Bier

Ik wil eerst iets vertellen over de geschiedenis van bier. Volgens de geschiedenisdeskundigen dronken en brouwden de Babyloniërs zesduizend jaar geleden al bier. De Egyptenaren konden dit later ook. Aan de oude Romeinen werd dit geheim ook doorverteld. Aan het eind van de middeleeuwen werd bier in deze streken volop gedronken. Eerst was het brouwen van bier huisvrouwenwerk, maar dit werd later overgenomen door ambachtelijke brouwerij-tjes. En nu drie eeuwen later wordt bier nog steeds gedronken. Nu ga ik jullie vertellen hoe bier gemaakt wordt. De belangrijkste materialen voor het maken van bier zijn:” gerst, water en hop. Eerst wordt de gerst gewassen en geweekt en vervolgens tot ontkiemen gebracht. Dat gebeurt in de vochtige en zuurstof rijke ruimten van de mouterij. Als de gerst ontkiemd is heet het mout. De mout wordt in grote silo’s bewaard tot de brouwer het nodig heeft. Bij het gebruik wordt het mout eerst gemalen tot moutmeel, hier wordt water bij gedaan en wordt er een beslag van gemaakt. Dit wordt verwarmd tot een temperatuur van 75° C. Omdat dit mengsel langzaam wordt verwarmd gaan de enzymen (dit is een stof in het moutmeel dat speciale reacties veroorzaakt) werken die het zetmeel omzetten in moutsuikers. Dit mengsel wordt gefilterd, zodat een heldere vloeistof overblijft die wort heet. Hier wordt hop aan toegevoegd, dit zorgt voor een bittere smaak en vervolgens wordt dit gekookt. Het brouwsel wordt nu afgekoeld tot ± 6 ° C. Tijdens het afkoelen wordt gist toegevoegd. In 10 tot 14 dagen worden nu de moutsuikers omgezet in alcohol en koolzuur (dit is de prik net als in frisdrank). Vanaf nu heet dit brouwsel jongbier, omdat het bier nog moet nagisten in de lagerkelders, waarbij de temperatuur iets onder het vriespunt ligt. Hierna wordt het bier nogmaals gefilterd en gaat het naar de verpakkingsafdeling. Op de verpakkingsafdeling wordt het bier verpakt in beugelflessen, pijpjes, blikjes in verschillende maten en grote vaten voor de taps in de cafés. Omdat de mensen allemaal een andere smaak hebben worden er verschillende biersoorten gemaakt. De bekende biersoort is pils. Dit heeft 5% alcohol. De laatste jaren wordt er ook veel speciaal bier gemaakt en gedronken. Twee bekende soorten zijn witbier en duvel. Duvel is een erg zwaar bier, daar zit wel 8% alcohol in. In witbier zit, net als in pils 5% alcohol, maar dit heeft een andere smaak omdat van tarwe wordt gemaakt en niet van gerst. Het bier kan ook een andere smaak krijgen en een donkere kleur door het mout te branden. Verder kun je ook een andere smaak krijgen door verschillende soorten hop of gist te gebruiken. In het algemeen moet bier koud worden gedronken, maar bijvoorbeeld trappistenbier moet niet kouder zijn dan 14 graden. De meeste andere biersoorten moet je drinken bij 6° C. Trappistenbier is een bier dat door monniken in het klooster wordt gebrouwen. Elk klooster maakt zijn eigen bier met een eigen smaak. Dit bier moet je drinken uit speciale wijde glazen. In het ene land wordt meer bier gedronken dan in het andere land. In Noord Europa wordt meer bier gedronken dan in Zuid Europa. In het zuiden wordt meer wijn gedronken. De grootste bierdrinkers wonen in Tsjechië. Deze kampioen bierdrinkers drinken wel 145 liter bier per jaar per persoon. In Nederland wordt ongeveer 85 liter per persoon gedronken. In België worden de meeste biersoorten gebrouwen.