Stones hoofdstuk 1 t/m 3

Stone 1

Zo vraag je iemand wat er aan de hand is...
What's up?
Wat is er?

What's the matter?
Wat is er aan de hand?

What's wrong?
Wat is er mis?

What's bothering you?
Wat zit je dwars?

What's going on?
Wat is er aan de hand?

...en zo reageer je
Nothing, really.
Niets, eigenlijk.

I'm okay, don't worry.
Ik ben in orde, maak je geen zorgen.

I'd rather not talk about it.
Ik zou er liever niet over willen praten.

It couldn't be worse.

Het kan niet slechter.

I'm fine.
Met mij gaat het goed.

I feel all right.
Ik voel me oké.

I'm okay.
Ik ben oké.

I feel rather miserable.
Ik voel me nogal beroerd.

I feel awful.
Ik voel me afschuwelijk.

I feel terrible.
Ik voel me verschrikkelijk.

I'm a bit down, that's all.
Ik ben een beetje somber, dat is alles.

Stone 2
Zo laat je merken dat je geïrriteerd bent
You're always showing off.
Je slooft je altijd uit.

She's always watching TV.
Zij kijkt altijd tv.

They're always bullying people.
Zij pesten altijd mensen.

You're always teasing me.

Jij plaagt me altijd.

She's always picking on me.
Zij moet me altijd hebben.

You're making a fool of yourself.
Je maakt jezelf belachelijk.

I'm absolutely fed up.
Ik ben het helemaal zat.

I've had more than enough.
Ik heb er meer dan genoeg van.

Just leave me alone, will you?
Laat me alleen, wil je?

Get off my back!
Laat me met rust!

Stop it!
Hou op!

Stone 3
Zo vraag je naar iemands uiterlijk of karakter…
What does he look like?
Hoe ziet hij eruit?

What's your friend like?
Wat is je vriend voor iemand?

Can you describe the boy you went out with?
Kun je de jongen met wie je uitging beschrijven?

…en zo beschrijf je iemand
He's very tall and wears glasses.

Hij is erg lang en draagt een bril.

I think she's rather gorgeous and smart.
Ik vind haar nogal aantrekkelijk en knap.

He's quite slim, but not skinny.
Hij is best wel slank, maar niet mager.

He's rather dark and very funny.
Hij is nogal donker en erg grappig.

I think she's very boring.
Ik vind haar erg saai

He's very moody.
Hij is erg humeurig.

I think she's quite nice.
Ik vind haar best aardig.

She has got long, blond hair and a pretty smile.
Zij heeft lang, blond haar en een mooie glimlach.

He has a tattoo.
Hij heeft een tatoeage.

He has got a number of piercings.
Hij heeft een aantal piercings.

He looks a bit pale.
Hij ziet een beetje bleek.

She looks like you.
Zij lijkt op jou.


She looks like a clown.
Zij lijkt op een clown.