Alphen aan den rijn
Inleiding
Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik zelf in Alphen aan den Rijn woon en daarom wilden ik wel wat meer van de stad zelf weten. Ik wilde ook weten wanneer Alphen aan den Rijn ontstond en hoe Alphen verder ontwikkeld is.
De hoofdstukken
1 De Romeinen
2 De Rijn
3 Bedrijven langs de Rijn
4 Winkelcentra
5 Archeon
6 Avifauna
1 de Romeinen
Driehonderd jaar na Christus werd Alphen opgesticht door de Romeinen. De mensen wisten vroeger nog niet zeker of dit zo was, maar nu hebben de mensen genoeg bewijzen. Waar de Alphense brug nu staat stond vroeger een castellum. Een castellum is een plek waar de Romeinse soldaten zaten. En in de Julianastraat waar Hoogvliet staat zijn resten van een herberg gevonden. Aan de Julianastraat groeven archeologen steunpalen van een Romeins woonhuis op. Dat was in 1989. Aan de Noordkant van de rivier de Rijn woonden de Germaanse mensen. Zij mochten zich niet binnen 30 kilometer van de rivier laten zien. En dat werd streng in de gaten gehouden. En daardoor konden ze hun schepen niet vervoeren. Maar gelukkig waren er genoeg kleine slootjes om hun schepen wel te kunnen vervoeren. Ze hadden natuurlijk een brug nodig om in de schepen te stappen. Want de schepen waren vrij hoog. De brug stond ongeveer op de plek waar nu de Alphense brug staat. Met die brug verbonden ze Alpen met Aarlanderveen. De brug was natuurlijk niet zo stevig en mooi als dat ze nu zijn. Er lagen pontons, dat zijn een soort drijvende planken. Dat deden ze omdat ze in de gaten werden gehouden, omdat zij zich niet binnen 30 kilometer mochten laten zien. En daarom hadden zie die pontons, want die konden ze als het nodig was zo weg halen. Acht kilometer verder lag een Romeinse stad. De overblijfselen van die stad zijn nog te zien op het terrein van de Hoge Burgh. Die stad noemden ze Nigrum Pellum oftewel zwarte hoogte. De twee castella waren verbonden door een Romeinse weg. Die weg liep hellemaal door naar Voorburg en Katwijk. In 1985 zijn er zelfs overblijfselen daar van gevonden.
2 De Rijn
De Rijn stroomt van Utrecht naar Zuid-Holland. In de middeleeuwen vonden de mensen het moeilijk om droge voeten te houden, dat kwam door de Rijn. Vroeger was die vrij wild en daardoor was het land vaak nat. En daarom liet graaf Floris III van holland om ongeveer 1160 een dam in de Rijn aanleggen. Die dam heette de Suattingerdam. Maar de bisschop van Utrecht was het daar niet mee eens. Hij riep zijn vriend de Duitse keizer erbij. Deze man was de baas van ons woongebied. . De keizer besloot dat de dam in 1165 moest worden afgebroken. De graaf voldeed de opdracht maar half. Hij volgde het motto van zijn voorgangers:” De lucht is blauw en de keizer is ver weg.” Op de plek waar de dam heeft gelegen staat nu een beeld van de keizer uit Duitsland, met een strenge blik. Tot 1970 lag er een brug op de plek van de dam, want dat mocht wel. De tegenzin van de graaf tegen het Utrechtse water was wel begrijpelijk. De naam Aarlanderveen kan dat duidelijk maken. Aar betekent een oud-Germaanse benaming voor een waterloop. Het land eromheen zal Aarland geheten hebben en veen slaat op de grond vruchtbaar maken. In de dertiende eeuw mochten werkloze boeren zoons tegen betaling een stuk land kopen. De mensen die daar kwamen werken geven plaatsen zoals Nieuwkoop en Boskoop een naam. Die mensen worden kolonisten genoemd. De grond droogmaken was zwaar werk. Voor de akkers droogvielen waren er al heel wat ruggen en schoppen gebroken. De kolonisten groeven met houten schoppen slootjes tussen de weilanden. Dat deden ze zodat het water kon weglopen. Dat water kwam uiteindelijk uit op de Rijn. Zo ontstonden de eerste Nederlandse polders. In het begin verbouwden de boeren gerst en haver. Maar algauw begonnen de boeren met turfsteken. Dat was allang bekend bij de Germanen. Turfsteken is met een stuk turf dat is een stuk grond waar iets in zit waarmee je een vuurtje kan stoken. Daardoor ontstonden er gaten in de grond. En als het regende liepen de gaten vol. Ze legden die gaten weer droog. En omdat er gaten in de grond kwamen mochten de boeren geen turf meer steken. Dus moesten ze weer gerst en haver gaan verbouwen om geld te verdienen. Het droogleggen werd dit keer met molens gedaan. Vandaar dat we nu vier molens achter elkaar hebben staan.
3 Bedrijven langs de Rijn
Begin 1800 waren er al heel veel bedrijven langs de Rijn. De Rijn was heel erg belangrijk voor de bedrijven. Want over de Rijn werden de grond- en brandstoffen vervoerd. De bakkerijen die stenen en pannen maakten hadden hun leven langs de Rijn te danken aan de grondstoffen die zei nodig hadden. Dat was rivierklei. Ook was er turf. Die steen en pannen bakkerijen gingen zo goed dat de Oudshoorn en Alphen in de achttiende eeuw het middelpunt van de steen en pannen bakkerijen werden benoemd. Nu vertel ik wat over verschillende bedrijven:
Betonfabriek- Heimanswetering Dit bedrijf werd in 1893 gebouwd in Alphen langs de Rijn. De fabriek is een van de oudste betonfabrieken in Nederland. In de eerste jaren dat dit bedrijf bestond maakte het vooral betontegels. Deze betonfabriek was de eerste fabriek in Nederland die drijfstenen en wantplaten maakten.
“Rust en werk” Steenbakkerij Al in de achttiende eeuw was er hier in Alphen al een pan en steen bakkerij. Deze bakkerij werd vaak gekocht en verkocht. Hij is weer herbouwd want in de crisisjaren werd deze bakkerij gekocht en daarna door de kopers gesloopt. Nu is er in dat gebouw het restaurant van Avifauna gekomen.
Pannenbakkerij- “D. van Oord en Co.” Aan het eind van de 19e eeuw werden de dakpannenbakkerijen in Alphen en Oudshoorn geteld het waren er 8. En van deze 8 is alleen die van “Oord en Co” overgebleven. Dit bedrijf is vaak verkocht. Kennelijk waren er betere plaatsen te vinden. In totaal is hij wel 5 keer verkocht. En voor een bakkerij is dat veel.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
M.
M.
hoi meisje ik vond het eigelijk niet zo interesant ik von het aan de andere kant sllodig en simpel van je af geschreven ik geef jou als cijfer een 7en een half
groetjes maureen
19 jaar geleden
Antwoorden