Meer huismannen

Meer huismannen Al jaren lang doen de vrouwen het huishouden en de mannen zorgen dat er brood op de plank komt, maar waarom kan de man het huishouden niet doen? En dat de vrouw dan zorgt voor het inkomen? De emancipatie is inmiddels al zover ontwikkeld. Vrouwen mogen stemmen en er zitten veel vrouwen in de tweede kamer. (ondertussen al zo’n 60) De meeste mannen vinden of denken dat ze al genoeg doen in het huishouden. Maar wanneer de vrouw een keer een paar dagen weggaat, en de man staat er alleen voor in het huishouden, dan hoef je niet te verwachten dat de was is gedaan en dat er is schoongemaakt of zelfs maar stof gezogen! Zou het een goede ontwikkeling zijn als er steeds meer huismannen zouden komen en de ‘huisvrouwen’ gaan werken? Voordelen van meer huismannen: De vrouw kan nu ook aan een eigen carrière beginnen: Jarenlang hebben vrouwen voor de kinderen gezorgd en het huishouden gedaan, maar in deze tijd krijgen vrouwen eindelijk de kans om een eigen carrière te beginnen . Ze is tenslotte jarenlang naar school gegaan, heeft daarna een studie gevolgd en nagedacht over haar verdere toekomst. Die droom kan in een klap weg zijn, omdat ze kinderen krijgt en daarvoor moet zorgen en het huishouden moet doen. Een vrouw mag ook eigen sociale contacten hebben: Een man heeft in z’n privé-leven vaak nog veel contact met z’n collega’s. Vrouwen hebben alleen de buurvrouw en de moeders van andere kinderen. Een baan zou dus ook goed zijn voor de persoonlijke ontwikkelingen van een vrouw. De vrouw is niet meer inkomensafhankelijk: Tegenwoordig is het haast wel nodig om twee inkomens te hebben. Als alleen de man werkt heb je het misschien iets krap. Nu kan je bijvoorbeeld van het salaris van de man de huishoudelijke dingen kopen en van het salaris van de vrouw kan je leuke dingen mee doen. Denk aan uitstapjes of vakanties. Het is economisch gezien soms nodig dat twee mensen werken.
Nadelen van meer huismannen: Wanneer een man het huishouden moet gaan doen, moet hij nog veel dingen leren: Hij moet leren strijken, schoonmaken en alle andere huishoudelijke klusjes. Maar wanneer hij dat door heeft, is het bijna hetzelfde als wanneer de vrouw het huishouden doet. Vrouwen kunnen wel een carrière beginnen, maar wanneer ze kinderen krijgen zullen ze toch met zwangerschapsverlof moeten, en wanneer ze later weer willen werken, moet ze eerst weer bijgeschoold worden, want ze zal wel het een en ander zijn vergeten. De man moet dan weer werk gaan zoeken, en de vrouw moet dan weer het huishouden gaan doen. Misschien zit het in de genen: Dat vrouwen meer aanleg hebben voor de zorgelijke taak in het huishouden, en dat de man meer aanleg heeft voor de technische kant. Vroeger & nu Vroeger waren er bijna geen vrouwen die werkten. Ze deden het huishouden en voedden de kinderen op. Sinds de emancipatie zijn steeds meer vrouwen gaan werken, maar zodra er kinderen kwamen, stopten ze meestal wel. Tegenwoordig is de verdeling in de arbeidsindustrie ongeveer gelijk, er werken ongeveer evenveel mannen als vrouwen. Als er kinderen komen nemen de vrouwen wel zwangerschapsverlof, maar na een tijd gaan ze weer door met werken. Tussen 1975 en 1995 zijn mannen wel meer gaan doen in het huishouden en met de kinderen. Maar na 1995 is de toename van de mannen in het huishouden gestopt en het is soms zelfs minder geworden. Als ze na 1995 met hetzelfde tempo steeds meer gingen doen in het huishouden, zouden mannen nu al 40% van de zorgtaken doen. Vrouwen krijgen niet altijd hetzelfde salaris als mannen voor het zelfde werk en met de zelfde opleiding, dat leidt ook tot meer huisvrouwen dan huismannen. Taakverdeling: Wanneer een man wel meewerkt in het huishouden laat hij vaak de vervelende klusjes over aan de vrouw, bijvoorbeeld het schoonmaken van het toilet. Vrouwen ervaren de verdeling van het huishouden heel anders dan mannen. Zo beweert 93% van de vrouwen meer te doen aan het huishouden dan de man. Van de mannen meent 65% dat hij thuis een gelijke verdeling heeft in het huishouden, tegenover 51% van de vrouwen. Mannen scoren wel hoog op kleine of leuke huishoudelijke taken, zoals het buiten zetten van het afval en het naar bed brengen van de kinderen. Maar wat ze niet doen is het schoonmaken van het toilet en de kleren wassen en strijken. Dat zijn vrouwentaken gebleven. Mannen gebruiken de smoes dat vrouwen daar gewoon beter in zijn. Een paar vragen die huismanen vaak krijgen: 1) Is de huisman een watje? 2) Word je wel begrepen door je omgeving? 3) Ben je niet eenzaam thuis? 4) Maak je ook schoon? 1) Nee, de huisman is zeker geen watje. Hij heeft vaak zelf gekozen om huisman te worden. Daarnaast is het runnen van een huishouden een verantwoordelijke taak, zeker als het gezin kinderen heeft. 2) Vaak worden huismannen wel begrepen, maar soms ook niet. Hij moet vaak uitleggen waarom hij huisman is geworden. Dat hoeven vrouwen nooit te doen. Maar wanneer een man het uitgelegd heeft begrijpen de meeste mensen het wel. Toch blijven er altijd mensen die het maar niks vinden, huismannen. 3) Waarom zou een huisman wel eenzaam zijn, als een huisvrouw dat niet is? Het is je eigen keuze. Je kunt helpen op school, vrijwilligers werk gaan doen of wat organiseren met de straat. 4) Ja, natuurlijk! Dat hoort erbij. Huismannen moeten precies het zelfde doen als wat huisvrouwen al jaren doen. Boodschappen, de was, koken, strijken, rotzooi opruimen, ramen lappen enz. Onderzoek: Er is een onderzoek gedaan met een vragenlijst bij 30 mannen die het huishouden deden. Hier is op 3 verschillende motieven gekeken. •Intrinsieke motivatie, iemand vind het bijvoorbeeld heel erg leuk om zijn kinderen te zien, men kiest er zelf voor. •Extrinsieke motivatie, hier gaat het om factoren, die gezocht moeten worden in de directe omgeving. Bijvoorbeeld aan werkloosheid en financiële motieven. Hier is er sprake van minder keuzevrijheid. •Neutrale motivatie, hier is er sprake van een combinatie van intrinsieke en extrinsieke motivatie.
Resultaten: Wat opvalt, is de hoge tevredenheid van mannen met de rol van huisman. De max. score die hierbij gehaald kan worden zijn 50 punten. De gemiddelde scoren van alle huismannen is 36.5. de gemiddelde score voor huismannen met een intrinsieke motivatie is 39.4, de gemiddelde score voor de ‘neutrale huisman’ is 36.2. De score voor extrinsiek gemotiveerde huismannen is 33.8. Hieruit blijkt dus dat de intrinsiek gemotiveerde huisman meer tevreden zijn. Wanneer de stelling: “ik ben blij huisman te zijn” word voorgelegd aan de huismannen zegt 63% het geheel met de stelling eens te zijn. 43% van de huismannen geniet veel van z´n vrijheid, want als huisman ben je je eigen baas. 36% van de huismannen is het deels een met de stelling: “kinderen halen je het bloed onder de nagels vandaan.” Is vader een tweederangs moeder? Het is een lastig probleem, vaders willen zich graag met hun kinderen bemoeien, maar dan wel op hun eigen manier. De meeste vrouwen vinden dat de mannen niet goed voor de kinderen kunnen zorgen en dat ze het huishouden niet kunnen bijhouden. Dus de manier van de vaders wordt niet altijd door de moeders gewaardeerd. De overheid heeft een campagne opgezet met de naam: ‘mannen in de hoofdrol’, die wil mannen
aansporen om meer huishoudelijke en zorgtaken op zich te nemen. Mannen zijn hun oude ‘traditionele’ rol aan het verliezen. Ze zijn niet meer noodzakelijk als de kostwinnaar in een gezin. Slot Op de vraag: Waarom moeten vrouwen altijd het huishouden doen? Waarom kunnen mannen dat niet? Kunnen we zeggen dat het een geheel eigen keuze is van de man wanneer hij huisman wil worden. Het zal uiteindelijk niet veel verschil uitmaken wanneer nou een vrouw of een man het huishouden doet. Alleen zien de kinderen de hele tijd de ene persoon de hele dag, en de andere ’s avonds om zes uur. Je kunt ook de rollen verdelen, beide ouders werken dan. De overheid spant zich er ook voor in om te zorgen dat mannen en vrouwen praten over de verdeling van betaalde arbeid en taken thuis. Of van werk en zorg. Ze hopen de verdeling zelfs te veranderen. Want als je allebei werkt, heb je meer inkomen, en je bent niet meer afhankelijk van één persoon. Dan is er ook nog ruimte om leuke dingen samen te doen en hebben beide personen de kans op een carrière.