Kapitel 4 F+G

(Cursief gedrukte letters zijn de antwoorden in de rechterkolom)

REDEMITTEL 4F

Kan jij jouw broer is beschrijven?
Hij is 1meter 84 lang, dus behoorlijk groot. Hij heeft een bril, kort haar, een grote neus, en blauwgroene ogen. Hij weegt 60kg. En heeft lange benen
En hoe ziet jouw zus eruit?    .
Haar haar is lang en ze heeft zwarte/bruine ogen. Haar benen zijn kort. Ze is maar 1.64.

Wat mankeert je?
Ik weet het niet, ik voel me al sinds gisteren niet lekker.
Heb je griep?

Nee, ik heb geen griep. Alleen erge buikpijn.
Heb je iets slechts gegeten?
Dat kan.
Ben je al bij een arts geweest?   
Nee, nog niet. Ik wacht nog tot morgen.

Zo, Jürgen, wat is er niet goed?
Hier rechts onder doet het pijn.
Doet dit pijn?
Aua ja, dat doet erg pijn!
Dat ziet er niet goed uit.
Wat mankeer ik?
Ik denk dat het je blindedarm is, die moet eruit.
Maar kunt u mij nu al wat tegen de pijn geven?

Ik heb kougevat. Heeft u iets tegen de pijn in mijn nek?
Alsjeblieft. Anders nog iets?
Ik wil ook graag aspirines.
Dat is dan €9,60
Alstublieft, hier is €10   
Bedankt.


REDEMITTEL 4G

Waar is jouw broer?
Die ligt in het ziekenhuis.
Wat is er dan gebeurd?   

Hij had een ongeval. Hij heeft zijn been gebroken en een hersenschudding.

Hee Mischa, heb je zin om vanmiddag te voetballen?
Dat kan niet, ik ben verwond.
Wat mankeert je dan?   
Ik heb tijdens de laatste training mijn enkel verstuikt

Wat voor huisdier hebben jullie?
Wij hebben een hond. Het is een vrouwtje, heet Butzl en is 6 jaar oud.

Kan je haar beschrijven?  
Ze is niet zo groot, heeft een zwarte vacht, gele ogen, kleine oren en een ronde neus.