydsaamheid in Apam (1697), De Goede Hoop in Senya Beraku (1705) en Crevecoeur in Accra (1647). Hoofdstuk 1.3: Politieke geschiedenis van Ghana De eerste president van Ghana was Kwame Nkrumah. Hij werd geboren in 1909 in Nkroful in de buurt van Axim in het zuidwesten van Ghana. Hij bezocht tussen 1926 en 1930 het Achimota College (een lerarenopleiding die in 1924 was opgericht) om daarna leraar te worden. Op advies van Nmandi Azikiwe (leider van de nationalistische beweging in Brits-Nigeria en later de eerste president van het onafhankelijke Nigeria, vertrok Nkrumah in 1935 naar de Verenigde Staten. Hij is afgestudeerd in economie, sociologie, theologie en pedagogiek. In 1942 richtte Nkrumah een faculteit African Studies op aan de universiteit van Philadelphia. Ook organiseerde hij een Afrikaanse studentenvereniging en richtte de African Interpreter op (een blad dat het zwarte nationalisme moest bevorderen.) Door al deze activiteiten kwam hij in contact met Amerikaanse en Caribische zwarte leiders. In 1945 vertrok Nkrumah naar Engeland. Ondertussen werd de Goudkust nog steeds bezet door de Europeanen. De Ghanese bevolking wilde graag vrijheid en vrede, daarom zochten ze contact met Nkrumah in Londen, om te vragen of hij de algemeen-secretaris van de partij wilde worden. Nkrumah stemde toe en in 1947 keerde hij terug naar zijn geboorteland. Daar richtte hij een politieke partij op: de Convention People's Party (CPP). Hij was de eerste premier van het land en hij was ook leider van de pan-Afrikaanse beweging. In 1959 werd Nkrumah gekozen tot president van Ghana. Het land werd uitgeroepen tot een republiek op 1 Juli 1960. Op 24 februari 1966 werd Nkrumah door een staatsgreep aan de kant gezet. De oorzaken hiervoor zijn: · Allereerst was Nkrumah te veel gaan geloven in zijn eigen ‘goddelijkheid’. Hij dacht dat hij de machtigste man op de wereld was, hierdoor had Nkrumah een belangrijk deel van zijn realiteitszin verloren. · Er was een bijna geen bestuurlijke ervaring in zijn regering en ambtenarenkorps. Dus toen ze aan de macht kwamen bleek dat ze onervaren waren en velen deden aan corruptie. · Verder maakte Nkrumah’s regering belangrijke politieke inschattingsfouten. Zo had hij meer oog voor de problemen in het buitenland dan voor die van Ghana zelf. · Tot slot ging het nog steeds slecht met de economie. Terwijl Nkrumah miljoenen stak in industriële projecten, bleef de Ghanese bevolking arm. Nkrumah overleed op 27 april 1972. zijn graf bevindt zich nu in Accra. Citaat: “Wat dom om te vragen naar de bedoeling van onze actie, als tegelijkertijd de mensen in het land omkomen van de honger door toedoen van een paar volgevreten personen!”, roept hij de rechtszaal in. Het aanwezige publiek barst in gejuich uit; de zo begeerde volksheld is opgestaan. Toen Jerry John Rawlings deze uitspraak deed, werd hij meteen geliefd door het publiek. Rawlings werd geboren in 1947 in Accra. Hij bracht zijn kindertijd door in Dzelukope, een dorpje in het zuidoosten van Ghana. Zijn vader is een Schot, zijn moeder is Ewe. De vader van Rawlings heeft zijn zoon nooit willen erkennen. Tussen 1961 en 1966 doorliep Rawlings het Achimota College. in 1967 werd Rawlings piloot bij de Ghanese luchtmacht en in 1978 werd hij luitenant. Rawlings werd een populaire figuur in het leger, vanwege zijn handelwijze en zijn manier van spreken. Op deze eigenschappen was Rawling’s macht gebouwd. In de maanden daarna werd door de Armed Forces Revolutionary Council van Rawlings militaire tribunalen opgericht, die corrupte legerofficieren, politici en ambtenaren veroordelen tot lange gevangenisstraffen. Rawlings wordt ook al snel geliefd in het buitenland, helemaal als hij ervoor zorgt dat er democratie is. Na algemene verkiezingen wordt Hilla Limann president (een diplomaat uit het noorden van het land en kandidaat van de People’s National Party, PNP). Zo begint Ghana’s Derde Republiek. Al na een paar maanden blijkt hoe machteloos de regering Limann is. Op de achtergrond kijkt volksheld Rawlings toe hoe Limann vastloopt en op 31 december 1981 neemt hij voor de tweede keer de macht over. Hij noemt zijn regering de Provisional National Defence Council (tijdelijke nationale defensieraad, PNDC.) Lange tijd trok Rawlings zich weinig aan van de grondwet en haar instellingen. Rawlings liet zich vooral leiden door zijn gevoel en minder door de het beleid. Hij werd echt een man van het volk. Na ruim tien jaar als militair aan de macht te zijn geweest, besloot Rawlings om het gevecht om het democratische presidentenschap aan te gaan. Op 3 november 1992 won hij de verkiezingen, met bijna 60 procent van de stemmen. Op 8 december 1996 werden opnieuw verkiezingen gehouden. Rawlings kreeg 57 procent van de stemmen, zijn belangrijkste rivaal J.A. Jufuor bijna 40 procent. Hiermee heeft Rawlings bewezen dat hij de bindende kracht is in de Ghanese samenleving. Ook heeft Rawlings een netwerk van persoonlijke relaties ontwikkeld met de leiders van de belangrijkste etnische groepen in het land. In december 2000 zijn de afgelopen presidents- en parlementsverkiezingen gehouden. President Rawlings kon zich niet meer verkiesbaar stellen. Belangrijkste kandidaten waren John Atta Mills van de regeringspartij NDC en John Agyekum Kufuor van de belangrijkste oppositiepartij New Patriotic Party (NPP). De partij van Kufuor heeft de meeste stemmen behaald en is als winnaar uit de bus gekomen. Ook de machtsovername begin januari 2001 is voorspoedig verlopen; de ogen zijn nu gericht op de nieuwe president Kufuor en zijn regering. Hoofdstuk 2.0: Algemene aspecten van Ghana Als men over Ghanesen praten; dan ontsaat er een heel raar beeld over deze mensen. "o dat zijn mensen die achter olifanten rennen en een heel groot bot in hun neusbot hebben. Ze hebben geen kleding, maar dragen een doek over hun geslachtsdeel" Als we over het land Ghana hebben, dan is het in de midden van Afrika en is er opeens een woestijn in Ghana. Nee dit kan zo niet meer langer. Veel mensen weten niet eens dat er in Ghana Nederlanders wonen en daar een Nederlandse school hebben opgericht. KLIMAAT: Ghana is gezegend met een tropische klimaat met dagelijkse temperaturen tussen de 25 en 40 graden Celsius. In de soms dicht begroeide kuststroken kan het vochtig zijn maar dan is daar altijd weer de zeewind die voor een beetje verfrissing zorgt. Naar het noorden toe, waar het landschap meer open wordt en de invloed van de Sahara zich laat voelen, wordt het droger en warmer. De regentijd valt in de periode van mei tot en met september. In de praktijk betekent dat om de een of twee dagen meestal tegen de avond meestal tegen de avond een regenbui van een of twee uur waarna het leven weer onmiddellijk zijn normale gang herneemt. WAAR LIGT GHANA
Ghana ligt in het westen van Afrika, in het zuiden aan de Atlantische ocean. In het oosten ligt Togo en in het Westen ligt de Ivoorkust. Ghana ligt in de Tropen en op de Greenwich Meridiaan. Het is een van de vijf van de Afrikaanse landen die aan de golf van Guinea ligt. Ghana heeft genoeg ruimte om nog inwoners van Nederland in te nemen. Het land is ongeveer 28590 km² groot. Het land is weer verdeeld in soortachtige provincies, eigenlijk 10 verschillende gebieden met elk hun eigen hoofdstad. De officiële hoofdstad van Ghana is Accra. Ghana heeft nog paar buurlanden, waarmee ze soms conflicten hebben gehad in moeilijke tijden, maar toch zijn het buren en die moet je toch wel te vriend houden. Dit zijn de landen Togo, Ivoorkust en Benin. WAT VOOR TALEN WORDEN ER IN GHANA GESPROKEN? Omdat veel mensen in Ghana best wel donker zijn denken we dat ze allemaal het zelfde zijn. Dat is net als je appels en peren gaat vergelijken. In Ghana komen zoveel verschillende volken voor dat je het ook als een multiculturele samenleving kunt beschouwen. We zullen er een paar noemen; je hebt de Asanti, Ajebi, Housa, Fanti, Enkrain, Frafranie. Deze volkeren hebben elk hun eigen gewoontes. De talen variëren, klank, klemtonen en natuurlijk de ss-klank. De talen die het meest worden gesproken in Ghana zijn Fanti, Ewe, Housa, Sagemba, Twee, Koesissi, Kanjaka, Maprosi, Krobo en Engels. De voertaal in Ghana is Engels, maar langzaam beginnen veel mensen de taal van de Asanti (twi) over te nemen. Over een aantal jaren wordt de taal; Twi de voertaal. Twi is een taal dat best wel mooi is om te horen, als je het verstaat en goed begrijpt. Doordat het een taal is dat best wel oud is, heeft het zulke mooie gezegdes, beeldspraken en spreekwoorden. Twi wordt vooral binnen in het land gesproken. In de stad Kumasi, daar komen de Asanti vandaan. De Taal is niet zo moeilijk om te leren, als men denkt dat het is. Zo hebben veel Nederlanders die daar wonen de taal geleerd, om beter met de mensen te kunnen communiceren. E ti seng? - hoe gaat het? eye - goed

bra - kom
mi dow - ik hou van je Hoofdstuk 2.1: Onderwijs Ghanesen staan bekend als lui, maar in feite werken ze wel heel hard, als ze de kans maar krijgen. Ook de kinderen in Ghana kunnen heel veel dingen wat veel Nederlandse kinderen op dezelfde leeftijd niet eens kunnen. Het onderwijs zelf, is redelijk geregeld. Er is leerplicht tot en met de derde klas van de middelbare school. Het onderwijs is wel aan de betere kant als men het relativeert met andere West-Afrikaanse landen. Hoewel er leerplicht is, gaan lang niet alle leerlingen naar school, vooral de meisjes die blijven vaak thuis, om daar te helpen. Omdat er in Ghana niks geregisteerd staat over wie er in Ghana wonen, kan de regering verder niets doen om alle kinderen naar school te sturen. Door dit soort ontwikkeling, neemt analfabetisme in Ghana toe. De kinderen gaan eerst naar een crèche, voor 24 maanden. Daar leren ze een paar dingen voor dat ze een paar jaar ouder worden. Na de crèche gaan ze naar een lagere school, deze duurt 6 jaar. Vervolgens moeten ze dan naar de JSS (junior secondary school). Hierna doen ze een examen en kunnen eventueel doorleren in de SSS (senior secondary school). Deze sss is echter maar voor een kleine groep studenten weggelegd met genoeg hersens en vooral genoeg geld. De SSS is erg duur, omdat veel scholen ook wel internaten zijn. Hierdoor moeten studenten erg veel betalen aan eten, slapen etc. Elke gebied/district heeft een school met een ‘Science Resource’ centrum. In deze scholen zijn er veel voorzieningen om echter biologie, natuurkunde, scheikunde te geven. Na de SSS kunnen studenten aan de universiteit of een andere vervolgopleiding beginnen. Helaas halen weinig studenten het SSS-examen en zijn er nog weinig plaatsen beschikbaar op de Universiteit.Veel studenten moeten een jaar of langer wachten om toegelaten te worden. Ze moeten een toelatingsexamen doen en tevens veel geld betalen om deze examens te kunnen doen. Als de studenten eenmaal op de universiteit zitten, dan worden ze ook wel echt goed opgeleid. Na hun universiteit zijn ze verplicht een jaar ‘National Service’ te doen om hun schulden terug te betalen. Dit houdt meestal in dat ze een jaar lesgeven op een middelbare school voor een kleine vergoeding en woning. Over het algemeen zijn de studenten respectvol en beleefd. Ze staan op als de leraar binnenkomt en als ze een antwoord geven staan ze ook op. Ze zitten van 7:15 tot16:00 op school. Ghana is een land dat veel heeft mee gemaakt, dat we miljoenen bladzijden nodig hebben om alles te vertellen. Ghana is behoorlijk achteruitgegaan en vooral op economische gebied. Wel gaat het nu beter. Hoofdstuk 2.2: Bevolking Ghana heeft een grote bevolking, dit komt door allerlei factoren. Ghana heeft meer dan 20.000.000 inwoners in een land dat ruim 7 keer zo groot is als Nederland. Dat is veel, aangezien er niet zo veel steden zijn. De mensen wonen dicht op elkaar. Een Ghanese vrouw heeft vaak veel kinderen, veel meer dan een Nederlandse vrouw. Dit komt door hun geloof; dus plegen ze geen abortus en dat kinderen je kunnen helpen als ze wat ouder zijn. Want er is geen uitkering voor iedereen beschikbaar, als je wat ouder wordt heb je kinderen nodig om voor je te zorgen. Maar eigenlijk economisch gezien is het beter als ze minder kinderen krijgen. Maar de mensen in Ghana denken daar er anders over;" We zijn niet arm omdat we veel kinderen hebben; we hebben veel kinderen omdat we arm zijn". Het geboortecijfer van Ghana ligt dus hoger dan dat van Nederland. Veel van de mensen hebben geen kennis over de beperking van kinderen, waardoor ze juist veel kinderen maken. Maar voor de mannen laat het weer zien dat ze ‘echte mannen’ zijn en dat ze voor hun kinderen kunnen zorgen, want hoe meer kinderen des te hoger de status van de man. Helaas is het sterftecijfer van baby’s/kinderen ook hoog. Veel sterven aan ziektes zoals aids en veel ouders zijn niet in staat om hun kinderen voldoende eten te geven. Hoofdstuk 2.3: Werk De meeste mensen in Ghana zijn boeren of vissers en behoren tot 86% van de bevolking. Zij verbouwen hun eigen voedsel; aardappel, rijst, ui, tomaat, garden-egg, banaan, cassave, yam, cacao en suikerriet. In het westen is er een tropisch regenwoud en is het er vruchtbaar. Behalve boer zijn veel vrouwen naaisters, kapper of marktvrouw om hun waren te verkopen. Deze 86% verdient verschrikkelijk weinig. Men verdient daar ongeveer 200.000 tot 300.000 cedis in een maand, dat is ongeveer 30 tot 50 euro in een maand. Een leraar verdiend ongeveer 50 euro per maand. Doordat er zo weinig wordt verdiend ontstaat er corruptie in Ghana en zwarte handel, waardoor de BNP niet kan groeien. De mensen kunnen natuurlijk niet zo lekker leven als ze dat zouden willen. Men vind altijd iets extras te doen om wat geld bij te verdienen. Het welgestelde deel van de bevolking (14%) verdient wel genoeg geld om van te leven. Hoofdstuk 2.4: Bankwezen Ghana heeft gelukkig nog wat banken zodat er nog kan worden gespaard en geld kan worden geleend. Ghana had een centrale bank, die is sinds 1957 de Bank of Ghana gaan heten. Na de onafhankelijkheid, wou men zoveel mogelijk dat alle instellingen en andere bedrijven Ghanees waren en niet onder gezag van de Engelsen. Zo zijn er ook Banken voor handel en sparen. Zo zijn er nog banken die gespecialiseerd zijn in het versturen en ontvangen van geld. Zo kan men bijvoorbeeld geld sturen naar een familielid in Ghana binnen een dag via deze banken, die natuurlijk weer wat vragen voor hun diensten.
Hoofdstuk 2.5: Export In 1885 voerde Ghana voor het eerst 60 kilo cacaobonen uit, in 1925 was het al 218 895 ton. Vanaf 1911 was Ghana's werelds grootste cacaoproducent en dat is tot 1977 zo gebleven. Het topjaar was in 1964 toen een cacao-oogst van 557 000 ton werd binnengehaald. Daarna is het bergafwaarts gegaan. Het dieptepunt werd bereikt in 1983, toen slechts 159 000 ton werd geoogst. De extreme droogte van dat jaar was daarvoor mede verantwoordelijk. Ghana werd vanaf 1977 als cacaoproducent voorbij gestreefd door Ivoorkust en Brazilië. Maar na deze periode van ondergang is Ghana weer hersteld. Hoewel het lang niet zo goed gaat als in de jaren waar 60 tot 80 procent van de export uit cacao bestond. Er wordt nu meer dan 300 000 ton cacao jaarlijks geproduceerd. De productie van de Cacao is geconcentreerd in de regenrijke, beboste gebieden van Zuid-Ghana. Negentig procent van de oogst wordt binnengehaald in het grote seizoen (tussen oktober en maart) de rest in het kleine seizoen (tussen juni en september). Er wordt heel veel aan de cacaobonen gewerkt voordat ze vervoerd worden naar een ander land. Hiermee verdiend Ghana behoorlijk wat geld en is het een van de belangrijkste economische activiteiten in Ghana. Ook worden er in Ghana commerciële gewassen verbouwd, zoals tabak, aardnoten, suikerriet, katoen, koffie en palmolie, deze zijn ook een van de belangrijkste export producten die Ghana heeft. Ghanees tropische hout is na cacao en goud het belangrijkste exportproduct. Zo exporteert men veel hout naar Europa. Door machines is de houtproductie gestegen met 65% en de exportopbrengst met 600%. Ghana heeft niet voor niks de naam Goudkust gehad. Momenteel is het land een van de grootste goudproducenten ter wereld. De goudverkoop neemt jaarlijks ongeveer 45 procent van Ghana's totale exportopbrengsten voor zijn rekening. De belangrijkste goudreserves liggen Obuasi, Tarkwa, Prestea en Dunkwa. Het grootste centrum van de goudwinning is het stadje Obuasi. Hier bevindt zich de grootste gouddelver van Ghana, de Ashanti Goldfield Company. Goed voor circa zestig procent van de totale goudproductie en het meest winstgevende mijnbouwbedrijf van Afrika. Er werken er ongeveer 10.000 mensen. Hoofdstuk 2.6: Toerisme Toerisme is een groeiende sector. Door de komst van veel buitenlanders, wordt er beslag genomen op de productiemiddelen van Ghana; arbeid, kapitaal, natuur. Zo wordt er jaarlijks in Ghana door toeristen meer dan een half miljoen dollar uitgegeven, waardoor de mensen in Ghana geld verdienen en zelf weer vraag kunnen uitoefenen, waardoor er een Economische bloei ontstaat. Elke jaar komen mensen vanuit Amerika, Canada, Zwitserland, Egypte, Duitsland, Nederland, Engeland en nog meer landen om Ghana te bezoeken. Hoofdstuk 2.7: Infrastructuur Ghana begon een tijdje goed met de verbetering van infrastructuur, omdat het goed was voor de economie. Maar toen het slecht ging met Ghana, kon er natuurlijk niks aan de infrastructuur worden gedaan en werd het verwaarloosd. De regering heeft er nu veel werk aan gedaan om de infrastructuur te verbeteren; ongeveer 4 van de 5 wegen is geasfalteerd en worden wegen constant in de gaten gehouden voor gaten. De mooiste snelweg in Ghana is van Accra naar Tema, het is zo mooi geasfalteerd, dat je ervoor moet betalen om het te gebruiken (gebruikskosten). In Ghana wordt er echt weinig verdiend. De mensen werken heel hard voor een beetje geld, dan weet je al hoe arm een land is. Door dat ze zo weinig verdienen hebben ze niet zo'n een grote koopkracht, waardoor ze niet veel vraag op goederen kunnen uitoefenen. Waardoor het land niet in een economische groei kan komen. Waardoor ze het op economische terrein slecht doen. Vanaf 1911 was Ghana's werelds grootste cacaoproducent en dat is tot 1977 gebleven. Het topjaar was in 1964 toen een cacao-oogst van 557 000 ton werd binnengehaald. Daarna is het bergafwaarts gegaan. Het dieptepunt werd bereikt in 1983, toen slecths 159 000 ton werd geoogst. Vanaf dit moment gingen veel Ghanesen hun moederland verlaten voor een ander land, waaronder Nederland. Omdat er in Nederland een goede, stabiele economie was en dat er genoeg eten was in Nederland. Ook was er in Nederland werk en het maakte voor hun niets uit wat voor werk het was, als het maar werk was. Doordat het met Nederland er veel beter aan toe ging werden ze naar Nederland getrokken. In Ghana vind men onderwijs ontzettend belangrijk, omdat dit de sleutel was voor deur, waarachter je een betere bestaan kon krijgen. Omdat de meeste mensen in Ghana niet zo veel verdienen om hun kinderen naar school te sturen, is het analfabetisme een veelvoorkomend verschijnsel. Hoofdstuk 2.7: Politiek Als er over politiek word gesproken, dan worden de meeste besluiten genomen door de regering en het parlement. Zij hebben de meeste politieke macht, maar ook de burgers, de media en ambtenaren kunnen invloed uitoefenen op de besluiten. Maar zo ging het er helaas niet altijd aan toe in Ghana. Vijf van de acht regeringen na de onafhankelijkheid in 1957 waren militaire regeringen en mensenrechten werden gewoon geschonden. Ze kwamen allemaal door staatsgrijpingen aan de macht. Er zijn beelden die je laten zien hoe ze Kwame Nkrumah hadden aangepakt en vermoord. Zo ging dit maar door tot aan Rawlings, die ook een president had vermoord om zelf een president te worden. Dit was heel gewoon voor deze mensen; door middel van staatsgrepingen kon je een president worden. Velen hebben het geprobeerd, maar je had echt een leger nodig om te kunnen winnen. De mensen in Ghana hadden het al moeilijk en waren verschrikkelijk bang, want mensenrechten werden geschonden. Militairen kwamen zomaar je huis binnen, als ze je van iets verdachten. Het was een tijd die veel Ghanesen zagen als verdriet en wanhoop. Er was geen vrijheid van meningsuiting, je moest doen en luisteren en gewoon je mond houden. In de tijd van Rawlings zijn veel mensen vermoord, vooral mensen die in opstand tegen hem kwamen. Zo waren er belangrijke leiders en gewone mensen vermoord onder zijn gezag. Deze moorden worden nog steeds herdacht als de wreedheid van Rawlings. Hoofdstuk 2.8: Cultuur De Ghanesen zijn op een aantal gebieden een zeer behoudend volk. Ze hechten zich zeer sterk aan de oude en bijgelovige Afrikaanse gebruiken en overtuigingen en hebben er veel voor om ze in stand te houden. Je zou dit zelf kunnen zien in kleine dorpen of op de manier hoe mensen over bepaalde dingen denken en praten. Je kunt het op festivals en andere feesten goed meemaken. De Ashanti, die in het centrum van het land rondom hun hoofdstad Kumasi wonen hebben het meest van hun gebruiken bewaard. Lange tijd waren zij in de regio de leidende natie en zijn ze nog steeds een trots en zelfbewust volk. In en rond Kumasi vind men nog veel herinneringen aan hun gloriejaren in de 18e en 19e eeuw. Overal in Ghana tref je handwerk aan, of het nu weven betreft of vlechten, pottenbakken, hout bewerken of leerlooien. Geloof: Ghana is zo gelovig, dat je heel veel kerkgebouwen kunt vinden.Overal vind je kerken die op zondag helemaal volzitten. Bijna elke Ghanees is lid van een of andere kerk. Toch zijn er verschillen in de kerken; er zijn Protestantse kerken, Methodise of Presbyterianen, een overblijfsel uit de Britse koloniale tijd. De mensen zijn zo gelovig, dit kun je merken op de manier hoe ze over de Goden praten. Zelfs in Nederland heb je bijna overal in een provincie een Ghanese kerk. Hoe meer je in het noorden komt, des te meer moslims je treft. Hoewel het allemaal Ghanesen zijn, kan je toch merken dat het moslims zijn. Hoewel ze allemaal in iets anders geloven, verdragen ze elkaar met gemak en zijn vele vrienden van elkaar. Er is een grote onderlinge tolerantie en er wordt nogal eens van kerkgenootschap gewisseld, zonder dat daar vreemd van opgekeken wordt. Overal op Auto's en bussen staan de texten "God is good" & "Christ is Lord". Ghana is ook een heel bijgelovig land. Zo geloofd men bijvoorbeeld in voodoo, witte- en zwarte magie. Geboorte: In Ghana is nageslacht cruciaal. In Ghana betekent niet zwanger worden, het einde van de familielijn. De sociale consequenties voor de betreffende vrouw zijn enorm. Als ze wat ouder wordt, dan zijn er geen kinderen die voor haar kunnen zorgen. Vaak wordt ze de verschoppeling van het dorp.Vrouwen die wel in verwachting raken, omkleden hun zwangerschap met grote zorg. Er worden kruiden en smeersels gebruikt om het lichaam gezond te houden en kwade geesten op afstand te houden. De bevalling is echt een hachelijke gebeurtenis. Nog zo sterft er acht procent van de pasgeborenen. De moeder loopt ook risico's van elke tienduizend bevallingen eindigen er 74 met dood van de kraamvrouw. Als een baby in de eerste week na de geboorte overlijdt, dan wordt er soms gezegd; dat een geest in de gedaante van een mens is langsgekomen. Overlijdt de moeder tijdens de bevalling, dan wordt dat soms gezien als een bewijs van overspel; bijvoorbeeld tijdens het zwangerschap. Op de achtste dag of nu meestal wel 3 maanden vindt een officiële geboorteceremonie plaats; ‘outdooring’ is de naam. Dit zijn een van de mooie ceremonies die er in Ghana worden gedaan. De baby wordt dan getoond aan de buitenwereld en er wordt sterke drank op de grond geplengd als offer aan de voorouders. Vervolgens krijgt de baby een naam, of eigenlijk een aantal namen. Het jongetje of meisje wordt vernoemd naar de dag waarop het geboren is, dit wordt dan meestal de tweede naam. Een jongetje dat bijvoorbeeld op vrijdag wordt geboren heet Kofi en een meisje Efua

zondag maandag dindag woensdag donderdag vrijdag zaterdag
jongen Kwesi Kwodwo Kobena Kweku Yaw Kofi Kwame
meisje Esi Adwoa Abena Ekua Yaa Efua Ama
Als een kind een andere naam krijgt, dan zegt het iets over de plek van het kind in het gezin. Het vierde kind bijvoorbeeld, draagt de naam Annan, het vijfde Enum. Verder wordt het kind vernoemd naar een gewaardeerd familielid. Bij die naam hoort vaak weer een aantal andere namen die iets zeggen over de geschiedenis van de familie. Tot slot zijn er namen die iets vertellen over de bevalling, over de vader of moeder, over de welstand van de familie of over een bijzondere gebeurtenis die plaatsvond in de tijd dat het kind geboren werd. Een Ghanees kan soms wel 10 namen dragen, die een groot deel over zijn geschiedenis vertelt. Kleding: Hoewel er steeds meer westerse kleding op de Ghanese markt komt, is de traditionel cloth(doek) niet weg te denken uit de Ghanese cultuur. Hoewel de regels minder streng zijn dan vroeger, geldt voor elke ceremonie nog steeds een ander kledingvoorschrift. ‘Adinkra’ bijvooreeld hoort vooral bij begrafenissen, terwijl ‘kente’ juist bij feestelijke gelegenheden wordt gedragen. Daarnaast zijn de kleuren en de motieven die op de doeken zijn aangebracht van groot belang. Ter ere van de veertigste verjaardag Ghana, op 6 maart 1997, presenteerde Rawlings, een speciale doek met daarop het getal veertig in nationale kleuren. Het ontwerp kreeg de titel 'samen bouwen we, samen slagen we'. In het verleden mocht de katoenen kleding met adinkra-symbolen alleen worden gedragen door hoog geplaatste personen in de hofhouding van de Asante koning.( Hij is de koning van alle koning in heel Ghana). Tegenwoordig mogen ook gewone mensen de Adinkra-cloth dragen. De 80 symbolen hebben elk een eigen naam en een eigen betekenis. Ze drukken een gezegde uit, een historische gebeurtenis, een wijsheid of een houding. Het meest bekend is het symbool is ‘Gye Nyame’;"alleen god of zonder God is er niets'.Zo zijn er symbolen die staan voor wijsheid, hoop, liefde, kracht. De adinkra-symboliek beperkt zich niet tot kleding. Overal in Ghana, winkeltjes, op gebruiksvoorwerpen, op auto's, boten en bussen zijn de symbolen geschilderd. Asantehene = is koning van de Asanti (koning der koningen). Kente doeken worden geweven en wel in strip van enkele centimeters breed, die vervolgens aan elkaar worden genaaid. Achter de motieven in de kentstoffen gaat eveneens een culturele wereld schuil. Ze staan voor de geschiedenis, de filosofie,de ethiek, de sociale, religieuze en politieke waarden van de Ghanese samenleving. Kente is van oorsprong een Asante-techniek, die later is overgenomen door andere etnische groepen, ook buiten Ghana. De figuraties in de stof zijn geometrischer van aard dan de gestempelde symbolen van de adinkra. Het belangrijkste motief is de Adwinasa, Het staat letterlijk voor;"alle motieven zijn gebruikt". Een klerenmaker ontwierp het voor de Asantehene. Toen hij klaar was, ontdekte hij dat alle eerdere motieven erin waren verwerkt. Daarmee werd deze kente-doek beschouwd als de beste en meest prestigieuze ooit gemaakt. Het motief mocht dan ook alleen worden gedragen door koningen en zeer welgestelden. Vandaag mogen ook mensen van de lagere stand de adwinasa dragen. De adwinasa-kente staat voor het superieure en het perfecte. De kente met de naam ‘obaakofo mmu man’; “een persoon kan niet de gehele natie regeren.” Deze staat voor democratie en waarschuwt tegen autoritair gezag. Muziek: Bij feestjes en festivals behoren trommels tot een van de autochtone muziekinstrumenten van Ghana. Door de eeuwen heen zijn bepaalde ritmes ontstaan, zodat elke ritme een betekenis heeft. Deze 'talking drums' speelden vroeger een belangrijke rol in de communicatie tussen verschillende dorpen. De drummer is een gezaghebbend persoon in het dorp, omdat in zijn ritmes een deel van de culturele geschiedenis van het dorp ligt besloten. De meest gebruikte drums zijn de ‘atumpan’, door speciale houtsnijders uit de tweneboa-boom gesneden en bespannen met de huid van een olifantsoor. Dan heb je nog de ‘donno’, een zandlopervormige trommel die aan beide zijden bespannen is met geitenleer. De bekendste soort muziek in Ghana is wel de ‘High-life’. Deze heeft zijn wortels in de koloniale tijd gekregen. Gewoon voor vermaak werden vanaf de jaren 10 verschillende dansorkesten opgericht. Ze intimideerden aanvankelijke bestaande muziek en kerkmuziek. In de jaren 50 kwam de doorbraak voor de high-life muziek. Vanaf de jaren 60 zijn weer uit de high-life muziek allerlei nieuwe stromingen ontstaan. High-life van toen was lekker rustig met een gitaar en een voorwerp en met een stokje maakte het geluid ‘tingting ting’. Gitaar was toch dominant in de muziek, omdat er hele mooie melodietjes mee gespeeld konden worden. In het hedendaagse Ghana is high-life helemaal anders. Het gaat veel sneller, er zijn meer beats en er wordt veel gemixed. High-life gaat meestal over het leven, geld, liefde, vrienden, de dood etc. Begrafenissen: Ghana is tot op de dag van vandaag nog steeds een ontwikkelingsland. Vaak is er geen geld om een zieke persoon aan medicijnen te helpen, maar als hij eenmaal is overleden, dan steekt de familie zich diep in de schulden om een prestigieus afscheid te organiseren. Het lijkt wel dat ze allemaal blij zijn dat iemand dood is. Maar zo is het niet bedoeld. De opkomst bij de begrafenis is cruciaal. Komen er weinig mensen, dan zal dat de achtergebleven familie voor altijd achtervolgen. Er moet genoeg eten en drinken zijn, daarnaast is het gewoon voor de Ghanesen om wat geld bij te dragen aan de overgebleven familie, om de kosten te dekken. Zo wordt er zorgvuldig bijgehouden hoeveel geld er wordt geschonken er door wie. Na de dood van een persoon houdt de familie zich negen dagen in een rouw. De feitelijke begrafenis is dan doorgaans al achter de rug. Tijdens de rouwperiode wordt er tot op bepaalde hoogte gevast: het basisvoedsel van de streek word dan niet gegeten; De ashanti eet dan bijvoorbeeld geen fufu, maar wel een beetje rijst. De dag van de herdenking begint bij dageraad met een rondgang van huilende familieleden van de overledene door het dorp. Vervolgens komen familieleden en mensen uit het dorp of de buurt bijeen. Ze krijgen drank en eten, er wordt gezongen, gedanst en gedrumd. Van iedereen wordt dan een financiële bijdrage verwacht. Het geschonken bedrag wordt luidkeels medegedeeld, om ervoor te zorgen dat niemand wegkomt me een zuinige bijdrage. Daar staat tegenover dat aanwezigen voor de donatie wel een goed verzorgde dag verwachten. Na de plechtigheid wordt er niet meer aan de dode gedacht en wordt het een verleden tijd. Veel Ghanesen houden ervan om zo veel mogelijk te laten zien wat zij aan geld en aanzien hebben. Zo kopen sommige Ghanesen een doodkist op maat of wordt een lijk op een stoel gezet of staande gezet om daarvan afscheid te nemen. De vorm van een kist zegt iets over de persoon de erin begraven wordt. Een rijke cacaoboer kan in een reusachtige cacaovrucht belanden. Een zakenman in een auto of een vliegtuig, een chief in een leeuw of een adelaar. Dit doen ze om een laatste respect te tonen aan de overledenen. Omgangsvormen: De Ghanesen zijn gewend aan de westerse omgangsvormen. Toch zijn er heel wat elementen in de dagelijkse omgang die de Europeaan zullen verbazen. Het is bijvoorbeeld belangrijk om goed op het gebruik van de rechterhand te letten. Je eet rechts en het is verder ook absoluut ongepast dingen te overhandigen of aan te pakken met de linkerhand. Als je ergens aankomt waar mensen zijn, is een vrij uitgebreide voorstellingsronde heel normaal, waardoor men kan zien dat je bent respectvol bent. Leeftijdsverschillen bepalen een groot deel van de sociale afstand tussen personen. In het algemeen is een jonger iemand dienstbaar aan een ouder iemand. Dit wordt bijvoorbeeld heel zichtbaar, als je ergens aankomt met wat bagage. Alles wordt uit je handen genomen door jongeren, natuurlijk wordt dan wel fooi verwacht. Wat heel bijzonder is bij de Ghanesen, is de zogenaamde ‘Ghanaian handshake’. Mensen die elkaar kennen of niet, bij het begroeten of afscheid nemen; door elkaar door de middenvingers flink tegen elkaar aan te drukken en dat te laten "klikken tegen de handpalm. Jongeren dienen heel beleefd te praten tegen ouderen en moeten ze dingen doen voor ouderen als ze dat worden gevraagd. Meestal wordt je positie in de gemeenschap beïnvloed door je leeftijd en opleidingsniveau. Hoe meer je hebt geleerd en hoe ouder je bent, des te meer respect je krijgt in het Ghanese leven. Veel mensen begrijpen dit niet, maar het is best wel logisch. Wij als een jonge generatie, worden geboren in een systeem (land met regels) waarbij wij ons moeten aanpassen aan de normen en waarden die anderen al weten of al hebben geleerd. Dus degene die het al weet, heeft meer ervaring in het leven, waardoor jij dus zo iemand moet respecteren, zodat hij jou dat kan leren. Conclusie: De Ghanesen zijn heel behoudend met hun cultuur. Dingen die in het vroegere Ghana niet beschreven konden worden en nu wel d.m.v. de wetenschap, worden vaak verworpen. Toch komen er steeds meer en meer Ghanesen die zich afzetten tegen de oude tradities en gewoontes. Vooral jongeren vinden het belangrijk om geld te verdienen en om goed te kunnen leven. Hierbij nemen ze een voorbeeld aan de westerse cultuur. Er ontstaat dan ook een generatiekloof tussen jong en oud. Zo zie je bijvoorbeeld ook steeds vaker dat Ghanesen hun vaderland verlaten om vervolgens hier in Nederland een beter bestaan op te bouwen. Ghanesen hebben dus meer dan genoeg redenen waarom ze naar Nederland komen. Het heeft met economische, politieke en culturele factoren te maken. De mens heeft op de een of andere manier zijn vrijheid nodig en mensen moeten weten dat er een goede toekomst is. Maar voor deze Ghanesen was er geen goed toekomst en was er zeker geen vrijheid. Er was een tijd dat ze zelfs niet aan eten konden komen. Als de Ghanesen naar Nederland komen, gaan ze vaak de Bijlmer in, dit heeft met bepaalde factoren te maken. Bijlmer is in de randstad; er is dus werk. Ook vestigen deze mensen zich bij bekende. Ze komen in een land waarvan ze niks weten en als ze iemand kennen die veel van het land weet, dan is het zeker mooi meegenomen. Ook zijn de woningen relatief gezien met andere woningen wel wat goedkoper. Toch zijn er Ghanesen die weer terugkeren naar hun moederland. Omdat de perceptie die ze hadden, niet overeenkomt met het ware beeld van Nederland. Zo denken veel mensen in Ghana dat je makkelijk aan geld kan komen als je in Nederland bent. Toch is het verlaten van een land waar je bent geboren en bent opgegroeid best pijnlijk. Maar als je elke dag in armoede leeft en je ziet je familieleden dood gaan omdat er geen geld is voor de ziekenhuis, dan heb je zeker de moed om het land te verlaten en om een beter leven elders te zoeken. De meeste van de mensen die vanuit Ghana naar Nederland komen, hebben een grote verantwoording in Ghana; omdat hij of zij voor de hele familie moet zorgen. Ooit, als Ghana in economisch opzicht verbeterd, gaan de Ghanesen misschien terug naar hun moederland. Maar ook dat is niet zo zeker, omdat de Ghanesen die hier wonen zelf kinderen krijgen die opgroeien in de Nederlandse samenleving. Zo gaan deze kinderen zich aan de Nederlandse cultuur hechten. Dus wie weet wat de toekomst ons zal brengen.

REACTIES

R.

R.

beste...,
Leuk onderwerp maar kijk uit maar typeringen zoals "bijgeloof"(het critelijk geloof zou je net zo goed als bijgeloof kunnen zien), "primitief" (dit geeft aan dat Ghana achter zou lopen en in bepaalde opzichten "achtelijk" zou zijn en zich zou moeten ontwikkelen volgens westers voorbeeld. Deze termen komen voort uit de koloniale erfenis en zijn in de wetenschap (met name antropologie) al lang achterhaald! Het is verder heel lastig om niet te generaliseren in een algemeen werkstuk maar je kunt niet zomaar stellen dat Ghanzen zus denken enzo doen, de werkelijkheid is natuurlijk veel gecompliceerder! Ik raad je aan een volgend werkstuk af te bakenen en bijvoorbeeld alleen te schrijven over de gezamelijke geschiedenis van nederland en ghana (die heel interessant is) of bijvoorbeeld over begrafenissen in Ghana of voetbal in Ghana of wat dan ook. Dan kun je beter de nuances aanbrengen. Succes.

17 jaar geleden

R.

R.

Het is goed ik ben tog ghaness haha

13 jaar geleden

B.

B.

Er staan wel wat spelling-fouten in en de geschiedenis klopt niet helemaal. zo staat er dat ze in het jaar 700 het al Ghana noemden. De naam Ghana komt van het Ghanese Rijk, of Wagadou zoals zij het zelf noemden. Het land werd pas Ghana genoemd Op 6 maart 1957 toen het geen Britse kolonie meer was. dus het klopt gewoon niet. misschien kun je het aanpassen? mvg, mensen uit 2C

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.