Vliegtuigen

Hoi allemaal. dit is een techniek werkstuk dus gaat het het meest over de techniek van een vliegtuig.

Het Vliegtuig

Inleiding:
Een paar van ons hebben er al gevlogen maar weinig weten er hoe het vliegtuig ontstaan is terwijl in 2003 is herdacht dat het 100 jaar geleden is dat men met een houten toestel met motor de eerste vlucht maakte.
In onze presentatie beginnen we met in het kort iets te zeggen over de opbouw van een vliegtuig en dan willen we het over de geschiedenis en de soorten vliegtuigen die er in de loop der jaren zijn ontstaan.

Opbouw:
Een vliegtuig bestaat uit twee vleugels, het staartstuk, de motor(en), de cockpit, het landingsgestel en de romp.

Het belangrijkste onderdeel van een vliegtuig zijn de vleugels. De vleugels zorgen ervoor dat het vliegtuig in de lucht kan gaan en blijven. Het staartstuk regelt de richting van het vliegtuig.
In de cockpit staan alle computers, die het vliegtuig moet besturen. Verder moet een vliegtuig minimaal één motor hebben. De grote vliegtuigen hebben er zelfs vier. Ook heeft elk vliegtuig een landingsgestel, waarmee hij moet landen. Dit landingsgestel wordt bij de grote vliegtuigen na het stijgen ingetrokken. In de romp zitten de passagiers of de vracht, afhankelijk welk soort vliegtuig het is.
Een vliegtuig is meestal gemaakt van aluminium, omdat dat licht materiaal is.

De vliegende mens:
Honderden jaren geleden waren er al mensen die probeerden te vliegen zoals zij het de vogels zagen doen. Pas in 1675 kwam meneer Borelli er achter dat de mens nooit als een vogel zou kunnen vliegen omdat de armspieren van een mens hiervoor veel te zwak zijn. Maar de mensen wilden de lucht in, dus moesten er andere manieren gevonden worden.

Luchtballonnen:
In 1782 ontdekten 2 broers die in frankrijk een papierfabriek bezaten, Etienne en Joseph Montgolfier, dat een met warme lucht gevulde papieren zak omhoog steeg. Dit gingen zij in het groot uitvoeren en in 1783 steeg hun eerste luchtballon op. In het mandje onder de ballon zaten een haan, een eend en een schaap. Na enkele weken ging ook een mens zo’n ballonvaart maken. Degene die in de ballon, kon er echter alleen voor zorgen dat de ballon omhoog of omlaag ging. De ballon was niet goed bestuurbaar, dus waar de wind naar toe blies, in de richting ging ook de ballon uit.

Zweefvliegen:
Omdat ballonnen in de vorige eeuw niet bestuurbaar waren, moest er weer wat anders bedacht worden om in de lucht te komen! In 1880 maakte een Duitser, Otto Lilienthal, een zweefvlucht met zijn zweeftoestel. Dit zweeftoestel bestond uit een geraamte van wilgentakken. Daaromheen had hij katoen gespannen dat in was gedoopt was. Hier tussenin hing Otto. Voor zo’n zweefvlucht beklom hij met zijn eerste toestel een heuvel, nam een aanloop heuvelafwaarts en zweefde dan een tijdje door de lucht. Door met zijn benen te zwaaien kon hij het zweeftoestel een beetje sturen. Zo maakte hij wel 2000 zweefvluchten, maar door de slechte besturing verongelukte hij in 1896.

Het eerste vliegtuig met een motor:
Ondertussen probeerden andere mensen toch een echt vliegtuig te bouwen. Uiteindelijk lukte dit de broers Wright; fietsenmakers uit Amerika. Zij maakten een vliegtuig bestaande uit houten latten en twee linnen beklede vleugels, die door een groot aantal ijzeren draden bij elkaar werden gehouden. Dit vliegtuig kreeg voor de besturing een richtroer achter en een hoogteroer vooraan. Daarna bouwden zij een zelf gemaakte benzinemotor op dit toestel. De motor was met fietskettingen vastgebonden aan twee houten propellers achter het toestel. De piloot lag op zijn buik op de onderste vleugel.

Op 17 december 1903 maakte Wright de eerste vlucht met dit toestel met motor, dat de naam – Flyer – had. Met deze vlucht, die 12 seconden duurde en waarbij 36 meter werd afgelegd, begon de luchtvaart pas echt. De broers hadden bewezen dat een mens met een toestel met motor van een vlak terrein de lucht in kon komen en blijven. De ontwikkeling van het vliegtuig ging vanaf dat moment erg snel.

Fokker:
In Nederland was er een jongen, Anthony Fokker uit Haarlem, die helemaal gek was van alles wat met vliegtuigen te maken had. Voor studie ging hij naar Duitsland. Daar maakte hij zijn eerste vliegtuig, de fokker Spider. Dit vliegtuig werd zo genoemd omdat de piloot tussen een netwerk van draden zat, net zoals een spin in een web. Door zijn vriend in de bouw van vliegtuigen werden de eerste twee spiders kapot gevlogen. Met de derde Spider vloog Fokker in 1911 op Koninginnedag een paar rondjes om Haarlem.

De Eerste Wereldoorlog:
Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak waren er al heel wat militaire vliegtuigen. vaak denk je bij militaire vliegtuigen meteen aan straaljagers, maar die bestonden toen nog niet. het waren vliegtuigjes van hout, bekleed met linnen en een open cockpit. Hun topsnelheid was zo ongeveer 100 kilometer per uur. In het begin waren de piloten ongewapend. Later namen ze pistolen mee, maar meestal raakten ze niets, omdat de piloot ook nog zijn vliegtuig moest besturen. Men ging toen vliegtuigen bouwen waarin meerdere mensen meekonden voor de besturing, het schieten en het afwerpen van bommen. Het bekendste vliegtuig dat in de Eerste Wereldoorlog mee deed was de driedekker van Fokker.

De eerste vlucht over de oceaan:
In 1927 vloog de Amerikaan Charles Linbergh als eerste in zijn eentje met zijn eenmotorige
vliegtuig “Spirit of St. Louis” van New York naar Parijs, over de Atlantische Oceaan. Zo ontstond de lichtverbinding tussen Amerika en Europa.

Het luchtschip "Graf Zeppelin":
Hoewel er in de negentiende en twintigste eeuw heel wat geëxperimenteerd is met luchtschepen, zijn er heel weinig voorbeelden van luchtschepen die het echt goed deden. Het bekendste voorbeeld is natuurlijk de "Graf Zeppelin",(105.000 m³ gasinhoud) die in 1928 werd gemaakt. Het luchtschip bleef tot 1940 vliegen en legde in die tijd ongeveer 1.000 reizen af, waaronder 144 oversteken over de oceaan.

Soorten vliegtuigen:
Er zijn verschillende soorten vliegtuigen. je kan de vliegtuigen verdelen in passagiers-, vracht- en militaire vliegtuigen. Elke dag staan er veel passagiersvliegtuigen op de Nederlandse luchthavens, dus iedereen zal wel een passagiersvliegtuig kennen. Wat wij waarschijnlijk nog nooit gezien hebben is de Concorde. Dit is een vliegtuig dat sneller gaat dan het geluid, hij maakt in 4.5 uur een vlucht over de oceaan!!! Meestal vliegt hij tussen Parijs, London en New York.

Als vrachtvliegtuigen worden meestal de Jumbo Jets (Boeing 747) gebruikt. Vroeger verdeelden ze de militaire vliegtuigen in jagers, aanvalsjagers, bommenwerpers, verkenningsvliegtuigen en transportvliegtuigen.
Nu worden de militaire vliegtuigen zo gebouwd, dat ze meer dingen kunnen doen.