Hoofdstuk 6, 7 en 8

h6 opdracht 5 praesens: clamat
voco
portas
cogitamus
imperfectum: clamabant
vocabant
portabas
cogitabamus
perfectum
clamaverunt
vocavi
portavisti
cogitavimus
pqperfectum
clamaverant
vocaverum
portaveras h7 text 7,1 op het romeinse forum
flavus en de zonen zijn op het romeinse forum. ze wandelen en kijken rond. midden op het forum romanum is lucius curtius. vader zegt: het verhaal over marcus curtius bevalt me en jullie? marcus en lucius? of kennen jullie het verhaal niet? de tweelingen antwoorden: het verhaal kennen weij niet goed vader. vertel over marcus curtius. vader vertelt: vroeger vreesden de romeinen zzer, omdat er een grote kloof op het forum romanum was verschenen. romeinen hadden veel blokken steen in de kloof gegooid maar zij hadden de kloof niet kunnen sluiten. zij hadden al toto de goden gebeden maar te vergeefs. de goden hadden de kloof niet gesloten. tenslotte gingen de romeinen naar het orakel en vroegen: hoe kunnen wij de kloof sluiten? wat bevlen de goden? het orakel heeft geantwoord: het grootsete goed in de kloof gooien. de romeinen hebben het orakel niet begrepen. daarom hebben zij het orakel gevraagd: maar wat is het grootste goed? het orakel zweeg echter. alle romeinen probeerden het orakel te begrijpen. de senator heeft gezegd: het grootste goed is geld. gooit geld in de kloof. dus de romeinen gooiden veel geld in de kloof maar tevergeefs. een romeinse vrouw heeft gezegd: ik begrijp het orakel het grootste goed is goud en zilver. dus de romeinen gooirde goud en zilver ind e kloof . maar de goden sloten de kloof echter niet. plosteling heeft een romeinse soldaat, marcus curtius, geroepen: wapens en dapperheid. het grootste goed is dapperheid en wapens. de overige romeinen begrepen het orakel nog steeds niet. maar marcus curtius is onmiddellijk uit het forum gegaan. spoedig komt hij terug. hij reed op eenpaard en droeg wapens. de soldaat zei"kijk! ik gooi het grootste goed in de kloof. wapens en dapperheid. toens spoorde hij het paard aan en sprong in de kloof. onmiddellijk hebben de goden de kloof gesloten. eindelijk begrepen de romeinen het orakel. marcus curtius had het forum romanum gered. zo lsuit flavus het verhaal. marcus zegt"marcus is een man geweest de dapperheid heeft rome gered. opdracht 4 1. omnes servum laudaverunt qoud servus fabrum servaverat ------ allen hebben de slaaf geprezen, omdat de slaaf de werkman had gered

2. puella domi manebatt sicut mater rogaverat. ------ het meisje bleef thuis, zoals moeder het gevraagd had. 3. dominus hortum, ubi servi laborabant intrat ------ meester heeft de tuin, waar de slaven werken, biinnen getreden
4. sicut aves volant, deadalus volare cupiebat ------ zoals vogels vliegen, wilde deadalus vliegen
5. deadalus de insual, ubi aedificium magnum aedifidavit, descedit ------ deadalus verlaat het eiland, war hij een groot gebouw gebouwd heeft
6. quo oraculum non intellegebant, romani deos aravunt ------ omdat zij het orakel niet begrepen, hebben de romijnen tot goden gebeden. opdracht a 1. basilika, markt allen, bibliotheken
2. archief gebouwen, kapitoleinse tempel ,andere tempels oostra ( spreekers podium) quria ( senaats gebouw) keizer paleis
3. hoge woerd
cogitaveramus h8 text 8.1 amfitheater de romeinse burgers vieren het feest van de Ludi Romani
op het forum zijn de buursgebouwen verlaten. de koop lieden hadden in de hele stad alle winkels gesloeten. gedurende vle dagen hdadden bodes hele goede schouwspelen aangekondigt: Luisterd romeinen
de ludi Romani zijn er
Komt en ziet
100 gladiatoren en een jachtpartij
grote olifanten
woeste beesten
leeuwen, panters, een neushoorn

naar het amfitheater flavium zijn van alle kanten veel mensen bijeen gekomen. omdat de zon brande, hing een ernorm zeil boven de grote toeschouwers ruimte. slaven sprenkelden koud water over treden heen. de kooplieden verkochten worstjes. alle touschouwers keken naar de jachtpartij. overmoedige dierenvechters joegen woeste panters door de arena heen. woeste leeuwen zaten snelle herten achterna. huiveringwekkend gebrul vulde het amphitheater. spoedig verslonden woeste beesten alle herten. bloed kleurde de arena. tenslotte hebben grote olifanten de arena binnen getreden. ''kijk olifanten'' heeft marcus geroepen ''kijk dierenvechters'' voegde lucius toe. ''dierenvechters zijn zeer sterk en hebben goede wapens. zo kunnen zij de olifanten over winnen.'' 'een olifant heeft echter een zwaar lichaam' zei marcus. ''en kan mensen vertrappen'' toen vielen de dierenvechters de olifanten aan. lucius:'' zie je marcus? er viel al een beest dood neer'' en marcus: ''de olifanten hebben al 3 mannen vertrapt'' het schouwspel beviel alle toeschouwers zeer. opdracht 1 romani cives
basilicae desertae
omnes tabernas
nuntii spectacula
elephantes magnii
bastiae feroces
multi homines
cuncti spectatores
saevi leones
ludos romanos
caveam magnum