Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 2 Kosmos

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Vertaling door een scholier
  • 1e klas vwo | 853 woorden
  • 27 juni 2011
  • 84 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
84 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

2A.

Philippos en Agariste gingen vanuit Athene naar Lebadeia. De weg was lang en moeilijk met veel rotsen. Waarom wilden ze toch naar Lebadeia gaan? In Lebadeia wilden ze naar het orakel van Trofonios gaan. Trofonios was de zoon van de goddelijke arts Asklepios. De mensen vereerden Asklepios en Trofonios na hun dood als goden. Want Asklepios beeindigde in Epidauros de ziekten van de mensen en voorspelde aan de mensen hun lot(,) Trofonios deed dat in Lebadeia. Philippos en Agariste wilden over hun kinderen de mening van Trofonios te weten komen. Philippos en Agariste hadden 2 kinderen, namelijk een jongen en een meisje: De jongen was recht van lijf en leden, maar het meisje was blind. De jongen en het meisje waren zeer geliefd bij Philippos en Agariste, maar het meisje gaf hen veel verdriet. Agariste en Philippos waren moe door de zon. Agariste zei tegen Philippos: Philippos het is al middag. Ik lijd door de stralen van de zon. Is het mogelijk om in de schaduw van de bomen uit te rusten. Maar Philippos zei tegen Agariste: het is niet mogelijk om uit te rusten. Want het is nodig verder te gaan, als we op tijd in Lebadeia aanwezig willen zijn. En zo niet, is het mogelijk dat ze buiten de poort moeten slapen omdat de poort dan al gesloten is. Wij zijn nog veel stadia ver van Lebadeia verwijderd, dus is het nodig dat we ons haasten. Zo gingen Philippos en Agariste zwijgend voort.

2B.

Tegen de avond kwamen Philippos en Agariste met moeite aan in Lebadeia. Ze waren erg uitgeput.

Agariste huilde nu, niet van verdriet, maar van vreugde. Ze zei blij tegen Philippos:

‘Philippos, ik ben erg blij, dat we op tijd in Lebadeia zijn aangekomen. Want de poorten waren nog open. Nu is het mogelijk de stad in te gaan en daarna het huis van het goede God en het goede Lot te zoeken. Voor reizigers is het mogelijk (reizigers kunnen) daar te slapen. Ik ben van plan vele uren te slapen.’

Philippos zei niets, maar knikte Agariste alleen maar toe. Daarna gingen ze door de open poorten. De poortwachter hield hen echter tegen.

‘Vreemdelingen, wie zijn jullie en waar komen jullie vandaan? En waarom zijn jullie naar Lebadeia gekomen? Vertel dat dan.’

En Philippos zei tegen de poortwachter: ‘Wij zijn Philippos en Agariste. We komen uit de stad Athene en zoeken het huis van de goede God en het goede Lot. Wij zijn namelijk van plan om morgen naar het heiligdom van Trophonios te gaan. We willen namelijk de mening van de god over onze kinderen horen, vooral over het meisje. Ze is namelijk blind.’

Toen Philippos dat gezegd had, hield de poortwachter hen niet langer tegen: ‘Gegroet, Atheense vreemdelingen, gegroet en ga de stad maar binnen.’

2C.

Nadat de poortwachter Philippos en Agariste had toegelaten in de stad, sloot hij de poort en zei tegen de vreemdelingen:

‘Nu komt er een einde aan mijn werk en is het voor mij mogelijk (kan ik) bekers wijn met water te drinken in de herberg.

Maar eerst is het nodig (moet ik) jullie de weg naar het huis van het goede Lot en de goede God wijzen (bekend maken). Daar moeten jullie immers een paar dagen blijven, alvorens naar het heiligdom van Trophonios te gaan. En iedere dag moeten jullie je lichaam reinigen.’

Nadat Philippos en Agariste de hele nacht hadden geslapen, wasten ze de volgende dag hun lichamen in de rivier de Herkunè. Daarna offerden ze aan Trophonios en de zoon van Trophonios. En zo deden ze een paar dagen, en op de vierde dag was het mogelijk (mochten ze) naar het heiligdom van Trophonios (te) gaan, waar de kuil van de slangen was, zoals ze gehoord hadden.

2D.

Op de 4de avond hebben Phillipos en Agaristhe het laatste offer geofferd.

Nadat de priester een schaap had geslacht, onderzocht hij de ingewanden van het schaap zorgvuldig. De ingewanden waren gunstig. Dus waren Philippos en Agariste blij.

Het was voor Philippos mogelijk af te dalen in de kuil van de slangen, waar Trophonios het lot voorspelde, maar voor Agariste niet.

Twee dienaren begeleidden dus Philippos naar de rivier de Herkuna, waar twee jongens hem wasten. De bewoners van de streek noemden de jongens Hermen, omdat de jongens de mensen naar de slangenkuil begeleidden, net als Hermes de zielen naar de onderwereld/Hades.

Nadat de Hermen Philippos dus hadden gewassen, en met olijfolie hadden ingesmeerd, begeleidden ze hem naar twee bronnen. Eerst naar de bron van de Lethe, daarna naar die van Mnemosyne. Uit beiden moest hij/men immers drinken.

Daarna begeleidden ze hem naar het heiligdom(de tempel) van Trophonios en brachten een houten ladder. Met de ladder moest hij immers afdalen in de slangenkuil. Philippos zelf droeg honingzoete koeken voor de slangen.

Maar helaas is het niet mogelijk te vertellen, wat er in de kuil gebeurde. Want als iemand de geheimen van Trophonios onthult, wordt hij met de dood gestraft, naar men zegt. Maar het is duidelijk dat na de afdaling in de kuil Philippos niet meer lachte.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.