Sint pieter

Inleiding De Sint-Pieter kerk is de grootste kerk te wereld. Daarvoor hebben we dit onderwerp gekozen. De kerk wordt gebruikt door paus Paulus II. Van de anderen uit onze klas kozen de meesten voor de Eiffeltoren of de Chinese muur. We weten hiervan al veel dus daarom proberen we bij dit onderwerp veel te leren over de Sint-Pieter en ook hebben we dit onderwerp gekozen omdat er veel informatie over dit onderwerp te vinden is. Soms is de informatie geschreven in erg moeilijke woorden. De geschiedenis en de bouw Op de plek waar de basiliek* van Sint Petrus staat, bevond zich in de klassieke tijd het Circus van Nero. Hier werd Petrus, de eerste apostel, gemarteld en begraven. Paus Anacletus had hier al een kerk laten bouwen, maar in 324 liet Constantijn het vervangen door een grote basiliek*. De echte Sint Pieter werd in 349 door Constantijn II afgebouwd. In de Constantijnse basiliek* werden veel keizers gekroond, onder andere Karel de Grote. De Sint Pieter raakte echter verwaarloosd totdat Paus Nicolaas V opdracht gaf voor vernieuwing en vergroting van de basiliek*. Enkele delen van de kerk werden afgebroken en ze begonnen aan een nieuwe tribune. Het werk werd stopgezet door de dood van Constantijn II. Pas in 1506 werden het werk door Paus Julius II voortgezet. Een groot gedeelte van de kerk werd afgebroken onder toezicht van Bramante met het doel een classicistisch* complex te bouwen. De werkzaamheden werden na elkaar komend geleid door vele mensen en uiteindelijk door Michelangelo die het ontwerp van Bramante voor zichzelf interpreteerde* door het te verkleinen en de grote koepel toe te voegen ter bekroning van het vernieuwde kerkelijke complex. Tijdens het pontificaat* van Paulus V werd besloten de opzet te veranderen met als resultaat een basiliek* in de vorm van een kruis. De architect Carlo Maderno ontwierp een centraal gebouw met zes kapellen en een verlenging aan de voorgevel. Met de aanleg werd in november 1607 begonnen en hij was af in 1612. Voor de bouw werden grote hoeveelheden travertijn* uit Tivoli gebruikt. De voorgevel heeft grootse afmetingen en is omgeven door twee bogen (langs de linker doorgang, de zogenaamde Klokkenboog, heb je toegang tot Vaticaanstad) en daar boven negen balkons. De gevel wordt bekroond met een attiek* met daarboven een balkon waarop dertien beelden staan van Christus, Johannes de Doper en de Apostelen op een na. Maar boven op de grote kerk zijn de geribde koepel van Michelangelo en de andere koepels van de Gregoriaanse en Clementijnse kapellen van Giacomo Barozzi de Vignola. Na de dood van Carlo Maderno in 1629 voegde zijn opvolger, Gianlorenzo Bernini, zelf elementen toe. Hij gaf het gebouw het onregelmatige karakter dat anders is dat van andere kerken.
Michelangelo Michelangelo, voluit: Michelangelo Buonarroti (uit Caprese, Toscane, geboren 6 maart 1475 in Rome en hij is gestorven op 18 febr. 1564). Hij was een Italiaans beeldhouwer, schilder, architect en dichter, en is naast Leonardo da Vinci, Bramante en Rafaël een bekend persoon in de Italiaanse Renaissance*. Al vroeg zag Lorenzo De Medici het talent van Michelangelo en nam hem in zijn huis op. Architectuur Als bouwmeester was Michelangelo, naast Bramante, de grootste kunstenaar van zijn tijd in Italië. Zijn eerste grote opdracht was de voorgevel voor de San Lorenzo te Florence, hij kwam daarmee niet verder dan het ontwerp en de voorbereidende werkzaamheden (1516-1520). In 1521 werd begonnen aan de bouw van de Sacrestia Nuova van dezelfde kerk. In hetzelfde complex* bouwde hij vanaf 1524 aan de Biblioteca Laurenziana, die echter eerst door zijn leerlingen Giorgio Vasari en Ammanati Bartolomeo zou worden afgemaakt. In 1529 werd het werk onderbroken door het beleg van de stad, waarbij hij de leiding kreeg over de versterkingen. In 1535 werd hij door Paulus III benoemd tot hoofdarchitect van de apostolische* paleizen, maar voorlopig werd hij geheel in beslag genomen door zijn schilderwerk in de Sixtijnse Kapel. Na de hoogste verdieping van het Palazzo Farnese te hebben voltooid in 1546 werd hij architect van de St. Pieter, waarvan hij de opzet veranderde: hij handhaafde de plattegrond in de vorm van een Grieks kruis, maar wijzigde de koepel; ook dit plan heeft hij niet afmaken. Andere bouwwerken door hem in Rome uitgevoerd zijn het Capitoolplein met de monumentale trap (1547) en de kerk Santa Maria degli Angeli (1560-1561). het Sint-Pieterplein
Woordenlijst: Basiliek = Eretitel voor RK kerk
Interpreteren = Iets uitleggen of verklaren op een manier hoe jij dat opvat
Pontificaat = Opperpriesterschap ; bisschoppelijke of pauselijke ambtsvervulling
Travertijn = Dichte soort kalktufsteen
Classicistisch = Volgens bepaalde bouwregels, erg strak
Attiek = Staand vlak, soms versierd met pilaster. Barokke = Onregelmatig, grillig, overladen
Complex = Samengesteld geheel
Renaissance = opbloei van de kunst en wetenschap in de 15de en 16e
eeuw die het gevolg was van een hernieuwde belangstelling voor de klassieke oudheid.