H1: Inleiding
Opdracht 1: formeer een groep
Ons adviesbureau, bestaande uit, heeft de naam “The Flow” gekregen. Ons logo ziet er zo uit:
Wij werken in opdracht van de Werkplaats Kindergemeenschap en ons uiteindelijke doel is het herinrichten van een uiterwaard. Wij houden hierbij uiteraard rekening met de veiligheid van de omgeving en de belangen van gebruikers van de uiterwaard.
H4: Rivieren
Opdracht 4: kies een projectgebied
Ons projectgebied wordt de Boven-Rijn bij Spijk (een dorpje tussen Nijmegen en Doetinchem aan de grens met Duitsland):
Opdracht 5: rivierafvoer
5.1) Er komt precies 0,1 liter per seconde uit de kraan. Dit hebben we gemeten door (met een stopwatch) 60 seconden een emmer met water te vullen en dan te meten hoeveel water er in de emmer zat. Dit getal deelden we door 60 en hier kwam 0,1 liter per seconde uit. De gemiddelde afvoer van de Rijn is 2158 m3/s. 2158 / 1*10-4 = 21580000, wat betekent dat er 21580000 kranen open moeten staan om de gemiddelde afvoer van de rijn te hebben. Om de gemiddelde afvoer van de Maas (222,1 m3/s) hebben moet je (222,1 / 1 * 10-4) 2220834 kranen openzetten.
5.2a) 21000000 * 21000000 * 0.95 = 4,19∙1014.
b) Er wordt ook water gebruikt en het gaat verloren aan de grond
5.3) De actuele afvoer (maandag 10 mei 2010) van de Rijn bij Lobith is 1894 m3/s. De actuele afvoer (maandag 10 mei 2010) van de Maas bij Borgharen is 72.9 m3/s. Dit betekend dat de afvoer laag is voor de gemiddelde afvoer over het hele jaar, maar ook alleen voor de maand mei.
Opdracht 6: maatregelen Deltaplan Grote Rivieren
6a) Het hoofddoel was om op korte termijn de dijken en de kades in Nederland op te hogen en te versterken. Dit doel werd gesteld na het hoogwater in '93 en '95.
De maatregelen die dus worden genomen is een wet die er voor zorgt dat er geen problemen komen met de grondeigendommen als ze die grond bijvoorbeeld nodig hebben om de dijken te versterken. Deze wet heet de "Deltawet Grote Rivieren".
Vanaf 1996 tot 2000 is zo'n 450 kilometer rivierdijk versterkt. Inmiddels is al 98% gedaan.
6b)
Opdracht 7: maatregelen Ruimte voor de Rivier
Maatregelen om de waterstand te verlagen gerangschikt van best werkend naar slechts werkend:
- verlagen uiterwaard
- verdiepen zomerbed
- dijkverhoging
- dijk teruglegging
- verwijderen hoogwatervrij terrein
- aanleggen nevengeul
- verwijderen zomerdijk
- beïnvloeden toestroming
- bypass
- kribverlaging
- natuurontwikkeling
Ik denk dat voor ons eigen projectgebied we de volgende dingen wel kunnen gebruiken:
- dijkverhoging
- verwijderen hoogwatervrij terrein
- aanleggen nevengeul
- kribverlaging
- natuurontwikkeling
Opdracht 8
In mijn zeer nabije omgeving (alleen Bilthoven) zijn er geen maatregelen om overtollig water tegen te gaan of vast te houden, simpelweg omdat er geen overtollig water is. In een grotere straal is er wel een project te vinden, namelijk de dijkverbetering in Amersfoort. Langs de rivier de Eem daar worden de dijken verhoogd en sterker gemaakt, omdat er is onderzocht dat bij de storm de dijken mogelijk doorbreken. Door deze verbetering zal de dijk weer aan de strenge veiligheidsnormen voldoen.
H5: Natuurontwikkeling in uiterwaarden
Opdracht 9: overstromingsfrequenties
9.1) In de grafiek valt af te lezen dat bij een hoogteligging van 11,5 m +NAP er ongeveer 35 dagen voorbij zijn. Dit betekent dat er 356 - 35 = 321 dagen per jaar water in de uiterwaarden staan.
9.2) 40% hardhout zone is 20 dagen per jaar, 30% zachthout zone is 45 dagen per jaar, 20% droogvallende zone 73 dagen per jaar en 10% van 365 = 36,5 dagen per jaar. Bij elkaar willen ze dus dat 174,5 dagen per jaar de uitwaarde vol staat met water. De gewenste hoogteligging bij Lobith is volgens de grafiek dan ongeveer 9,85 meter boven NAP.
9.3) De site heeft geen gegevens over ons projectgebied
H6: Stroming van water
Opdracht 10: bereken het verhang
Het gemiddelde verhang is 0.0087 mm per km hemelsbreed. Dit is natuurlijk niet het zelfde als het aantal kilometer rivier. Dat is veel langer, dus dan is het verhang per kilometer rivier veel minder.
Opdracht 11: berekening wrijvingscoëfficiënt en waterdiepte
11.1) We gebruiken hiervoor de formule v = ((g*h*I)/cf)1/2. Als we onze gegevens hier invoeren krijg je 1 = (0,0082 / cf)1/2.
Dan kwadrateren aan beide kanten. 12 = 1.
((0,0082 / cf) ½)2 = 0,0082 / cf
1 = 0,0082 / cf.
0,0082 / 1 = cf
Cf = 0,0082
11.2) Weer gebruiken we de formule v = ((g*h*I)/cf)1/2. De gegevens die we nu hebben zijn: 1,2 = ((9.81*10-4*h)/0,005)1/2. Dit weer kwadrateren wordt:
1.44 = (9.81*10-4*h)/0,005
Aan beide kanten vermenigvuldigen met 0,005
0,0072 = (9.81*10-4)*h
0,0072 / 9.81*10-4 = h
h = 7.34
Opdracht 12: afvoerkromme
Afvoer van een rivier wordt berekend met de formule:
Debiet = stroomsnelheid * Dwarsdoorsnede, ookwel Q=vA
De dwarsdoorsnede A is de breedte B * diepte H
De Snelheid v is de wortel uit de gravitatie G * Diepte H * Verhang I gedeeld door de wrijvingscoëfficiënt Cf
Als we dat invullen krijgen we:
Q=100*h*√((9.81*h*10-4)/0.003)
Omdat de breedte is 100
De diepte is variabel
De gravitatie op aarde is 9.81
Het verhang is 10-4
En de wrijvingscoëfficiënt van glad zand is 0.003
Bij 1 meter diepte is het debiet dus 57.2 m3/s
Bij 2 meter diepte is het debiet 161.7 m3/s
Bij 3
meter diepte is het debiet 297.1 m3/s
Bij4 meter
diepte is het debiet 475.5 m3/s
Bij 5 meter diepte is het debiet 639.3 m3/s
De afvoerkromme wordt evenredig groter als de rivier breder wordt.
De weerstand is omgekeerd evenredig met de stroomsnelheid, en dus met het debiet. Hoe hoger de weerstand, hoe dichter het debiet bij de nul komt.
Het verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
N.
N.
9.1 klopt niet: 35 is al het antwoord
5 jaar geleden
Antwoorden