Nationalisme in Indonesië

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Vertaling door een scholier
  • 3e klas vwo | 1310 woorden
  • 8 maart 2004
  • 79 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
79 keer beoordeeld

Nationalisme §1. Het begin van het Nationalisme Het Indonesische nationalisme (streven naar een onafhankelijke staat) begon in de eerste decennia van de 20e eeuw. Veel mensen vinden dat Eduard Douwes Dekker, dat was een ver familielid van Multatuli, degene die begonnen was met het opkomen voor de inheemse bevolking, de grondlegger van het nationalisme is. Hij was de eerste die in het openbaar verkondigde dat de bevolking van Indonesië moest streven naar onafhankelijkheid. In 1927 zei Douwes Dekker tegen de gouverneur-generaal van Indonesië: “Nederland moet te midden van een onderworpen bevolking niet pralen op eigen vrijheid. Vrijheid, die de vrijheid van een ander niet mogelijk maakt, is onze bewondering niet waard. De Nederlanders willen aan de tientallen miljoenen onvrijen duidelijk maken hoe heerlijk nationale vrijheid is. Dit is met recht spelen met vuur……..Excellentie, ik zeg U, wanneer onze vuist zich zou klauwen om een wapen –wat het lot verhoede- dan is dat niet onze schuld: dan zult gij, landvoogd van Nederlandsch-Indie, de schuld op de rekening van Uw geweten geschreven zien.” In het begin bereikte het nationalisme alleen iets bij jonge mensen met een hoge opleiding. Zij zaten op Europese scholen en leerden daar over de Westerse ideeën Bijvoorbeeld: democratie, vrijheid en zelfbeschikkingsrecht. Ze leerden dat de Nederlanders ook moesten vechten voor hun vrijheid. En begonnen daarom hun eigen situatie te vergelijken met de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648), die de Nederlanders hadden gevoerd om hun vrijheid terug te krijgen. De jonge geleerden hadden geen gemakkelijk leven in Indonesië, ze hoorden niet meer thuis in de traditionele omgeving van hun familie, maar ze werden ook niet geaccepteerd door de Nederlanders. Ook werden de Nationalisten geïnspireerd door de Nederlanders, maar ook door oorlogen en gebeurtenissen in hun eigen tijd. In 1904 ontstond er een oorlog tussen Rusland en Japan. Iedereen verwachtte dat Rusland Japan zou verslaan. Een blank ras had immers nog nooit verloren van een gekleurd ras. Maar wat niemand verwachtte gebeurde; Japan versloeg Rusland. Door de overwinning van Japan groeide het nationalisme, want de nationalisten dachten als de Japanners de Russen kunnen verslaan, waarom kunnen wij de Nederlanders dan niet verslaan? §2. Het ontstaan van nationalistische organisaties In het begin van de 20e eeuw ontstonden er ook meteen nationalistische organisaties. Maar deze organisaties kwamen alleen op voor de belangen van een bepaalde groep, bijvoorbeeld de Islamieten en de Javanen. Zij streefden naar bewustwording, economische hervormingen en inspraak in het bestuur van Indonesië. §2.1 Boedi Oetomo

In 1908 werd op Java “Boedi Oetomo” opgericht. Het betekent “Het schone streven” en het telde in 1908 ruim 1200 leden, waarvan 700 binnenlandse ambtenaren en particulieren. Het streven van de organisatie was een aaneensluiting van alle inlanders van Indonesië. En het doel de harmonische ontwikkeling van land en volk van Nederlands-Indië. De Nederlandse regering vroeg zich af hoe de vereniging zich op den duur zou gaan ontwikkelen. Ze vonden dat de vereniging alleen vooruitgang kon boeken als ze een bekwame leider hadden. De leider werd: Raden Tirto Koesoemo. Ze verwachtte dat ze met hem een goede samenwerking konden hebben. Maar eigenlijk bereikte deze vereniging niet veel. §2.2 Sarekat Islam
In 1911 werd de Islamitische organisatie “Sarekat Dagang Islam” opgericht. Dit was oorspronkelijk een vereniging van Indonesische kooplieden, van wie de meeste handelaren en producenten van batik waren. (= kleine ondernemers) In 1912 veranderde de naam van de vereniging in “Sarekat Islam” (Indonesische Unie) en de vereniging richtte zich toen meer op politieke en religieuze activiteiten. De “Sarekat Islam” was al een stuk verder dan Boedi Oetomo. De leider van “Sarekat Islam” was Tjokroaminoto. De “Sarekat Islam“ vond het volgende: “Ons lot wordt beslist in het verafgelegen Nederland. De tijd is gekomen dat wij een woordje mee willen spreken over ons eigen lot. Wij willen dezelfde rechten als de burgers van Nederland. Wij hebben als hiergeborenen het recht op een aandeel in het bestuur. Een regering kan weigeren te luisteren naar het volk, maar een regering die niet rechtvaardig is, stort ten slotte ineen. Onze regering begrijpt dat. Zij heeft ons de gemeenteraad en de Volksraad gegeven, waar wij ons kunnen voorbereiden voor zelfbestuur, maar volmaakt zijn zij niet. Ze staan te ver van het volk af. Daarom eisen wij het volgende: 1. Spoedige invoering van zelfbestuur. 2. Toekenning van kiesrecht aan alle mannelijke burgers, die schrijven kunnen en minstens 21 jaar oud zijn.” In 1927 veranderde de naam voor de 2e keer in: “Partai Sarekat Islam”. §2.3 Muhammadiyah
In 1912 werd de Muhammadiyah (de weg naar Mohammed) opgericht. Deze partij was ontstaan tijdens een golf van herleving en herstel van de Islam. De Sarekat Islam gaf hen de kans om elementen van de Islam te vernieuwen. De organisatie richtte zich vooral op onderwijs en welzijn. Terwijl het officieel eigenlijk geen politieke partij was, speelden een aantal leden een grote rol bij politieke moslim acties. §2.4 Indische Partij
De Indische Partij was in 1912 opgericht door de Nederlander Eduard Douwes Dekker, de grondlegger van het nationalisme. De Indische Partij was de eerste partij die openlijk gericht was op onafhankelijkheid van Indonesië. Maar de Indische Partij eiste ook burgerrecht voor iedereen die in het land was geboren. Deze partij bereikte niet veel, omdat de leiders al snel naar Nederland werden verbannen. Later ontstond uit deze partij de “Partai Nasional Indonesia” (de Nationale Indonesische partij) §2.5 Partai Kommunis Indonesia (PKI) In 1920 werd door de communisten de Partai Kommunis Indonesia opgericht. In 1923 voegden de communisten, die uit de Sarekat Islam waren gestoten, zich bij de PKI. De PKI streefde naar een klassenloze samenleving, waarin iedereen gelijk zou zijn. Doordat de communisten door middel van acties de arbeidsvoorwaarden probeerden te verbeteren, kregen ze steeds meer aanhangers onder de Indonesische bevolking. De PKI organiseerde een opstand in 1927 in Minangkabau en ook een op West-Java in 1926. Beide opstanden werden door de Nederlanders onderdrukt en de leiders en 1300 andere communisten werden verbannen naar het concentratiekamp Boven-Digul in West-Irian, dat geteisterd werd door malaria. (Dit concentratiekamp was speciaal opgericht voor hen door de Nederlanders en werd de plek waarnaar toekomstige politieke gevangenen uit Indonesië naar toe zouden worden verbannen.) Na deze acties en een aantal stakingen werd de partij door de Nederlandse regering verboden. §2.6 Partai Nasional Indonesia (PNI) In 1927 richtte Soekarno de Partai Nasional Indonesia op en hij werd er ook voorzitter van. Het doel van de PNI was een zuivere nationalistische partij zijn voor alle Indonesiërs, ongeacht hun etnische achtergrond, religie of sociale klasse. Ook probeerde de PNI andere nationalistische groepen bij zich aan te laten sluiten, maar dat lukte niet. Er kwam hierdoor enige onenigheid tussen de leiders van de PNI. (Bijvoorbeeld: Soekarno, Hatta en Sjahrir) Hatta en Sjahrir organiseerde de Pendidikan Nasional, een andere politieke organisatie. Maar de voornaamste organisatoren daarvan werden gearresteerd door de Nederlanders. De Nederlanders waren bang door de snelle groei van de nationalistische partij en de steun die ze kregen van het volk. Soekarno, Hatta en Sjahrir en nog ongeveer twintig anderen werden gearresteerd en verbannen naar enkele eilanden buiten Java. Maar de meeste werden naar het beruchte concentratiekamp “Boven-Digul” gestuurd. In 1930 werd Soekarno door een rechtbank voor vier jaar verbannen naar het concentratiekamp verbannen en een jaar later werd de partij verboden. Daarom splitste de partij zich op in twee delen: de “samenwerkers” en de “niet-samenwerkers”. De samenwerkers gingen samenwerken met het Nederlandse Koloniale Bestuur om onafhankelijkheid te bereiken. De niet-samenwerkers organiseerden in 1937 de Gerakan Rakyat (volksvertegenwoordiging) Indonesia, beter bekend als de Gerindo. En de samenwerkers organiseerden de Parindra en zorgden ervoor dat hun leden benoemd werd in de Volksraad. §3. De Nederlandse kijk op Nationalisme In de jaren dertig probeerde de Nederlandse overheid met alle middelen het radicale Indonesische nationalisme te stoppen. Politieke partijen werden verboden en de leiders kregen lange straffen. Alleen de organisaties die samen wilden werken met de Nederlandse overheid mochten blijven bestaan. De gouvernementgeneraal en de politie hadden veel materiaal om de tegenstanders te bestrijden. Al snel boekte de regering succes: Er kwam weer rust in de kolonie, maar de meeste mensen begrepen niet dat het maar kort zou duren.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.